De voorzitter opent de zitting op 16/12/2021 om 18:34.
De zitting wordt om 20:34 uur, na de behandeling van punt 5 'vaststellen aanpassing meerjarenplan 2020-2025 (4) waarin kredieten 2022 worden vastgesteld - deel stad Deinze' geschorst.
De zitting wordt opnieuw geopend om 20:40 uur.
De zitting wordt geschorst om 21.19 uur. De zitting wordt opnieuw geopend om 21.30 uur.
Bart Vermaercke (raadslid)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het ontwerp van de notulen van de gemeenteraad van 25 november 2021.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraad van 25 november 2021 goed.
Annick Verstraete, Ortwin Depoortere (raadsleden)
De gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 134 en latere wijzigingen.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De tijdelijke politieverordening van 2 december 2021, getroffen bij besluit burgemeester, naar aanleiding van extra maatregelen tegen de verspreiding van het COVID-19 virus (coronavirus) - mondmaskerplicht recyclageparken.
De tijdelijke politieverordening van 2 december 2021, getroffen bij besluit burgemeester, naar aanleiding van extra maatregelen tegen de verspreiding van het COVID-19 virus (coronavirus) - verbod op kerstmarkten.
De tijdelijke politieverordening van 9 december 2021, getroffen bij besluit burgemeester, naar aanleiding van extra maatregelen tegen de verspreiding van het COVID-19 virus (coronavirus) - sluiten gemeenschapszalen + gebruik covid safe ticket bij publieke evenementen in stedelijke accommodatie.
De tijdelijke politieverordening van 14 december 2021, getroffen bij besluit burgemeester, naar aanleiding van extra maatregelen tegen de verspreiding van het COVID-19 virus (coronavirus) - sluiten gemeenschapszalen + gebruik covid safe ticket bij publieke evenementen in stedelijke accommodatie - wijziging.
De gemeenteraad, de tijdelijke politieverordeningen getroffen bij besluit burgemeester overeenkomstig het decreet lokaal bestuur, te laten bekrachtigen.
Artikel 1
De gemeenteraad bekrachtigt de tijdelijke politieverordeningen, getroffen bij besluit burgemeester.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De statuten van het AGB stad Deinze van 21 september 2020.
Het besluit van de gemeenteraad van 24 januari 2019 waarbij de samenstelling van de raad van bestuur voor het autonoom gemeentebedrijf Deinze goedgekeurd werden.
De brief van 30 november 2021 van mevrouw Laurette Dobbelaere.
De brief van 30 november 2021 van mevrouw Sofie Landuyt.
De voordrachtsaktes van de fractie CD&V van 7 december 2021.
Artikel 12 van de statuten van het autonoom gemeentebedrijf Deinze bepaalt dat de gemeenteraad de leden van de raad van bestuur aanwijst. Het aantal leden bedraagt maximaal twaalf. Ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur is van hetzelfde geslacht.
De leden van de raad van bestuur worden door de gemeenteraad verkozen op basis van een akte van voordracht per kandidaat-lid van de raad van bestuur, ondertekend door meer dan de helft van de gemeenteraadsleden die deel uitmaken van de fractie die de voordracht doet. Als de fractie, die de voordracht doet, slechts twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van één van hen. Als de fractie, die de voordracht doet, slechts één verkozene telt, volstaat de handtekening van deze verkozene.
De akte wordt uiterlijk acht dagen voor de vergadering van de gemeenteraad, waarop de verkiezing van de leden van de raad van bestuur geagendeerd staat, aan de algemeen directeur overhandigd. De algemeen directeur bezorgt een afschrift van de akte aan de voorzitter van de gemeenteraad.
Artikel 12 van de statuten wordt eveneens toegepast bij de vervanging van één of meerdere leden van de raad van bestuur. Bij de vervanging van één of meerdere leden van de raad van bestuur zijn voordrachten slechts ontvankelijk indien aan het vereiste dat ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur van hetzelfde geslacht dient te zijn, voldaan blijft na het verkozen verklaren van de kandidaat-leden.
Mevrouw Laurette Dobbelaere diende op 30 november 2021 haar ontslag in als lid van de raad van bestuur AGB Stad Deinze.
Mevrouw Sofie Landuyt diende op 30 november 2021 haar ontslag in als lid van de raad van bestuur AGB Stad Deinze.
De fractie CD&V diende op 7 december 2021 een voordrachtsakte in op naam van An Standaert en op naam van Delphine Verschelde. Deze aken werden overeenkomstig de bepalingen in de statuten tijdig ingediend en werden bezorgd aan de voorzitter van de gemeenteraad.
De akten zijn ontvankelijk en er wordt voldaan aan de verplichting dat maximaal 2/3 van de leden van de raad van bestuur van hetzelfde geslacht is.
De kandidaten worden bijgevolg als verkozen verklaard:
Mevrouw An Standaert
Mevrouw Delphine Verschelde
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
Mevrouw An Standaert van de fractie CD&V wordt, ter vervanging van mevrouw Laurette Dobbelaere, aangesteld als lid van de raad van bestuur van het AGB Stad Deinze.
Artikel 2
Mevrouw Delphine Verschelde van de fractie CD&V wordt, ter vervanging van mevrouw Sofie Lanuyt, aangesteld als lid van de raad van bestuur van het AGB Stad Deinze.
Artikel 3
Deze aanstelling geldt voor de duur van deze bestuursperiode.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikels 249, 250, 260, 261, 262, 285 § 1 1°, 287, 330 en 332 § 1 derde lid.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
De brief van 18 november 2021 van het Agentschap Binnenlands Bestuur met in bijlage het besluit van de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen over de goedkeuring van de jaarrekening 2020 van de stad en het O.C.M.W. Deinze.
De gemeenteraad stelde op 22 juni 2021 de jaarrekening 2020 deel stad Deinze vast. In diezelfde zitting werd de jaarrekening 2020 deel O.C.M.W. Deinze goedgekeurd, waardoor de jaarrekening 2020 in zijn geheel (stad en O.C.M.W.) definitief werd vastgesteld.
De gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen keurde de jaarrekening 2020 van de stad en het O.C.M.W. Deinze goed. Dit werd meegedeeld per brief van 18 november 2021. De gemeenteraad neemt hiervan kennis.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen, meegedeeld per brief van 18 november 2021, over de goedkeuring van de jaarrekening 2020 van de stad en het O.C.M.W. Deinze.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Bart Vermaercke, Jan Pauwels, Dirk Stroobandt, Ortwin Depoortere, Freija Dhondt (raadsleden), Sofie D’hondt (schepen), Jan Vermeulen (burgemeester)
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikels 249, 250, 257, 259, 286 § 1 3°, 287 en 330.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) waarin ook de kredieten 2022 worden vastgesteld van stad en O.C.M.W. Deinze.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4), waarin ook de kredieten voor 2022 worden vastgesteld, is opgemaakt volgens de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en de regels, schema's en rekeningstelsels volgens het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 voorziet in een geïntegreerde planning van het beleid van de gemeente en het O.C.M.W. Dit beleidsrapport omvat dus de beleidsdoelstellingen en ramingen van zowel de stad als het O.C.M.W., maar beide hebben hiervoor wel afzonderlijke kredieten. Gezien beide entiteiten als aparte rechtspersonen blijven bestaan, stemmen de gemeenteraad en de O.C.M.W.-raad in uitvoering van artikel 249 § 3 van het decreet lokaal bestuur elk over hun deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4), waarna de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4), vastgesteld door de O.C.M.W.-raad, goedkeurt. Hierdoor is het geïntegreerde beleidsrapport definitief vastgesteld. De goedkeuring door de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes van de O.C.M.W.-raad.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) is financieel in evenwicht (schema M2) gezien het geraamde beschikbaar budgettair resultaat voor 2025 groter is dan 0. Ook de autofinancieringsmarge en gecorrigeerde autofinancieringsmarge voor 2025 zijn positief. Aangezien de stad en het O.C.M.W. een geïntegreerd aangepast meerjarenplan 2020-2025 (4) hebben opgemaakt, is het financiële evenwicht beoordeeld voor de stad en het O.C.M.W. samen. Bij de berekening van het geconsolideerd financieel evenwicht is rekening gehouden met de cijfers van het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 (4) van het AGB stad Deinze.
De gemeenteraad stelt het deel van de stad van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) vast.
Artikel 1
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) deel stad Deinze, waarin ook de kredieten voor 2022 worden vastgesteld, wordt vastgesteld zoals gezien in bijlage.
Artikel 2
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) zal in uitvoering van artikel 250 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 in digitale vorm aan de Vlaamse Regering worden bezorgd na goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) deel O.C.M.W Deinze, en deze beslissing zal in uitvoering van artikel 286 § 1 3° van het decreet lokaal bestuur bekend gemaakt worden via de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking in uitvoering van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikels 249, 250, 257, 259, 286 § 1 3°, 287 en 330.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) waarin ook de kredieten 2022 worden vastgesteld van stad en O.C.M.W. Deinze.
De beslissing van de O.C.M.W.-raad van 16 december 2021 over de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) deel O.C.M.W. Deinze, waarin ook de kredieten voor 2022 worden vastgesteld.
Er bestaan geen afzonderlijke beleidsrapporten meer voor de gemeente en het O.C.M.W. De beleidsrapporten van de gemeente en het O.C.M.W. vormen een geïntegreerd geheel. Gemeente en O.C.M.W. delen dus hun beleidsdoelstellingen, maar hebben hiervoor wel afzonderlijke kredieten. Het financiële evenwicht daarentegen wordt enkel op het niveau van beide rechtspersonen samen beoordeeld.
Zowel de gemeenteraad als de O.C.M.W.-raad moeten eerst hun deel van het beleidsrapport vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de O.C.M.W.-raad goedkeuren, waardoor het geïntegreerde beleidsrapport definitief vastgesteld is. De goedkeuring door de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes van de O.C.M.W.-raad.
De gemeenteraad keurt het deel van het O.C.M.W. van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) goed. Door deze goedkeuring is de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) in zijn geheel definitief vastgesteld, inclusief de kredieten voor 2022.
Artikel 1
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) deel O.C.M.W. Deinze, waarin ook de kredieten voor 2022 worden vastgesteld, wordt goedgekeurd zoals gezien in bijlage.
Artikel 2
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) zal in uitvoering van artikel 250 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2019 in digitale vorm aan de Vlaamse Regering worden bezorgd, en deze beslissing zal in uitvoering van artikel 286 § 1 3° van het decreet lokaal bestuur bekend gemaakt worden via de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking in uitvoering van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikels 231, 241, 242, 249, 250, 257, 259, 286 §1 3°, 287 en 330.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscylcus van de lokale besturen.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) van het AGB Stad Deinze, waarin ook de kredieten 2022 worden vastgesteld.
De beslissing van de Raad van Bestuur van het AGB Stad Deinze van 13 december 2021 over de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) van het AGB Stad Deinze, waarin ook de kredieten voor 2022 worden vastgesteld.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4), waarin ook de kredieten voor 2022 worden vastgesteld, is opgemaakt volgens de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en de regels, schema's en rekeningstelsels volgens het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting. De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) is financieel in evenwicht (schema M2) gezien het geraamde beschikbaar budgettair resultaat voor 2025 groter is dan 0. Ook de autofinancieringsmarge en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge voor 2025 zijn positief.
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) van het AGB Stad Deinze goed.
Artikel 1
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) van het AGB Stad Deinze, waarin ook de kredieten voor 2022 worden vastgesteld, wordt goedgekeurd zoals gezien in bijlage.
Artikel 2
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) zal in uitvoering van artikel 250 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 in digitale vorm aan de Vlaamse Regering worden bezorgd, en deze beslissing zal in uitvoering van artikel 286 §1 3° van het decreet lokaal bestuur bekend gemaakt worden via de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking in uitvoering van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.
Willy Planckaert, Annick Verstraete, Bart Vermaercke (raadsleden), Jan Vermeulen (burgemeester), Freija Dhondt (raadslid), Sofie D’hondt (schepen), Dirk Stroobandt (raadslid)
De gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994, artikel 173 over de invoering van een belasting.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012 en het decreet programmadecreet bij de begroting 2020 van 20 december 2019.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41, 14° over de belastingbevoegdheid van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De gemeenteraadsbeslissing van 24 januari 2019 over de belasting op tweede verblijven.
Ieder jaar worden de woningen waarvoor geen inschrijving meer is in het bevolkingsregister gescreend. Daaruit volgt de lijst leegstand en de lijst tweede verblijven. Dit jaar werden een aantal woningen gedetecteerd die noch in de categorie leegstand noch in de categorie tweede verblijven vallen. Het gaat om woongelegenheden die tijdelijk en voor korte perioden bewoond zijn zonder dat de personen ingeschreven zijn in het bevolkingsregister. Strikt genomen vallen deze woongelegenheden onder geen enkel belastingreglement.
Een aantal van deze woongelegenheden vallen onder de noemer werkgerelateerde verblijven (kamers / woningen seizoensarbeiders, business loften, ...). Deze woongelegenheden kunnen belast worden door een aanpassing van het belastingreglement tweede verblijven, door een aanpassing van de begripsomschrijving, zodat ook de werkgerelateerde verblijven onder het belastingreglement ressorteren. Ook de indeling van woningen in kamers die elk een afzonderlijke woongelegenheid vormen en onder de begripsomschrijving vallen, worden in deze wijziging opgenomen met een afzonderlijk tarief. Het college van burgemeester besliste op 16 november 2021 principieel om deze aanpassing van het belastingreglement tweede verblijven door te voeren met ingang van 1 januari 2022, en deze aanpassing ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht. De ontvangst voortvloeiend uit deze beslissing zal geboekt worden op:
| meerjarenplan 20-25 | Exploitatie |
| jaar |
2021-2025 |
| beleidsitem |
002000 - Fiscale aangelegenheden |
| algemene rekening |
737700 belasting op tweede verblijven |
| actie |
geen |
| krediet |
Toereikend |
Periode
Artikel 1
Voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op tweede verblijven.
Begripsomschrijving
Artikel 2
Als tweede verblijf wordt beschouwd elke constructie met woon- of verblijfsgelegenheid - eventueel ingedeeld in kamers die elk een afzonderlijke woongelegenheid vormen en een apart huisnummer hebben dat gekend is in het bevolkingsregister - waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister voor het hoofdverblijf. Ook de werkgerelateerde verblijven worden als een tweede verblijf beschouwd wanneer ze aan het hierboven vermeld criterium voldoen.
Werkgerelateerde verblijven zijn die woongelegenheden waarin tijdelijk personen verblijven na het uitoefenen van hun beroepsarbeid : seizoensarbeid, business loft, ... (niet limitatieve lijst).
Belastingschuldige - belastingplichtige
Artikel 3
De belasting is verschuldigd door natuurlijke of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf.
Zijn belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt of tijdelijk niet gebruikt wordt.
Zijn belastingplicht geldt ongeacht het feit of hij al dan niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente.
In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of recht van erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of erfpachthouder.
De eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Tarief
Artikel 4
De belasting wordt vastgesteld op 750 euro per tweede verblijf.
De belasting wordt vastgesteld op 375 euro per kamer voor tweede verblijven ingedeeld in kamers.
Vrijstellingen
Artikel 5
De belasting is niet verschuldigd voor:
Aangifteplicht
Artikel 6
De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 30 juni van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Artikel 7
Bij gebrek aan aangifte binnen de in de in artikel 6 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.
Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Artikel 8
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25%
Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.
Wijze van invordering
Artikel 9
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Geschillen en bezwaren
Artikel 10
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Bezwaarschriften kunnen via duurzame drager (e-mail) worden ingediend binnen de termijnen en onder de voorwaarden vermeld in het tweede lid. De contactgegevens voor het op deze wijze indienen van bezwaarschriften zijn: gemeentebelastingen@deinze.be.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Verwijzingsregel
Artikel 11
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn van overeenkomstige toepassing op deze belasting :
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2025 wordt de belasting op tweede verblijven, goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 januari 2019 voor de periode 1 januari 2019 - 31 december 2025, aangepast op het vlak van de begripsomschrijving, zodat ook de werkgerelateerde verblijven onder het belastingreglement ressorteren. Ook de indeling van woningen in kamers die elk een afzonderlijke woongelegenheid vormen en onder de begripsomschrijving vallen, worden in deze wijziging opgenomen met een afzonderlijk tarief. Onder het reglement staat de gecoördineerde versie die geldig is vanaf 1 januari 2022.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022.
Artikel 3
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd en aan de betrokken dienst belasting met de uitvoering van dit reglement.
Artikel 4
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1, 1° en § 3 en artikel 287 en 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
De gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994, artikel 173 over de invoering van een belasting.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012 en het decreet programmadecreet bij de begroting 2020 van 20 december 2019.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, gewijzigd door het decreet van 8 mei 2018, artikel 40 en 41, 14° over de belastingbevoegdheid van de gemeenteraad.
Het decreet van 5 februari 2016 over het toeristisch logies.
Het besluit van 17 maart 2017 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 over het toeristisch logies.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het overzicht van de toeristische logies in Deinze op basis van het basisregister Vlaams logiesaanbod.
Het overzicht van het aantal overnachtingen in toeristische logies 2019-2020 op basis van de gegevens van Toerisme Vlaanderen.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 19 oktober 2021 over de problematiek inkohiering woon- en verblijfsgelegenheden die niet onder de definitie tweede verblijf vallen.
Het college van burgemeester besliste op 19 oktober 2021 om aan de administratie opdracht te geven om een voorstel van een nieuw belastingreglement toeristische logies op te maken. Op 16 november 2021 werd een eerste ontwerp besproken. Op 7 december 2021 werd het tweede ontwerp besproken, en beslist om een voortel van belastingreglement ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen op basis van een tarief per toerist en per overnachting.
In de lijst van woningen zonder een inschrijving in het bevolkingsregister, en die niet kunnen ingekohierd worden omdat ze niet onder de definitie van het belastingreglement tweede verblijven vallen, staan momenteel enkele toeristische logies. Uit onderzoek en na consultatie van het basisregister Vlaams logiesaanbod blijken er echter een 40-tal toeristische logies aanwezig in de stad.
Een belasting op toeristische logies zou een oplossing bieden voor de vakantiewoningen, hotels, hostels, B&B's en air bnb's die momenteel onder geen enkel belastingreglement vallen. Het laat vermoeden dat er in de toekomst steeds meer dergelijke toeristische verblijfsgelegenheden zullen bijkomen.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen is een voorstel van belastingreglement opgemaakt met een tarief per overnachting per toerist.
Rekening houdend met een 312-tal slaapplaatsen in de stad (op basis van gegevens Toerisme Vlaanderen), en zo'n 15.138 overnachtingen per jaar (zelfde bron, herberekend naar het aantal belastbare overnachtingen), kan deze belasting met het voorgestelde tarief van 2,5 euro per toerist per overnachting 37.846 euro per jaar opleveren. De uitbaters van het toeristisch logies kan / zal deze belasting veelal doorrekenen aan de toeristen.
De nieuwe belasting wordt gemotiveerd door het feit dat mensen die in de gemeente overnachten in een logiesverstrekkend bedrijf gebruik maken van de gemeentelijke voorzieningen. Hierdoor komt het gerechtvaardigd over dat zij in de vorm van een gemeentebelasting een bijdrage leveren voor de gemeentelijke inzet van middelen voor de gemeentelijke dienstverlening en voor de verfraaiing en veiligheid van de gemeente. Het gaat om een belasting die door de exploitant kan doorgerekend worden aan de toerist. De belasting heeft betrekking op elke overnachting in een logiesverstrekkend bedrijf, zoals gastenkamers, B&B's, hotels, vakantielogies, vakantiewoningen (kamergebonden logies). Met toerist wordt elke persoon bedoeld die verblijft op een andere dan zijn alledaagse omgeving. Het gaat dus niet enkel om vrijetijdstoerisme, maar ook om zakenreizen.
Campings (terreingebonden logies) zijn niet in deze belasting inbegrepen omdat hiervoor reeds een afzonderlijk belastingreglement bestaat. Bij een volgende hernieuwing van de gemeentelijke belastingen, kan deze geïntegreerd worden in de belasting toeristische logies.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het belastingreglement toeristische logies goed te keuren voor de periode 1 januari 2022 - 31 december 2025.
De ontvangst van deze beslissing zal geboekt worden op:
| Meerjarenplan 2020-2025 | exploitatie |
| Jaar | 2022-2025 |
| Beleidsitem | 002000 - fiscale aangelegenheden |
| Algemene rekening | te creëren bij wijziging meerjarenplan |
| Actie | geen |
| Krediet | te voorzien bij wijziging meerjarenplan |
Deze nieuwe belasting levert - op basis van de momenteel gekende gegevens (bron Toerisme Vlaanderen) - een jaarlijks opbrengst van 37.846 euro op.
Periode
Artikel 1
Voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op het verstrekken van toeristische logies.
Begripsomschrijving
Artikel 2
Voor de toepassing van dit reglement wordt verwezen naar de definities en de bepalingen in het decreet houdende het toeristisch logies van 5 februari 2016:
Belastingschuldige - belastingplichtige
Artikel 3
De belasting is verschuldigd door diegene die op 1 januari van het aanslagjaar het toeristisch logies exploiteert. Deze belasting geldt niet voor campings (terreingebonden logies) waarvoor een afzonderlijk belastingreglement geldt.
De belasting wordt gevestigd op basis van de aangifte.
De exploitant is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Berekeningsgrondslag en tarief
Artikel 4
De belasting wordt vastgesteld per overnachting en per persoon, ongeacht of de concrete overnachting al dan niet betalend is. De belasting is verschuldigd per semester. Een overnachting die start in semester N en eindigt in semester N+1 wordt beschouwd als een overnachting in semester N+1.
Artikel 5
De belasting bedraagt 2,50 euro per overnachting en per toerist vanaf 18 jaar.
In afwijking hiervan wordt de belasting voor die uitbatingen die over slechts één verhuurbare entiteit (kamer) beschikken, forfaitair berekend. De belasting bedraagt 135 euro per slaapplaats per semester.
Vrijstellingen
Artikel 6
De belasting is niet verschuldigd voor:
Aangifteplicht
Artikel 7
De belastingplichtige is verplicht om binnen de 14 dagen na het verstrijken van een semester aan het gemeentebestuur aangifte te doen van het aantal belastbare overnachtingen in het voorafgaand semester op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier. Als aangiftedatum geldt de postdatum of bij afgifte de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden dit vóór het einde van het semester aan het gemeentebestuur aan te vragen zodat tegen de vervaldag de aangifte kan gebeuren.
Artikel 8
Bij gebrek aan aangifte binnen de in de in artikel 7 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.
Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Artikel 9
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25%. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.
Wijze van invordering
Artikel 10
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Betaling
Artikel 11
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Geschillen en bezwaren
Artikel 12
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Bezwaarschriften kunnen via duurzame drager (e-mail) worden ingediend binnen de termijnen en onder de voorwaarden vermeld in het tweede lid. De contactgegevens voor het op deze wijze indienen van bezwaarschriften zijn: gemeentebelastingen@deinze.be.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Verwijzingsregel
Artikel 13
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn van overeenkomstige toepassing op deze belasting :
Artikel 1
Voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 wordt een jaarlijkse belasting op toeristische logies geheven.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022.
Artikel 3
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd en aan de betrokken dienst belast met de toepassing van dit reglement.
Artikel 4
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Bart Vermaercke (raadslid), Conny De Spiegelaere (schepen), Ortwin Depoortere (raadslid)
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikels 41 23°, 285 § 1 1°, 287 en 330.
De lijst van de werkingssubsidies 2021 - aanvulling nominatieve subsidies.
De lijst van de werkingssubsidies 2022 (nominatieve subsidies en subsidies via een samenwerkingsovereenkomst).
De lijst van de investeringssubsidies 2021 - aanvulling + 2022 (allen nominatief).
In de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) zijn de werkings- en investeringssubsidies 2022 opgenomen. Via deze aanpassing van het meerjarenplan zijn ook nog een aantal wijzigingen aangebracht aan de werkings- en investeringssubsidies van 2021. Deze subsidies zijn overgenomen op de lijsten zoals in bijlage geviseerd. Het komt toe aan de gemeenteraad om deze lijsten van de werkings- en investeringssubsidies goed te keuren.
Er wordt de aandacht op gevestigd dat deze lijsten enkel de nominatieve subsidies en de subsidies via een samenwerkingsovereenkomst bevatten. De subsidies die via een subsidiereglement worden toegekend zijn niet in deze lijst opgenomen, en kunnen worden geconsulteerd in de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) op blz. 271-278 (werkingssubsidies) en blz. 279-282 (investeringssubsidies).
Het krediet voor de uitbetaling van de werkings- en investeringssubsidies - aanvulling 2021 en de werkings- en investeringssubsidies 2022 is opgenomen in de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (4) onder de artikels zoals vermeld naast iedere subsidie in de lijsten in bijlage.
Artikel 1
De werkings- en investeringssubsidies 2021 - aanvulling (allen nominatief), zoals opgenomen in de lijsten in bijlage, worden goedgekeurd.
Artikel 2
De werkingssubsidies 2022 (nominatieve subsidies en subsidies via een samenwerkingsovereenkomst) en de investeringssubsidies 2022 (allen nominatief), zoals opgenomen in de lijsten in bijlage, worden goedgekeurd.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 235 §1 over de bevoegdheden van de raad van bestuur.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De huidige statuten.
De beslissing BTWnr. E.T.129.288 van 19 januari 2016 waarin de fiscus het standpunt inneemt dat vanaf 2016 enkel met prijssubsidies kan worden gewerkt in het kader van het winstoogmerk van het AGB.
Het voorstel van prijssubsidiereglement zwembad Palaestra van 30 november 2021 vanwege het college van burgemeester en schepenen.
De berekening van de factor van het prijssubsidiereglement zwembad Palaestra 2022.
Het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze staat in voor de exploitatie van het stedelijk zwembad Palaestra, gelegen te Kastanjelaan 35, 9800 Deinze.
Gezien de stad Deinze een sociaal-maatschappelijke functie heeft, wenst de stad Deinze dat de bezoekers van het zwembad kunnen komen zwemmen aan maatschappelijke prijzen.
