Terug
Gepubliceerd op 26/02/2024

Notulen  gemeenteraad

do 25/01/2024 - 19:30 raadzaal
Aanwezig: Tess Minnens, voorzitter van de gemeenteraad
Jan Vermeulen, burgemeester
Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, schepenen
Marleen Vanlerberghe, schepen, voorzitter BCSD
Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, gemeenteraadsleden
Sylvie Claeys, waarnemend gemeenteraadslid
Stefanie De Vlieger, algemeen directeur
Verontschuldigd: Sabine Vermeulen, gemeenteraadslid
Afwezig: Eva Martens, Ortwin Depoortere, gemeenteraadsleden

De voorzitter opent de zitting op 25/01/2024 om 19:34.

Schepen Rutger De Reu neemt het woord naar aanleiding van gedichtendag.

Omwille van de verhindering van de de stadsdichter Jana Arms dragen Mateo Lava en Saar Van Hoey, studenten van de campus Sint Hendrik, het gedicht 'Eenzame Nacht' en 'Gemaskerd' voor.

 

De zitting wordt geschorst om 21.07 uur.

De zitting wordt opnieuw geopend om 21.16 uur.

  • Openbaar

    • Goedkeuren verslag vorige zitting

      • Goedkeuren notulen gemeenteraad van 21 december 2023

        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Verontschuldigd: Sören Van de Moortele, Eva Martens, Ortwin Depoortere
        Afwezig: Sabine Vermeulen
        Regelgeving

        Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        Bijlagen

        Het ontwerp van de notulen van de gemeenteraad van 21 december 2023.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Voorstanders: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Enig artikel
        De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraad van 21 december 2023 goed.

    • Secretariaat

      • Samenstelling gemeenteraad - vervanging van een gemeenteraadslid wegens verhindering - verlenging + verlenging vervanging in de raad van bestuur AGB Stad Deinze

        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Verontschuldigd: Sören Van de Moortele, Eva Martens, Ortwin Depoortere
        Afwezig: Sabine Vermeulen
        Regelgeving

        Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Bijlagen

        De e-mail van 15 januari 2024 van raadslid Sabine Vermeulen.

        Motivering

        Met mail van 15 januari 2024 laat raadslid Sabine Vermeulen weten dat haar afwezigheid wegens ziekte verlengd wordt van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024.

        Hierdoor is zij verhinderd om aanwezig te zijn op de gemeenteraad.

        Conform artikel 12 van het decreet lokaal bestuur kiest ze er voor om zich te laten vervangen gedurende deze periode.

        Financiële impact

        Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.

        Besluit

        Artikel 1
        De gemeenteraad neemt kennis van de verlenging van verhindering van raadslid Sabine Vermeulen omwille van medische redenen van 1 januari 2024 tot einde van de legislatuur.

        Artikel 2
        De gemeenteraad neemt kennis van de verlenging van de tijdelijke vervanging van mevrouw Sabine Vermeulen door mevrouw Sylvie Claeys als gemeenteraadslid en dit gedurende de verhindering van mevrouw Sabine Vermeulen wegens ziekte tot einde legislatuur.

        Artikel 3
        De gemeenteraad neemt kennis van de verlenging van de tijdelijke vervanging van mevrouw Sabine Vermeulen door de heer Bart Vermaercke in de raad van bestuur van het AGB Stad Deinze en dit gedurende de verhindering van mevrouw Sabine Vermeulen wegens ziekte tot einde legislatuur.

        Artikel 3
        Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).

    • Bestuur

      • Algemene Zonale Politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem - goedkeuring wijziging en gecoördineerde versie

        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Verontschuldigd: Sören Van de Moortele, Eva Martens, Ortwin Depoortere
        Afwezig: Sabine Vermeulen
        Regelgeving

        De nieuwe gemeentewet en latere wijzigingen, artikelen 119, 119bis, 133, 134sexies en 135 §2.

        De wet van 24 juni 2013 en latere wijzigingen betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        De wet van 19 juli 2013 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade.

        De Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, gewijzigd bij wet van 4 juli 2005, van 20 juli 2006 en van 22 december 2009, 21 januari 2013 en decreet van 24 februari 2017, artikelen 8 tot en met 10.

        Het Wetboek van economisch recht van 28 februari 2013. 

        Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, artikelen 40 en 41, 2°.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het decreet van 4 mei 2018 betreffende de vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Deinze en Nevele en tot wijziging van de bijlage bij het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds en de bijlage bij het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.

        Het koninklijk besluit van 21 december 2013 en latere wijzigingen tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie.

