Terug
Gepubliceerd op 21/12/2021

Besluit  gemeenteraad

do 16/12/2021 - 18:30

Belasting op tweede verblijven - aanpassing

Aanwezig: Tess Minnens, voorzitter van de gemeenteraad
Jan Vermeulen, burgemeester
Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Trees Van Hove, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, schepenen
Marleen Vanlerberghe, schepen, voorzitter BCSD
Annick Verstraete, Dirk Stroobandt, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Nathalie Lambrecht, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Eva Martens, Carline De Paepe, Ortwin Depoortere, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, gemeenteraadsleden
Willy Planckaert, waarnemend gemeenteraadslid
Stefanie De Vlieger, algemeen directeur
Verontschuldigd: Sabine Vermeulen, gemeenteraadslid
Regelgeving

De gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994, artikel 173 over de invoering van een belasting.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012 en het decreet programmadecreet bij de begroting 2020 van 20 december 2019.

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41, 14° over de belastingbevoegdheid van de gemeenteraad.

Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

Bijlagen

De gemeenteraadsbeslissing van 24 januari 2019 over de belasting op tweede verblijven.

Motivering

Ieder jaar worden de woningen waarvoor geen inschrijving meer is in het bevolkingsregister gescreend. Daaruit volgt de lijst leegstand en de lijst tweede verblijven. Dit jaar werden een aantal woningen gedetecteerd die noch in de categorie leegstand noch in de categorie tweede verblijven vallen. Het gaat om woongelegenheden die tijdelijk en voor korte perioden bewoond zijn zonder dat de personen ingeschreven zijn in het bevolkingsregister. Strikt genomen vallen deze woongelegenheden onder geen enkel belastingreglement.

Een aantal van deze woongelegenheden vallen onder de noemer werkgerelateerde verblijven (kamers / woningen seizoensarbeiders, business loften, ...). Deze woongelegenheden kunnen belast worden door een aanpassing van het belastingreglement tweede verblijven, door een aanpassing van de begripsomschrijving, zodat ook de werkgerelateerde verblijven onder het belastingreglement ressorteren. Ook de indeling van woningen in kamers die elk een afzonderlijke woongelegenheid vormen en onder de begripsomschrijving vallen, worden in deze wijziging opgenomen met een afzonderlijk tarief. Het college van burgemeester besliste op 16 november 2021 principieel om deze aanpassing van het belastingreglement tweede verblijven door te voeren met ingang van 1 januari 2022, en deze aanpassing ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen.

Financiële impact

Deze beslissing valt niet onder de visumplicht. De ontvangst voortvloeiend uit deze beslissing zal geboekt worden op:

meerjarenplan 20-25

Exploitatie

jaar

2021-2025

beleidsitem

002000 - Fiscale aangelegenheden

algemene rekening

737700 belasting op tweede verblijven

actie

geen

krediet

Toereikend

Reglementen

Periode

Artikel 1
Voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op tweede verblijven.

Begripsomschrijving

Artikel 2
Als tweede verblijf wordt beschouwd elke constructie met woon- of verblijfsgelegenheid - eventueel ingedeeld in kamers die elk een afzonderlijke woongelegenheid vormen en een apart huisnummer hebben dat gekend is in het bevolkingsregister - waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister voor het hoofdverblijf. Ook de werkgerelateerde verblijven worden als een tweede verblijf beschouwd wanneer ze aan het hierboven vermeld criterium voldoen.

Werkgerelateerde verblijven zijn die woongelegenheden waarin tijdelijk personen verblijven na het uitoefenen van hun beroepsarbeid : seizoensarbeid, business loft, ... (niet limitatieve lijst).

Belastingschuldige - belastingplichtige

Artikel 3
De belasting is verschuldigd door natuurlijke of rechtspersoon die  op 1 januari  van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf.
Zijn belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt of tijdelijk niet gebruikt wordt.
Zijn belastingplicht geldt ongeacht het feit of hij al dan niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente.
In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of recht van erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of erfpachthouder.
De eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

Tarief

Artikel 4
De belasting wordt vastgesteld op 750 euro per tweede verblijf.

De belasting wordt vastgesteld op 375 euro per kamer voor tweede verblijven ingedeeld in kamers.

Vrijstellingen

Artikel 5
De belasting is niet verschuldigd voor:

  1. lokalen uitsluitend bestemd voor het beoefenen van een beroepswerkzaamheid;
  2. tenten, verplaatsbare caravans, woonaanhangwagens, motorhomes tenzij zij minstens zes maanden opgesteld blijven om als woongelegenheid te kunnen dienen;
  3. de tweede verblijven opgesteld op een reglementair erkend terrein voor openluchtrecreatieve verblijven;
  4. de leegstaande woongelegenheid waarvan het bewijs wordt voorgelegd dat zij in de loop van het aan het aanslagjaar voorafgaande kalenderjaar, blijkens de gegevens uit het bevolkingsregister, gedurende ten minste 6 maanden van het jaar als hoofdverblijf werd aangewend.
  5. de woningen die werden opgenomen op de inventaris van leegstand in het kader van de gemeentebelasting op leegstaande woningen of gebouwen;
  6. woningen die gebruikt worden voor beschermd/begeleid wonen.

Aangifteplicht

Artikel 6
De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 30 juni van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

Artikel 7
Bij gebrek aan aangifte binnen de in de in artikel 6 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

Artikel 8
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25%
Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

Wijze van invordering

Artikel 9
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

Geschillen en bezwaren

Artikel 10
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Bezwaarschriften kunnen via duurzame drager (e-mail) worden ingediend binnen de termijnen en onder de voorwaarden vermeld in het tweede lid. De contactgegevens voor het op deze wijze indienen van bezwaarschriften zijn: gemeentebelastingen@deinze.be.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

Verwijzingsregel

Artikel 11
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn van overeenkomstige toepassing op deze belasting :

  • de bepalingen van titel VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, voor zover deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen;
  • Het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.
Publieke stemming
Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Trees Van Hove, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Dirk Stroobandt, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Nathalie Lambrecht, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Eva Martens, Carline De Paepe, Ortwin Depoortere, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Willy Planckaert, Stefanie De Vlieger
Voorstanders: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Trees Van Hove, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Marleen Vanlerberghe, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Nathalie Lambrecht, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Ortwin Depoortere, Peter De Maertelaere, Willy Planckaert
Onthouders: Annick Verstraete, Dirk Stroobandt, Eva Martens, Kristof Van den Berghe
Resultaat: Met 31 stemmen voor, 4 onthoudingen
Besluit

Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2025 wordt de belasting op tweede verblijven, goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 januari 2019 voor de periode 1 januari 2019 - 31 december 2025, aangepast op het vlak van de begripsomschrijving, zodat ook de werkgerelateerde verblijven onder het belastingreglement ressorteren. Ook de indeling van woningen in kamers die elk een afzonderlijke woongelegenheid vormen en onder de begripsomschrijving vallen, worden in deze wijziging opgenomen met een afzonderlijk tarief. Onder het reglement staat de gecoördineerde versie die geldig is vanaf 1 januari 2022.

Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022.

Artikel 3
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd en aan de betrokken dienst belasting met de uitvoering van dit reglement.

Artikel 4
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1, 1° en § 3 en artikel 287 en 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).