Echter om economisch leefbaar te zijn is het nodig dat het AGB Stad Deinze vanwege de stad prijssubsidies ontvangt als vergoeding voor het recht van toegang tot het zwembad Palaestra. Na berekening (zie bijlage) is de prijssubsidie voor 2022 best gelijk aan de inkomsten van de huidige toegangsprijzen (excl. btw) voor het recht op toegang tot het zwembad Palaestra vermenigvuldigd met een factor 5,80. In de stad Deinze werd er voor 2022 een bedrag van € 1.899.732 (incl. 6% btw) voorzien aan prijssubsidies voor het zwembad. In het AGB werd er een bedrag van € 1.792.200 (excl. 6% btw) voorzien aan prijssubsidies voor het zwembad.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze goed.
Artikel 2
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT ZWEMBAD PALAESTRA
Tussen
STADSBESTUUR DEINZE, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de gemeenteraad, zijnde mevrouw Sofie D'hondt, woonplaatskeuze te 9800 Deinze, Brielstraat 2 en de algemeen directeur, zijnde mevrouw Stefanie DE VLIEGER, met woonplaatskeuze te 9800 Deinze, Brielstraat 2, enerzijds;
En
Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF STAD DEINZE, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde de heer Jan VERMEULEN , met woonplaatskeuze te 9800 Deinze, Brielstraat 2 anderzijds;
wordt overeengekomen dat de stad Deinze een prijssubsidie zal toekennen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze voor het verlenen van recht van toegang tot het zwembad Palaestra. Dit prijssubsidiereglement legt de toekenning van deze prijssubsidie vast en geldt voor de periode vanaf 1 januari 2022 tot 31 december 2022. Het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2022 (zie bijlage). Op basis van deze ramingen heeft het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2022 de inkomsten voor het gehele autonoom gemeentebedrijf, minstens EUR 5.885.019 (exclusief 6% btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
Om economisch rendabel te zijn wenst het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze vanaf 01 januari 2022 de huidige toegangsprijzen (exclusief btw) voor recht op toegang tot het zwembad Palaestra te vermenigvuldigen met een factor 5,80.
De stad Deinze erkent dat het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsgelden (exclusief btw) voor recht op toegang tot het zwembad Palaestra moet vermenigvuldigen met een factor 5,80 om economisch rendabel te zijn.
De Stad Deinze wenst de toegangsgelden te beperken opdat het zwembad Palaestra toegankelijk zou zijn voor iedereen. De stad Deinze verbindt er zich toe om voor de periode vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels toekenning van prijssubsidies. De waarde van de prijssubsidie toegekend door de stad Deinze bedraagt de prijs (exclusief btw) die de bezoeker voor recht op toegang tot het zwembad Palaestra betaalt vermenigvuldigd met een factor 5,80.
Deze gesubsidieerde inkomgelden kunnen steeds geherevalueerd worden tijdens het kalenderjaar 2022 in het kader van een periodieke evaluatie van de exploitatieresultaten van het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is, zal de stad Deinze deze steeds documenteren (aan de hand van een gemeenteraadsbeslissing).
Het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze moet op de 15e werkdag volgend op elke maand de stad Deinze een overzicht bezorgen van de bezoekers waaraan recht op toegang tot het zwembad Palaestra is verleend. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidie zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze uitreikt aan de stad Deinze. De stad Deinze dient deze debet nota te betalen aan het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze binnen de maand na ontvangst van het vermelde document.
Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 01 januari 2023 zal worden onderhandeld tussen de stad Deinze en het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De huidige statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze.
De beslissing BTW nr. E.T.129.288 van 19 januari 2016 waarin de fiscus het standpunt inneemt dat vanaf 2016 enkel met prijssubsidies kan worden gewerkt in het kader van het winstoogmerk van het AGB.
Het voorstel van prijssubsidiereglement van het cultuurcentrum Leietheater van 30/11/2021 vanwege het college van burgemeester en schepenen.
De berekening van de factor van het prijssubsidiereglement cultuurcentrum Leietheater 2022.
Het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze staat in voor de exploitatie van het cultuurcentrum Leietheater, gelegen te Brielstraat 8, 9800 Deinze.
Aangezien het cultuurcentrum Leietheater nog geen volledig jaar gedraaid heeft mede door de coronacrisis, en de inkomsten moeilijk in te schatten zijn, is het aangewezen een extra prijssubsidie in te lassen op de toegangsgelden van het cultuurcentrum Leietheater, en dit bovenop het prijssubsidiereglement op de inkomsten van het zwembad Palaestra.
Gezien de stad Deinze een sociaal-maatschappelijke functie heeft, wenst de stad Deinze dat de bezoekers van het cultuurcentrum Leietheater de voorstellingen kunnen bijwonen aan maatschappelijke prijzen.
Echter om economisch leefbaar te zijn is het nodig dat het AGB Stad Deinze vanwege de stad prijssubsidies ontvangt als vergoeding voor het recht van toegang tot het cultuurcentrum Leietheater.
Na berekening (zie bijlage) is de prijssubsidie voor 2022 best gelijk aan de inkomsten van de huidige toegangsprijzen (excl. btw) voor het recht op toegang tot het cultuurcentrum vermenigvuldigd met een factor 0,45. In de stad Deinze werd er voor 2022 een bedrag van € 193.951 (incl 6% btw) voorzien aan prijssubsidies voor het cultuurcentrum Leietheater. In het AGB werd er een bedrag van € 182.973 (excl. btw) voorzien aan prijssubsidies voor het cultuurcentrum Leietheater.
Artikel 1 De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze goed.
Artikel 2
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT CULTUURCENTRUM LEIETHEATER
Tussen
STADSBESTUUR DEINZE, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de gemeenteraad, zijnde mevrouw Sofie D'hondt, woonplaatskeuze te 9800 Deinze, Brielstraat 2 en de algemeen directeur, zijnde mevrouw Stefanie DE VLIEGER, met woonplaatskeuze te 9800 Deinze, Brielstraat 2, enerzijds;
En
Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF STAD DEINZE, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde de heer Jan VERMEULEN , met woonplaatskeuze te 9800 Deinze, Brielstraat 2 anderzijds;
wordt overeengekomen dat de stad Deinze een prijssubsidie zal toekennen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze voor het verlenen van recht van toegang tot het cultuurcentrum Leietheater en dit bovenop de prijssubsidie dat reeds toegekend wordt op de inkomsten van het recht van toegang tot het zwembad. Dit prijssubsidiereglement legt de toekenning van deze prijssubsidie vast en geldt voor de periode vanaf 1 januari 2022 tot 31 december 2022. Dit prijssubsidiereglement geldt bovenop het prijssubsidiereglement voor het verlenen van recht van toegang tot het zwembad Palaestra. Het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze heeft haar inkomsten en uitgaven van het cultuurcentrum Leietheater voor het kalenderjaar 2022 zo goed mogelijk geraamd (zie bijlage). Op basis van deze ramingen heeft het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2022 de inkomsten voor het cultuurcentrum Leietheater, minstens EUR 668.579 (exclusief 6% btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
Om economisch rendabel te zijn wenst het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze vanaf 01 januari 2022 de huidige toegangsprijzen (exclusief btw) voor recht op toegang tot het cultuurcentrum Leietheater te vermenigvuldigen met een factor 0,45.
De stad Deinze erkent dat het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsgelden (exclusief btw) voor recht op toegang tot het cultuurcentrum Leietheater moet vermenigvuldigen met een factor 0,45 om economisch rendabel te zijn.
De Stad Deinze wenst de toegangsgelden te beperken opdat het cultuurcentrum Leietheater toegankelijk zou zijn voor iedereen. De stad Deinze verbindt er zich toe om voor de periode vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels toekenning van prijssubsidies. De waarde van de prijssubsidie toegekend door de stad Deinze bedraagt de prijs (exclusief btw) die de bezoeker voor recht op toegang tot het cultuurcentrum Leietheater betaalt vermenigvuldigd met een factor 0,45.
Deze gesubsidieerde inkomgelden kunnen steeds geherevalueerd worden tijdens het kalenderjaar 2022 in het kader van een periodieke evaluatie van de exploitatieresultaten van het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is, zal de stad Deinze deze steeds documenteren (aan de hand van een gemeenteraadsbeslissing). Het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze moet op de 15e werkdag volgend op elke maand de stad Deinze een overzicht bezorgen van de bezoekers waaraan recht op toegang tot het cultuurcentrum Leietheater is verleend. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidie zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze uitreikt aan de stad Deinze. De stad Deinze dient deze debet nota te betalen aan het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze binnen de maand na ontvangst van het vermelde document. Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 01 januari 2023 zal worden onderhandeld tussen de stad Deinze en het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De beslissing BTW nr. E.T.129.288 van 19 januari 2016 van de fiscus, waarbij er vanaf 2016 enkel kan gewerkt worden met prijssubsidies en leningen in het kader van het winstoogmerk van het AGB.
De gemeenteraadsbeslissing van 16 december 2021 waarin het prijssubsidiereglement van toepassing op de inkomst van het zwembad van het AGB Stad Deinze werd goedgekeurd.
De leningsovereenkomst tussen de stad Deinze en het AGB Stad Deinze met betrekking tot de investeringskredieten van 2022.
Er werd een voorstel van meerjarenplan 2020-2025 opgemaakt waarin de investeringskredieten van het AGB Stad Deinze voor 2022 geraamd worden op 608.650 euro. Gezien de liquiditeitspositie van het AGB Stad Deinze geen integrale en onmiddellijke financiering toelaat, is het aangewezen dat de stad Deinze ter financiering een lening toestaat aan het AGB Stad Deinze. De lening toegestaan door de stad Deinze aan het AGB Stad Deinze heeft een renteloos karakter en wordt niet aangemerkt als abnormaal of goedgunstig voordeel voor het AGB, wat tevens bevestigd werd in de voorafgaande beslissing nr. 2010.047 dd. 30.03.2010. De lening toegestaan door de stad Deinze aan het AGB Stad Deinze wordt best vastgelegd in een leningsovereenkomst.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de leningsovereenkomst zoals bijgevoegd in bijlage tussen de stad Deinze en het AGB Stad Deinze met betrekking tot de investeringskredieten van 2022 goed.
Artikel 2
De leningsovereenkomst bevat een voorlopige aflossingstabel opgesteld op basis van de voorziene investeringskredieten van 2022. Een definitieve aflossingstabel zal einde 2022 worden voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen op basis van het effectief opgenomen bedrag door het AGB Stad Deinze.
Artikel 3
Dit besluit wordt overeenkomstig artikel 285 §1 van het decreet lokaal bestuur, via de lijst van de besluiten gepubliceerd op de webtoepassing van de gemeente.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 234, §1 en §3 over de vaststelling en wijziging van de beheersovereenkomst en artikel 41, tweede lid, 5° over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De gecoördineerde statuten van het AGB Stad Deinze.
De beslissing van de raad van bestuur van het AGB Stad Deinze van 14 december 2020 waarbij de aanpassing van de beheersovereenkomst 2019-2024 tussen de stad Deinze en het AGB stad Deinze werd goedgekeurd.
De aangepaste beheersovereenkomst tussen de stad Deinze en het AGB Stad Deinze 2019-2024, goedgekeurd door de Raad van Bestuur van het AGB Stad Deinze op 14 december 2020.
Het ontwerp van de nieuwe aangepaste beheersovereenkomst 2019-2024 tussen de stad Deinze en het AGB Stad Deinze (aanpassingen aangeduid in het geel).
De beslissing van de raad van bestuur van het AGB Stad Deinze van 21 juni 2021 over de vaststelling van de retributie daguitstappen en tienerwerking zomervakantie 2021.
De beslissing van het directiecomité van het AGB Stad Deinze van 19 oktober 2021 over de aanpassing van het retributiereglement ticketprijzen film Leietheater seizoen 2021-2022.
De beslissing van het directiecomité van het AGB Stad Deinze van 19 oktober 2021 over de vaststelling van de retributie ticketprijzen voor scholen in Leietheater seizoen 2021-2022.
De beslissing van het directiecomité van het AGB Stad Deinze van 19 oktober 2021 over de vaststelling van de retributie voor Halloween for kids - speelplein Doekeewa.
De beslissing van de raad van bestuur van het AGB Stad Deinze van 13 december 2021 waarbij de aanpassing van de beheersovereenkomst tussen de stad Deinze en het AGB Stad Deinze werd goedgekeurd.
De raad van bestuur en het directiecomité keurden in de loop van 2021 enkele retributies goed die afweken van de beheersovereenkomst tussen de stad Deinze het het AGB Stad Deinze. Gelet op de kleine afwijkingen en om de retributies te kunnen laten doorgaan, werden deze goedgekeurd met de toevoeging dat de beheersovereenkomst bij een eerstvolgende gelegenheid zou aangepast worden aan de afwijkingen op de beheersovereenkomst. In het Leietheater wenst men ook boeken, geschenken, gadgets, ... te verkopen. Ook dit wordt opgenomen in de beheersovereenkomst.
Artikel 6 - Tariefbepaling van de huidige beheersovereenkomst 2019-2024 die de wederzijdse verplichtingen tussen de stad Deinze en het autonoom gemeentebedrijf AGB Stad Deinze regelt, dient daarom aangepast te worden voor wat betreft :
- toekennen sociale korting voor de tienerwerking en de daguitstappen (speelpleinwerking)
- toekennen gratis toegang aan leerkrachten bij film- en andere voorstellingen in het Leietheater (enkel tijdens de schoolactiviteiten bij begeleiding)
- verhogen maximumtarief voor thema-activiteiten (jeugdwerking)
- toevoegen rubriek maximumprijs verkoop Leietheater : boeken, geschenken, gadgets, ...
De raad van bestuur van het AGB Stad Deinze keurde deze aanpassing van de beheersovereenkomst goed op 13 december 2021. Overeenkomstig artikel 41, tweede lid, 5° van het decreet over het lokaal bestuur wordt deze aangepaste beheersovereenkomst ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De aangepaste beheersovereenkomst 2019-2024 zoals bijgevoegd in bijlage waarin de wederzijdse verplichtingen van de stad Deinze en het autonoom gemeentebedrijf AGB Stad Deinze geregeld worden, wordt goedgekeurd met ingang van 1 januari 2022.
Artikel 2
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 234 § 1 tweede lid, artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 235 §1 over de bevoegdheden van de raad van bestuur.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De statuten van het autonoom gemeentebedrijf AGB Stad Deinze, goedgekeurd op 20 december 2018 en gewijzigd op 24 september 2020.
Huur- en verhuurovereenkomst sport - en culturele infrastructuur en jeugdcentrum Brieljant tussen de stad Deinze en het AGB Stad Deinze goedgekeurd in de raad van bestuur van 03 december 2012 en de gemeenteraad van 20 december 2012
Addendum nr. 1 bij de huur - en verhuurovereenkomst betreffende sport - en culturele infrastructuur en jeugdcentrum Brieljant.
Tussen het AGB Stad Deinze en de stad Deinze werd er een huurovereenkomst gesloten voor bepaalde sport - en culturele infrastructuur.
Ieder jaar betaalt het AGB Stad Deinze hiervoor aan de stad een bijdrage per infrastructuur. Aangezien de Rondspanthal deel uitmaakt van deze infrastructuur, en men de intentie heeft deze af te breken, is het aangewezen de huurovereenkomst tussen het AGB Stad Deinze en de stad Deinze aan te passen.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht, de bijdrage van 2.668 euro per jaar wordt geschrapt voor de Rondspanthal gezien deze afgebroken wordt. Dit werd ook zo voorzien in het meerjarenplan.
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om een addendum nr. 1 zoals gezien in bijlage aan de huur - en verhuurovereenkomst sport- en culturele infrastructuur en jeugdcentrum Brieljant van 20 december 2012 tussen het AGB Stad Deinze en de stad Deinze te ondertekenen.
Artikel 2
Volgende wijziging aan artikel 1 van bijgevoegde huur - en verhuurovereenkomst sport - en culturele infrastructuur en jeugdcentrum Brieljant tussen het AGB Stad Deinze en de stad Deinze wordt opgenomen:
"Artikel 1 DEFINITIES"
In deze Overeenkomst zal het begrip "Gehuurde Goed" de volgende (on)-roerende goederen omvatten:
Sportinfrastructuur:
- Sporthal Ten Hove Astene gelegen te 9800 Deinze, Nieuwstraat 3;
- Sporthal Sint-Pieters Vinkt gelegen te 9800 Deinze, Aarseleweg 20A;
Culturele infrastructuur:
- Museum van Deinze en de Leiestreek gelegen te 9800 Deinze, L. Matthyslaan 3-5;
- Museum Fonds De Smet gelegen te 9800 Deinze, Tolpoortstraat 79;
Jeugdcentrum Brieljant gelegen te 9800 Deinze, Mouterijdreef 20;
Artikel 3
Volgende wijziging aan artikel 6 a) van bijgevoegde huur- en verhuurovereenkomst sport - en culturele infrastructuur en jeugdcentrum Brieljant tussen het AGB Stad Deinze en de stad Deinze wordt opgenomen:
"Artikel 6 HUURPRIJS"
a) De huurprijs bedraagt 21.890 euro per jaar voor sportinfrastructuur, 79.642 euro per jaar voor culturele infrastructuur en 45.566 voor jeugdinfrastructuur.
De huurvergoedingen zijn betaalbaar uiterlijk op 31 januari van elk jaar, voor de eerste maal op 31.01.2012 en voor de laatste maal op 31.01.2038.
Artikel 4
De wijziging gaat in voege vanaf 1 januari 2022.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Kristof Van den Berghe (raadslid), Bart Van Thuyne (schepen)
Het decreet betreffende de omgevingsvergunningen van 25 april 2014 en latere wijzigingen bepaalt in artikel 31 dat de gemeenteraad de beslissingsbevoegdheid heeft over aanvragen met betrekking tot openbare wegen, waaronder ook de uitrusting van wegen. De gemeenteraad dient een beslissing te nemen over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en later wijzigingen bepaalt in artikel 41 dat de gemeenteraad de bevoegdheid heeft voor aangelegenheden van gemeentelijk belang, waaronder de aanleg en uitrusting van nieuwe verkeerswegen, en de tracéwijziging, verbreding of opheffing ervan.
De Vlaamse codex ruimtelijke ordening bepaalt in artikel 4.2.25 dat de gemeenteraad de beslissingsbevoegdheid heeft over aanvragen met wegeniswerken. De gemeenteraad dient een beslissing te nemen over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.
De legende.
Het plan van de brandweer.
Het plan - ontworpen toestand.
De raming.
Het rooilijnplan.
Het plan grondafstand.
De voorschriften verkaveling.
Het kavelplan.
De geanonimiseerde bezwaren.
De percelen zijn gelegen in het woongebied volgens het gewestplan. In het woongebied gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt: De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp gewestplannen en de gewestplannen).
De aanvraag voor het verkavelen van de grond voor 11 loten voor grondgebonden woningen en het bijkomend aanleggen van wegenisinfrastructuur is bijgevolg principieel in overeenstemming met de gewestplanbestemming.
De aanvraag is gelegen aan de Deinzestraat (Gewestweg) en de Staggestraat, (gemeenteweg).
Op het perceel van de aanvraag staan ter hoogte van de Deinzestraat 2 woningen, (nrs. 5 en 7) met een ruime tuinzone.
De woningen zouden gesloopt worden waarbij de vrijgekomen gronden verkaveld worden.
De omgeving rond de bouwplaats wordt gekenmerkt door in hoofdzaak gekoppelde bebouwingen met overheersend ééngezinswoningen. De aanvraag beoogt het verkavelen van de gronden door de opsplitsing van de percelen in 15 loten met bijhorende wegenis, waarvan 11 loten voor ééngezinswoningen, waarvan 8 loten voor half open bebouwing en 3 loten voor gesloten bebouwing.
De rijbaan wordt voorzien vanaf de Staggestraat, op een breedte van 4,41m, verbredend naar 5,40m.
De verharding wordt voorzien in betonverharding waarbij het gedeelte met een breedte van 5,40 m voorzien wordt als tweesporenbeton met middenin en aan de zijkant kunststofgrasdallen.
Er wordt een keerpunt voorzien op het einde van de straat in betonstraatstenen met een lengte van 9m op een breedte van 6,35m.
Tussen het keerpunt en de Deinzestraat wordt voor de brandweer een toegang voorzien tot de verkaveling in kunststofgrasdallen met een breedte van 4m. Deze brandweerweg is enkel in nood bereikbar en wordt afgesloten met neerklapbare paaltjes.
Aan weerskanten wordt een berm voorzien en opritten naar de kavels. De opritten worden voorzien in betonstraatstenen.
In een strook op het noorden van het terrein wordt een groenaanplanting voorzien met struikmassief van haagbeuk en hulst en ter hoogte van de Deinzestraat wordt in de voortuinstrook struikgewas voorzien( Corylus avellana en Viburnum opulus ).
Er worden daarnaast ook 3 parkeerplaatsen voorzien op het openbaar domein uitgevoerd in betongrasdallen.
De aansluiting met de bestaande zandweg wordt voorzien in kunststofgrasdallen.
Ter hoogte van lot 13 toegankelijk vanaf de Staggestraat worden carports voorzien en 3 open staanplaatsen. Deze zone wordt aangelegd in betongrasdallen.
Er wordt geopteerd om het gebied zo autoluw als mogelijk te maken door de inrichting als woonerf zonder doorgaand verkeer.
Op lot 15 wordt groenaanleg voorzien met hoogstammige bomen.
Dit lot is reeds in eigendom van de stad, maar de aanleg wordt uitgevoerd door de verkavelaar.
Op lot 14 (voorzien als openbaar domein) wordt eveneens een wadi voorzien voor de infiltratie van het hemelwater op een natuurlijke manier met een buffervolume van 5003 m³
Tussen lot 14 en 15 wordt een zone voorzien voor de verzameling en ophaling van huisvuil. Deze zone wordt uitgevoerd in kunststofgrasdallen.
De interne wegenis op lot 14 behoort in de toekomst tot het openbaar domein en is kosteloos over te dragen. Hierin kunnen alle werken van algemeen nut voorzien worden, naast de nodige nutsvoorzieningen en toegangen tot de aanpalende loten.
Tijdens het openbaar onderzoek dat liep van 27/7/2021 tot 25/08/2021 werden 3 bezwaarschriften ingediend.
-De bezwaren handelen over bijkomende parkeerdruk ter hoogte van de Staggestraat en het ontbreken van voldoende parkeerplaatsen in de verkaveling. Vraag om evt ter hoogte van de brandweg een deel van de verkaveling te ontsluiten zodat niet alle verkeer via de Staggestraat geleid wordt.
-ontbreken van een gemeenteraadsbeslissing voor wegenis.
-breuk met onmiddellijke en ruime omgeving
-Beperkte voorzieningen in de onmiddellijke en nabije omgeving waardoor wagen noodzakelijk is.
Er wordt beweerd dat de basisvoorzieningen zich op wandelafstand van de site bevinden , wat volledig onwaar is. De mobiscore op het adres waarop de aanvraag betrekking heeft is 5,5/10, wat erg slecht is:
-Niet in overeenstemming met goede ruimtelijke ordening:
-De verdichting is niet te verantwoorden.
-Functionele inpasbaarheid, ruimtegebruik en visueelvormelijke effecten
-Mobiliteitsimpact: Onvoldoende parkeerplaatsen
-Cultuurhistorische aspecten Er wordt voorzien in de sloop van een woning opgenomen op de Vlaamse inventaris van onroerend erfgoed.
-Hinderaspecten
De beoogde plannen voorzien enorme hinder op vlak van privacy en inkijk.
Na een gewijzigde projectinhoud werd een nieuw openbaar onderzoek gehouden dat liep van 26/10/2021 tot en met 24/11/2021.
Hierbij werden 2 bezwaarschriften ingediend waarin volgende bezorgdheden werden geuit:
-ontbreken van een gemeenteraadsbeslissing voor wegenis.
-breuk met onmiddellijke en ruime omgeving
-Beperkte voorzieningen in de onmiddellijke en nabije omgeving waardoor wagen noodzakelijk is.
Er wordt beweerd dat de basisvoorzieningen zich op wandelafstand van de site bevinden, wat volledig onwaar is. De mobiscore op het adres waarop de aanvraag betrekking heeft is 5,5/10, wat erg slecht is:
-Niet in overeenstemming met goede ruimtelijke ordening:
-De verdichting is niet te verantwoorden.
-Functionele inpasbaarheid, ruimtegebruik en visueelvormelijke effecten
-Mobiliteitsimpact: Onvoldoende parkeerplaatsen
-Cultuurhistorische aspecten Er wordt voorzien in de sloop van een woning opgenomen op de Vlaamse inventaris van onroerend erfgoed.
-Hinderaspecten
De beoogde plannen voorzien enorme hinder op vlak van privacy en inkijk.
Behandeling bezwaren :
De gemeenteraad behandelt enkel de bezwaren die betrekking hebben over tracé van de wegenis of de wegenis .
Wat betreft het ontbreken van een gemeenteraadsbeslissing kan gesteld worden dat de gemeenteraadsbeslissing over de wegenis steeds genomen wordt nadat de aanvraag ingediend werd en dat dit deel uitmaakt van de procedure binnen een aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarbij wegenis voorzien wordt.
Er kan gesteld worden dat er voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn binnen de verkaveling. De woning voorziet in grondgebonden woningen. Per woning wordt minstens 1 parkeerplaats of carport voorzien. Er worden ook enkele bezoekersplaatsen voorzien, gerealiseerd in 2 parkeerclusters.
Overwegende dat in alle redelijkheid gesteld kan worden dat binnen de dorpskern van Vinkt een basisaanbod aan voorzieningen voorhanden is zoals een buurtwinkel, bakker, horecazaak, frituur, apotheek, arts,…
Overwegende dat de Zandweg een smalle doorsteek voor fietsers en voetgangers betreft die behouden blijft. Overwegende dat deze weg enkel ter hoogte van de verkaveling verbreed zal worden en plaatselijk toegankelijk is voor autoverkeer.
Over andere bezwaarschriften die niet over de wegenis handelen, dient de gemeenteraad zich niet uit te spreken.
De bezwaren met betrekking tot de wegenis kunnen beschouwd worden als ontvankelijk doch ongegrond.
Artikel 1
Het voorgestelde stratentracé, ter hoogte van de verkaveling aan de Staggestraat /Deinzestraat wordt goedgekeurd.
Artikel 2
De voorgestelde wegenis- en rioleringswerken, ter hoogte van de verkaveling in de Staggestraat en de Deinzestraat worden goedgekeurd.
Artikel 3
Aan de verkavelaar worden volgende verplichtingen opgelegd:
De zone af te stane grond ter hoogte van de loten 8, 9, 10, 11, 12 en 13 ter hoogte van de Staggestraat dient voorzien te worden van een duurzame verharding waarbij de aanleg ervan dient te gebeuren in samenspraak met de stad Deinze.