        Het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijksvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        Het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de nadere voorwaarden en het model van het protocolakkoord in uitvoering van artikel 23 van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        Het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende het register van de gemeentelijke administratieve sancties ingevoerd bij artikel 44 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        Het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        Het Koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen;

        Het Koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie, artikelen 8 tot en met 24.

        Het Koninklijk besluit van 3 maart 2010 betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen. 

        Het Koninklijk besluit van 20 oktober 2015 betreffende het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen.

        Het Koninklijk besluit van 12 april 2016 betreffende het op de markt aanbieden van en de controle op explosieven voor civiel gebruik.

        Het Koninklijk besluit van 12 juli 2016 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van ontplofbare stoffen.

        Het Ministerieel besluit van 7 juni 2013 tot indeling van pyrotechnische artikelen. 


        Bijlagen

        Het algemeen politiereglement LoWaZoNe goedgekeurd door de gemeenteraad van 20 februari 2020.

        Het uittreksel uit de notulen van het college van burgemeester en schepenen van Deinze van 24 oktober 2023 inzake toevoeging van een art. 23§3 en wijziging van art. 24§5.

        Het uittreksel uit de notulen van het college van burgemeester en schepenen van Zulte van 12 oktober 2023 inzake toevoeging van een art. 23§3 en wijziging van art. 24§5.

        Het uittreksel uit de notulen van het college van burgemeester en schepenen van Lievegem van 21 maart 2023 inzake de toevoeging van een art. 23§3.

        Het uittreksel uit de notulen van het college van burgemeester en schepenen van Lievegem van 27 juni 2023 inzake de wijziging van art. 24§5.

        Het uittreksel uit de notulen van de politieraad van 12 december 2023.

        De gecoördineerde Algemene Zonale Politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem (na wijziging gemeenteraad, dd. 25 januari 2024).

        Motivering

        Procedure wijziging algemene zonale politieverordening 

        De wet dd. 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties bepaalt in artikel 2 §2: “In een meergemeentenzone waar de gemeenteraden van de betrokken gemeenten na een overleg, waarvan de nadere regels door de Koning bepaald kunnen worden, beslist hebben een identiek algemeen politiereglement aan te nemen, nemen de gemeenteraden van de politiezone een identiek algemeen politiereglement voor de zone aan, na advies van de raad van de betrokken politiezone. Gemeenten die tot éénzelfde politiezone behoren kunnen dus beslissen om een identiek algemeen politiereglement aan te nemen dat geldig is op het grondgebied van de ganse zone.”

        De procedure tot wijziging van het Algemeen Zonaal Politiereglement voorziet:

        • Voorleggen van de wijziging aan de politieraad voor advies
        • Goedkeuring in de afzonderlijke gemeenteraden ter goedkeuring.
        Stand van zaken voorgestelde wijziging
         
        De voorgelegde wijzigingen zijn via princiepsbeslissing door het college van Burgemeester en Schepenen goedgekeurd:
        • Zitting college van burgemeester en schepenen van Deinze van 24 oktober 2023 inzake toevoeging van een art. 23§3 en wijziging van art. 24§5
        • Zitting college van burgemeester en schepenen van Zulte van 12 oktober 2023 inzake toevoeging van een art. 23§3 en wijziging van art. 24§5
        • Zitting college van burgemeester en schepenen van Lievegem van 21 maart 2023 inzake de toevoeging van een art. 23§3
        • Zitting college van burgemeester en schepenen van Lievegem van 27 juni 2023 inzake de wijziging van art. 24§5
        De politieraad heeft op 12 december 2023 een positief advies uitgebracht over de toevoeging van het artikel 23 §3 en de wijziging van het artikel 24 §5.
         
        De gemeenteraden van Deinze, Zulte en Lievegem dienen nu elk een gemeenteraadsbesluit te nemen waarbij het artikel 23 §3 wordt toegevoegd en het artikel 24 §5 wordt gewijzigd. 
         
        Voorwerp van beslissing 
         
        1) Motivering toevoeging artikel 23 § 3 
         
        Toevoegen artikel 23 §3: "Tijdens evenementen, braderijen, feesten, markten, kermissen en openbare vergaderingen op openbare ruimte is het aan de foorkramers strikt verboden om vuurwerkartikelen, speelgoed(stink)bommetjes, voetzoekers en enig ander explosief materiaal te verkopen of als prijs te geven aan wie deelneemt aan een spel."

        Definities 

        Als springstoffen worden beschouwd de produkten die geschikt zijn om wegens hun ontplofbare, deflagerende of pyrotechnische eigenschappen gebruikt te worden.

