Art. 133, 134 en 135§2 van de Nieuwe Gemeentewet.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (Bodemdecreet).
Het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2007 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (VLAREBO).
De brief van Stad Deinze aan de saneringsplichtige.
Gelet op het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (Bodemdecreet), inzonderheid op artikel 74 tot en met 82;
Op 17 december 2020 meldde de eigenaar, conform zijn wettelijke verplichting (Bodemdecreet, art. 76), aan OVAM dat in november 2020 op de grond, kadastraal bekend als DEINZE AFD16, Sectie C 127/C3 en gelegen in Veldbloemlaan 22 te 9850 Deinze, de verwijdering van een ondergrondse stookolietank aanleiding heeft gegeven tot een bodemverontreiniging. OVAM heeft deze melding schadegeval op 17 december 2020 doorgestuurd aan de stad Deinze.
Op voormelde grond wordt geen indeelde inrichting of activiteit uitgebaat. Er is geen gebruiker.
Het perceel is cfr. het gewestplan Gentse en Kanaalzone gelegen in woongebied. Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een RUP, BPA of APA.
De melding schadegeval omvat volgende omschrijving:” Stookolietank was al buiten gebruik sinds voor 2009, Nooit een officieel reinigingsattest laten maken door vorige eigenaar. Na aankoop grond meteen de stookolietank laten verwijderen met reinigingscertificaat. en vaststelling van lekkage.” Er is een bodemsaneringsdeskundige (BOVA ENVIRO+ nv, Wellingstraat 102, 9070 Destelbergen) aangesteld.
Overeenkomstig artikel 75 van het Bodemdecreet is de burgemeester van de stad Deinze de bevoegde overheid voor het betreffende schadegeval, gezien het schadegeval plaatsvond op een particuliere grond waarin geen ingedeelde inrichting of activiteit plaats vindt, noch is er op voormelde grond een beschrijvend bodemonderzoek of bodemsanering in uitvoering.
De burgemeester van de stad Deinze is van oordeel dat maatregelen noodzakelijk zijn om de bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval te behandelen. Het schadegeval valt onder het toepassingsgebied van de schadegevallenregeling vermeld in artikel 74 tot en met artikel 82 van het Bodemdecreet.
De stad Deinze is van oordeel dat volgende maatregelen moeten worden genomen om de mogelijke bodemverontreiniging te behandelen voor 8 september 2021:
Indien alle noodzakelijke maatregelen ter behandeling van de bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval niet binnen de vooropgestelde termijn van 180 dagen kunnen uitgevoerd worden, dient de bodemsaneringsdeskundige de stad Deinze en de OVAM hiervan onverwijld in kennis te stellen.
Als die maatregelen handelingen, inrichtingen of activiteiten omvatten die meldings-of vergunningsplichtig zijn krachtens titel V van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid of krachtens titel IV, hoofdstuk II, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, geldt de beslissing als meldingsakte of omgevingsvergunning.
De code van goede praktijk dient bij saneringswerkzaamheden steeds nageleefd te worden.
Artikel 1
Het schadegeval dat zich heeft voorgedaan in november 2020 op de grond, kadastraal bekend als DEINZE AFD16, Sectie C 127/C3 en gelegen in Veldbloemlaan 22 te 9850 Deinze, wordt op basis van de beschikbare informatie gekwalificeerd als een schadegeval dat valt onder het toepassingsgebied van de schadegevallenregeling, vermeld in artikel 74 tot en met 82 van het decreet van 27 oktober 2007 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming.
Artikel 2
De volgende maatregelen ter behandeling van de (mogelijke) bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval op de grond, vermeld in artikel 1, moeten worden uitgevoerd:
Deze maatregelen moeten worden uitgevoerd op initiatief en kosten van de saneringsplichtige, uiterlijk binnen honderdtachtig dagen na ontvangst van dit besluit.
Indien alle noodzakelijke maatregelen ter behandeling van de bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval niet binnen de vooropgestelde termijn van honderdtachtig dagen kunnen uitgevoerd worden, dient de bodemsaneringsdeskundige de stad Deinze en de OVAM hiervan onverwijld in kennis te stellen.
Artikel 3
Na de uitvoering van de opgelegde maatregelen, vermeld in artikel 2, moet de saneringsplichtige onder leiding van een erkende bodemsaneringsdeskundige een evaluatierapport opstellen. Het evaluatierapport dient zo spoedig mogelijk na afronding van de opgelegde maatregelen, aan de stad Deinze en aan de OVAM overgemaakt te worden.
Artikel 4
De maatregelen, vermeld in artikel 2, kunnen te allen tijde door een beslissing van de burgemeester van de stad Deinze aangepast of opgeheven worden.
Artikel 5
Indien de saneringsplichtige in gebreke blijft en niet overgaat tot uitvoering van dit bevel, heeft de burgemeester de mogelijkheid om, na aanmaning en conform de procedure in artikel 81 van het bodemdecreet, de gevraagde werken ambtshalve uit te laten voeren. Alle hiermee gepaarde kosten zullen op de in gebreke gebleven saneringsplichtige(n) verhaald worden en zullen via alle rechtsmiddelen ingevorderd worden.
Artikel 6
Overeenkomstig artikelen 14 en 19, 2e lid van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan tegen deze beslissing een beroep tot opschorting en nietigverklaring worden ingesteld bij de Raad van State, wegens overtreding van hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding of afwending van macht, binnen zestig dagen vanaf de kennisgeving of bekendmaking. Dit beroep kan worden ingesteld door middel van een aangetekend verzoekschrift dat is ondertekend door de partij of door een advocaat die is ingeschreven op de tabel van de Orde van Advocaten.
Artikel 7
Een kopie van deze beslissing wordt overgemaakt aan de politie, de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen en OVAM.
Artikel 8
Deze verordening wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 §1 1° en artikel 287 van het decreet lokaal bestuur via de webtoepassing van de stad.