De grond voorzien als toekomstig openbaar domein zoals op plan opgemaakt door studiebureau Topomar als lot 14 met een oppervlakte van 9 are en 24,32 ca en lot 12 met een oppervlakte van +/- 34 ca dient kosteloos afgestaan te worden aan de stad Deinze op het eerste verzoek.
De kosten te dragen voor de aanleg en/of aanpassing van het elektriciteitsvoorzienings-, gas-, waterbedelings-, data- en distributienet, openbare verlichting en telefonische installaties.
Een attest, afgeleverd door de bevoegde intercommunale, aan het college van burgemeester en schepenen voor te leggen ten einde aan te tonen dat aan de verplichtingen is voldaan.
De kosten te dragen voor de aanleg en/of aanpassing aan de bestaande toestand van de wegverharding en de riolering.
Riolering DWA en RWA te voorzien tot tegen de voorzien reststrook ter hoogte van de ontwikkelbare grond aan de dorpswegel. (tot aan begin LP2 op de rioleringsplannen)
Artikel 4
De kosten voor het verlijden van de notariële akte met betrekking tot de kosteloze grondafstand zijn volledig ten laste van de verkavelaar.
Artikel 5
De aanvrager en het Departement Omgeving krijgen een kopie van deze beslissing.
Artikel 6
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Artikel 4.4.24. (23/02/2017- ...)
Een planologisch attest vermeldt of een bestaand, hoofdzakelijk vergund en niet-verkrot bedrijf al dan niet behouden kan worden op de plaats waar het gevestigd is. Bij behoud vermeldt het planologisch attest welke ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden er op korte en op lange termijn mogelijk zijn. Zowel aan het behoud als aan de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden kunnen voorwaarden worden verbonden.
Het planologisch attest vermeldt, rekening gehouden met de uitspraak over het behoud en de ontwikkelingsmogelijkheden, of een procedure tot opmaak of tot wijziging van een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg zal worden opgestart.
In het planologisch attest worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Daarenboven houdt het planologisch attest rekening met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu, en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen.
Het planologisch attest kan worden aangevraagd door en voor een bedrijf dat voldoet aan een van de volgende voorwaarden:
1° het bedrijf is onderworpen aan de vergunnings- of meldingsplicht, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
2° het bedrijf betreft een volwaardig land- of tuinbouwbedrijf.
Artikel 4.4.25. (30/12/2017- ...)
§ 1. De aanvraag tot planologisch attest wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin het voorwerp van de aanvraag ligt. Als het voorwerp van de aanvraag op het grondgebied van twee of meer gemeenten ligt, dan wordt de aanvraag ingediend bij de gemeente waar de hoofdtoegang tot het bestaande bedrijf zich bevindt.
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de opbouw van het aanvraagdossier. Ze kan daarbij diverse vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang van de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de beoogde ontwikkelingsmogelijkheden. Als de gebouwen of de functies slechts gedeeltelijk vergund zijn, dan moet de aanvraag duidelijkheid bieden over de verwijdering of regularisatie van de niet-vergunde delen.
De opmaak van een aanvraag gebeurt onder de verantwoordelijkheid van één of meerdere ruimtelijk planners.
§ 2. Het college van burgemeester en schepenen of de gemeentelijke omgevingsambtenaar onderzoekt de volledigheid van de aanvraag. Indien een aanvraag niet voldoet aan de gestelde regelen, wordt de aanvrager de gelegenheid geboden binnen een daartoe gestelde termijn het verzuim te herstellen. Indien van deze gelegenheid geen dan wel op niet afdoende wijze gebruik wordt gemaakt, wordt de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard.
Als de aanvraag volledig en ontvankelijk is, dan geeft het college van burgemeester en schepenen of de gemeentelijke omgevingsambtenaar een ontvangstbewijs af.
De gemeenteraad is bevoegd om over de aanvraag te beslissen behoudens in de gevallen die door de Vlaamse Regering zijn bepaald. De Vlaamse Regering bepaalt in welke gevallen rekening houdend met de omvang, de aard en de ligging van het bedrijf en van de met de aanvraag beoogde ontwikkelingen, de Vlaamse Regering dan wel de provincieraad over de aanvraag beslist. In dergelijk geval stuurt het college van burgemeester en schepenen of de gemeentelijke omgevingsambtenaar na de afgifte van het ontvangstbewijs de aanvraag door naar de Vlaamse Regering of de deputatie.
In geval de gemeenteraad bevoegd is maar het voorwerp van de aanvraag op het grondgebied van twee of meer gemeenten ligt, stuurt het college van burgemeester en schepenen of de gemeentelijke omgevingsambtenaar na de afgifte van het ontvangstbewijs een exemplaar of een kopie van de aanvraag naar het college van burgemeester en schepenen van de andere betrokken gemeente of gemeenten. De betrokken gemeenteraden beslissen dan over de aanvraag elk voor wat het grondgebied van zijn gemeente betreft.
Ingeval de provincieraad bevoegd is maar het voorwerp van de aanvraag op het grondgebied van twee of meer provincies ligt, stuurt het college van burgemeester en schepenen of de gemeentelijke omgevingsambtenaar na de afgifte van het ontvangstbewijs een exemplaar of een kopie van de aanvraag naar de deputatie van elke betrokken provincie. De provincieraden beslissen dan over de aanvraag elk voor wat het grondgebied van zijn provincie betreft.
§ 3. Het bevoegde bestuursorgaan vraagt advies aan alle bij of krachtens decreet aangewezen instanties die over het op te maken ruimtelijk uitvoeringsplan advies moeten geven.
Als de provincieraad of de gemeenteraad het bevoegde bestuursorgaan is, worden de adviezen vermeld in het eerste lid, aan de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening bezorgd.
§ 4. Het bevoegde bestuursorgaan richt over de aanvraag een openbaar onderzoek in, gedurende dertig dagen. Binnen die periode moeten schriftelijke of digitale bezwaren en technische opmerkingen naar de bevoegde commissie voor ruimtelijk ordening of, als de Vlaamse Regering het bevoegde bestuursorgaan is, naar de Vlaamse Regering gestuurd worden.
Wat betreft de planologische attesten die afgegeven worden door de provincieraad of door de gemeenteraad, bundelt en coördineert de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening alle adviezen, bezwaren en technische opmerkingen, en brengt een gemotiveerd advies uit bij het bestuursorgaan dat het ruimtelijk uitvoeringsplan moet opmaken. Dat advies bevat het integrale advies van het departement. Op hetzelfde ogenblik bezorgt de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren aan het bevoegde bestuursorgaan.
§ 5. De beslissing wordt per beveiligde zending aan de aanvrager bezorgd. Als het planologisch attest wordt uitgereikt door de provincieraad, wordt onverwijld een afschrift ervan aan het departement bezorgd. Als het planologisch attest wordt uitgereikt door de gemeenteraad, wordt onverwijld een afschrift ervan aan het departement en aan de deputatie bezorgd.
§ 6. In zoverre een planologisch attest dat het betrokken bestuursorgaan conform artikel 4.4.26, § 1, verplicht tot de opmaak of de wijziging van een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg, onverenigbaar is met een ruimtelijk structuurplan of een ruimtelijk beleidsplan, kan bij de Vlaamse Regering een schorsend administratief beroep worden ingesteld door:
1° de leidend ambtenaar van het departement, voor wat betreft planologisch attesten, afgegeven door de provincieraad;
2° de leidend ambtenaar van het departement of de deputatie, voor wat betreft planologische attesten, afgegeven door de gemeenteraad.
Het beroep wordt schriftelijk ingesteld binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na deze van ontvangst van het afschrift van het planologisch attest. Een afschrift van het beroepschrift wordt bezorgd aan de houder van het planologisch attest en aan de deputatie, respectievelijk het college van burgemeester en schepenen.
De Vlaamse Regering kan de houder van het planologisch attest en de provincieraad, respectievelijk de gemeenteraad, in staat stellen om schriftelijk hun zienswijzen over te maken, voor zover zulks nodig wordt geacht voor een zorgvuldige feitenvinding.
Indien de Vlaamse Regering het beroep verwerpt, wordt de schorsing opgeheven en krijgt het planologische attest, zoals het werd afgegeven door het bevoegde bestuursorgaan, uitwerking. Indien de Vlaamse Regering het beroep inwilligt, wordt het planologische attest vernietigd, en moet de provincieraad of de gemeenteraad opnieuw beslissen over de aanvraag tot planologisch attest, rekening houdend met de motieven voor de inwilliging van het beroep.
De Vlaamse Regering verstuurt haar beroepsbeslissing per beveiligde zending naar de houder van het planologisch attest en naar de deputatie, respectievelijk het college van burgemeester en schepenen. De beroepsbeslissing wordt verstuurd binnen een ordetermijn van zestig dagen, ingaande de dag na deze waarop het beroep is ingesteld.
Een afschrift van de beroepsbeslissing wordt aan het departement, respectievelijk de deputatie bezorgd.
Artikel 4.4.26. (29/06/2019- ...)
§ 1. Indien het planologisch attest besluit dat het bedrijf behouden kan worden op de plaats waar het gevestigd is, al dan niet met ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden, en als dat behoud of die ontwikkelingsmogelijkheden de opmaak of de wijziging van een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg veronderstellen, dan is het betrokken bestuursorgaan ertoe verplicht om binnen het jaar na de afgifte van het planologisch attest advies te vragen over de startnota voor het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 2.2.7, § 2, eerste lid, artikel 2.2.12, § 2, eerste lid, of artikel 2.2.18, § 2, eerste lid.
Indien het betrokken bestuursorgaan dat nalaat, dan wordt voor dat bestuursorgaan de mogelijkheid tot het voorlopig vaststellen van een ruimtelijk uitvoeringsplan of tot het voorlopig aannemen van een plan van aanleg voor een ander bestaand bedrijf of voor een nieuw bedrijventerrein opgeschort, totdat alsnog voldaan is aan de rechtsplicht, vermeld in het eerste lid, tenzij het attest inmiddels vervallen is.
§ 2. Op vraag van de houder van een planologisch attest dat het betrokken bestuursorgaan conform § 1 verplicht tot de opmaak of de wijziging van een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg, kan bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning worden afgeweken van de vigerende stedenbouwkundige voorschriften.
Vereist is dat de houder van het attest bewijst dat aan alle volgende voorwaarden is voldaan :
1° de aanvraag is ingediend binnen een jaar na de afgifte van het planologisch attest;
2° de aanvraag beperkt zich tot regelingen en voorwaarden voor de invulling van kortetermijnbehoeften, zoals aangegeven in het planologisch attest.
Artikel 4.4.27. (01/09/2009- ...)
Bij de afgifte van een attest dat het behoud van het bedrijf op de plaats waar het gevestigd is, uitsluit, bevestigt het bevoegde bestuursorgaan op het eerste verzoek van het bedrijf of er al dan niet een mogelijkheid tot herlocalisatie voorhanden is.
Artikel 4.4.28. (23/02/2017- ...)
Een planologisch attest dat het betrokken bestuursorgaan conform artikel 4.4.26, § 1, verplicht tot de opmaak of de wijziging van een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg, blijft gelden tot het ruimtelijk uitvoeringsplan definitief wordt vastgesteld.
Dergelijk planologisch attest vervalt evenwel :
1° als binnen het jaar na afgifte van het planologisch attest geen aanvraag werd ingediend voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in geval het gaat om een attest dat met toepassing van artikel 4.4.26, § 2, het mogelijk maakt een vergunning af te geven waarbij afgeweken wordt van de vigerende stedenbouwkundige voorschriften;
2° als deze omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is vervallen;
3° als het bedrijf zijn activiteit stopzet;
4° bij overdracht van enig zakelijk recht op het bedrijf of individuele bedrijfsgebouwen;
5° vijf jaar na de afgifte van het planologisch attest.
In bijlage vindt u het advies van de Gecoro en de aanvraag tot planologisch attest alsook beslissing planologisch attest - ter ondertekening door Algemeen Directeur en Voorzitter GR.
Volgende adviezen werden toegevoegd:
- advies AWV
- advies brandweer
- advies Dep. - Ruimtel. Planning
- advies Dep. Omgeving
- advies MOW
Op 23 juli 2021 werd een planologisch attest ingediend door AVEVE BV.
Dit planologisch attest werd ingediend in functie van de uitbreiding en reorganisatie van een bestaande winkel voor dierenvoeding, bakproducten, tuinmateriaal en tuinplanten.
Op 28 juli 2021 werd de aanvraag volledig en ontvankelijk verklaard.
Rekening houdend met het besluit van de Vlaams regering van 29 maart 2013 tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest, namelijk hoofdstuk 5, artikel 10§4 werd een openbaar onderzoek gehouden van 28 september 2021 tot en met 27 oktober 2021.
De aanvraag handelt over een reorganisatie, optimalisatie en een beperkte uitbreiding van een winkel voor tuin en dier, hierna kort omschreven:
AVEVE Deinze, met adres Gentsesteenweg 126 te Deinze, vraagt een planologisch attest aan. Het wenst de handelsfunctie te bevestigingen op huidige locatie. Gezien het een handelsfunctie betreft op lokaal niveau, zal het planologisch attest worden aangevraagd bij de stad Deinze.
Daarnaast heeft het bedrijf volgende korte doelstellingen:
Het tuincentrum wenst op korte termijn ruimtelijk uit te breiden door:
- het vergroten van het bouwvolume met 541m². Deze uitbreiding vindt plaats aan de achterzijde van het bestaande volume. De toegang voor leveringen schuift daarbij mee op naar achteren.
- aan de voorzijde van het gebouw – tussen de rooilijn en het bouwvolume – een plantenzone voor buitenverkoop in te richten, met een oppervlakte van 288m². De zichtbare buitenverkoopruimte maakt dat klanten meer bewust worden van het feit dat AVEVE Deinze ook planten verkoopt. Uit een klantenbevraging is namelijk gebleken dat veel bezoekers hier niet van op de hoogte zijn doordat de huidige buitenruimte met planten niet zichtbaar is vanaf de straat- en parkeerzijde. De buitenverkoopruimte zal met een omheining worden afgeschermd.
- het uitbreiden van de verharde buitenopslagruimte tot 207m² aan de westelijke zijde van het tuincentrum, uitgevoerd in waterdoorlatende klinkers (100m² is te regulariseren).
- het logischerwijze ook uitbreiden van de huidige parking met 14 bijkomende parkeerplaatsen. De parking wordt hierbij uitgebreid naar achteren toe. Deze wordt aangelegd in waterdoorlatende klinkers. Eén van de bestaande parkeerplaatsen wordt ingericht als fietsenstalling, waardoor dit in feite 13 bijkomende parkeerplaatsen zijn ten opzichte van het totale aanbod.
- nabij de ingang van het gebouw wordt een fietsenstalling van min. 10 fietsstalplaatsen voorzien.
Na de realisatie komt de totale bruto vloeroppervlakte van de winkelruimte op 2.036m². De totale buitenruimte i.f.v. verkoop beslaat een totale oppervlakte van 700m², waarvan 260m² overdekt met een overkapping.
De korte termijndoelstellingen bieden de nodige bedrijfszekerheid op lange termijn. Derhalve worden er geen bijkomende werken op lange termijn gevraagd.
Overwegende dat deze handelszaak zich sinds 2006 op deze locatie bevindt, waarbij een vergunning afgegeven werd op 28/11/2005 voor het afbreken van drie woningen en kantoor + oprichten van een winkelruimte met gevellogo’s en dubbelzijdige totem, op voorwaarde dat volgende voorwaarden worden nageleefd:
- De nodige voorzorgen inzake stabiliteit en bouwfysische afwerking van de vrijgekomen mandelige muur.
- De privacy en het goede woonklimaat van de aanpalende woningen moet worden beschermd door het voorzien van een behoorlijke afsluiting langsheen de volledige perceelsgrens.
- Het voorzien van een septische put.
- Het naleven van de voorwaarden opgenomen in de adviezen.
Overwegende dat het een vergunde handelszaak betreft.
Overwegende dat de handelszaak ontsluiting vindt langs de gewestweg N 43 dewelke voorzien is om het bovenlokaal verkeer te dragen.
Overwegende dat zich langs de gewestweg N43 een mix bevindt van functies, gebouwen en typologieën, met wonen, handel, kantoren, horeca en KMO’s en een grootschalige veevoederfabriek.
Overwegende dat de site volgens het gewestplan Oudenaarde (KB 22 april 1977) bevindt in een 50 m woonlint met achtergelegen KMO zone.
Overwegende dat de functie handel strijdig is met de voorschriften van het gewestplan, meer bepaald binnen een KMO zone. Er is geen strijdigheid binnen de eerste 50m zone aan straatzijde. (woongebied)
Overwegende dat het plan van “AVEVE” om de winkelsite te reorganiseren rekening houdt met de omzendbrief RO 2011/01 “afwegingskader voor grootschalige detailhandel”.
Volgende adviezen werden afgeleverd tijdens de procedure - de GECORO gaf nadien een gecoördineerd advies:
o Agentschap Wegen en verkeer : voorwaardelijk gunstig
o Departement Omgeving: gunstig advies
o Brandweerzone centrum: voorwaardelijk gunstig
o Mobiliteit en Openbare Werken: gunstig
o Deputatie van Oost-Vlaanderen: gunstig mits opmerkingen
De voorziene verwezenlijking van de behoefte op korte termijn is ruimtelijk te verantwoorden, mede doordat de site goed ontsloten wordt via de gewestweg N43.
Overwegende dat er op de site voldoende parking aanwezig zal zijn.
Overwegende dat de gevraagde handelingen in het planologisch attest in overeenstemming zijn met de goede ruimtelijke ordening en inpasbaar zijn binnen het bestaande weefsel.
Het dossier lag in openbaar onderzoek tussen van 28 september 2021 tot en met 27 oktober 2021.
Binnen deze periode kwamen geen bezwaren binnen.
De afdeling gebiedsontwikkeling , omgevingsplanning en projecten bracht op 30 september 2021 een gunstig advies uit.
…”Vanuit het bedrijf zijn er geen specifieke lange termijn behoeftes aangegeven. Het is aangewezen deze vraag in te bedden in een globale ruimtelijke visie op de kleinhandelsconcentratie langs de N43. Binnen deze globale ruimtelijke visie kunnen de uitbreidingsmogelijkheden van kleinhandel verder in overweging genomen worden en logischerwijs doorwerken in een ruimtelijk uitvoeringsplan. Dit betreft een bestuurlijke opgave.”…
De deputatie van Oost-Vlaanderen bracht op 21 oktober 2021 een gunstig advies uit.
Het Agentschap Wegen en Verkeer geeft op 19 oktober 2021 een VOORWAARDELIJK GUNSTIG advies
De volgende voorwaarden dienen te worden opgelegd:
- Er mag geen vaste constructies binnen de bouwvrije strook worden geplaatst.
De maximale toegangsbreedte 7 meter bedraagt vanaf de gewestweg. De huidige toegang dient dus aangepast te worden.
-Er dient ter hoogte van de volledige perceelsgrens (muv de toegang van 7 meter) een structurele niet overrijdbare scheiding wordt aangebracht door de aangelande.
-AWV verwacht geen aanzienlijke mobiliteitseffecten door de uitbreiding van parking met 13 plaatsen en het voorzien van een fietsenstalling.
Departement MOW bracht op 20 oktober 2021 een gunstig advies uit met de opmerking dat er op lange termijn , na de aanleg van de stedelijke boulevard achteraan op het terrein een opportuniteit is om bij de realisatie van deze ringweg tussen spoorweg en gebouw van aveve een doorsteek voor voetgangers en fietsers te voorzien naar deze boulevard.
Dit advies wordt niet bijgetreden. Aan de zuidzijde van de spoorweg bevindt zich reeds een fietssnelweg. Vanuit het stedelijk beleid wordt de optie om langs deze zijde van de spoorweg ook een fiets en voetgangersverbinding te voorzien, niet gevolgd.
De brandweer zone centrum bracht op 5 januari 2021 een gunstig advies uit.
De GECORO gaf op 09 november 2021 een gunstig advies met betrekking tot de aanvraag voor het bekomen van een planologisch attest op naam van AVEVE
De Gecoro brengt gunstig advies uit met betrekking tot het planologisch attest, mits opname van voornoemde suggesties/opmerkingen :
1. Parkeerplaats(en) voor mindervaliden apart te voorzien zo dicht mogelijk bij de ingang.
2. Parkeerplaats(en) voor bakfietsen te integreren in aanleg buitenruimte
3. Parkeerplaatsen in grasdallen uit te voeren – of andere waterdoorlatende materialen
4. Maximale aandacht voor opvang hemelwater : de nodige infiltratiebekken(s) en hemelwaterputten moeten worden voorzien voor opvang van hemelwater en vertraagd afgeven van oppervlaktewater naar de bodem toe. Ook bij de aanpassingen aan de parkeerruimte moeten maximaal waterdoorlatende materialen worden aangewend.
5. De adviezen van de betrokken adviesinstanties – zoals hierboven vermeld - dienen te worden nageleefd/gerespecteerd.
Artikel 1
De gemeenteraad sluit zich aan bij het advies met inhoudelijke motieven van de GECORO en levert een gunstig planologisch attest af op naam van AVEVE gelegen aan de Gentstesteenweg 126 te Deinze met voorwaarde dat bij de opmaak van het RUP en een eventueel toekomstige omgevingsvergunningsaanvraag rekening gehouden wordt met volgende opmerkingen en/of aandachtspunten:
1. Parkeerplaats(en) voor mindervaliden apart te voorzien zo dicht mogelijk bij de ingang.
2. Parkeerplaats(en) voor bakfietsen te integreren in aanleg buitenruimte
3. Parkeerplaatsen in grasdallen uit te voeren – of andere waterdoorlatende materialen
4. Maximale aandacht voor opvang hemelwater : de nodige infiltratiebekken(s) en hemelwaterputten moeten worden voorzien voor opvang van hemelwater en vertraagd afgeven van oppervlaktewater naar de bodem toe. Ook bij de aanpassingen aan de parkeerruimte moeten maximaal waterdoorlatende materialen worden aangewend.
5. De adviezen van de betrokken adviesinstanties dienen te worden nageleefd/gerespecteerd.
6. Er mogen geen vaste constructies binnen de bouwvrije strook worden geplaatst.
De maximale toegangsbreedte 7 meter bedraagt vanaf de gewestweg. De huidige toegang dient dus aangepast te worden.
7. Er dient ter hoogte van de volledige perceelsgrens (m.u.v. de toegang van 7 meter) een structurele niet overrijdbare scheiding wordt aangebracht door de aangelande.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Bart Van Thuyne (schepen), Eric Van Huffel (raadslid)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het RUP "lokaal bedrijventerrein"
De plannen van de dienst omgeving van 29 januari 2021 en 15 oktober 2021.
De luchtfoto.
Het uittreksel kad. plan en leggers.
De ondertekende verkoopbeloften van 1 december 2021 en 14 december 2021.
Het schattingverslag van 24 februari 2021.
Bij gemeenteraadsbeslissing van 25 maart 2021 werd principiële goedkeuring gehecht aan het plan, opgemaakt door de dienst omgeving, dat het gewijzigd tracé van de toekomstige ontsluitingsweg tussen Ter Mote en de Vierboomstraat, op de kadastrale percelen 12e afd., sectie F, nrs. 294, 295d, 296d, 297f, 299a2 en 335a weergeeft.
Deze percelen zijn gelegen binnen de contouren van het door de Bestendige Deputatie op 11 januari 2007 goedgekeurde RUP (Ruimtelijk Uitvoeringsplan) "lokaal bedrijventerrein" waarin de aanleg van een ontsluitingsweg tussen de Biebuyckstraat en Graaf van Hoornestraat/Vierboomstraat is voorzien.
Een schattingsverslag nopens deze percelen werd opgemaakt door schattersbureau Real Estimate (Dhr. Dirk Hanson) te Wetteren waaruit blijkt dat de waarde van de percelen, gelegen in een agrarisch gebied, geschat wordt op 12,00 euro/m².
Deze aankooponderhandelingen resulteerden in de aanpassing van het tracé zoals aangegeven op het gewijzigd plan van 15 oktober 2021, waarmee de betrokken eigenaars principieel instemden met de verkoop van volgende percelen aan de Stad aan de eenheidsprijs van 14,00 euro/m²:
| uit perceel 12e Afd., sectie F, nr. 297 |
828,51 m² |
| uit perceel 12e Afd., sectie F, nr. 299a2 |
1.796,41m² |
| uit perceel 12e Afd., sectie F, nr. 335a |
196,16 m² |
| uit perceel 12e Afd., sectie E, nr. 838b |
215,49 m² |
| uit perceel 12e Afd., sectie E, nr. 840c |
253,59 m² |
| TOTAAL |
3.290,16 m² |
Een principiële verkoopbelofte voor de verkoop werd door de eigenaars ondertekend op 1 december 2021 en 14 december 2021.
Teneinde de exacte oppervlakte te kennen en de eraan gekoppelde totaalprijs dienen de nodige opmetingen voor de voorziene innames te gebeuren door een beëdigd landmeter.
Na bespreking.
Het krediet om deze beslissing uit te voeren is voorzien op:
| budget |
investering |
| jaar |
2021 |
| investeringsproject |
007 |
| subproject |
19079/01 |
| beleidsitem |
020000 |
| algemene rekening |
220007 |
| actie |
AP013 |
| krediet |
50.562,24 euro - toereikend - afhankelijk van de oppervlakten van een nog op te maken opmetingsplan kan dit bedrag nog miniem afwijken |
Gunstig visum 2021/206 van Sabine Vermeersch van 06 december 2021
Artikel 1
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de door de :
- eigenaar van de kadastrale percelen te Deinze (Nevele), 12e Afd., sectie F, nrs. 297, 299a2 en 335a principieel ondertekende belofte tot verkoop van een totale benaderende oppervlakte van 2.821,08 m² uit deze voormelde percelen,
-eigenaar van de kadastrale percelen te Deinze (Nevele), 12e Afd., sectie E, nrs. 838b en 840c principieel ondertekende belofte tot verkoop van een totale benaderende oppervlakte van 469,08 m² uit deze voormelde percelen, en dit basis van het plan van 15 oktober 2021, opgemaakt door de dienst omgeving, mits de eenheidsprijs van 14,00 euro/m², bovenop de kosten.