        In het KB van 23 september 1958 worden deze ingedeeld in ontplofbare stoffen (Klasse A), munitie (Klasse B) en vuurwerk (klasse C).

        Voor toepassing van deze zonale politieverordening worden als springstoffen niet limitatief beschouwd: vuurwerkartikelen, speelgoed(stink)bommetjes, voetzoekers, ...

        Als foorkramer wordt beschouwd elke professionele of niet-professionele uitbater van kermisactiviteiten. 

        Als kermis wordt beschouwd elke manifestatie, ingericht of voorafgaand toegelaten door het stads- of gemeentebestuur om, op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.

        Motivatie

        Het is een maatschappelijke tendens dat foorkramers pyrotechnisch materiaal steeds vaker te koop of als prijs aanbieden aan wie deelneemt aan een spel. 

        Het is wenselijk om te allen tijde de veiligheid en comfort van kermisbezoekers of bezoekers aan andere openbare manifestaties zoals openbare vergaderingen, evenementen, braderijen, feesten en markten  te garanderen. Daarnaast is er aan dergelijk pyrotechnisch materiaal ook een niet wenselijk afvalaspect verbonden, mat name dat na het 'afschieten' de restanten van een knalerwt, (rook)bom, piraat en dergelijke vaak verspreid raken en niet opgeruimd worden.

        In het politiereglement Deinze-Zulte-Lievegem is het volgende ingeschreven (artikel 11):

        Vuurwerk - voetzoekers - carbuurkanonnen - wensballonnen

        Het is verboden vuurwerk af te steken, voetzoekers te laten ontploffen, carbuurkanonnen af te vuren of wensballonnen op te laten. Voor wat betreft het afsteken van vuurwerk, het laten ontploffen van voetzoekers of het afvuren van carbuurkanonnen kan de gemeente voor uitzonderlijke gebeurtenissen vooraf de toestemming verlenen voor een beperkt aantal plaatsen en gedurende een beperkte periode. Voor het oplaten van wensballonnen wordt nooit toestemming verleend.

        Ter ondersteuning en ter uitvoering van bovenvermelde bepaling uit het politiereglement, en naar analogie met bestaande kermisreglementen in andere Vlaamse steden, wordt voorgesteld om foorkramers strikt te verbieden om  vuurwerkartikelen, speelgoed(stink)bommetjes, voetzoekers en enig ander explosief materiaal te verkopen of als prijs te geven aan wie deelneemt aan een spel.

        2) Motivering wijziging artikel 24 §5

        De huidige tekst van artikel 24 §5 bepaalt: 

        "§5 Het is verboden private obstakels (zoals bv: stenen, beplantingen, paaltjes… enz) aan te brengen op de openbare ruimte."

        Voorgesteld wordt om deze bepaling uit te breiden vanuit de toenemende maatschappelijke nood aan private laadinfrastructuur. 

        Wijzigen artikel 24 §5: "Het is verboden private obstakels (zoals bijv. stenen, beplantingen, paaltjes ,..) aan te brengen op de openbare ruimte. Het is eveneens verboden om laadkabels, -matten, -goten, -sleuven of andere over de openbare weg te laten lopen. De gemeente kan hierop gemotiveerd verzoek een uitzondering toestaan. De aanvrager dient zijn verzoek te richten aan de gemeente."

        U gelieve te beslissen of u artikel 23 §3 wenst toe te voegen en artikel 24 §5 wenst aan te passen. 

        Reglementen

        DEEL I: OVERLASTBEPALINGEN EN GEMENGDE INBREUKEN

        (GAS-1, GAS-2 en GAS-3 inbreuken)

        I. ALGEMENE BEPALINGEN

        1. Toepassingsgebied

        §1 De inhoud van deel I van deze politieverordening betreft de materies die verband houden met de bevoegdheden van de gemeente in ‘t algemeen, zoals bepaald in de Nieuwe Gemeentewet artikel 135 §2, 1e en 2e lid.

        §2 Deze politieverordening (deel I en II) geldt met behoud van de toepassing van enige andere wetgeving (Vlarem, Veldwetboek, …).

        §3 Iedereen moet de bevelen van de burgemeester krachtens de artikels 133 tot 135 van de Nieuwe Gemeentewet naleven. Alle schriftelijke toestemmingen van de burgemeester of andere instanties moeten op eenvoudig verzoek kunnen voorgelegd worden aan de politie en aan de aangestelde ambtenaar.