Artikel 2
Deze aankopen voor openbaar nut te verklaren, meer bepaald met het oog op het aanleggen van een ontsluitingsweg tussen Ter Mote en de Graaf van Hoornestraat.
Artikel 3
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt machtiging verleen om de stad in rechte te vertegenwoordigen voor de administratieve afhandeling (o.m. ondertekening van de authentieke akte) van de aankoop van de onroerende goederen volgens de modaliteiten bepaald in de hierbij geviseerde eenzijdige verkoopbeloften.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Freija Dhondt (raadslid), Jan Vermeulen (burgemeester), Bart Van Thuyne (schepen), Bart Vermaercke (raadslid)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het innemingsplan van 5 april 2021.
Het schattingsverslag 23 november 2019.
De 2 verkoopovereenkomsten.
De uittreksels kad. legger
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 23 februari 2021.
De Stad investeert, in samenwerking met het provinciebestuur, reeds jarenlang in de aanleg van fietspaden.
Langs de spoorweglijn 75 zal een fietsverbinding gecreëerd worden tussen de Nachtegaalstraat en de Tonnestraat.
Deze realisatie kadert in het netwerk Lange Afstandsfietspad (LAF) van de provincie Oost-Vlaanderen.
Voor de aankoop van de nodige gronden heeft het provinciebestuur (landmeter Luc Vande Velde) op 5 april 2021 een innemingsplan opgemaakt.
De aankooponderhandelingen worden gevoerd door het provinciebestuur op basis van het schattingsverslag van 23 november 2019 van beëdigd landmeter-expert Lander Callens te Deinze.
Voor dit project werden reeds 4 verkoopovereenkomsten ondertekend en dit voor de volgende innames met bijhorende vergoeding:
| Kadastraal perceel (3e Afd.), sectie B |
Inname nr. |
Opp. |
Aankoopprijs |
| deel 48L |
11 |
76,25m² |
14.213,54 euro |
| deel 53k |
12 |
93,47 m² |
24.314,13 euro |
| TOTAAL |
|
|
38.527,67 euro |
De ligging, en meer bepaald de zonering van de percelen overeenkomstig het geldend gewestplan, rechtvaardigen volledig deze te betalen aankoopsom.
In de schepencollegezitting van 23 februari 2021 werd kantoor van geassocieerde notarissen Sofie Van Cauwenberghe & Magali Goesaert te Deinze aangesteld voor de opmaak van de notariële akten.
Na bespreking.
Deze beslissing valt onder de visumplicht. Het krediet om deze beslissing uit te voeren is voorzien op:
| budget |
investering |
| jaar |
2021 |
| investeringsproject |
007 |
| subproject |
20002/02 |
| beleidsitem |
020000 |
| algemene rekening |
220007 |
| actie |
200002 |
| krediet |
38.527,67 euro, bovenop de kosten - bijkomend krediet is voorzien in aanpassing meerjarenplanning 2021/1 slechts 29.591,61 euro beschikbaar |
Onder voorbehoud goedkeuring meerjarenplanwijziging 2021/2
Gunstig visum 2021/200 van Pascal Debbaut van 29 november 2021
Artikel 1
De door de eigenaars van de kadastrale percelen te Deinze (Petegem), 3e Afd., sectie B, nrs. 48L en 53k ondertekende verkoopovereenkomsten tot verkoop aan de stad Deinze van respectievelijk 76,25 en 93,47 m², zijnde innames 11 en 12 overeenkomstig het op 5 april 2021 opgemaakt innemingsplan door het provinciebestuur (landmeter Luc Vande Velde), in het kader van de aanleg van een fietsverbinding tussen de Tonnestraat en de Nachtegaalstraat, worden goedgekeurd.
De totale aankoopprijs bedraagt 38.527,67 euro, bovenop de kosten.
Artikel 2
Deze aankopen voor openbaar nut te verklaren.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd alle uitvoeringshandelingen te stellen in dit aankoopdossier, incl. het goedkeuren van de ontwerpakte.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 10 juni 2021.
De brief van het Vlaams Gewest van november 2021.
Het plan AWV van 11 januari 2021 van de overdracht N461.
Het plan AWV van 6 mei 2021 van de overdracht N437a.
De 2 kostenramingen.
De ontwerpovereenkomst ter uitbetaling investeringssubsidie door Vlaamse overheid.
De tegensprekelijke vaststelling uit te voeren werken/fotoreportage.
Op de plannen plan van 11 januari 2021 en 6 mei 2021, opgemaakt door het Agentschap Wegen en Verkeer, staat het over te nemen deel van de gewestwegen N461 en N437a aangeduid.
Een deel van de wegverharding van deze bovenvermelde delen gewestwegen bevindt zich in een slechte staat.
De goede staat van de over te dragen wegenis is een voorwaarde voor de overdracht.
Gelet op de tegensprekelijke vaststelling, zoals opgemaakt door het Vlaams Gewest, van de uit te voeren werken voor het in goede staat brengen van de over te dragen wegenis.
Het in goede staat brengen dient te gebeuren op kosten van het Vlaams Gewest.
De kostenraming hiertoe werd volgens de huidige aannemingsprijzen bepaald op 25.523,90 euro (BTW incl.).
De Stad wenst op te treden als bouwheer voor het in goede staat brengen van de over te dragen delen van bovenvermelde gewestwegen.
Het Vlaams Gewest wenst een investeringssubsidie te verlenen ten bedrage van 25.523,90 euro voor het herstel aan de Stad.
Gelet op de schepencollegebeslissing dd. 10 juni 2021 houdende principiële goedkeuring tot de overname van de gewestweg N461 tussen kmp. 9,550 en kmp. 10,440 en de gewestweg N437a tussen kmp. 0,000 en kmp.0,620, mits de financiële tussenkomst door de Vlaamse overheid van 25.523,90 euro , zijnde de kostenraming voor het in goede staat van berijdbaarheid brengen van deze delen van gewestwegen;
Gelet op de ontwerpovereenkomst tussen het Vlaams Gewest en de Stad met betrekking tot de wegenisoverdracht.
Na bespreking.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De overname door de Stad van de gewestweg N461 tussen kmp. 9,550 en kmp. 10,440 en de gewestweg N437a tussen kmp. 0,000 en kmp.0,620, zoals respectievelijk aangeduid op de plannen van 11 januari 2021 en 6 mei 2021 opgemaakt door het Agentschap Wegen en Verkeer, Afd. Wegen en Verkeer Oost-Vlaanderen, wordt goedgekeurd mits het verkrijgen van een investeringssubsidie vanwege voornoemde instantie ten bedrage 25.523,90 euro van voor het deels herstellen van de over te nemen wegenis.
Artikel 2
De ontwerpovereenkomst tussen het Vlaams Gewest en de Stad met betrekking tot de overname van de in art. 1 vermelde gewestwegen wordt goedgekeurd.
Artikel 3
Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de verdere afhandeling van het dossier.
Artikel 4
Afschrift van dit besluit wordt ter kennis gebracht van de Vlaamse Overheid, Agentschap Wegen en Verkeer, Afd. Wegen en Verkeer Oost-Vlaanderen en aan de financieel directeur van de Stad.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Uittreksel kad. plan en legger.
De verkavelingsvergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 22 augustus 2017.
Het verkavelingsplan, goedgekeurd 22 augustus 2017.
Het bodemattest van 9 november 2021 afgeleverd door de OVAM.
De gemeenteraadsbeslissingen van 23 juni 2011 en 26 januari 2012 inzake de straatnaamgeving.
De ontwerpakte opgemaakt door notaris Steven Verbist te Oostakker.
Op 22 augustus 2017 werd door het college van burgemeester en schepenen een vergunning afgeleverd voor het verkavelen van gronden met betrekking tot de kadastrale percelen destijds gekend te Deinze (Bachte-Maria-Leerne), 10e Afd., sectie A, nrs. 68P3 en 69k, gelegen aan de Kiekendreef. waarbij in art. 6 bepaald werd dat de volledige oppervlakte van de grond, die de bedding van de wegen uitmaakt, evenals alle infrastructuurwerken kosteloos aan de
Overeenkomstig artikel 6 van deze verkavelingsvergunning dient de verkavelaar de volledige oppervlakte van de grond, die de bedding van de wegen uitmaakt alsook de infrastructuurwerken, kosteloos af te staan aan de Stad.
De nieuw aangelegde straat kreeg in de gemeenteraadszitting van 27 september 2018 de benaming Vinkenweg.
De verkavelaar heeft notaris Steven Verbist te Oostakker aangesteld om de notariële akte hiervoor op te maken.
De ontwerpakte ligt thans ter goedkeuring voor.
Na bespreking.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De ontwerpakte, opgemaakt door notaris Steven Verbist te Oostakker, met betrekking tot de kosteloze overname door de Stad van de wegenis en infrastructuur van de verkaveling Vinkenweg, thans kadastraal gekend te Deinze (Bachte-Maria-Leerne), 10e Afd., sectie A, nr. 403s, met een oppervlakte van 1.518 m²) ter inlijving in het openbaar domein, wordt goedgekeurd.
Artikel 2
De algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie te ontslaan ambtshalve inschrijving te nemen.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Bart Vermaercke (raadslid), Jan Vermeulen (burgemeester), Kristof Van den Berghe (raadslid), Freija Dhondt, Eva Martens (raadsleden), Bart Van Thuyne (schepen)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie op het wegverkeer en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en latere wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
De omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen.
Het algemeen politiereglement Deinze-Zulte-Lievegem goedgekeurd 20 februari 2020.
Dit schooljaar zijn er reeds in verschillende straten in Deinze schoolstraten ingevoerd:
- Tolpoortstraat
- Kaaistraat
- Oostkouterlaan
- Nieuwstraat
Deze schoolstraten hebben een duidelijk positieve impact op de veiligheid van de schoolgaande kinderen en jongeren. Het lijkt dan ook aangewezen om deze situatie in elke straat te bestendigen d.m.v. een aanvullend verkeersreglement. De bestendiging van deze schoolstraten werd positief geadviseerd tijdens de verkeerscommissie van 29 november 2021 (verslag wordt momenteel opgemaakt en volgt nog).
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Kaaistraat
Artikel 1
Invoering van een schoolstraat in de Kaaistraat het deel gelegen tussen Emiel Clausplein en de Gentpoortstraat (parking Emiel Clausplein dient bereikbaar te zijn).
De schoolstraat is enkel van toepassing op schooldagen en tijdens de volgende tijdstippen:
• van 8 u. tot 8.35 u. van maandag tot en met vrijdag;
• van 15.45 u. tot 16.10 u. op maandag en dinsdag;
• van 11 u. tot 11.25 u. op woensdag;
• van 15.20 u. tot 15.45 u. op donderdag en vrijdag.
Artikel 2
De schoolstraat in de Kaaistraat wordt gesignaleerd door de plaatsing van een hek met het bord C3 en een blauw onderbord met opschrift ‘schoolstraat’ t.h.v. het kruispunt Kaaistraat - Gentpoortstraat.
Nieuwstraat
Artikel 3
Invoering van een schoolstraat in de Nieuwstraat voor het deel gelegen tussen het Pauwshof en de Vrouwenstraat te Astene.
De schoolstraat is enkel van toepassing op schooldagen en tijdens de volgende tijdstippen:
Artikel 4
De schoolstraat wordt gesignaleerd door de plaatsing van een hek met het bord C3 en een blauw onderbord met opschrift ‘schoolstraat’ in de Nieuwstraat ter hoogte van de kruispunten Nieuwstraat - Pauwshof en Nieuwstraat - Vrouwenstraat te Astene.
In de Nieuwstraat nabij het kruispunt met de Parijsestraat wordt een oranje infobord geplaatst met opschrift: schoolstraat in de Nieuwstraat - geen doorgaand verkeer bij aanvang en einde schooldag gedurende 30 min.
Oostkouterlaan
Artikel 5
Invoering van een schoolstraat in de Oostkouterlaan voor het deel gelegen tussen de Kastanjelaan en de Oostkouterlaan.
De schoolstraat is enkel van toepassing op schooldagen en tijdens de volgende tijdstippen:
Artikel 6
De schoolstraat wordt gesignaleerd door de plaatsing van een hek met het bord C3 en een blauw onderbord met opschrift ‘schoolstraat’ in de Oostkouterlaan ter hoogte van de kruispunten Oostkouterlaan – Kastanjelaan.
Tolpoortstraat
Artikel 7
Invoering van een schoolstraat in de Tolpoortstraat voor het deel gelegen tussen de Brielstraat en de N43 (Gentstraat).
De schoolstraat is enkel van toepassing op schooldagen en tijdens de volgende tijdstippen:
• van 7u40 en 8u20, van maandag tot en met vrijdag.
• van 11u55 en 12u25, op woensdag.
Artikel 8
De schoolstraat wordt gesignaleerd door de plaatsing van een hek met het bord C3 en een blauw onderbord met opschrift ‘schoolstraat’ t.h.v. het kruispunt Tolpoortstraat - Brielstraat.
Artikel 9
Tijdens de tijdstippen waarop de schoolstraat van kracht is, is de toegang verboden voor iedere bestuurder, uitgezonderd voor voetgangers, rijwielen, speed pedelecs, prioritaire voertuigen alsook voertuigen in het bezit van een vergunning afgegeven door de wegbeheerder. Bestuurders die in de schoolstraat rijden, doen dit stapvoets; ze laten de doorgang vrij voor de voetgangers en fietsers, verlenen hen voorrang en stoppen er zo nodig voor. De bestuurders brengen de voetgangers en fietsers niet in gevaar en hinderen hen niet.
Uitrijden van de schoolstraat is toegestaan.
Artikel 10
Naast het overmaken aan de Vlaamse Overheid wordt tevens een afschrift van dit besluit gestuurd naar:
• De griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent.
• De griffie van de Politierechtbank te Gent.
• De lokale politie, directie operaties, afdeling verkeer.
• De stedelijke technische uitvoeringsdienst.
• De provincie Oost-Vlaanderen.
Artikel 11
Dit besluit van de gemeenteraad en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie op het wegverkeer en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 1 december 1975 betreffende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en latere wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens en latere wijzigingen.
De ministeriële omzendbrief van 24 april 2003 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap.
De omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 van de Vlaamse minister van mobiliteit, sociale economie en gelijke kansen.
Het standaardbestek 250 voor de wegenbouw, hoofdstuk X.
Het algemeen politiereglement Deinze-Zulte-Lievegem goedgekeurd 20 februari 2020.
Het Aanvullend verkeersreglement, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 23 september 2021, inzake fietszone centrum te Nevele.
Voor de vlotte doorgang van het verkeer en de veiligheid van in het bijzonder de zwakke weggebruikers dringen zich bijzondere maatregelen op.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
In Deinze wordt een fietszone ingevoerd die de volgende straten omvat:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van zoneborden met daarin de afbeelding van het verkeersbord F111 begin van de fietsstraat en het verkeersbord F113 einde van de fietsstraat.
Artikel 2
Het Aanvullend verkeersreglement, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 23 september 2021, inzake de fietszone centrum te Nevele wordt hierbij opgeheven.
Artikel 3
Naast het overmaken aan de Vlaamse Overheid wordt tevens een afschrift van dit besluit gestuurd naar:
Artikel 4
Dit besluit van de gemeenteraad en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie op het wegverkeer en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 1 december 1975 betreffende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en latere wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens en latere wijzigingen.
De omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 van de Vlaamse minister van mobiliteit, sociale economie en gelijke kansen.
Het standaardbestek 250 voor de wegenbouw, hoofdstuk X.
Het Aanvullend verkeersreglement van 29 augustus 2019 inzake de beperkte parkeertijd op gemeentewegen.
Het Aanvullend reglement op de politie over het wegverkeer van 24 september 2013: afbakening blauwe zone – grondgebied Nevele – wijziging.
Het intekeningsplan 4 parkeerplaatsen beperkt parkeren max. 30 minuten op het kerkplein Merendreedorp.
De bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B).
De gemeenteraad beslist over het opheffen van de blauwe zone te Merendree en invoer van 4 parkeerplaatsen beperkt parkeren max. 30 minuten (= Shop & Go) op het kerkplein Merendreedorp.
Een aantal parkeerplaatsen/parkings (Louis Dhontstraat) zijn ondertussen verdwenen. Bijgevolg is het toepasselijk parkeerregime voor deze plaatsen ook opgeheven in dit reglement.
A) Blauwe zone
Artikel 1
Blauwe zone, waar de standaard parkeerduurbeperking van 2 uur geldt, is van toepassing in:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van de zonale verkeersborden “begin en einde van de zone met beperkte parkeertijd ZE9a-VIIb (begin zone) en ZE9a-VIIb/ (einde zone)” met opschrift ‘uitgezonderd bewoners’.
Deze blauwe zone is niet van toepassing op de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren in deze straat.
Artikel 2
Blauwe zone, waarbij de toegelaten parkeertijd wordt beperkt tot 3 uur, is van toepassing in de zone begrensd door:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van de zonale verkeersborden “begin en einde van de zone met beperkte parkeertijd ZE9a-VIIb (begin zone) en ZE9a-VIIb/ (einde zone)” met opschrift ‘3 uur en opschrift ‘uitgezonderd bewoners’.
Deze blauwe zone is niet van toepassing op de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren in deze straten.
Artikel 3
Blauwe zone, waarbij de toegelaten parkeertijd wordt beperkt tot 3 uur, is van toepassing in de zone Mouterijdreef ( tot net voor de gebouwcluster Brielpunt – Brieljant) , Parking RAC en de Brielstraat; de zone wordt begrensd door:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van de zonale verkeersborden “begin en einde van de zone met beperkte parkeertijd ZE9a-VIIb (begin zone) en ZE9a-VIIb/ (einde zone)” met opschrift ‘3 uur en opschrift ‘uitgezonderd bewoners’.
Deze blauwe zone is niet van toepassing op de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren in deze straten.
Artikel 4
Blauwe zone, waarbij de toegelaten parkeertijd wordt beperkt tot 3 uur, is van toepassing in de Achiel Van Eechautestraat (éénrichtingsverkeer), begrepen tussen de Georges Martensstraat en de Tolpoortstraat.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met een onderbord voorzien van het pictogram ‘type VIIb- parkeerschijfafbeelding met opschrift “3 uur” en onderbord ‘uitgezonderd bewoners’, met opwaartse pijl (type GXa - begin reglementering).
Deze blauwe zone is niet van toepassing op de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren in deze straat.
Artikel 5
Blauwe zone, waar de standaard parkeerduurbeperking van 2 uur geldt is van toepassing in de zone Kattestraat en Meulenstraat.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van de zonale verkeersborden “begin en einde van de zone met beperkte parkeertijd ZE9a-VIIb (begin zone) en ZE9a-VIIb/ (einde zone)” met opschrift ‘uitgezonderd bewoners’.
Deze blauwe zone is niet van toepassing op de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren in deze straten.
Artikel 6
Blauwe zone, waar de standaard parkeerduurbeperking van 2 uur geldt, is van toepassing in de Slachthuisstraat (éénrichtingsverkeer), begrepen tussen de Peter Benoitlaan en de toegang tot de parking Slachthuisstraat.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met een onderbord voorzien van het pictogram ‘type VIIb- parkeerschijfafbeelding en onderbord ‘uitgezonderd bewoners’, met opwaartse pijl (type GXa - begin reglementering) en neerwaartse pijl (type GXb - einde reglementering).
Deze blauwe zone is niet van toepassing op de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren in deze straat.
Artikel 7
Blauwe zone, waarbij de toegelaten parkeertijd wordt beperkt tot 3 uur, is op de dagen vanaf maandag t.e.m. vrijdag is van toepassing:
In de zone begrensd door:
Deze verkeersmaatregel wordt er kennis gebracht van de weggebruiker door het plaatsen van de zonale verkeersborden “begin en einde van de zone met beperkte parkeertijd ZE9a – VIIb (beginzone) en ZE9a – VIIb/ (einde zone)” met opschrift “uitgezonderd bewoners” en “3 uur” en met onderbord type VII met opschrift “van maandag tot vrijdag”.
De zonale borden worden geplaatst op alle locaties waar men de zone binnenrijdt:
Een herhalingsbord ZE9a VIIb met ondertiteling wordt geplaatst bij het binnenrijden van :
Deze blauwe zone is niet van toepassing op de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren in deze straten.
Artikel 8
Blauwe zone, waarbij de toegelaten parkeertijd wordt beperkt tot 3 uur, is van toepassing op alle parkeerplaatsen onder het spoorwegviaduct in Petegem aan de Leie, met uitzondering van de cambio parkeerplaats.
De 4 Mindervalide parkeerplaatsen, gelegen aan de achteruitgang van het station te Petegem aan de Leie worden uitgesloten uit het regime ‘ beperkte parkeertijd’.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met een onderbord voorzien van het pictogram ‘type VIIb- parkeerschijfafbeelding met opschrift “3 uur”, met opwaartse pijl (type GXa - begin reglementering) en met neerwaartse pijl (type GXb – einde reglementering).
Deze blauwe zone is niet van toepassing voor de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren in deze straat.
Artikel 9
Blauwe zone, waarbij de toegelaten parkeertijd wordt beperkt tot 3 uur, is van toepassing op de parking gelegen in de Berten De Kimpestraat.
Deze verkeersmaatregel wordt er kennis gebracht van de weggebruiker door het plaatsen van de zonale verkeersborden “begin en einde van de zone met beperkte parkeertijd ZE9a – voorzien van het pictogram ‘type VIIb- parkeerschijfafbeelding (beginzone) en ZE9a – voorzien van het pictogram ‘type VIIb/- parkeerschijfafbeelding (einde zone)” met opschrift “uitgezonderd bewoners” en “3 uur”.
Deze blauwe zone is niet van toepassing op de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren op deze parking.
Artikel 10
Blauwe zone, waar de standaard parkeerduurbeperking van 2 uur geldt, is van toepassing in:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van de zonale verkeersborden “begin en einde van de zone met beperkte parkeertijd ZE9a-VIIb (begin zone) en ZE9a-VIIb/ (einde zone)” met opschrift ‘uitgezonderd bewoners’.
Deze blauwe zone is niet van toepassing op de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren in deze straten.
Artikel 12
Blauwe zone, waar de standaard parkeerduurbeperking van 2 uur geldt, is van toepassing in:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van de zonale verkeersborden “begin en einde van de zone met beperkte parkeertijd ZE9a-VIIb (begin zone) en ZE9a-VIIb/ (einde zone)” met opschrift ‘uitgezonderd bewoners’.
Deze blauwe zone is niet van toepassing op de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren in deze straat.
B) Parkeerduurbeperking binnen de de betalende zone, anders dan de shop & go-plaatsen
Artikel 13
Betalende zone, waarbij de toegelaten parkeertijd wordt beperkt tot 2 uur, is van toepassing op de:
Deze verkeersmaatregel wordt er kennis gebracht van de weggebruiker door het plaatsen van de zonale verkeersborden “begin en einde van de betalende zone ZE9bT – met logo wagen (beginzone) , met onderbord type G V ‘Max 2 uur’ en ZE9bT / (einde zone)”.
De zonale borden worden geplaatst op alle locaties waar men de zone binnenrijdt:
Binnen de zone kunnen herhalingsborden geplaatst.
Deze betalende zone is niet van toepassing op de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren in deze straten.
Artikel 14
Betalende zone, waarbij de toegelaten parkeertijd wordt beperkt tot 3 uur, met uitzondering van bewoners, in het bezit van een bewonerskaart; is van toepassing op de:
Deze verkeersmaatregel wordt er kennis gebracht van de weggebruiker door het plaatsen van de zonale verkeersborden “begin en einde van de betalende zone ZE9bT – met logo wagen (beginzone) met onderbord type G V ‘Max 3 uur’ en ZE9bT / (einde zone)” , met opschrift “uitgezonderd bewoners”.
De zonale borden worden geplaatst op alle locaties waar men de zone binnenrijdt:
Binnen de zone kunnen herhalingsborden geplaatst worden.
Deze betalende zone is niet van toepassing op de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren in deze straten.
C) Shop & Go
Artikel 15
Op deze parkeerplaatsen waarvan de parkeerduur beperkt is tot maximum 30 minuten (=Shop & Go parkeerplaatsen) is het parkeren gratis. De beperkte parkeerduur van 30 minuten geldt ook in het geval men beschikt over een gemeentelijke parkeerkaart – zoals de bewonerskaart, de parkeerkaart voor de doelgroep “zorgverstrekker, parkeerkaart chauffeurs van organisaties voor georganiseerd vervoer van minder mobiele personen, Parkeer Plus Zorg kaarten, een gemeentelijke parkeerkaart voor deelwagens – of een parkeerkaart voor personen met een handicap.
Artikel 16
Blauwe zone is van toepassing in de Guido Gezellelaan, op de parkeerstrook aan de zijde van de Kalkhofstraat over een afstand van 18m (= drie parkeerplaatsen) vóór en na het kruispunt met de Kalkhofstraat, waarbij er maximum 30 minuten mag geparkeerd worden.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord:
Artikel 17
Blauwe zone is van toepassing in de Guido Gezellelaan, op de parkeerstrook aan de zijde van het D-Shoppingcenter over een afstand van 18m (= drie parkeerplaatsen), begrepen tussen de semi-publieke toegangsweg van het shoppingcenter en de eerste oversteekplaats voor voetgangers, waarbij er maximum 30 minuten mag geparkeerd worden.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord:
Artikel 18
Blauwe zone is van toepassing aan de Sint-Martinuskerk, Petegem kant huis Kortrijkstraat nr 63, waarbij er maximum 30 minuten mag geparkeerd worden.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met een onderbord voorzien van het pictogram ‘type VIIb- parkeerschijfafbeelding en het opschrift ‘30 minuten’, met opwaartse pijl (type GXa - begin reglementering).
Artikel 19
Blauwe zone is van toepassing op de parking Brielpunt (= langsheen dienstweg naar RAC), waarbij er maximum 30 minuten mag geparkeerd worden.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a, voorzien van het pictogram ‘type VIIb- parkeerschijfafbeelding en het opschrift ‘30 min en de onderborden GXa (zwarte pijl – begin reglementering) en de onderborden GXb (zwarte pijl – einde reglementering).
Artikel 20
Blauwe zone is van toepassing in de Nieuwstraat, ter hoogte van de zijgevel van de krantenwinkel vóór de aansluiting met de N43, op 3 parkeerplaatsen, waarbij er maximum 30 minuten mag geparkeerd worden.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met een onderbord voorzien van het pictogram ‘type VIIb- parkeerschijfafbeelding en met het opschrift ’30 minuten en onderborden opwaartse pijl (type GXa - begin reglementering) en neerwaartse pijl (type GXb - einde reglementering).
Artikel 21
Blauwe zone is van toepassing op het Hubert Malfaitplein, op de volledige rij parkeerplaatsen gelegen aan de zijde verbindingsweg Achterstraat, tussen de N43 en Krommestraat, waarbij er tussen 08.00u en 18.00u maximum 30 minuten mag geparkeerd worden.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis gebracht van de weggebruikers door het plaatsen van het verkeersbord E9a met een onderbord voorzien van het pictogram ‘type VIIb- parkeerschijfafbeelding en met het opschrift ’max. 30 minuten – van 08.00u tot 18.00u’; en onderbord opwaartse pijl GXa ter hoogte van het begin van de reglementering en neerwaartse pijl GXb ter hoogte van het einde van de reglementering
Artikel 22
Blauwe zone is van toepassing op het Martelarenplein, ter hoogte van de handelszaak met huisnummer 1, op 1 parkeerplaats, waarbij er maximum 30 minuten mag geparkeerd worden.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met een onderbord voorzien van het pictogram ‘type VIIb- parkeerschijfafbeelding en met het opschrift ’30 minuten’.
Artikel 23
Blauwe zone is van toepassing in de Tussenweg, op de parking (4 parkeerplaatsen) ter hoogte van de Oudenaardsesteenweg, waarbij er tussen 08.00u en 18.00u maximum 30 minuten mag geparkeerd worden.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met een onderbord voorzien van het pictogram ‘type VIIb- parkeerschijfafbeelding en met het opschrift ’max. 30 minuten – van 08.00u tot 18.00u’.
Artikel 24
Blauwe zone is van toepassing in de Oudenaardsesteenweg, op de parking (3 parkeerplaatsen) ter hoogte van de fietsenwinkel, waarbij er tussen 08.00u en 18.00u maximum 30 minuten mag geparkeerd worden.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met een onderbord voorzien van het pictogram ‘type VIIb- parkeerschijfafbeelding en met het opschrift ’max. 30 minuten – van 08.00u tot 18.00u’.
Artikel 25
Blauwe zone is van toepassing in de Driesstraat, op de parking (2 parkeerplaatsen) ter hoogte van de aansluiting met de Gaversesteenweg, waarbij er tussen 08.00u en 18.00u maximum 30 minuten mag geparkeerd worden.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met een onderbord voorzien van het pictogram ‘type VIIb- parkeerschijfafbeelding en met het opschrift ’max. 30 minuten – van 08.00u tot 18.00u’.
Artikel 26
Blauwe zone is van toepassing in de Gentpoortstraat, op één parkeerplaats gelegen nabij de aansluiting met de Markt, waarbij er maximum 30 minuten mag geparkeerd worden.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met een onderbord voorzien van het pictogram ‘type VIIb- parkeerschijfafbeelding en het opschrift ‘30 minuten’, met opwaartse pijl (type GXa - begin reglementering).
Artikel 27
Blauwe zone waarbij er maximum 30 minuten mag geparkeerd worden is van toepassing op:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersborden E9a met een onderbord voorzien van het pictogram ‘type VIIb –parkeerschijf-afbeelding en het opschrift ‘30 minuten’, met opwaartse pijl (type GXa - begin reglementering) en met neerwaartse pijl (type GXb – einde reglementering)
Artikel 28
Blauwe zone waarbij er maximum 30 minuten mag geparkeerd worden is van toepassing op:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersborden E9a voorzien van het pictogram ‘type VIIb –parkeerschijfafbeelding en een blauw onderbord met opschrift ‘max. 30 minuten’.
D) Kiss & Ride
Artikel 29
Op het Statieplein, op de parkeerstrook, in de zone vanaf de aansluiting met de Gaversesteenweg tot aan de hoofdingang van het station, langs de zijde van het spoorwegviaduct geldt een zone van kort parkeren, type Kiss en Ride.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E1 met een onderbord type GV met opschrift ‘K + R', aangevuld met een onderbord met opwaartse pijl (type GXa - begin reglementering) en de onderborden GXb (zwarte pijl – einde reglementering).
Artikel 30
In de Kalkhofstraat geldt ter hoogte van KADE Podiumkunsten, Kalkhofstraat 25 over een lengte van 18m een zone voor kort parkeren, type Kiss en Ride.
De verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E1 met een onderbord type GV met opschrift ‘K + R', aangevuld met een onderbord met opwaartse pijl (type GXa - begin reglementering) en de onderborden GXb (zwarte pijl – einde reglementering).
Artikel 1
Het Aanvullend verkeersreglement inzake de beperkte parkeertijd op gemeentewegen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2
De gemeenteraad keurt het gecoördineerd Aanvullend verkeersreglement inzake de beperkte parkeertijd op gemeentewegen. goed.
Artikel 3
Naast het overmaken aan de Vlaamse Overheid wordt tevens een afschrift van dit besluit gestuurd naar:
Artikel 4
Dit besluit van de gemeenteraad en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie op het wegverkeer en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 1 december 1975 betreffende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en latere wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens en latere wijzigingen.
De omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 van de Vlaamse minister van mobiliteit, sociale economie en gelijke kansen.
Het standaardbestek 250 voor de wegenbouw, hoofdstuk X.
Het Gecoördineerd Aanvullend verkeersreglement van 22 februari 2018 inzake de beperkte parkeertijd op gewestwegen.
De gemeenteraad beslist over het opnemen van de Peter Benoitlaan in de blauwe zone.
A) Blauwe zone
Artikel 1
Blauwe zone, waarbij de toegelaten parkeertijd wordt beperkt tot 3 uur, is van maandag tot en met vrijdag van toepassing in:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis aan de weggebruikers gebracht door het plaatsen van zonale verkeersborden “begin en einde zone met beperkte parkeertijd, ZE9b – VIIb/ (begin zone) en ZE9b – VIIb (einde zone) met opschrift “ uitgezonderd bewoners” en met onderbord type VII met opschrift: “van maandag t.e.m. vrijdag”.
Deze blauwe zone is niet van toepassing op de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren in deze straat.
Het is enkel toegelaten voor personenwagens om binnen deze zone te parkeren.
De zonale borden worden geplaatst op alle locaties waar men de zone binnen rijdt:
De Veldstraat en Landweg, beide gemeentewegen, zitten ook vervat in de zone met beperkte parkeertijd. Deze zijn opgenomen in het aanvullend verkeersreglement op gemeentewegen.
Artikel 2
Blauwe zone, waarbij de toegelaten parkeertijd standaard beperkt wordt tot maximaal 2 uur is van toepassing in:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met onderbord type VIIb (pictogram parkeerschijf) en het onderbord met opwaartse pijl (type GXa- begin reglementering).
Deze blauwe zone is niet van toepassing op de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren in deze straat.
Artikel 3
Blauwe zone, waarbij de toegelaten parkeertijd standaard beperkt wordt tot maximaal 2 uur is van toepassing in:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis aan de weggebruikers gebracht door het plaatsen van zonale verkeersborden “begin en einde zone met beperkte parkeertijd, ZE9a – VIIb (begin zone) en ZE9a – VIIb/ (einde zone) met opschrift “uitgezonderd bewoners"
Deze blauwe zone is niet van toepassing op de bewoners in het bezit van een bewonerskaart die conform de bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) met hun bewonerskaart mogen parkeren in deze straat.
B) Parkeerduurbeperking binnen de de betalende zone
Artikel 4
Betalende zone, waarbij de toegelaten parkeertijd standaard wordt beperkt tot 2 uur, is van toepassing in:
Deze verkeersmaatregel wordt er kennis gebracht van de weggebruiker door het plaatsen van de zonale verkeersborden “begin en einde van de betalende zone ZE9bT – met logo wagen (beginzone) en opschrift Betalend, met onderbord type G V ‘Max 2 uur’ en ZE9bT / (einde zone)”.
C) Shop & Go
Artikel 5
Op deze parkeerplaatsen waarvan de parkeerduur beperkt is tot maximum 30 minuten (=Shop & Go parkeerplaatsen) is het parkeren gratis. De beperkte parkeerduur van 30 minuten geldt ook in het geval men beschikt over een gemeentelijke parkeerkaart – zoals de bewonerskaart, de parkeerkaart voor de doelgroep “zorgverstrekker, parkeerkaart chauffeurs van organisaties voor georganiseerd vervoer van minder mobiele personen, Parkeer Plus Zorg kaarten, een gemeentelijke parkeerkaart voor deelwagens – of een parkeerkaart voor personen met een handicap.
Artikel 6
Blauwe zone, waarbij er tussen 08.00u en 18.00u, maximum 30 minuten mag geparkeerd worden is van toepassing in:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met onderbord type VIIb (pictogram parkeerschijf), onderbord met opschrift ‘30 min.’, en het onderbord met opwaartse pijl (type GXa- begin reglementering).
Artikel 7
Blauwe zone, waarbij maximum 30 minuten mag geparkeerd worden is van toepassing in:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met onderbord type VIIb (pictogram parkeerschijf) en met onderbord ’30 minuten’. De signalisatie wordt verder aangevuld met het onderbord met opwaartse pijl (type GXa – begin reglementering).
Artikel 8
Blauwe zone, waarbij maximum 30 minuten mag geparkeerd worden is van toepassing in:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met onderbord type VIIb (pictogram parkeerschijf) en met onderbord ’30 minuten’ en onderbord met opwaartse pijl (type GXa – begin reglementering).
Artikel 9
Blauwe zone, waarbij maximum 30 minuten mag geparkeerd worden is van toepassing in:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met onderbord type VIIb (pictogram parkeerschijf) en met onderbord ’30 minuten’ en onderbord met opwaartse pijl en opschrift ‘6m’ (type GXc – begin reglementering).
Artikel 10
Blauwe zone, waarbij maximum 30 minuten mag geparkeerd worden is van toepassing in:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersborden E9a met een onderbord voorzien van het pictogram ‘type VIIb –parkeerschijf-afbeelding’ en het opschrift ‘30 minuten’, met opwaartse pijl (type GXa - begin reglementering) en met neerwaartse pijl (type GXb – einde reglementering).
Artikel 11
Blauwe zone, waarbij er tussen 08.00u en 18.00u, maximum 30 minuten mag geparkeerd worden is van toepassing in:
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van het verkeersbord E9a met onderbord type VIIb (pictogram parkeerschijf) en met onderbord ’30 minuten’ en onderbord met opwaartse pijl en opschrift ‘6m’ (type GXc – begin reglementering).
Artikel 1
De Peter Benoitlaan wordt vanaf 1 juli 2022 toegevoegd aan de blauwe zone op het grondgebied van de stad Deinze.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt het aangepast Gecoördineerd Aanvullend verkeersreglement inzake de beperkte parkeertijd op gewestwegen goed.
Artikel 3
Naast het overmaken aan de Vlaamse Overheid wordt tevens een afschrift van dit besluit gestuurd naar:
Artikel 4
Dit besluit van de gemeenteraad en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
De gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994, artikel 173.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 41, 2de lid, 14°, over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorvoertuigen in te voeren.
De wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968.
De wet van 22 december 2008 waarbij aan het enig artikel van de wet van 22 februari 1965 een artikel toegevoegd wordt met betrekking tot de tenlastelegging van de belasting of retributie aan de houder van de nummerplaat.
Het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Het koninklijk besluit van 9 januari 2007 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
De ministeriële besluiten van 26 september 2005 en 9 januari 2007 betreffende de parkeerkaart voor personen met een beperking.
Het gemeenteraadsbesluit van 26 november 2020 betreffende het retributiereglement op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) (periode 1 januari 2021 - 31 december 2021).
De bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B).
Het retributiereglement betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) vervalt op 31 december 2021. Dit retributiereglement wordt verlengd tot en met 30 juni 2021.
Vanaf 1 juli 2022 zal een aangepast retributiereglement betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) van kracht gaan.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht. De ontvangsten van deze beslissing zullen geboekt worden op:
| meerjarenplan 20-25 | Exploitatie |
| jaar | 2022 |
| beleidsitem | 022000 - Parkeren |
| algemene rekening | 701025 - Parkeren |
| actie | geen |
| krediet | toereikend |
A. Betalend parkeren
Artikel 1
De retributie op het parkeren op plaatsen waar de beperking van de parkeertijd voor motorvoertuigen gereglementeerd is, en waar het verplicht gebruik van parkeerautomaten van kracht is, overeenkomstig het politiereglement van 28 maart 1996 en artikel 27.3 van het verkeersreglement, wordt verlengd van 1 januari 2022 tot 30 juni 2022.
Artikel 2
De bestuurder die zonder andere tijdsbeperking verkiest te parkeren, kan, hetzij in de voormiddag (van 08.30 uur tot 12.30 uur), hetzij in de namiddag (van 14.00 uur tot 18.00 uur) gedurende maximum vier uren parkeren, tegen betaling van een retributie van 20,00 EUR.
Deze gebruiksmodaliteit wordt op de automaten aangeduid als “tarief 1”.
Artikel 3
Voor de bestuurder die opteert voor een beperkte parkeerduur geldt een retributie zoals vermeld in onderstaande oplijsting:
* vanaf 0’ tot 30’ Gratis (ook ticket verplicht)
* vanaf 31’ tot 60’ 0,80 EUR (1.00 uur)
* vanaf 61’ tot 90’ 1,20 EUR (1.30 uur)
* vanaf 91’ tot 120’ 1,60 EUR (2.00 uur)
* vanaf 121’ tot 150’ 2,00 EUR (2.30 uur)
* vanaf 151’ tot 180’ 2,40 EUR (3.00 uur)
De maximum toegelaten parkeertijd is 3 uur in de zone, bestaande uit de hiernavolgende straten en pleinen:
- Kaaistraat ter hoogte van nummer 1 en 3
- Emiel Clausplein
- Gentpoortstraat: vanaf de Kaaistraat tot aan kruising met de Guido Gezellelaan
- Leiedam
- Kalkhofstraat
- Ghesquièrestraat
- Ramstraat
- Schutterijstraat
- Tolpoortstraat (tussen kruispunt Knok tot aan de spoorwegoverbrugging en tussen de spoorwegoverbrugging en de firma Cebeo)
- Georges Martensstraat
- Guido Gezellelaan (m.u.v. de zones waar kort parkeren aangeduid is)
In de centrumstraten, bestaande uit de hiernavolgende straten en pleinen wordt de parkeertijd beperkt tot maximum twee uur:
- Markt
- Gentpoortstraat: het stuk vanaf de Markt tot aan de kruising met de Kaaistraat
- Tolpoortstraat
- Gentstraat (tussen kruispunt met Georges Martensstraat en kruispunt met de Tolpoortstraat)
- Kortrijkstraat
- Bisschopstraat
De retributie is verschuldigd van 08.30 uur tot 12.30 uur en van 14.00 uur tot 18.00 uur. Betaling daarvan geeft recht op een onafgebroken parkeertijd waarvan de duur beperkt wordt volgens de modaliteiten aangeduid op de toestellen onder “tarief 2”.
De retributie kan betaald worden door het inbrengen van de nodige Euromuntstukken in de parkeerautomaat, overeenkomstig de instructies vermeld op de toestellen. Ofwel door gebruik te maken van de persoonlijke elektronische parkeermeter.
Artikel 4
§ 1. Bewonerskaart
Inwoners van de stad die voldoen aan de voorwaarden inzake residentieel parkeren, zoals vastgelegd in het ministerieel besluit van 9 januari 2007 kunnen één bewonerskaart per wooneenheid bekomen met onbeperkte geldigheidsduur (cf. bijlage aan dit retributiereglement betreffende regeling bewonerskaarten).
Bijkomend dient bij elke parkeerbeurt, een ticket gekocht aan de parkeerautomaat aan een speciale bewonerstarief, toegankelijk via een speciale knop op het toestel.
Het tarief voor een bewonersticket bedraagt 0,15 EUR per uur, zonder beperking van duur.
Deze gebruiksmodaliteit wordt op de automaten aangeduid als “tarief 2 bewonerskaarten”.
Naast dit parkeerticket kan via het E-loket van de concessiehouder een abonnementsbewonerskaart verkregen worden die heel de dag vrijstelling verleent.
Het tarief hiervan bedraagt 40 EUR voor 6 maanden of 80 EUR per jaar.
§ 2. Tijdelijke bewonerskaart
Personen kunnen een tijdelijke bewonerskaart bekomen op vertoon van een bewijs van aanvraag tot domiciliewijziging, afgeleverd door de dienst Burgerzaken (cf. bijlage aan dit retributiereglement betreffende regeling bewonerskaarten).
Er kan maximaal één tijdelijke bewonerskaart worden afgeleverd per domicilieadres. De tijdelijke bewonerskaart is geldig voor de duur van drie maanden, aanvang nemend op de datum van aanvraag. De tijdelijke bewonerskaart is één maal verlengbaar voor de duur van drie maanden.
Bijkomend dient bij elke parkeerbeurt, een ticket gekocht aan de parkeerautomaat aan een speciale bewonerstarief, toegankelijk via een speciale knop op het toestel.
Het tarief voor een bewonersticket bedraagt 0,15 EUR per uur, zonder beperking van duur.
Deze gebruiksmodaliteit wordt op de automaten en de parkeerautomaten aangeduid als “tarief 2 bewonerskaarten.”
Naast dit parkeerticket kan via het E-loket van de concessiehouder een tijdelijke abonnementsbewonerskaart verkregen worden die heel de dag vrijstelling verleent. Voor een tijdelijke abonnementsbewonerskaart bedraagt het tarief 20 euro voor drie maanden.
Zodra de aanvrager officieel gedomicilieerd is op het nieuwe adres, kan hij of zij de tijdelijke bewonerskaart via het E-loket van de concessiehouder laten omzetten naar een definitieve bewonerskaart.
§ 3. Parkeerkaart voor de doelgroep “zorgverstrekker”
Een zorgverstrekker of organisatie voor zorgverstrekking komt in aanmerking voor het aanvragen van een parkeerkaart voor de categorie “zorgverstrekker” als het een door het RIZIV erkende zorgverstrekker of organisatie betreft.
Deze parkeerkaart kan aangevraagd worden via het E-loket van de concessiehouder. Er kan maximaal 1 parkeerkaart per voertuig aangevraagd worden. Aan een parkeerkaart kan maximaal één kenteken worden gekoppeld.
Deze parkeerkaart, uitsluitend van toepassing tijdens de beroepsactiviteit en gekoppeld aan de nummerplaat van het dienstvoertuig, is geldig voor de volledige zone betalend parkeren en blauwe zone.
Bij de aanvraag of vernieuwing van de parkeerkaart(en) worden volgende documenten voorgelegd:
Het tarief voor de parkeerkaart voor zorgverstrekkers bedraagt 50 euro per zes maanden of 100 euro per jaar.
§ 4. Parkeerkaart voor chauffeurs die instaan voor het vervoer van minder mobiele personen via een door de stad erkende organisatie voor georganiseerd vervoer van minder mobiele personen.
Deze parkeerkaart dient aangevraagd te worden door de erkende organisatie voor georganiseerd vervoer van minder mobiele personen via het E-loket van de concessiehouder. Er kan maximaal 1 parkeerkaart per voertuig aangevraagd worden. Aan een parkeerkaart kan maximaal één kenteken worden gekoppeld. Het tarief voor deze parkeerkaart bedraagt 50 euro per jaar. Deze parkeerkaart mag enkel gebruikt worden voor het vervoer van minder mobiele personen.
Artikel 5
De persoonlijke elektronische parkeermeter kan aangekocht worden via het E-loket van de concessiehouder. De aankoopprijs bedraagt 50,00 EUR /stuk. Op ieder toestel geldt een garantieperiode van twee jaar.
Herlaadbare chipkaarten worden aangevraagd via het E-loket van de concessiehouder tegen een waarborg van 10 EUR. Deze chipkaarten worden telkens opgeladen voor een bedrag van 25 EUR. Dit bedrag dient betaald te worden op het rekeningnummer van de concessiehouder.
Artikel 6
Voor terrassen en uitstallingen van winkelwaar bedraagt de retributie 50,00 EUR per begonnen maand en met een maximum van 150,00 EUR per kalenderjaar en per ingenomen parkeerplaats in de zone voor betalend parkeren. Een parkeerplaats wordt gerekend aan zes strekkende meter per plaats.
Artikel 7
Bij toepassing van artikel 6 is de retributie verschuldigd door de persoon of vennootschap, enz., die de parkeerplaats tijdelijk inneemt.
Artikel 8
Bij toepassing van artikel 6 is de retributieplichtige gehouden veertien dagen voor het plaatsen, hiervan aangifte te doen bij het schepencollege en alle voor de retributie noodzakelijke gegevens te verstrekken.
Artikel 9
Terrassen die worden opgesteld ter gelegenheid van kermissen, braderieën en andere festiviteiten zijn niet onderworpen aan deze retributie.
Artikel 10
Het door de parkeerautomaat afgeleverde parkeerticket, de parkeerkaart voor zorgverstrekkers, de parkeerkaart voor chauffeurs van organisaties voor georganiseerd vervoer van minder mobiele personen, de bewonerskaart of de persoonlijke parkeermeter, al naar gelang de gekozen modaliteit, moet door de bestuurder duidelijk zichtbaar achter de voorruit van het voertuig aangebracht worden of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
Artikel 11
De bestuurder die parkeert in de zones voor betalend parkeren zonder geldig bewijs of bewonerskaart, wordt geacht te opteren voor tarief 1. In voormeld geval zal door de parkeerwachter een gevalideerd parkeervignet op het voertuig aangebracht worden.
De retributie moet betaald worden, overeenkomstig de richtlijnen vermeld op het parkeerticket.
Artikel 12
Op zondag en wettelijke feestdagen en op 11 juli is geen retributie verschuldigd.
Artikel 13
De mindervaliden, houders van een speciale kaart, uitgereikt door een officiële instelling, overeenkomstig het ministerieel besluit van 26 september 2005, worden vrijgesteld van de betaling van het voorgeschreven parkeergeld, indien deze kaart zichtbaar is aangebracht op de binnenkant van de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
De zorgverstrekkers, in het bezit van een geldige parkeerkaart overeenkomstig de voorwaarden bepaald in artikel 4§3 van dit retributiereglement, worden eveneens vrijgesteld van de betaling van het voorgeschreven parkeergeld, indien deze kaart zichtbaar is aangebracht op de binnenkant van de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
De chauffeurs van organisaties voor georganiseerd vervoer van minder mobiele personen, in het bezit van een geldige parkeerkaart overeenkomstig de voorwaarden bepaald in artikel 4§4 van dit retributiereglement, worden eveneens vrijgesteld van de betaling van het voorgeschreven parkeergeld, indien deze kaart zichtbaar is aangebracht op de binnenkant van de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
Artikel 14
In geval van defect van een parkeerautomaat is de bestuurder van een motorvoertuig die wenst te parkeren in de betalende zone gehouden een ticket te nemen aan een andere, wel werkende parkeerautomaat.
Artikel 15
De gebruiker van een parkeerautomaat zal geen bezwaar kunnen indienen wanneer hij, niettegenstaande het betalen van de retributie, toch niet kan parkeren om een reden vreemd aan de wil van het bestuur, of ingeval van verplichte evacuatie van de voertuigen op bevel van de politie.
Artikel 16
Het parkeren van een motorvoertuig op een parkeerplaats in de betalende zone, gebeurt steeds op risico van de gebruiker of van degene die burgerlijk verantwoordelijk is. Het parkeergeld geeft enkel recht op parkeren maar geeft de gebruiker geen enkel recht op bewaking. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welk feit dat beschadiging of verlies van het geparkeerde voertuig zou voor gevolg hebben.
Artikel 17
De titularis van de nummerplaat, de houder van de proefritten- of handelaarsplaat, is samen met de bestuurder van het voertuig solidair gehouden tot de betaling van de in de artikelen 2, 3, 4 en 5 bedoelde retributie.
Artikel 18
Een retributie wordt gevestigd op de parkeerplaatsen waarvan de parkeerduur beperkt is tot maximum 30 minuten (Shop & Go parkeerplaatsen). Een gemeentelijke parkeerkaart – zoals de bewonerskaart, de parkeerkaart voor de doelgroep “zorgverstrekker, parkeerkaart chauffeurs van organisaties voor georganiseerd vervoer van minder mobiele personen, Parkeer Plus Zorg kaarten – of een parkeerkaart voor personen met een handicap zijn niet geldig op deze parkeerplaatsen. Op deze parkeerplaatsen waarvan de parkeerduur beperkt is tot maximum 30 minuten (Shop & Go parkeerplaatsen) is het parkeren gratis.
Met een gemeentelijke parkeerkaart of een parkeerkaart voor personen met een handicap kan ook maximum 30 minuten geparkeerd worden.
Deze parkeerplaatsen waarvan de parkeerduur beperkt is tot maximum 30 minuten zijn ter plaatse aangeduid met aangepaste signalisatie. Bij het overschrijden van de ‘gratis parkeertijd Shop & Go’ wordt de bestuurder geacht te kiezen voor het halve dagtarief volgens de modaliteiten vermeld in artikel 2 van dit reglement.
De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 gewijzigd op 9 januari 2007.
B. Parkeren in blauwe zone
Artikel 19
De retributie op het parkeren van auto’s op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg, wordt wordt verlengd van 1 januari 2022 tot 30 juni 2022.
Dit reglement beoogt het parkeren van auto’s op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is in de blauwe zone of waar een blauwe zone-reglementering van toepassing is.
Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden.
Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, § 2, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.
Artikel 20
De retributie wordt als volgt vastgesteld:
De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 gewijzigd op 9 januari 2007.
Artikel 21
Deze reglementering is niet van toepassing op de bewoners die een officiële bewonerskaart bekomen hebben overeenkomstig het ministerieel besluit van 9 januari 2007 (cf. bijlage aan dit retributiereglement betreffende regeling bewonerskaarten).
Per wooneenheid wordt één bewonerskaart uitgereikt.
Deze reglementering is evenmin van toepassing op de toekomstige bewoners die volgens de voorwaarden bepaald in artikel 4§2 van dit retributiereglement een tijdelijke bewonerskaart bekomen hebben. Per domicilie-adres wordt één tijdelijke bewonerskaart uitgereikt.