        §4 Deel I van deze politieverordening regelt de openbare orde op het grondgebied van de gemeenten Deinze, Zulte en Lievegem zowel op het openbaar als op het privaat domein van de overheden, langs openbare wegen en plaatsen, in openbare gebouwen als op of in private eigendommen met enige openbare weerslag of openbaar karakter. Deel I van deze politieverordening is geldig op iedereen die zich op dit grondgebied bevindt, ongeacht haar/zijn woonplaats of nationaliteit.

        §5 De overtredingen op deel I van deze politieverordening worden bestraft met een administratieve sanctie zoals beschreven in artikel 63.

        De bepalingen in artikel 63 zijn van toepassing op alle politiereglementen of -verordeningen van de gemeenten Deinze, Zulte en Lievegem vastgesteld na de ingangsdatum van onderhavig reglement (tenzij in de desbetreffende politie- of andere reglementen anders bepaald) met inbegrip van de genomen besluiten van de burgemeester en de politiereglementen van de provincie Oost-Vlaanderen voor de provinciale domeinen ‘Het Leen’ (Lievegem) en ‘De Brielmeersen’ (Deinze), die aanleiding kunnen geven tot een administratieve sanctie.

        De gemeentelijke administratieve sancties kunnen worden opgelegd aan alle personen vanaf 14 jaar op het tijdstip van de feiten.

        2. Begrippen

        Voor de toepassing van deel I in deze politieverordening gelden volgende definities:

        Openbare ruimte:

        • de openbare wegen, met inbegrip van bermen, fietspaden, voetpaden, voetwegen en grachten;
        • de openbare plaatsen, ingericht als aanhorigheden van de openbare wegen en onder meer bestemd voor het parkeren/stationeren van voertuigen, of ingericht als tuin, als begraafplaats, als wandelpark, als sportterrein, als markt, e.d. en toegankelijk voor het publiek;
        • de niet-openbare terreinen en gebouwen, op het ogenblik dat zij voor één of meerdere personen vrij toegankelijk zijn.

        Openbare weg: De openbare weg is dat gedeelte van het gemeentelijk grondgebied dat bestemd is voor het verkeer van personen of voertuigen en voor iedereen toegankelijk is.

        Aangelegde berm: De aangelegde berm is de ruimte gelegen op de openbare ruimte tussen de rooilijn en de rijbaan of het fietspad, die door de overheid werd aangelegd maar niet als voetpad werd ingericht.

        Voetpad: Onder voetpad verstaat men de doorgang ten opzichte van de rijweg, verhoogde of gelijkgrondse berm, die langs de rooilijn gelegen is en voor de voetgangers bestemd is.

        Trage weg: Openbare weg die niet voor het gemotoriseerd of algemeen voertuigenverkeer is ingericht en die in hoofdzaak bestemd is voor langzaam verkeer, meer bepaald voetgangers, fietsers en/of ruiters. Als trage wegen worden onder andere beschouwd: voetwegen, veld- en aardewegen, jaagpaden, kerkwegels en bospaden, ….

        Voertuigen: Alle gemotoriseerde vervoermiddelen te water of te land, evenals elk beweegbaar gemotoriseerd landbouwmaterieel of industrieel materieel.

        Gemeentebestuur: Het college van burgemeester en schepenen en bij hoogdringendheid de burgemeester.

        Evenement: Een publiek sociaal-culturele of sportieve gebeurtenis met al dan niet betalende bezoekers/deelnemers.

        Samenscholing: Het groepsgewijze bij elkaar komen van mensen die een dreigende houding aannemen en/of kwade bedoelingen hebben.

        Terras: Al dan niet afgescheiden ruimte in open lucht, voorzien van tafels en stoelen, waar gebruikers drank of een maaltijd consumeren.

        Openbare overlast: Alle elementen die de openbare rust en netheid, of veiligheid en gemak van doorgang verstoren en waardoor de subjectieve veiligheid in het gedrang komt.

        Wildkamperen: Wildkamperen is een vorm van kamperen op niet daarvoor aangewezen locaties (dus niet op een camping).

        Overdag: De periode van 06.00 tot 22.00 uur

        ‘s Nachts: De periode van 22.00 tot 06.00 uur.

        Werkdagen: Van maandag tot en met zaterdag uitgezonderd wettelijke feestdagen.

        Wettelijke feestdagen: Nieuwjaar (1 januari) – Paasmaandag – Dag van de Arbeid (1 mei) – Onze-Lieve-Heer Hemelvaart (ook het feest van Rerum Novarum) – Pinkstermaandag – Feestdag van de Vlaamse Gemeenschap (11 juli) - Belgische nationale feestdag (21 juli) – Maria Tenhemelopneming (15 augustus) – Allerheiligen (1 november) – Wapenstilstand (11 november) – Kerstdag (25 december).