Artikel 22
De mindervaliden, houders van een speciale kaart, uitgereikt door een officiële instelling, overeenkomstig het ministerieel besluit van 26 september 2005, worden vrijgesteld indien deze kaart zichtbaar is aangebracht op de binnenkant van de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
De zorgverstrekkers, in het bezit van een geldige parkeerkaart overeenkomstig de voorwaarden bepaald in artikel 4§3 van dit retributiereglement, worden eveneens vrijgesteld indien deze kaart zichtbaar is aangebracht op de binnenkant van de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
De chauffeurs van organisaties voor georganiseerd vervoer van minder mobiele personen, in het bezit van een geldige parkeerkaart overeenkomstig de voorwaarden bepaald in artikel 4§4 van dit retributiereglement, worden eveneens vrijgesteld indien deze kaart zichtbaar is aangebracht op de binnenkant van de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
Artikel 23
Als de parkeerschijf niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig is geplaatst, of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig of in geval de gebruiker de pijl niet op het streepje plaatst dat volgt op het tijdstip van aankomst of indien de gebruiker de aanduidingen wijzigt zonder dat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten, wordt de gebruiker steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 2 bedoelde forfaitaire tarief.
Bij toepassing van het hierboven vermelde forfait, zal de parkeerwachter een uitnodiging om de retributie te betalen aanbrengen op de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
De retributie moet betaald worden overeenkomstig de richtlijnen vermeld op het ticket.
Artikel 24
De retributie is verschuldigd door de titularis van de nummerplaat.
De retributie is verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeersborden en is betaalbaar door overschrijving op de rekening van de gemeente.
Artikel 25
Behalve wanneer bijzondere voorwaarden zijn aangebracht op de signalisatie, is het gebruik van de schijf voorgeschreven van 9 uur tot 18 uur op werkdagen en voor een max. duur van 2 uur.
Artikel 26
Het parkeren op een parkeerplaats in de blauwe zone, gebeurt steeds op risico van de gebruiker of van degene die burgerlijk verantwoordelijk is. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welk feit dat beschadiging of verlies van het geparkeerde voertuig zou voor gevolg hebben.
Artikel 27
Bij gebrek aan betaling van de retributie binnen de voorgeschreven termijn, wordt een gratis herinnering verzonden door de beheerder van de gegunde parkingsplaatsen. Bij uitblijven van een gevolg zal een aanmaningsbrief opgestuurd worden en zullen dossierkosten ten bedrage van 12,00 EUR gevorderd worden ten laste van de persoon die de vergoeding verschuldigd is. Vervolgens en steeds in het geval van niet-betaling, zal het dossier voor invordering overgemaakt worden aan de gerechtsdeurwaarder.
De gerechtsdeurwaarder zal de procedure verder zetten volgens de regels van het gemeen recht via een grondige fase van invordering in der minne teneinde de invordering langs gerechtelijke weg te vermijden.
In geval van niet-betaling na de door de gerechtsdeurwaarder ondernomen pogingen in der minne, zal deze laatste de invordering verder zetten via gerechtelijke weg.
De gedane onkosten, rechten en uitgaven in alle fasen van de invordering van de verschuldigde bedragen zijn ten laste van de schuldenaar van de vergoeding en worden toegevoegd aan de initiële tarieven (bedrag van de vergoeding en dossierkosten) te betalen door de schuldenaar. Deze onkosten, rechten en uitgaven worden berekend overeenkomstig het koninklijk besluit van 30/11/1976 tot vaststelling van het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van het tarief van sommige toelagen.
Deze procedure wordt gebruikt voor de invordering van het niet- betwiste gedeelte.
Artikel 28
Een retributie wordt gevestigd op de parkeerplaatsen waarvan de parkeerduur beperkt is tot maximum 30 minuten (Shop & Go parkeerplaatsen). Een gemeentelijke parkeerkaart – zoals de bewonerskaart, de parkeerkaart voor de doelgroep “zorgverstrekker, parkeerkaart chauffeurs van organisaties voor georganiseerd vervoer van minder mobiele personen, Parkeer Plus Zorg kaarten – of een parkeerkaart voor personen met een handicap zijn niet geldig op deze parkeerplaatsen. Op deze parkeerplaatsen waarvan de parkeerduur beperkt is tot maximum 30 minuten (Shop & Go parkeerplaatsen) is het parkeren gratis.
Met een gemeentelijke parkeerkaart of een parkeerkaart voor personen met een handicap kan ook maximum 30 minuten geparkeerd worden.
Deze parkeerplaatsen waarvan de parkeerduur beperkt is tot maximum 30 minuten zijn ter plaatse aangeduid met aangepaste signalisatie. Bij het overschrijden van de ‘gratis parkeertijd Shop & Go’ wordt de bestuurder geacht te kiezen voor een forfaitair bedrag van 20,00 euro volgens de modaliteiten vermeld in artikel 20 van dit reglement.
De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 gewijzigd op 9 januari 2007.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de verlenging van het retributiereglement betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) voor de periode 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022 goed.
Artikel 2
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd en aan de betrokken dienst belast met de toepassing van dit reglement.
Artikel 3
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Freija Dhondt (raadslid)
De gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994, artikel 173.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 41, 2de lid, 14°, over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorvoertuigen in te voeren.
De wet van 22 december 2008 waarbij aan het enig artikel van de wet van 22 februari 1965 een artikel toegevoegd wordt met betrekking tot de tenlastelegging van de belasting of retributie aan de houder van de nummerplaat.
De wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968.
Het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Het koninklijk besluit van 9 januari 2007 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Het Ministerieel Besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor personen met een handicap, gewijzigd bij ministerieel besluit van 3 maart 2003, 26 september 2005 en 24 augustus 2006.
Het Ministerieel Besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart.
Het gemeenteraadsbesluit van 26 november 2020 betreffende het retributiereglement op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) (periode 1 januari 2021 - 31 december 2021).
Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2021 betreffende het retributiereglement op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) (periode 1 januari 2022 - 30 juni 2022).
De bijlage aan het retributiereglement van 16 december 2021 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B)
Het Aanvullend verkeersreglement van 16 december 2021 inzake de beperkte parkeertijd op gemeentewegen.
Het Gecoördineerd aanvullend verkeersreglement van 16 december 2021 inzake de beperkte parkeertijd op gewestwegen.
Het retributiereglement met bijlage betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) dat vervalt op 30 juni 2022 wordt opnieuw vastgesteld. Hierbij worden een aantal aanpassingen doorgevoerd :
Bovenstaande veranderingen zullen ingaan vanaf 1 juli 2022.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht. De ontvangsten van deze beslissing zullen geboekt worden op:
| meerjarenplan 20-25 |
Exploitatie |
| jaar |
2022-2025 |
| beleidsitem |
022000 - Parkeren |
| algemene rekening |
701025 - Parkeren |
| actie |
geen |
| krediet |
toereikend |
A. Betalend parkeren
Periode
Artikel 1
De volgende bepalingen zijn van kracht van 1 juli 2022 tot en met 31 december 2025.
Definities
Artikel 2
Schuldenaar
Artikel 3
De retributie onder tarief 1 of 2 is verschuldigd door de titularis van de nummerplaat die in de betalende zone parkeert, zoals gedefinieerd in het aanvullend verkeersreglement van 16 december 2021 inzake de beperkte parkeertijd op gemeentewegen of het gecoördineerd aanvullend verkeersreglement van 16 december 2021 inzake de beperkte parkeertijd op gewestwegen.
De titularis van de nummerplaat, de houder van de proefritten- of handelaarsplaat, is samen met de bestuurder van het voertuig solidair gehouden tot de betaling van de bedoelde retributie.
De retributie onder tarief 3 is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de parkeerplaats tijdelijk inneemt voor een terras of een uitstalling van waar.
Tarieven
De retributie wordt als volgt vastgesteld:
Artikel 4
Tarief 1
De bestuurder die zonder andere tijdsbeperking verkiest te parkeren, kan, hetzij in de voormiddag (van 08.30 uur tot 12.30 uur), hetzij in de namiddag (van 14.00 uur tot 18.00 uur) gedurende maximum vier uren parkeren, tegen betaling van een retributie van 25,00 EUR.
Deze retributie wordt op de automaten of bij het app- en sms-parkeren aangeduid als “tarief 1”.
De bestuurder die parkeert in de zones voor betalend parkeren zonder geldig bewijs van betaling van tarief 2 of zonder geldige gemeentelijke parkeerkaart of een speciale parkeerkaart voor mindervaliden, wordt geacht te opteren voor tarief 1. In voormeld geval zal door de concessiehouder voor het parkeerbeheer een retributiebon nageïnd worden.
Artikel 5
Tarief 2
Voor de bestuurder die opteert voor een beperkte parkeerduur geldt een retributie zoals vermeld in onderstaande oplijsting (= tarief 2):
* vanaf 0’ tot 30’ Gratis
* vanaf 31’ tot 60’ 1,00 EUR (1.00 uur)
* vanaf 61’ tot 120’ 2,50 EUR (2.00 uur)
* vanaf 121’ tot 180’ 4,00 EUR (3.00 uur)
Deze retributie wordt op de automaten of bij het app-en sms-parkeren aangeduid als “tarief 2”.
De retributie onder tarief 2 is verschuldigd van 08.30 uur tot 12.30 uur en van 14.00 uur tot 18.00 uur
Parkeerduurbeperking
Artikel 6
Ongeacht artikel vier en vijf dient de gebruiker rekening te houden met regimes van parkeerduurbeperking in de betalende zone.
Artikel 7
De maximum toegelaten parkeertijd is 3 uur in de zone, bestaande uit de hiernavolgende straten en pleinen:
- Kaaistraat ter hoogte van nummer 1 en 3
- Emiel Clausplein
- Gentpoortstraat: vanaf de Kaaistraat tot aan kruising met de Guido Gezellelaan
- Leiedam
- Kalkhofstraat
- Ghesquièrestraat
- Ramstraat
- Schutterijstraat
- Tolpoortstraat (van de Tolpoortbrug tot aan het Kruispunt Knok)
- Georges Martensstraat
- Guido Gezellelaan (m.u.v. de blauwe zones waarbij er maximum 30 minuten mag geparkeerd worden)
Artikel 8
In de centrumstraten, bestaande uit de hiernavolgende straten en pleinen wordt de parkeertijd beperkt tot maximum twee uur:
- Markt
- Gentpoortstraat: het stuk vanaf de Markt tot aan de kruising met de Kaaistraat
- Tolpoortstraat
- Gentstraat (tussen kruispunt met Georges Martensstraat en kruispunt met de Tolpoortstraat)
- Kortrijkstraat
- Bisschopstraat
Handhaving
Artikel 9
De controle door de concessiehouder voor parkeerbeheer gebeurt via nummerplaatherkenning.
Uitzondering op de betalende zone
Artikel 10
Op zondag en wettelijke feestdagen alsook op 11 juli is geen retributie verschuldigd.
Vrijstellingen van tarief 1 en 2
Artikel 11
Zijn vrijgesteld van de betaling van een tarief 1 of tarief 2 in de betalende zone de houders van een geldige gemeentelijke parkeerkaart en de mindervaliden, houders van een speciale kaart, uitgereikt door een officiële instelling, overeenkomstig het ministerieel besluit van 26 september 2005. De houders van voormelde parkeerkaarten kunnen bij gebruik ervan onbeperkt in tijd en zonder betaling van tarief 1 of tarief 2 parkeren in deze betalende zones. Wat de bewonerskaarten betreft, geldt de vrijstelling uitsluitend wanneer de parkeerplaatsen waarop de betalende zone van toepassing is in de bijlage bij dit besluit aangewezen zijn als voor de hun straat voorziene parkeeralternatieven met een bewonerskaart.
Om te kunnen genieten van de vrijstelling, dienen de houders te beschikken over een geldige parkeerkaart. De geldigheid wordt gecontroleerd op basis van nummerplaatherkenning. Deze kaart dient derhalve niet zichtbaar te worden aangebracht op de binnenkant van de vooruit van het voertuig, of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig, tenzij in het geval van een speciale kaart voor mindervaliden.
De mindervaliden, houders van een speciale kaart, uitgereikt door een officiële instelling, overeenkomstig het ministerieel besluit van 26 september 2005, worden vrijgesteld van de betaling van het voorgeschreven retributie, indien deze kaart zichtbaar is aangebracht op de binnenkant van de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
Tarief 3: forfaitair tarief voor inname parkeerplaatsen voor terrassen en uitstallingen winkelwaar
Artikel 12
Voor terrassen en uitstallingen van winkelwaar bedraagt de retributie 50,00 EUR per begonnen maand en met een maximum van 150,00 EUR per kalenderjaar en per ingenomen parkeerplaats in de zone voor betalend parkeren. Een parkeerplaats wordt gerekend aan zes strekkende meter per plaats.
Artikel 13
De retributieplichtige is ertoe gehouden veertien dagen voor het plaatsen, hiervan aangifte te doen bij het schepencollege en alle voor de retributie noodzakelijke gegevens te verstrekken.
Vrijstelling van tarief 3
Artikel 14
Terrassen die worden opgesteld ter gelegenheid van kermissen, braderieën en andere festiviteiten zijn niet onderworpen aan deze retributie.
Wijze van Betaling
Artikel 15
Voor de bestuurder die opteert voor een beperkte parkeerduur onder tarief 2 geldt een retributie die kan betaald worden:
Voor de bestuurder die opteert voor of valt onder tarief 1, wordt door de concessiehouder voor het parkeerbeheer een na-inning verstuurd. Het verschuldigd bedrag wordt door de schuldenaar overgeschreven op het rekeningnummer van de concessiehouder.
De controle zal gebeuren op basis van nummerplaatherkenning.
Artikel 16
In geval van een defect aan een parkeerautomaat is de bestuurder van een motorvoertuig die wenst te parkeren in de betalende zone gehouden een ticket te nemen aan een andere, wel werkende parkeerautomaat of over te schakelen op sms- of app-parkeren.
Artikel 17
De gebruiker van een parkeerautomaat zal geen bezwaar kunnen indienen wanneer hij, niettegenstaande het betalen van de retributie, niet kan parkeren om een reden vreemd aan de wil van het bestuur, of ingeval van verplichte evacuatie van de voertuigen op bevel van de politie.
Aansprakelijkheid
Artikel 18
Het parkeren van een motorvoertuig op een parkeerplaats in de betalende zone gebeurt steeds op risico van de gebruiker of van degene die burgerlijk verantwoordelijk is. De retributie geeft enkel recht op parkeren maar geeft de gebruiker geen enkel recht op bewaking van het geparkeerde voertuig. Het stadsbestuur is geen bewaarder van de zaak (geparkeerde voertuig) in de zin van artikel 1384, eerste lid, Burgerlijk Wetboek. Het stadsbestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welk feit dat beschadiging of verlies van het geparkeerde voertuig zou voor gevolg hebben.
Maatregelen bij weigering van betaling
Artikel 19
Bij weigering of nalatigheid om de retributie te betalen, geschiedt de invordering volgens de regels van de burgerlijke rechtspleging voor het betwiste gedeelte.
Voor het niet-betwiste gedeelte van de niet-fiscale vorderingen geschiedt de invordering overeenkomstig artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur:
Bij gebrek aan betaling van de retributiebon binnen de voorgeschreven termijn, wordt een gratis herinnering verzonden door de beheerder van de gegunde parkingsplaatsen. Bij uitblijven van een gevolg zal een aanmaningsbrief opgestuurd worden en zullen dossierkosten ten bedrage van 15,00 euro gevorderd worden ten laste van de persoon die de vergoeding verschuldigd is. Vervolgens en steeds in het geval van niet-betaling, zal het dossier voor invordering overgemaakt worden aan de gerechtsdeurwaarder.
In geval van niet-betaling na de door de gerechtsdeurwaarder ondernomen pogingen in der minne, zal deze laatste de invordering verder zetten via gerechtelijke weg.
De gedane onkosten, rechten en uitgaven in alle fasen van de invordering van de verschuldigde bedragen zijn ten laste van de schuldenaar van de retributiebon en worden toegevoegd aan de initiële tarieven (bedrag van de retributiebon en dossierkosten) te betalen door de schuldenaar.
B. Parkeren in blauwe zone
Periode
Artikel 20
De volgende bepalingen zijn van kracht van 1 juli 2022 tot en met 31 december 2025.
Definities
Artikel 21
Schuldenaar
Artikel 22
De titularis van de nummerplaat wanneer deze gebruik maakt van een plaats waar parkeren toegelaten is in de blauwe zone of waar een blauwe zone-reglementering van toepassing is, zoals gedefinieerd in het aanvullend verkeersreglement van 16 december 2021 inzake de beperkte parkeertijd op gemeentewegen of het gecoördineerd aanvullend verkeersreglement van 16 december 2021 inzake de beperkte parkeertijd op gewestwegen.
Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden.
Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, § 2, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.
Tarieven
Artikel 23
De retributie wordt als volgt vastgesteld:
De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 gewijzigd op 9 januari 2007.
Als de parkeerschijf niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig is geplaatst, of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig of in geval de gebruiker de pijl niet op het streepje plaatst dat volgt op het tijdstip van aankomst of indien de gebruiker de aanduidingen wijzigt zonder dat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten, wordt de gebruiker steeds geacht te kiezen voor de betaling van het tarief 1.
Behalve wanneer bijzondere voorwaarden zijn aangebracht op de signalisatie en opgenomen in het aanvullend verkeersreglement van 16 december 2021 inzake de beperkte parkeertijd op gemeentewegen of het gecoördineerd aanvullend verkeersreglement van 16 december 2021 inzake de beperkte parkeertijd op gewestwegen, is het gebruik van de schijf voorgeschreven van 9 uur tot 18 uur op werkdagen en voor een maximale duur van 2 uur, waardoor elke overschrijding van deze of andersluidende maximale duur aanleiding geeft tot het heffen van het tarief 1.
Vrijstellingen
Artikel 24
Het in artikel 24 voorziene tarief 1 in geval van overschrijding van de maximale parkeerduur is niet van toepassing op de houders van een gemeentelijke parkeerkaart of een speciale kaart voor mindervaliden, uitgereikt door een officiële instelling, overeenkomstig het ministerieel besluit van 26 september 2005. De houders van voormelde parkeerkaarten kunnen bij gebruik ervan onbeperkt in tijd parkeren in deze blauwe zones of plaatsen waarop de blauwe zonereglementering van toepassing is. Wat de bewonerskaarten betreft, geldt de vrijstelling uitsluitend wanneer de parkeerplaatsen waarop de blauwe zone of blauwe zone-reglementering van toepassing is in de bijlage bij dit besluit aangewezen zijn als voor de hun straat voorziene parkeeralternatieven met een bewonerskaart.
Om te kunnen genieten van de vrijstelling, dienen de houders te beschikken over een geldige parkeerkaart. De geldigheid wordt gecontroleerd op basis van nummerplaatherkenning. Deze kaart dient derhalve niet zichtbaar te worden aangebracht op de binnenkant van de vooruit van het voertuig, of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig, tenzij in het geval van een speciale kaart voor minder-validen.
De mindervaliden, houders van een speciale kaart, uitgereikt door een officiële instelling, overeenkomstig het ministerieel besluit van 26 september 2005, worden vrijgesteld van de betaling van de voorgeschreven retributie, indien deze kaart zichtbaar is aangebracht op de binnenkant van de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
Artikel 25
In afwijking op het onbeperkt parkeren in artikel 24 blijft de parkeerduur beperkt tot maximum 30 minuten in geval van de als Shop & Go aangewezen parkeerplaatsen in het aanvullend verkeersreglement van 16 december 2021 inzake de beperkte parkeertijd op gemeentewegen of het gecoördineerd aanvullend verkeersreglement van 16 december 2021 inzake de beperkte parkeertijd op gewestwegen.
Wijze van betaling
Artikel 26
De retributie is verschuldigd door de titularis van de nummerplaat, zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeersborden of wanneer geen geldige parkeerschijf werd voorgelegd.
In dat geval wordt door de concessiehouder voor het parkeerbeheer een na-inning verstuurd. Het verschuldigd bedrag wordt door de schuldenaar overgeschreven op het rekeningnummer van de concessiehouder.
De controle zal gebeuren op basis van de voorgelegde parkeerschijf.
Maatregelen bij weigering van betaling
Artikel 27
Bij weigering of nalatigheid om de retributie te betalen, geschiedt de invordering volgens de regels van de burgerlijke rechtspleging voor het betwiste gedeelte.
Voor het niet-betwiste gedeelte van de niet-fiscale vorderingen geschiedt de invordering overeenkomstig artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur:
Bij gebrek aan betaling van de retributiebon binnen de voorgeschreven termijn, wordt een gratis herinnering verzonden door de beheerder van de gegunde parkingsplaatsen. Bij uitblijven van een gevolg zal een aanmaningsbrief opgestuurd worden en zullen dossierkosten ten bedrage van 15,00 euro gevorderd worden ten laste van de persoon die de vergoeding verschuldigd is. Vervolgens en steeds in het geval van niet-betaling, zal het dossier voor invordering overgemaakt worden aan de gerechtsdeurwaarder.
In geval van niet-betaling na de door de gerechtsdeurwaarder ondernomen pogingen in der minne, zal deze laatste de invordering verder zetten via gerechtelijke weg.
De gedane onkosten, rechten en uitgaven in alle fasen van de invordering van de verschuldigde bedragen zijn ten laste van de schuldenaar van de retributiebon en worden toegevoegd aan de initiële tarieven (bedrag van de retributiebon en dossierkosten) te betalen door de schuldenaar.
Aansprakelijkheid
Artikel 28
Het parkeren op een parkeerplaats in de blauwe zone, gebeurt steeds op risico van de gebruiker of van degene die burgerlijk verantwoordelijk is. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welk feit dat beschadiging of verlies van het geparkeerde voertuig zou voor gevolg hebben. De parkeerschijf, of bij overschrijding van de maximale parkeerduur/niet-voorleggen van de parkeerschijf, de retributie, geven enkel recht op parkeren maar geven de gebruiker geen enkel recht op bewaking van het geparkeerde voertuig. Het stadsbestuur is geen bewaarder van de zaak (geparkeerde voertuig) in de zin van artikel 1384, eerste lid, Burgerlijk Wetboek. Het stadsbestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welk feit dat beschadiging of verlies van het geparkeerde voertuig zou voor gevolg hebben.
C Gemeentelijke parkeerkaarten
Periode
Artikel 29
De volgende bepalingen zijn van kracht van 1 juli 2022 tot en met 31 december 2025
Definities
Artikel 30
Schuldenaar
Artikel 31
De retributie is verschuldigd door de houder van een gemeentelijke parkeerkaart in de vorm van een (tijdelijke) bewonerskaart of een gemeentelijke parkeerkaart voor de doelgroep zorgverstrekker, chauffeurs van minder mobiele personen of deelwagens.
Voorwaarden
Artikel 32
De voorwaarden voor een bewonerskaart zijn de volgende:
Artikel 33
De voorwaarden voor een tijdelijke bewonerskaart zijn de volgende:
Artikel 34
De voorwaarden voor een gemeentelijke parkeerkaart voor de doelgroep “zorgverstrekker" zijn de volgende:
Artikel 35
De voorwaarden voor een gemeentelijke parkeerkaart voor chauffeurs die instaan voor het vervoer van minder mobiele personen zijn de volgende:
Artikel 36
De voorwaarden voor een gemeentelijke parkeerkaart voor deelwagens zijn de volgende:
Tarieven
Artikel 37
Indien de concessiehouder voor parkeerbeheer door controle via nummerplaatherkenning vaststelt dat een wagen niet beschikt over een nog geldige gemeentelijke parkeerkaart, dan wordt het tarief 1 (25 euro) aangerekend.
Vrijstellingen
Artikel 38
Er zijn geen vrijstellingen voor de categorie van gemeentelijke parkeerkaarten voorzien.
Wijze van betaling
Artikel 39
De retributie voor tarief vier tot en met zeven is verschuldigd door de titularis van de nummerplaat en wordt betaald door overschrijving op het rekeningnummer van de concessiehouder voor het parkeerbeheer.
In geval de retributieplichtige parkeert zonder te beschikken over nog een geldige gemeentelijke parkeerkaart, zal door de concessiehouder voor het parkeerbeheer een na-inning verstuurd worden. Het verschuldigd bedrag van tarief 1 wordt door de schuldenaar overgeschreven op het rekeningnummer van de concessiehouder.
Maatregelen bij weigering van betaling
Artikel 40
Bij weigering of nalatigheid om de retributie te betalen, geschiedt de invordering volgens de regels van de burgerlijke rechtspleging voor het betwiste gedeelte.
Voor het niet-betwiste gedeelte van de niet-fiscale vorderingen geschiedt de invordering overeenkomstig artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur:
Bij gebrek aan betaling van de retributiebon binnen de voorgeschreven termijn, wordt een gratis herinnering verzonden door de beheerder van de gegunde parkingsplaatsen. Bij uitblijven van een gevolg zal een aanmaningsbrief opgestuurd worden en zullen dossierkosten ten bedrage van 15,00 euro gevorderd worden ten laste van de persoon die de vergoeding verschuldigd is. Vervolgens en steeds in het geval van niet-betaling, zal het dossier voor invordering overgemaakt worden aan de gerechtsdeurwaarder.
In geval van niet-betaling na de door de gerechtsdeurwaarder ondernomen pogingen in der minne, zal deze laatste de invordering verder zetten via gerechtelijke weg.
De gedane onkosten, rechten en uitgaven in alle fasen van de invordering van de verschuldigde bedragen zijn ten laste van de schuldenaar van de retributiebon en worden toegevoegd aan de initiële tarieven (bedrag van de retributiebon en dossierkosten) te betalen door de schuldenaar.
Aansprakelijkheid
Artikel 41
Het parkeren met gemeentelijke parkeerplaats op een publieke parkeerplaats gebeurt steeds op risico van de gebruiker of van degene die burgerlijk verantwoordelijk is. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welk feit dat beschadiging of verlies van het geparkeerde voertuig zou voor gevolg hebben. De gemeentelijke parkeerkaart geeft enkel recht op parkeren maar geven de gebruiker geen enkel recht op bewaking van het geparkeerde voertuig. Het stadsbestuur is geen bewaarder van de zaak (geparkeerde voertuig) in de zin van artikel 1384, eerste lid, Burgerlijk Wetboek. Het stadsbestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welk feit dat beschadiging of verlies van het geparkeerde voertuig zou voor gevolg hebben.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het Retributiereglement betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) periode 1 juli 2022 tot en met 31 december 2025 goed.
Artikel 2
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd en aan de betrokken dienst belast met de toepassing van dit reglement.
Artikel 3
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Matthias Neirynck, Dirk Stroobandt (raadsleden), Bart Van Thuyne (schepen)
Art. 41, 10° Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
De wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 25 juni 2017 betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
Het bijzonder bestek 2021/484-MOB-parkeerbeheer.
De huidige concessieovereenkomst voor het parkeerbeheer loopt af op 31 december 2021. Er dient dan ook een nieuwe concessie afgesloten te worden, en dit met toepassing van de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten en de daarin voorziene mededinging.
Er werd reeds middels het besluit van de gemeenteraad van 26 augustus 2021 een concessie geplaatst, maar deze procedure werd om diverse redenen (o.m. procedurefout in de publicatie van de opdracht, foutieve interpretatie van een aantal besteksbepalingen inzake de hoedanigheid van de parkeerwachters, waardoor de inzet van bewakingsagenten die tot een ander paritair comité behoren werd voorgesteld en waardoor duurdere offertes werden ontvangen) stopgezet bij beslissing van 16 november 2021 van het college van burgemeester en schepenen.
Bijgevolg dient een, aan deze vaststellingen aangepast, bestek goedgekeurd te worden en vervolgens gepubliceerd te worden in het Publicatieblad van de Europese Unie en het Bulletin der Aanbestedingen. Het betreft immers een Europese concessie, aangezien de geraamde omzet de Europese drempel voor concessies van € 5.350.000 (excl. btw) overschrijdt.
Aangezien op basis van deze nieuwe plaatsingsprocedure de opstart niet meer kan plaatsvinden op 1 januari 2022, werd deze uitgesteld naar 1 juli 2022 en loopt deze concessie tot 30 juni 2032. Beide partijen kunnen in onderling overleg overgaan tot een verlenging van de looptijd van de overeenkomst met maximum 2 jaar, onder de cumulatieve voorwaarde dat de operationele (en technische) levensduur van de toestellen nog niet is verstreken en de concessiehouder de initiële investeringen en/of deze tijdens de looptijd van het contract, bestemd voor de exploitatie van de werken of diensten, rekening houdend met het rendement op het geïnvesteerde vermogen, nog niet heeft terugverdiend tijdens de initiële looptijd.
De huidig lopende concessie met Indigo is verlengd tot 30 juni 2022. Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 7 december 2021 een (tweede) addendum bij de concessieovereenkomst goedgekeurd.
Het voorliggende bestek werd ook aangepast aan de gewijzigde bepalingen (inclusief tarieven) zoals opgenomen in de retributiereglementen en de aanvullende parkeerreglementen, die eveneens op de zitting van 16 december 2021 aan de gemeenteraad ter goedkeuring worden voorgelegd, en die een impact hebben op de exploitatie van het parkeerbeheer door de concessiehouder. Ook deze reglementen vinden toepassing vanaf 1 juli 2022.
Naast de controle en handhaving zal de nieuwe concessiehouder ook nieuwe parkeerautomaten, parkeersensoren in de Tolpoortstraat en Markt en een systeem van sms- en app-parkeren moeten voorzien.
In het bestek zijn de volgende gunningscriteria opgenomen:
De offertes moeten voldoen aan diverse technische vereisten. De concessie zal gegund worden aan de inschrijver die het hoogst scoret op alle gunningscriteria tezamen genomen en die dus als economisch meest voordelige inschrijver te beschouwen is.
De technische vereisten zijn ruim en gedetailleerd omschreven, zodat hoe dan ook een kwalitatieve dienstverlening gegarandeerd is, en dit op alle vlakken (o.m. de rapportage en inzagemogelijkheden voor de stad in het platform van de concessiehouder, de communicatie met de burger, de klachtenbehandeling, …).
Het bestek bevat verder bepalingen op het vlak van onderaannemers, aansprakelijkheid en verzekeringen, borgtocht, prijsherzieningen, betalingstermijn, actiemiddelen voor de stad in het geval van ingebreke blijven van de concessiehouder, beëindigingsmodaliteiten, wijze van uitvoeren van het parkeerbeheer (inningsmodaliteiten, controle en handhaving, controletijdstippen en -routes), vertrouwelijkheids- en geheimhoudingsclausule, …
De offertes moeten ingediend worden uiterlijk op 31 januari 2022 om 11u via het E-tenderplatform van de federale overheid.
De gemeenteraad keurt hiervoor het bestek in bijlage goed.
De kosten voor deze opdracht worden in mindering gebracht van de ontvangsten. De ontvangsten worden geboekt op de volgende budgetcode van het exploitatiebudget 701025/022000. De inkomsten worden geraamd op 615.483,30 euro voor 2022. De simulaties voor de volgende boekjaren worden opgenomen in het meerjarenplan.
Raadslid Dirk Stroobandt dient volgend amendement in:
in het bestek wordt elke vermelding of verwijzing naar het parkeergeleidingssysteem en/of de sensoren daarvoor geschrapt.
De stemming over het amendement heeft volgend resultaat:
Met 4 stemmen voor (Annick Verstraete, Dirk Stroobandt, Eva Martens, Kristof Van den Berghe), 29 stemmen tegen (Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Trees Van Hove, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Marleen Vanlerberghe, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Nathalie Lambrecht, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Ortwin Depoortere, Peter De Maertelaere, Willy Planckaert), 2 onthoudingen (Freija Dhondt, Paul Soetaert)
Het amendement is verworpen.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het bestek met als voorwerp ‘concessieovereenkomst parkeerbeheer op het grondgebied van Deinze voor de periode 1 juli 2022 tem 30 juni 2032’ met referentie 2021/484-MOB-PARKEERBEHEER goed.
Artikel 2
Er wordt gekozen om de concessieovereenkomst te gunnen met toepassing van de concessiewet van 17 juni 2016.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Karlien De Paepe, Olaf Evrard (raadsleden), Filip Vervaeke (schepen), Bart Vermaercke (raadslid), Jan Vermeulen (burgemeester)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De voorgestelde samenwerkingsovereenkomst met dierenasiel Leiestreek vzw.
Bijkomende voorwaarden voor samenwerking.
Nu de samenwerking met Folyfoot beëindigd is, hebben we nood aan een nieuwe partner voor structurele opvang van de gevonden of verloren gelopen dieren.
Dierenasiel de Leiestreek uit Zwevegem heeft een goede naam en heeft de capaciteit om met ons samen te werken. Zij vangen alle diersoorten op.
Voor een samenwerking hanteren zij volgende tarieven:
- 0,30 euro (incl. btw) per inwoner per jaar (voor 2022 zal dit neerkomen op een totaalbedrag van 13.177 euro)
- bijkomende vergoeding voor het transport van de dieren: 40 euro/rit (heen en terug) excl. btw. Indien de afstand tot de enkele rit meer dan 25 km bedraagt, wordt er 0,80 euro per bijkomende km aangerekend.
We stellen voor om eerst een contract af te sluiten van 1 jaar, en na positieve evaluatie eventueel over te schakelen naar een contract van onbepaalde duur.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht. Het krediet om deze beslissing uit te voeren is voorzien op:
| budget |
exploitatie |
| jaar |
2022 |
| beleidsitem |
047000 - Dierenbescherming |
| algemene rekening |
649200 - Samenwerkingsovereenkomsten |
| krediet |
8.785 euro (zie hieronder via aanpassing meerjarenplan) |
Het tekort van 4.392 euro zal voorzien worden door middel van aanpassing van de meerjarenplanning 2022/1.
De vergoeding voor de transportkosten is ook nog niet voorzien. Dit wordt meegenomen in de aanpassing van de meerjarenplanning 2022/1
Artikel 1
De gemeenteraad beslist om een samenwerkingsovereenkomst voor 2022 af te sluiten met dierenasiel Leiestreek. Na een positieve evaluatie kan eventueel overgeschakeld worden naar een contract van onbepaalde duur.
Artikel 2
De tekst van de samenwerkingsovereenkomst, zoals in bijlage geviseerd, zal aangepast worden als volgt:
3. Duur van de samenwerking
De samenwerking vangt aan op het moment van goedkeuring door de gemeenteraad (zitting van 16 december 2021) en wordt aangegaan voor 1 jaar, van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022.
Na een positieve evaluatie zal eventueel overgegaan worden naar een contract van onbepaalde duur. Deze overeenkomst is door beide partijen opzegbaar, mits een vooropzeg van drie maanden.
Artikel 3
Een kopie van deze beslissing wordt overgemaakt aan de financieel directeur.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
De gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994, artikel 173.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 41, 2de lid, 14°, over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het besluit van de gemeenteraad van 27 augustus 2020 over het vaststellen van het retributiereglement voor de plaatsing en ophaling van asbestcontainers bij landbouwers.
De brief van IVM van 8 november 2021 over het project bronophaling asbest.
Sinds de zomer van 2020 kunnen landbouwers via een project van IVM tegen een voordelige prijs de plaatsing van 1 of 2 containers voor asbestgolfplaten aanvragen. Als deze gevuld zijn, worden ze opgehaald. Dit project wordt gesubsidieerd door de OVAM.
Het project was initieel voorzien tot eind maart 2022. Door de COVID-maatregelen heeft het project echter enkele maanden stilgelegen. IVM heeft van de OVAM toestemming gekregen om het project te verlengen tot eind maart 2023.
Recent heeft de Vlaamse Regering een Protocol gesloten met de landbouwsector, waardoor landbouwers kosteloos asbestplaten kunnen laten ophalen. Aangezien ophaling via het Protocol gratis is, lijkt het aangewezen om landbouwers in eerste instantie hiernaar door te verwijzen.
Omwille van bovenstaande gaat de OVAM akkoord om de doelgroep te wijzigen. KMO's, verenigingen en lokale besturen die beschikken over kleine asbestdaken kunnen voortaan ook gebruik maken van de mogelijkheid om twee containers te bestellen om asbestplaten af te voeren (tegen betaling van 170 euro per stuk).
Voorwaarde is dat de aanvrager beschikt over een vestiging gelegen in Deinze met een gebouw dat, door de bouw in de periode vóór 1998, asbesthoudende golfplaten bevat. Er worden per locatie maximum 2 containers geleverd. (maximum 400 m² of 30 m³)
De werkwijze is analoog als bij de landbouwers:
De KMO/vereniging doet een aanvraag.
De stad controleert of aan de voorwaarden voor deelname voldaan is. Indien de aanvrager niet in aanmerking komt, zal de stad hem/haar op de hoogte brengen.
Als alle voorwaarden wel voldaan zijn, stuurt de stad een betalingsverzoek.
Na ontvangst van de betaling stuurt de stad het aanvraagformulier door naar IVM door en mag de aanvrager zijn/haar gratis persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) ophalen bij de gemeente.
De ophaler communiceert met de aanvrager over de aanlevering van de containers. Als alles opgehaald is, factureert de ophaler aan IVM.
IVM betaalt de totaalfactuur en verrekent de OVAM-subsidies. Het restbedrag, dat normaal minder zal bedragen dan 170 euro per container, wordt gefactureerd aan de stad. Het bedrag dat de stad ontvangt van de aanvrager (170 euro) dient voor het dekken van de kosten voor de PBM’s, restbedrag factuur ophaler en eventuele administratieve kosten.
De ontvangsten van deze beslissing zullen geboekt worden op:
| meerjarenplan 2020-2025 | Exploitatie |
| jaar | 2022 en 2023 |
| beleidsitem | 030900 - Overig afval- en materialenbeheer |
| algemene rekening | 700260 - Ophalen afval |
| actie | geen |
| krediet | toereikend |
Periode
Artikel 1
Er wordt voor een termijn aanvangend op 1 januari 2022 en eindigend op 31 maart 2023 een retributiereglement geheven op de plaatsing en ophaling van asbestcontainers bij landbouwers, KMO's, verenigingen en lokale besturen.
Schuldenaar
Artikel 2
De retributie is verschuldigd door de aanvrager die moet voldoen aan volgende voorwaarden:
Tarieven
Artikel 3
De retributie wordt als volgt vastgesteld:
Wijze van betaling
Artikel 4
De retributie moet overgeschreven worden op het voorziene rekeningnummer van de stad Deinze. Na controle van het aanvraagformulier door de stedelijke dienst zal de aanvrager hiervoor een betalingsverzoek/factuur ontvangen.
Maatregelen bij weigering van betaling
Artikel 5
Bij weigering of nalatigheid om de retributie te betalen, geschiedt de invordering volgens de regels van de burgerlijke rechtspleging voor het betwiste gedeelte.
Voor het niet-betwiste gedeelte van de niet-fiscale vorderingen geschiedt de invordering overeenkomstig artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Artikel 1
Het gemeenteraadsbesluit van 27 augustus 2020 over het vaststellen van het retributiereglement voor de plaatsing en ophaling van asbestcontainers bij landbouwers wordt vanaf 1 januari 2022 opgeheven en aangepast voor wat betreft de artikels 1 en 2 en verlengd tot 31 maart 2023 als volgt:
Periode
Artikel 1
Er wordt voor een termijn aanvangend op 1 januari 2022 en eindigend op 31 maart 2023 een retributiereglement geheven op de plaatsing en ophaling van asbestcontainers bij landbouwers, KMO's, verenigingen en lokale besturen.
Schuldenaar
Artikel 2
De retributie is verschuldigd door de aanvrager die moet voldoen aan volgende voorwaarden:
Artikel 2
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd, aan de betrokken dienst belast met de toepassing van dit reglement en aan IVM.
Artikel 3
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Paul Soetaert (raadslid), Bart Van Thuyne (schepen)
De gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994, artikel 173.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 41, 2de lid, 14°, over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 november 2019 houdende de vaststelling van het retributiereglement op de verkoop van asbestzakken en veiligheidskits.
De brief van IVM van 8 november 2021 over het project bronophaling asbest.
In 2020 startte een project van de intercommunale IVM rond bronophaling van asbest. Inwoners kunnen via de gemeente asbestplaatzakken/bigbags aankopen waarin asbestplaten verzameld kunnen worden. De kostprijs voor ophaling en verwerking wordt gesubsidieerd via OVAM. Bij de zakken worden twee gratis beschermingskits en een informatiefolder meegeleverd, bijkomende kits kunnen indien gewenst aangekocht worden. Het project was initieel voorzien tot 31 maart 2022. Door de COVID-maatregelen heeft het project echter enkele maanden stilgelegen. IVM heeft van de OVAM toestemming gekregen om het project te verlengen tot eind maart 2023.
De werkwijze wijzigt niet.
De ontvangsten van deze beslissing zal geboekt worden op:
| meerjarenplan 2020-2025 | Exploitatie |
| jaar | 2022 en 2023 |
| beleidsitem | 030000 - Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval |
| algemene rekening | 700000 - Opbrengsten: diverse verkoop |
| actie | geen |
| krediet | toereikend |
Periode
Artikel 1
Er wordt voor een termijn aanvangend op 1 april 2022 en eindigend op 31 maart 2023 een retributiereglement geheven op de verkoop van asbestzakken en beschermingskits.
Schuldenaar
Artikel 2
De retributie is verschuldigd door inwoners van Deinze, die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de stad Deinze.
Tarieven
Artikel 3
De retributie wordt als volgt vastgesteld:
Wijze van betaling
Artikel 4
De retributie moet contant betaald worden bij afhaling van de zakken en/of beschermingskits. Een kwitantie wordt afgeleverd.
Maatregelen bij weigering van betaling
Artikel 5
Bij weigering of nalatigheid om de retributie te betalen, geschiedt de invordering volgens de regels van de burgerlijke rechtspleging voor het betwiste gedeelte.
Voor het niet-betwiste gedeelte van de niet-fiscale vorderingen geschiedt de invordering overeenkomstig artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Artikel 1
Het retributiereglement op de verkoop van asbestzakken en beschermingskits, goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 november 2019, wordt verlengd voor een termijn aanvangend op 1 april 2022 en eindigend op 31 maart 2023.
Artikel 2
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd, aan de betrokken dienst belast met de toepassing van dit reglement en aan IVM.
Artikel 3
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Annick Verstraete (raadslid), Filip Vervaeke (schepen)
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, meer specifiek de artikels 1, 2 en 3.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikels 40 en 41 over de bevoegdheid van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2020 over het subsidiereglement voor het nemen van handelskernversterkende maatregelen (periode 2021).
Het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2020 over het subsidiereglement inzake renovatie en verfraaiing van handelspanden in het centraal winkelgebied (periode 2021-2025).
Het subsidiereglement voor renovatie en verfraaiing van handelspanden in het centraal winkelgebied.
Het aanvraagformulier voor het bekomen van de subsidie voor renovatie en verfraaiing van handelspanden in het centraal winkelgebied.
Plan centraal winkelgebied en kernwinkelgebied.
Advies ADV/2021/229 van Steven Vandeputte van 08 december 2021: Gunstig
Het decreet integraal handelsvestigingenbeleid verwacht van de steden en de gemeenten dat zij inspanningen leveren voor het voeren van een kernversterkend winkelbeleid. In het strategisch commercieel plan van 2014, goedgekeurd door de gemeenteraad van 26 februari 2015, werd het kernwinkelgebied en het centraal winkelgebied afgebakend.
De stad Deinze wil zich verder profileren als winkelstad waarbij de handel geconcentreerd wordt in de stadskern en nam hiervoor al een aantal handelskernversterkende maatregelen om bestaande handelspanden te ondersteunen in hun commerciële aantrekkingskracht en om hun handelspositie in het centraal winkelgebied en het kernwinkelgebied te versterken.
Er was een subsidiereglement voor het toekennen van een subsidie voor het nemen van handelskernversterkende maatregelen, in samenwerking met VLAIO, voor het kernwinkelgebied.
Er werd aanvullend een afzonderlijk subsidiereglement opgemaakt voor de renovatie en verfraaiing van handelspanden in het centraal winkelgebied, om zo commerciële aantrekkingskracht buiten het kernwinkelgebied te bevorderen.
Het bestaande subsidiereglement voor het toekennen van een subsidie voor het nemen van handelskernversterkende maatregelen, in samenwerking met VLAIO, loopt op 31 december 2021 af. Hierdoor zal het kernwinkelgebied geen aanspraak meer kunnen maken op deze handelskernversterkende maatregelen.
Het is wenselijk dat deze handelskernversterkende maatregelen beschikbaar blijven, ook voor het kernwinkelgebied. Vandaar dat het subsidiereglement voor de renovatie en verfraaiing van handelspanden in het centraal winkelgebied wordt uitgebreid met het kernwinkelgebied.
Het krediet om deze beslissing uit te voeren is voorzien op:
| meerjarenplan 2020-2025 |
Exploitatie |
| jaar |
2022 |
| beleidsitem |
050000 - Handel en middenstand |
| algemene rekening |
649000 - algemene werkingssubsidies aan personen |
| kostenplaats |
RENOVHP |
| krediet |
100.000 euro |
Begrippenkader
Artikel 1 - Definities
Voor de toepassing van dit reglement verstaan we onder:
Handelszaak:
elke commerciële onderneming waarvoor een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) is vereist en die de uitoefening van een kleinhandel tot hoofddoel heeft.
Handelspand:
het onroerend goed, waarin de handelszaak wordt uitgebaat, met uitsluiting van alle delen die niet uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de uitbating van de handelszaak.
Handelaar:
de uitbater, natuurlijke of rechtspersoon, van de handelszaak.
Eigenaar:
hij die kan aantonen door aflevering van een kopie van de notariële akte of onderhandse koopovereenkomst dat hij eigenaar is of vruchtgebruiker van het bewust pand.
Commerciële ruimte (of netto handelsoppervlakte):
de oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van de niet overdekte oppervlakten.
Centraal winkelgebied en kernwinkelgebied:
afgebakend volgens het strategisch commercieel plan, zie bijlage bijgevoegd bij het reglement.
Gevelrenovatie:
de werkzaamheden verricht door ambachtslui en/of erkende aannemers, die tot doel hebben de voor- en/of zijgevel (uitgezonderd wachtgevel) van een bestaand handelspand binnen het doelgebied te renoveren.
Renovatie:
de werkzaamheden verricht door ambachtslui en/of erkende aannemers, die tot doel hebben een bestaand handelspand binnen het doelgebied (beter) geschikt te maken voor de uitbating van een handelszaak.
Toegankelijkheid verhogen:
het uitvoeren van structurele, duurzame aanpassingswerken of het aanbrengen van middelen die de toegankelijkheid van het publieksgedeelte van het pand mogelijk maken of vergemakkelijken voor personen met een beperking.
Toepassingsgebied
Artikel 2 - Begunstigden
Eigenaars en uitbaters van bestaande handelspanden in het centraal winkelgebied en het kernwinkelgebied (uit strategisch commercieel plan, zie bijlage bijgevoegd bij het reglement).
Artikel 3 - Algemene voorwaarden
§1. De subsidie betreft enkel handelspanden:
§2. Het handelspand moet ten minste 3 jaar na uitkering van de subsidie zonder onderbreking een handelszaak herbergen en het daarbij horend handelspand of een handelsfonds mag niet verkocht worden zoniet moet de subsidie worden teruggestort.
§3. Werken komen enkel in aanmerking voor subsidiëring voor zover
Artikel 4 - Uitgesloten van de subsidie
Komen niet in aanmerking voor de subsidie:
HOOFDSTUK 1.1: SUBSIDIE VOOR GEVELRENOVATIE OF RENOVATIE EN INRICHTING VAN BESTAANDE HANDELSPANDEN
Artikel 5 - Doel
Deze toelage heeft als doel de stedelijke aantrekkingskracht verder te verhogen en zo de uitstraling, kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van handelspanden en het openbaar domein te verbeteren. De toelage wordt uitsluitend uitbetaald indien het een duurzame handelszaak betreft die de uitstraling en de kwaliteit van het straatbeeld opwaardeert en de ruimtelijke kwaliteit van het handelsapparaat verhoogt.
Artikel 6 - Bedrag van de toelage
§1. De stad Deinze verleent een éénmalige toelage van max. 80% van de aantoonbare kosten met een max. van € 8.000 excl. btw voor gevelrenovatie of renovatie en inrichting van een bestaande handelszaak en dit voor zover voldaan wordt aan de voorwaarden die in dit reglement zijn opgenomen.
Artikel 7 - Subsidieerbare werken gevelrenovatie
§1. Volgende werken die de renovatie en/of verfraaiing van de gevel van een handelspand tot gevolg hebben, komen in aanmerking voor de subsidie:
§2. Volgende werken worden uitdrukkelijk uitgesloten van subsidiëring:
§3. Andere werken die betrekking hebben op de renovatie van de voorgevel kunnen enkel mits toestemming van het college van burgemeester en schepenen in aanmerking komen voor de subsidie.
Artikel 8 - Bijkomende voorwaarden
§1. De gevel moet steeds in zijn totaliteit gerenoveerd worden.
§2. De aanvrager is verplicht alle niet-relevante uithangborden, onvergunde reclamepanelen en andere onvergunde gevelconstructies te verwijderen.
Artikel 9 - Subsidieerbare werken voor renovatie en inrichting
§1. Volgende werken die de renovatie en/of inrichting van een bestaand handelspand tot gevolg hebben, komen in aanmerking voor de subsidie:
&2. Volgende werken worden uitdrukkelijk uitgesloten van subsidiëring;
HOOFDSTUK 1.2: SUBSIDIE VOOR HET AANPASSEN OF VERBOUWEN VAN HANDELS-ZAKEN IN FUNCTIE VAN HET VERHOGEN VAN DE TOEGANKELIJKHEID VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING
Artikel 10 - Doel
Deze toelage heeft als doel de handelszaken zowel vanop het openbaar domein als binnenin toegankelijk te maken voor mensen met een beperking.
Artikel 11 - Voorwaarden
Voldaan werd aan de volgende criteria voor toilet:
Voldaan wordt aan het volgende criteria voor inkom:
Voldaan wordt aan de volgende criteria voor dorpel:
Artikel 12 - Bedrag van de toelage
§1. De stad Deinze verleent een éénmalige toelage van max. 80% van de aantoonbare kosten met een max. van € 4.000 excl. btw voor het aanpassen of verbouwen van een bestaande handelszaak in functie van de toegankelijkheid voor personen met een beperking en dit voor zover voldaan wordt aan de voorwaarden die in dit reglement zijn opgenomen.
Artikel 13 - Subsidieerbare werken
§1. Volgende werken komen in aanmerking voor de subsidie:
HOOFDSTUK 2: AANVRAAGPROCEDURE VOOR ALLE SUBSIDIES UIT DIT REGLEMENT
Artikel 14 - Aanvraagdossier
§ 1. De subsidie kan enkel aangevraagd worden via het daartoe voorziene aanvraagformulier.
Dit formulier kan verkregen worden op de dienst Omgeving - afdeling lokale economie (Dienstencentrum Leiespiegel – Brielstraat 2 – 9800 Deinze) of online via de website van de stad Deinze.
§2. Het aanvraagformulier dient volgende documenten en gegevens te bevatten:
1. kopieën van de gedetailleerde rechtsgeldige facturen (op naam van de aanvrager) die betrekking hebben op de werken die uitgevoerd zijn door een aannemer of op de aankoop van materialen die door de aanvrager zelf zijn verwerkt of geplaatst. De facturen worden aanvaard indien de werken en/of materialen en de daarbij behorende afzonderlijke bedragen in detail worden weergegeven;
2. betalingsbewijzen: enkel bankafschriften naar het rekeningnummer van de aannemer die factureert of een bankafschrift in geval van betaling met bancontact (bv. Betaling bij een doe-het-zelfzaak) worden aanvaard;
3. gedetailleerde oplijsting en prijsaanduiding van de verschillende werken en/of materialen;
4. genummerde kleurenfoto’s van het pand vóór en na de werken;
5. ondernemingsnummer van de operationele handelszaak met inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen met een vestiging op het adres van het gerenoveerde pand;
6. kopie van de handelshuurovereenkomst, indien van toepassing;
7. indien de aanvrager de huurder-handelaar is:
Artikel 15 - Ontvankelijkheid
Het aanvraagdossier is ontvankelijk als het volledig ingevuld en ondertekend is en alle gevraagde documenten en gegevens werden bijgevoegd. De ontvankelijkheidsverklaring wordt binnen de 20 werkdagen na indiening van het dossier aan de aanvrager bezorgd.
HOOFDSTUK 3: BEOORDELING VAN DE AANVRAAG
Artikel 16 - Beslissing
§1. Het college van burgemeester en schepenen beslist op advies van de bevoegde stedelijke dienst Omgeving de aanvraag principieel goed te keuren of te weigeren, en deelt binnen 2 maanden na indiening van de ontvankelijke aanvraag zijn beslissing schriftelijk mee aan de aanvrager.