        Reclame: Een vorm van reclame is commerciële communicatie met het doel potentiële klanten over te halen tot aanschaf van producten en diensten. Infobladen van de overheid, verenigingen en politieke partijen vallen hier niet onder.

        II. OPENBARE RUST (GAS – 1 inbreuken)

        3. Algemene regel inzake geluidsoverlast (bij dag)

        §1 Het is verboden geluid, gerucht of rumoer te veroorzaken, dat de rust van de inwoners in het gedrang brengt, zonder reden of zonder noodzaak als dat toe te schrijven is aan een gebrek aan vooruitzicht en voorzorg.

        §2 Het bewijs kan met alle mogelijke middelen geleverd worden.

        §3 Organisatoren van publieke of private vergaderingen en uitbaters van de lokalen waar dergelijke vergaderingen gehouden worden, moeten ervoor zorgen, en zijn ervoor verantwoordelijk, dat het veroorzaakte lawaai de bewoners uit de buurt niet stoort.

        4. Niet-hinderlijk geluid

        Worden als niet-hinderlijk beschouwd, geluiden die voortkomen van:

        • spelende kinderen;
        • werken aan de openbare weg of werken voor openbare nutsvoorzieningen, uitgevoerd met toestemming of in opdracht van de bevoegde overheid;
        • werken of handelingen die op werkdagen aan private eigendommen worden uitgevoerd, en waarbij de nodige voorzorgen worden getroffen om overdreven of niet noodzakelijk lawaai te voorkomen;
        • werken of handelingen die dringend of zonder verder uitstel moeten worden uitgevoerd ter bescherming van personen of eigendommen, of ter voorkoming van rampen. Hieronder vallen van 1 maart tot en met 30 november ook landbouwwerken genoodzaakt door specifieke weers-, plant- en oogstomstandigheden;
        • door het gemeentebestuur vergunde evenementen, werken of handelingen, voor zover de in de vergunning opgelegde voorwaarden worden nageleefd.
        • een manifestatie waarvoor door het gemeentebestuur een afwijking van de geluidsnormen werd afgeleverd, voor zover de in de vergunning opgelegde voorwaarden worden nageleefd.

        5. Laden en lossen

        Conform artikel 3 is het hanteren, laden of lossen van materialen, toestellen of andere voorwerpen die geluiden kunnen voortbrengen enkel toegelaten op werkdagen, overdag.

        6. Muziek in de openbare ruimte en op particuliere eigendom

        In de openbare ruimte en op particuliere eigendom is, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van het gemeentebestuur, het gebruik verboden van:

        • radio’s, televisietoestellen, muziekinstallaties en muziekinstrumenten (niet limitatieve opsomming) tenzij de voortgebrachte geluidssterkte het niveau van 75 dB(A)LAeq,15 min niet overtreft, gemeten op een plaats waar een persoon overlast ondervindt;

        7. Alarmsystemen

        De gebruiker van een alarmsysteem in een privé-eigendom (woning, auto, …) moet het afgaand alarm zo snel mogelijk uitschakelen. Wanneer de gebruiker niet opdaagt binnen de gestelde termijn van 30 minuten nadat het alarm is afgegaan, mogen de politiediensten de nodige maatregelen nemen om de hinder te beëindigen, op kosten en risico van de overtreder.

        8. Voertuigen

        Tenzij noodzakelijk is het verboden voertuigen of hun toebehoren (o.a. koelinstallaties) draaiende te houden terwijl het voertuig geparkeerd staat.

        9. Hulpmiddelen voor het trekken van de aandacht op verkoop

        Het gebruik van een voertuig met fluiten, sirenen, bellen, klokken, muziek, luidsprekers, geluidsverwekkende hulpmiddelen (door handelsinrichtingen, bewegende verkoopsinrichtingen, venters of leurders, opkopers van oude of nieuwe voorwerpen en dienstverleners) bestemd voor het maken van reclame of om de aandacht te trekken op de verkoop van een product of het verlenen van een dienst, is enkel overdag toegelaten. Wanneer het voertuig geparkeerd staat, dient het geluid te worden uitgezet. Het geluidsniveau mag niet hoger liggen dan 75 dB(A)LAeq,15 min gemeten op de plaats waar een persoon overlast ondervindt.

        10. Grasmaaiers en andere door een motor aangedreven machines

        Het gebruik van alle machines die lawaaihinder veroorzaken, zoals (niet beperkend) grasmachines, zaag- en slijpmachines, enz. is verboden op zon- en feestdagen en ‘s nachts. Dit artikel is niet van toepassing voor grasmachines op het grondgebied van de gemeente Zulte.

        11. Vuurwerk – voetzoekers – carbuurkanonnen – wensballonnen

        Het is verboden vuurwerk af te steken, voetzoekers te laten ontploffen, carbuurkanonnen af te vuren of wensballonnen op te laten. Voor wat betreft het afsteken van vuurwerk, het laten ontploffen van voetzoekers of het afvuren van carbuurkanonnen kan de gemeente voor uitzonderlijke gebeurtenissen vooraf de toestemming verlenen voor een beperkt aantal plaatsen en gedurende een beperkte periode. Voor het oplaten van wensballonnen wordt nooit een toestemming verleend.

        12. Luchtdruk- en kruitkanonnen

        Het gebruik van al dan niet automatische vogelschrikkanonnen of gelijksoortige toestellen, met inbegrip van toestellen die, al dan niet elektronisch versterkt, het geluid laten horen van krijsende vogels om vogels te verjagen ter bescherming van de akkerbouw, tuinbouw en fruitteelt, is toegestaan.

        Luchtdrukkanonnen mogen alleen opgesteld worden op een afstand van meer dan 200 meter van een woongebied zoals bepaald in gewestplannen en andere plannen van aanleg of RUP's of op een afstand van meer dan 100 meter van een woning.

        Het gebruik van luchtdrukkanonnen is ’s nachts verboden tussen 22 en 7 uur. Op gemotiveerd verzoek kan de burgemeester een machtiging tot een ingekorte verbodsperiode bepalen.

        Op het toestel moet de naam, het adres en het telefoon/GSM-nummer van de eigenaar of de gebruiker vermeld staan.

        Het kanon mag niet meer dan zes knallen per uur produceren.

        De opening van het kanon moet steeds in de meest gunstige richting geplaatst worden ten aanzien van hindergevoelige plaatsen of gebieden, zoals omschreven in lid 2.

        13. Geluid voortgebracht door dieren

        Dieren mogen geen abnormale hinder veroorzaken voor de omwonenden door aanhoudend geblaf, geschreeuw of gekrijs, ongeacht of de dieren op dat ogenblik wel of niet onder toezicht staan. De houders van dieren waarvan het geluid de rust van de omwonenden stoort, zijn strafbaar.

        14. Inrichtingen die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk zijn.

        §1 Inrichtingen die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk zijn, mogen niet leiden tot verstoring van openbare orde of rust.

        §2 Het is de uitbater verboden een besluit van de burgemeester, waarbij met het oog op vrijwaring van de openbare orde, de sluiting van zijn inrichting wordt bevolen, te overtreden.

        §3 De officier van bestuurlijke politie of de burgemeester kan, na een eerste waarschuwing en tot de eerstvolgende ochtendopening, de voor het publiek toegankelijke gelegenheid sluiten, wanneer de uitbating ervan de openbare rust verstoort, zoals bepaald in artikel 3.

        III. OPENBARE VEILIGHEID EN VLOTTE DOORGANG (GAS – 1 inbreuken)

        15. Activiteiten

        Tenzij met voorafgaande schriftelijke toestemming van het gemeentebestuur is het verboden in de openbare ruimte een activiteit uit te oefenen die de openbare veiligheid en/of de veilige en vlotte doorgang in het gedrang kan brengen.

        Skateboards:
        Het gebruik van skateboards is alleen toegestaan als de veiligheid van de voetgangers en de vlotte doorgang niet in het gedrang worden gebracht. De bevoegde overheid kan het gebruik echter verbieden op de plaatsen die zij bepaalt.

        Verstoring:
        Het is verboden op welke manier dan ook een concert, spektakel, evenement, sportieve of andere bijeenkomst die is toegestaan, te verstoren.

        Gebruik van drones tijdens grote evenementen in open lucht:
        Ieder niet-privé gebruik van drones (in de zin van het kb van 10 april 2016 met betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in het Belgisch luchtruim) moet verplicht voorafgaandelijk gemeld worden aan de burgemeester.

        De organisator moet duidelijk bekend maken dat alle klasse 1a exploitaitevergunningen voor dronevluchten in de zone en de periode van het evenement verplicht aan de burgemeester moeten gemeld worden.

        16. Werkzaamheden in de openbare ruimte

        §1 Behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van het gemeentebestuur is het verboden werkzaamheden uit te voeren in de openbare ruimte, zowel aan de oppervlakte als onder de grond en is het verboden stellingen, bouwmateriaal, containers en andere soorten voorwerpen te plaatsen op de openbare weg.