§2. Het college van burgemeester en schepenen behoudt zich het recht voor om alle onderzoeken uit te voeren die vereist zijn voor de behandeling van de aanvraag. Indien de aanvrager hierbij zijn medewerking weigert, vervalt het recht op de subsidie.
HOOFDSTUK 4: AANVRAAGTERMIJN SUBSIDIE
Artikel 17 - Aanvraag
Voor de aanvraag van de subsidie: max. 9 maand na het beëindigen van de werken.
HOOFDSTUK 5: BEREKENING SUBSIDIE
Artikel 18 - Subsidiebedrag
§1. Het feitelijke subsidiebedrag wordt berekend op basis van de voorgelegde en aanvaarde facturen, exclusief btw.
§2. Sommige facturen kunnen (gedeeltelijk) geweigerd worden omdat de werkzaamheden waarop ze betrekking hebben niet in aanmerking komen. Daarom is het belangrijk dat de aanvrager op de facturen aanduidt welke werken in aanmerking komen. Facturen die onduidelijk zijn of waarvan niet af te leiden valt over welke werken het precies gaat worden niet aanvaard.
§3. Kastickets, bewijzen van cashbetalingen, bestelbons e.d. worden niet aanvaard.
§4. De facturen mogen niet ouder zijn dan 1 jaar (te rekenen vanaf de datum van indiening).
HOOFDSTUK 6: UITBETALING
Artikel 19 - Uitbetaling
§1. De subsidie kan pas uitbetaald worden als aan elk van volgende voorwaarden is voldaan:
§2. Na een positieve beslissing wordt de subsidie, binnen de 2 maanden uitbetaald door overschrijving op het rekeningnummer van de gerechtigde(n).
HOOFDSTUK 7: VERVAL VAN RECHT OP SUBSIDIE
Artikel 20 - Vervalbepalingen
Het recht op de subsidie en bij uitbreiding alle door de stad aangegane verbintenissen, vervallen van rechtswege wanneer tussen de aanvraag en de uitbetaling van de subsidie één van volgende feiten plaatsvindt:
HOOFDSTUK 8: VERBINTENISSEN EN TERUGBETALING
Artikel 21 - Verbintenissen en terugbetaling
§1. Controle gegevens
De aanvrager geeft toestemming aan het Stadsbestuur om alle onderzoeken te laten verrichten vóór, tijdens en na de procedure van de subsidieaanvraag. Weigering van medewerking aan het onderzoek brengt verval van het recht op subsidie met zich mee.
Het niet verstrekken van de nodige gegevens voor controle of het opgeven van onjuiste gegevens, kan leiden tot het verval van het recht op subsidie, tot een beperking van het subsidiebedrag, of tot een terugvordering van de subsidie.
§2. Terugvorderen subsidie
De aanvrager verbindt er zich toe het bedrag van de subsidie terug te betalen indien er binnen de 3 jaar na goedkeuring van de subsidie door het college van burgemeester en schepenen in het handelspand geen handelszaak meer aanwezig is.
§3. Verrekening subsidie
Indien de begunstigde van de subsidie nog openstaande schulden heeft aan het Stadsbestuur, behoudt deze laatste het recht de subsidie te verrekenen met de openstaande schuld.
HOOFDSTUK 9: CUMULEERBAARHEID
Artikel 22 - Cumuleerbaarheid
Volgende subsidies van het huidig reglement zijn cumuleerbaar:
HOOFDSTUK 10: GELDIGHEIDSDUUR
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022 en is geldig tot en met 31 december 2025.
Artikel 1
Voor een termijn aanvangend op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2025 wordt een aanpassing in het subsidiereglement doorgevoerd voor het toekennen van een subsidie voor de renovatie en verfraaiing van handelspanden.
Artikel 2
Het aanvraagformulier, zoals in bijlage geviseerd, voor het bekomen van de subsidie opgenomen in artikel 1, wordt goedgekeurd.
Artikel 3
Het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2020 over het subsidiereglement inzake renovatie en verfraaiing van handelspanden in het centraal wordt opgeheven vanaf 1 januari 2022 en vervangen door dit besluit.
Artikel 4
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd en aan de betrokken dienst belast met de toepassing van dit reglement.
Artikel 5
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen en latere wijzigingen.
Het decreet van 9 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 56 en 57 over de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De notulen van het schepencollege van 9 maart 2021.
Het openbaar onderzoek van 28 oktober 2021, 9u tot en met 27 november 2021, 9u.
Het advies van de stedelijke cultuurraad van 26 november 2021.
Het proces-verbaal van 29 november 2021.
De situatiekaart.
Het stratenplan.
Er is vastgesteld dat een straatgedeelte geen naam heeft in Vinkt. Het betreft een straatgedeelte dat in het verlengde ligt van de Kleitestraat op grondgebied van Aalter. Voor navigatiedoeleinden en hulpdiensten is het altijd beter dat elke weg een officiële naam heeft. In dit stuk weg liggen er geen woningen of bedrijven.
Het schepencollege heeft beslist een openbaar onderzoek op te starten om het naamloze gedeelte de nieuwe naam Kleitestraat toe te kennen. Dit vormt dan 1 geheel met de straat in Aalter.
Het openbaar onderzoek werd tussen 28 oktober 2021, 9u en 27 november 2021, 9u georganiseerd.
De stedelijke cultuurraad adviseert positief.
Het proces-verbaal vermeldt geen bezwaren.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De naamloze straat in Vinkt dat in het verlengde ligt van de Kleitestraat in Aalter krijgt de naam Kleitestraat.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen en latere wijzigingen.
Het decreet van 9 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 56 en 57 over de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De adviezen van de erfgoedcommissie van 9 oktober 2020.
Het emailbericht met nieuw naamvoorstel.
De notulen van het schepencollege van 17 november 2020, 9 februari 2021, 23 februari 2021 en 19 oktober 2021.
Het openbaar onderzoek van 28 oktober 2021 vanaf 9.00 uur tot en met 27 november 2021 om 9.00 uur.
De adviezen van de stedelijke cultuurraad van 24 november 2021.
Het proces-verbaal van 29 november 2021, 9.00 uur.
De situatiekaarten.
Een trage weg is een pad bedoeld voor langzaam verkeer zoals bv voetgangers en fietsers. Deinze heeft verschillende trage wegen en geleidelijk aan krijgen alle trage wegen een straatnaam. De naamgeving valt onder dezelfde wetgeving als gewone wegen.
Het college van burgemeester en schepenen besliste op 17 november 2020, 9 februari 2021, 23 februari 2021 en 19 oktober 2021 dat een openbaar onderzoek kan opgestart worden voor de nieuwe naam Graanlei aan de trage weg langs de Leie op de site van de Molens van Deinze aan de Tolpoortstraat in Deinze. De naam refereert naar het graan dat gebruikt werd in de Molens van Deinze.
Het openbaar onderzoek werd tussen 28 oktober 2021, 9.00 u. en 27 november 2021, 9.00 u. georganiseerd.
De stedelijke cultuurraad adviseert positief.
Het proces-verbaal vermeldt geen bezwaren.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De trage weg langs de Leie op de site van de Molens van Deinze aan de Tolpoortstraat in Deinze krijgt de nieuwe naam Graanlei.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen en latere wijzigingen.
Het decreet van 9 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 56 en 57 over de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De adviezen van de erfgoedraad van 17 mei 2019 en 25 februari 2021.
Het emailbericht van Veneco van 3 februari 2021.
De notulen van het schepencollege van 16 maart 2021.
Het openbaar onderzoek van 28 oktober 2021 vanaf 9.00 uur tot en met 27 november 2021 om 9.00 uur.
De adviezen van de stedelijke cultuurraad van 26 november 2021.
Het proces-verbaal van 29 november 2021, 9.00 uur.
De situatiekaart.
Een trage weg is een pad bedoeld voor langzaam verkeer zoals bv voetgangers en fietsers. Deinze heeft verschillende trage wegen en geleidelijk aan krijgen alle trage wegen een straatnaam. De naamgeving valt onder dezelfde wetgeving als gewone wegen.
Het college van burgemeester en schepenen besliste op 16 maart 2021 dat een openbaar onderzoek kan opgestart worden voor de naam Prijkelboswegel aan de trage weg in het industrieterrein De Prijkels in Petegem. De naam refereert naar de naam van het industrieterrein.
Het openbaar onderzoek werd tussen 28 oktober 2021, 9.00 uur en 27 november 2021, 9.00 uur georganiseerd.
De stedelijke cultuurraad adviseert positief.
Het proces-verbaal vermeldt geen bezwaren.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De trage weg in het industrieterrein de Prijkels in Petegem krijgt de nieuwe naam Prijkelboswegel.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen en latere wijzigingen.
Het decreet van 9 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 56 en 57 over de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De notulen van het schepencollege van 9 maart 2021, 20 april 2021 en 26 oktober 2021.
Het openbaar onderzoek van 28 oktober 2021 vanaf 9.00 uur tot en met 27 november 2021 om 9.00 uur.
Het advies van de stedelijke cultuurraad van 26 november 2021.
Het proces-verbaal van 29 november 2021, 9.00 uur.
De situatieschets en -plan.
Begin 2021 is de aanleg gestart van de fietsbrug over de N35 ter hoogte van de Volhardingslaan in Deinze. Het college heeft gekozen om een naam te zoeken via een participatief proces.
Via het particpatieplatform goedgezegd.deinze.be en een invulstrook in D17 kon elke burger een voorstel indienen. Na een technische filtering bleven 6 naamvoorstellen over: Torckbrug, Beeusaertbrug, Libor Slockbrug, Aurorebrug, Jacques Roggebrug en Engelenbrug.
De erfgoedraad gaf hun advies door aan een jury samengesteld uit twee vertegenwoordigers van het college, één vertegenwoordiger van het AWV, een vertegenwoordiger van de provincie Oost-Vlaanderen en één vertegenwoordiger van de cultuurraad.
De jury gaf elk naamvoorstel een score van 1 tot 6 punten (score 6 is de naam die de meeste voorkeur heeft).
Hierna het resultaat van de stemming:
| Voorstel Naam |
jurylid 1 |
jurylid 2 |
jurylid 3 |
jurylid 4 |
jurylid 5 |
Totaal |
| Jacques Roggebrug |
6 |
6 |
1 |
5 |
5 |
23 |
| Engelenbrug |
5 |
4 |
6 |
4 |
1 |
20 |
| Torckbrug |
1 |
3 |
3 |
6 |
6 |
19 |
| Libor Slockbrug |
2 |
5 |
4 |
1 |
4 |
16 |
| Aurorebrug |
4 |
2 |
5 |
2 |
2 |
15 |
| Beeusaertbrug |
3 |
1 |
2 |
3 |
3 |
12 |
Het schepencollege heeft beslist een openbaar onderzoek op te starten voor de naam Jacques Roggebrug.
Het openbaar onderzoek werd tussen 28 oktober 2021, 9.00 uur en 27 november 2021 9.00 uur georganiseerd.
De stedelijke cultuurraad adviseert positief.
Het proces-verbaal vermeldt geen bezwaren.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
In Deinze krijgt de nieuwe fiets- en voetgangersbrug over de N35 ter hoogte van de Volhardingslaan de naam Jacques Roggebrug.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen en latere wijzigingen.
Het decreet van 9 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 56 en 57 over de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het voorstel van Tuupetegoare van 18 november 2020.
Het advies van AWV van 11 februari 2021.
Het advies van Infrabel van 11 februari 2021.
Het advies van Noodcentrale van 22 februari 2021.
De notulen van het schepencollege van 23 februari 2021.
Het openbaar onderzoek van 28 oktober 2021 vanaf 9:00 uur tot en met 27 november 2021 om 9:00 uur.
Het advies van de stedelijke cultuurraad van 26 november 2021.
Het proces-verbaal van 29 november 2021, 9:00 uur.
Het situeringsplan.
Het Hansbeeks collectief Tuupetegaore heeft op eigen houtje een volksbevraging gedaan onder de Hansbekenaren om de tunnel aan de nieuwe rondweg een naam te geven. Uit deze volksbevraging is het voorstel van de Reisduiftunnel gekomen. Het is een mooi eerbetoon aan het gelijknamige legendarisch café uit het dorp, bezongen in het liedje van Johan Verminnen. Tegelijkertijd is het ook een ode aan de vele duivenmelkers die deze streek kende en aan dit soort dorpscafees die steeds zeldzamer worden.
Aan de noodcentrale Oost-Vlaanderen, Infrabel (TUC RAIL) en Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) werd een pre-advies opgevraagd: er zijn geen opmerkingen voor deze naamgeving.
Het schepencollege kon zich vinden in dit voorstel en besliste een openbaar onderzoek op te starten voor deze nieuwe naamgeving.
Het openbaar onderzoek werd tussen 28 oktober 2021, 9:00 uur en 27 november 2021 9:00 uur georganiseerd.
De stedelijke cultuurraad adviseert positief.
Het proces-verbaal vermeldt geen bezwaren.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De nieuwe tunnel aan de rondweg in Hansbeke krijgt de naam Reisduiftunnel.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen en latere wijzigingen.
Het decreet van 9 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 56 en 57 over de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De situatiekaart en stratenplan.
Fiche eigenaar woonhuis Vaarzeelstraat 13 9800 Deinze.
De notulen van het schepencollege van 9 maart 2021.
Het openbaar onderzoek van 28 oktober 2021, 9:00 u tot en met 27 november 2021, 9:00 u.
De brief aan de grondeigenaars van het desbetreffende straatgedeelte.
De brief aan de eigenaars van het enige leegstaand woonhuis met adres Vaarzeelstraat 13 9800 Deinze.
Het advies van de stedelijke cultuurraad van 26 november 2021.
Het proces-verbaal van 29 november 2021, 9:00 u.
Ter hoogte van de deelgemeentegrens tussen Vinkt en Meigem gaat de Markettestraat over in de Vaarzeelstraat zonder dat er daar een kruispunt is.
De straatnaamsituatie zou overzichtelijker zijn indien dit kort stukje Vaarzeelstraat ook Markettestraat zou noemen. In dit straatgedeelte staat er slechts 1 woning die momenteel niet bewoond is: Vaarzeelstraat 13 9800 Deinze. Bijgevolg is de hinder hier zeer beperkt. Deze woning krijgt als nieuw adres Markettestraat 34 9800 Deinze.
Het schepencollege besliste een openbaar onderzoek te laten opstarten voor deze straatnaamwijziging. Eigenaars van de woning en grondeigenaars van het desbetreffende straatgedeelte werden aangeschreven en op de hoogte gebracht over deze straatnaamwijziging.
Het openbaar onderzoek werd tussen 28 oktober 2021, 9:00 u en 27 november 2021, 9:00 u georganiseerd.
De stedelijke cultuurraad adviseert positief.
Het proces-verbaal vermeldt geen bezwaren.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
Er wordt een straatnaamwijziging doorgevoerd van Vaarzeelstraat naar Markettestraat in Vinkt (straatgedeelte ter hoogte van huisnummer 13).
Artikel 2
Het enige adres wordt gewijzigd van Vaarzeelstraat 13 naar Markettestraat 34 9800 Deinze en gaat direct in. De eigenaars van deze woning krijgen een gratis huisnummerplaatje.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters.
Besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 houdende de procedures voor de aanvraag en de toekenning van de vergunning en de subsidies voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters.
Besluit van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang
Besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2021 tot wijziging van de regelgeving over de voorwaarden en procedure in het kader van de toekenning van een vergunning of subsidie aan een organisator van kinderopvang en buitenschoolse opvangen, over voorwaarden voor het lokaal bestuur in het kader van het lokaal beleid kinderopvang.
De procedure voor de aanvraag van een opportuniteitsadvies bij het lokaal bestuur.
De criteria voor het geven van een opportuniteitsadvies.
Het blanco document opportuniteitsadvies.
Het positief advies van de Adviesraad kinderopvang van 24 november 2021.
Tot op heden voorziet de regelgeving dat een organisator kinderopvang van baby's en peuters die een vergunning voor kinderopvanglocatie aanvraagt een advies moet vragen aan het lokaal bestuur. Het lokaal bestuur is niet verplicht een advies te geven en de organisator is hier niet aan gebonden en moet dit advies niet afwachten.
Door de wijzigingen van het besluit inzake toekenning van een vergunning aan een organisator van kinderopvang zal het lokaal bestuur m.i.v. 1 januari 2022 een advies moeten geven over de opportuniteit van de opvang. Dit advies moet toegevoegd worden bij de aanvraag vergunning van Opgroeien door de organisator. Het opportuniteitsadvies is niet bindend, maar de organisator moet in de vergunningsaanvraag aangeven hoe hij met de opmerkingen van het lokaal bestuur zal omgaan.
Het opportuniteitsadvies van het lokaal bestuur moet een organisator er dus toe aanzetten om na te denken en voldoende informatie in te winnen over het feit of het opportuun is om een kinderopvang op te richten op de vooropgestelde locatie.
Op die manier ontstaat er reeds voor de start van een nieuwe opvanglocatie een dialoog tussen de organisator en het lokaal bestuur en krijgt de organisator inzicht in welke mate het lokaal bestuur eventuele problemen en kansen ziet voor de organisator, rekening houdend met de lokale context en de stedenbouwkundige situatie.
In tegenstelling tot de eerder opgestelde criteria nav de uitbreidingsronde plaatsen inkomenstarief worden hier geen scores gegeven. Het lokaal bestuur geeft enkel raad. Het is een vorm van ondersteuning aan organisatoren kinderopvang.
Een organisator kinderopvang moet een opportuniteitsadvies aanvragen voor:
Vanaf 1 januari 2022 zal een organisator die wil starten dus bij het lokaal bestuur moeten aankloppen voor een opportuniteitsadvies en is het belangrijk dat het lokaal bestuur een algemeen kader klaar heeft om hierover een advies te geven. Er moeten dus vooraf criteria, alsook een procedure vastgelegd worden.
Zowel de criteria als de procedure moeten voorgelegd worden aan de Adviesraad kinderopvang en aan de gemeenteraad.
Op de adviesraad van woensdag 24 november 2021 werd alvast een positief advies gegeven.
Mits goedkeuring van de gemeenteraad zullen alle organisatoren van kinderopvang in Deinze op de hoogte gebracht worden van de vastgestelde criteria en de procedure via e-mail en via de website van Deinze.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de procedure en de criteria van het opportuniteitsadvies goed bij een aanvraag van een vergunning voor een groepsopvang vanaf 1 januari 2022.
Artikel 2
Alle organisatoren van kinderopvang in Deinze zullen op de hoogte gebracht worden van de vastgestelde criteria en de procedure via e-mail en via de website van stad Deinze.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De beslissing van de gemeenteraad van 17 december 2020.
Conform artikel 441 Decreet Lokaal Bestuur moeten bestuurders over de werking van de intergemeentelijke vereniging 2 maal per jaar verslag uitbrengen aan de gemeenteraad.
Mevrouw Annie Mervillie werd op de gemeenteraad van 17 december 2020 voorgedragen als kandidaat-bestuurder voor de bestuursperiode lopende van 1 april 2023 tot en met 31 maart 2025 en voor voordracht door de gemeente Destelbergen voorgesteld als kandidaat-deskundige voor de bestuursperiode lopende van 1 april 2021 tot en met 31 maart 2023.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van het verslag over de uitoefening van het mandaat als bestuurder bij de intergemeentelijke vereniging Veneco.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Bart Vermaercke (raadslid), Bart Van Thuyne (schepen), Eva Martens (raadslid)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De e-mail van 7 december 2021 van raadslid Bart Vermaercke.
Toelichting en motivering
Heel wat gemeenten in de omgeving organiseren jaarlijks een algemene zwerfvuilactie.
Zo waren er acties in Gavere, Lievegem, Nazarerth, Sint-Martens-Latem en Zulte.
Een harde kern van Mooimakers uit Hansbeke deed in 2021 al een schoonmaakactie in de zes voormalige deelgemeenten van Nevele.
Zo’n 50 mensen werkten enthousiast mee.
In samenwerking met de Mooimakers kan onze stad een algemene lenteschoonmaakcampagne opzetten waarbij zoveel mogelijk burgers, organisaties en verenigingen gemobiliseerd worden om mee te doen. In hun eigen straat, buurt, of deelgemeente.
Dergelijk actie vraagt ondersteuning en coördinatie vanuit verschillende diensten.
Bijlage
IVM-uitgave februari 2021, blz. 3
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad geeft opdracht aan het schepencollege om een algemene zwerfvuilactie “Lenteschoonmaak” te organiseren en te coördineren over de 17 deelgemeenten, in samenwerking met de Mooimakers.
Artikel 2
De gemeenteraadsleden engageren zich om hun eigen netwerken aan te spreken om actief mee te werken aan deze actie.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het voorstel van raadslid Bart Vermaercke om een algemene zwerfvuikactie "Lenteschoonmaak" te organiseren en te coördineren over de 17 deelgemeenten, in samenwerking met de Mooimakers niet goed.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Matthias Neirynck (raadslid), Jan Vermeulen (burgemeester), Bart Vermaercke (raadslid), Conny De Spiegelaere (schepen), Olaf Evrard (raadslid), Sofie D’hondt (schepen), kristof Van den Berghe (raadslid), Filip Vervaeke (schepen), Trees Van Hove (schepen)
Raadslid Matthias Neirynck
Communicatie burgerzaken in stedelijk infoblad D17
Heel veel Deinzenaren vragen om in het informatieblad van onze stad (D17) ook informatie vanuit de dienst bevolking (burgerlijke stand) te publiceren. Het betreft een overzicht van de jubilea, overlijdens, geboorten... Ik som hier een aantal zaken op, wat exact gepubliceerd kan worden kan nog bekeken worden. Deze wens hoor ik vaak van mensen die digitaal nog niet geletterd zijn en die nu via heel wat andere kanalen de informatie moeten verkrijgen. Een gecentraliseerd overzicht zou zinvol zijn. In bijvoorbeeld Tielt, Dentergem en Zulte is dit het geval. Er moet uiteraard eerst hiervoor schriftelijke toestemming worden gevraagd maar dit lijkt mij geen onoverkomelijk gegeven. Kan dit voor de fusiestad Deinze ook verzorgd worden in het informatieblad D17?
Raadslid Bart Vermaercke
Deinze fietswandelstad
Stad Deinze stapt mee in het project ’10.000 stappen: elke stap telt!’.
Gedurende vier jaar zetten we de nodige stappen om de gezondheid en beweging van onze inwoners te verhogen en te streven naar die 10.000 stappen per dag. Elk jaar ligt de focus op een ander aspect, om na vier jaar hopelijk ons doel te bereiken.
Website: (https://www.deinze.be/10000-stappen-elke-stap-telt)
Tien inwoners vormen samen een panel van ambassadeurs, die vertegenwoordiger zijn voor alle inwoners en groepen in stad Deinze. Zij denken mee over de inhoud van elke stap, de uitvoering en hoe we zoveel mogelijk mensen kunnen bereiken. Een drietal keer per jaar komt het panel samen om de vooruitgang te bespreken en ideeën voor te leggen aan het stadsbestuur.
In 2021 is het thema stappensignalisaties in het straatbeeld, in 2022 beweegroutes in Deinze, in 2023 zetten we in op het STOP-principe en gezonde mobiliteit en in 2024 zetten we lokale beweegacties op in samenwerking met het verenigingsleven.
Vragen:
Initieel zorgde de gemeente Nevele voor een financiële tegemoetkoming om dat stevige verlies te compenseren. Deze tegemoetkoming zou intussen uitgedoofd zijn, wat een zware financiële klap is voor o.a. BBC Hansbeke. Mutatis mutandis geldt dit ook voor de andere sportverenigingen die de oversteek van Landegem naar Nevele maakten.
LDP Donza, de fusieclub van BBC Deinze-Nazareth en BBC Latem-De Pinte, is sedert deze fusie de grootste basketbalclub van Oost-Vlaanderen en één van de vijf grootste clubs van het land. Zij trainen en spelen zowel in Deinze (Paelestra), De Pinte, Nazareth als Sint-Martens-Latem.
Vragen:
Raadslid Kristof Van den Berghe
Fietsstraat Schoolomgeving
Op 7 Juli is er afgesproken om de parkeerstroken (en belijning) in Hansbekedorp overzijde dorpsschool te verwijderen. Ondertussen liggen deze er nog altijd; waardoor er uiteraard geparkeerd wordt en een fietsstraat praktisch moeilijk uitvoerbaar is.
Ondertussen zijn we bijna halfweg het schooljaar. Wanneer zullen deze verwijderd worden?
Is er overleg en opvolging over het bestendigen, versterken en uitwerken van de fietsstraten met de scholen? Neemt de stad hier initiatief in?
Laanbomen
Eerst en vooral wil ik onze boomschepen feliciteren met de geslaagde boom-actie dit weekend. Ik hoop dat de actie jaarlijks hernomen wordt en er steeds nieuwe en creatieve manieren gevonden worden om iedereen te bereiken.
De laatste weken kwam het geregeld in het nieuws dat we dringend extra bomen moeten bijplaatsen (voornamelijk in steden/lanen/etc. o.a. om te helpen in de klimaatadaptatie)
Zoals iedereen weet dienen bomen nu geplant te worden om binnen 20 jaar schaduw te bieden voor onze kinderen en kleinkinderen.
We kijken dan ook uit naar de boomplannen per deelgemeente.
Enkele jaren geleden spraken we hier af om het kappen en herplanten van laanbomen te controleren. Ook deze die in het verleden niet nageleefd werden. Ondertussen zien we nog regelmatig enkele rijen verdwijnen en niet terug geplant worden. Wat is hier concreet reeds gebeurd en wat zijn de plannen de komende jaren?
Raadslid Matthias Neirynck
In D17 en in de lokale pers konden wij vaststellen dat het lokaal loket kinderopvang sedert 1 december operationeel is. Wij juichen dit uiteraard toe maar stellen de vraag of dit een gesubsidieerd lokaal loket betreft? Een tweede vraag is dan ook of aan alle voorwaarden werden voldaan om een subsidie te verkrijgen?
Enig artikel
De mondelinge vragen worden beantwoord.
De voorzitter sluit de zitting op 17/12/2021 om 00:08.
Namens gemeenteraad,
Stefanie De Vlieger
algemeen directeur
Tess Minnens
voorzitter van de gemeenteraad