        Het is verboden, zonder daartoe behoorlijk te zijn gemachtigd, graszoden, beplanting, aarde, stenen of materialen weg te nemen op plaatsen die tot het openbaar domein behoren.

        §2 Op de afsluitingen moet door de uitvoerder van de werken een goed leesbaar bord worden aangebracht met zijn naam en/of de naam van de verantwoordelijke voor de signalisatie, adres en telefoonnummer.

        §3 Iedere persoon die werkzaamheden in de openbare ruimte uitvoert of laat uitvoeren, is ertoe gehouden die te herstellen in de staat waarin ze zich voor de uitvoering van de werkzaamheden bevond of in de staat die in de voorafgaande schriftelijke toestemming vermeld is.

        §4 Indien de openbare ruimte door werkzaamheden wordt bevuild, moet de uitvoerder van de werken die dagelijks schoonmaken.

        §5 Het is verboden afval of materiaal afkomstig van de werken weg te gooien of achter te laten op de openbare weg of te laten terechtkomen in afwateringsinrichtingen.

        Het opgepompte grondwater moet door een al dan niet flexibele leiding in de dichtst bij gelegen gracht of oppervlaktewater geloosd worden en, bij ontstentenis daarvan, in een rioolmond. Elke lozing van grondwater van meer dan 10m³/uur is onderworpen aan een toelating van Aquafin. De debietmeting is verplicht.

        §6 Wegdek, voetpaden, bermen, rioolkolken, beplantingen, hydranten, kabelkasten, e.d. die ten gevolge van de werken werden beschadigd, zullen - als de overtreder de zaken niet onmiddellijk in orde brengt, ambtshalve en op kosten en risico van de betrokkene hersteld of vernieuwd worden.

        §7 De hydranten, kabels, leidingen, riolen, riooldeksels en dergelijke die zich op of onder de in gebruik genomen oppervlakte bevinden moeten onmiddellijk bereikbaar zijn voor de betrokken diensten. Indien die diensten zelf de plaats vrij moeten maken of indien er omwille van het niet nakomen van dit voorschrift grotere schade aangericht wordt, zullen alle daaruit voortvloeiende kosten aangerekend worden. Het is eveneens verboden de kentekens welke op de gevels en/of paaltjes zijn aangebracht om deze brandkranen en andere aan te duiden te veranderen, te verplaatsen, te beschadigen of weg te nemen.

        §8 De straatnaamborden, pictogrammen, enz. ... die niet meer zichtbaar zouden zijn als gevolg van de werken, moeten zonder beschadiging verplaatst en op de omheining bevestigd worden. Op het einde van de werken zullen zij door het gemeentebestuur op kosten en risico van de belanghebbende teruggeplaatst worden.

        §9 Indien op het voetpad geen veilige doorgang van 1 m breedte of voor voetpaden breder dan 2 m geen veilige doorgang van 1,5 m breedte overblijft, moet een veilige doorgang door de aanvrager voorzien worden. In uitzonderlijke omstandigheden kan het gemeentebestuur bijzondere maatregelen voorschrijven of afwijkingen toestaan.

        17.         Werkzaamheden buiten de openbare ruimte

        §1 Werkzaamheden die stof of afval op de openbare weg of de omringende eigendommen kunnen verspreiden, mogen pas aangevat worden nadat er een afscherming is aangebracht.

        §2 Het gemeentebestuur kan de nodige veiligheidsmaatregelen voorschrijven bij werkzaamheden die buiten de openbare ruimte uitgevoerd worden en die de weg kunnen bevuilen of de veiligheid of de gemakkelijke doorgang kunnen belemmeren.

        §3 Indien de openbare ruimte door werkzaamheden wordt bevuild, moet de uitvoerder van de werken die dagelijks schoonmaken.

        §4 De privatieve ingebruikneming van de openbare weg voor het uitvoeren van werken mag enkel dienen als laad- en losplaats.

        §5 Het is verboden steengruis, afbraakmaterialen of bouwstoffen op de openbare ruimte of in voertuigen of containers op de openbare ruimte te werpen, tenzij de nodige beschermmaatregelen werden genomen.

        18. Onderhoud van bomen, beplantingen en hagen

        De gebruiker of bij ontstentenis daarvan de eigenaar van een onroerend goed moet ervoor zorgen dat de planten op hun eigendom zodanig gesnoeid worden dat geen enkele tak ervan :

        • over de rijweg hangt op minder dan 4,50 meter boven de grond;
        • over de gelijkgrondse berm of over het voetpad hangt op minder dan 2,5 meter boven de grond;
        • de luchtleidingen van het laagspanningsnet en de openbare verlichting hindert.
        • De stabiliteit van de installaties voor openbare verlichting in het gedrang brengt of het uitgestraalde licht ervan in belangrijke mate vermindert; de verkeerstekens bedekt; enige belemmering betekent voor de leesbaarheid van de straatnaamborden of voor de doeltreffendheid van de openbare verlichting; het(de) huisnummer(s) bedekt.

        Levende afsluitingen moeten op minimum 0,50 meter achter de grens van de weg geplant worden en dienen gesnoeid te worden indien zij het voet- en/ of fietspad belemmeren.

        Dode afsluitingen moeten volledig buiten de grens van het openbaar domein staan.

        Langs de verharde wegen mogen de beplanting (hagen of struiken ) en het ondoorzichtig gedeelte van de dode afsluitingen langs de bolvormige kant van de onoverzichtelijke bochten en op onoverzichtelijke kruispunten over een afstand nodig om veilig verkeer mogelijk te maken slechts een maximumhoogte van 1 meter bereiken. Deze hoogte wordt gemeten vanaf het peil van de rijweg.

        19.         Onderhoud van percelen, voetpaden, bermen en greppels

        §1 De eigenaar, of indien hij ertoe bevoegd is, de huurder of de gebruiker van een onroerend goed, moet:

        • de voetpaden en greppels palend aan het onroerend goed onkruid- en bladvrij houden;
        • instaan voor de netheid van de gelijkgrondse berm of het voetpad.

        §2 Het gebruik van pesticiden is verboden op alle bermen langs wegen en spoorwegen.

        §3 Het is verboden het vuil vanuit de werven, privé-eigendommen en openbare gebouwen naar buiten te vegen en achter te laten in de openbare ruimte.

        §4 Het is verboden hemelwater komende van daken, of afvalwaters ongeacht hun herkomst, op de openbare weg te laten lopen.

        §5 De gebouwen langsheen de openbare weg moeten voorzien zijn van een dakgoot in goede staat, waardoor het hemelwater van het dak wordt afgeleid en opgevangen.

        20. Gebruik van openbare ruimte door woonwagens

        Het is verboden gedurende meer dan 48 uur standplaats te nemen met woonwagens, zelfs deze welke ontdaan zijn van hun wielen of roltuigen, dienende tot bestendige huisvesting of niet.

        Uitzondering wordt gemaakt voor de woonwagens van foorreizigers die tijdelijk op het grondgebied vertoeven ter gelegenheid van een door het gemeentebestuur toegelaten foorinrichting.

        Deze laatste dienen binnen 3 dagen na het eindigen van de feestelijkheden het grondgebied te verlaten. Deze termijn kan, bij uitdrukkelijke toelating van de burgemeester, met 24 uur worden verlengd.

        Afval dient gesorteerd en gedeponeerd te worden in (rest)afvalzakken van de gemeente (tegen betaling te verkrijgen bij de gemeentediensten).

        Elke vorm van schade toegebracht aan het openbaar domein tijdens het gebruik van de openbare ruimte met woonwagens dient door de eigenaar/gebruiker van de woonwagen onmiddellijk gemeld te worden aan de gemeente.

        21. Gebruik van rondreizende woonwagens op private eigendom

        Het is verboden gedurende meer dan 48 uur standplaats te nemen met woonwagens, zelfs deze welke ontdaan zijn van hun wielen of roltuigen, dienende tot bestendige huisvesting of niet.

        Uitzondering wordt gemaakt voor de wagens die, mits toelating van de eigenaar, standplaats nemen op een private grond. 

        22. Samenscholingen, betogingen en optochten in open lucht

        §1 De organisatie van samenscholingen, betogingen en optochten in openbare ruimte in open lucht, die van aard zijn de openbare veiligheid in het gedrang te brengen, moet minstens 15 kalenderdagen voor de geplande datum schriftelijk aan het gemeentebestuur gemeld worden, behoudens in uitzonderlijke omstandigheden, mits toestemming van de burgemeester.

        Deze kennisgeving moet volgende inlichtingen bevatten: uur en plaats van concentratie, uur van vertrek, gevolgde route, plaats en uur van ontbinding indien het een optocht betreft, raming van het aantal deelnemers, voorziene organisatiemaatregelen, naam, adres en GSM-nummers van de organisatoren.

        §2 Het dragen of voorhanden hebben van enig voorwerp, dat gebruikt kan worden om te slaan, te steken of te verwonden, evenals het dragen van helmen of schilden, is gedurende hoger vermelde bijeenkomsten verboden.

        §3 Elke persoon die hieraan deelneemt, moet zich schikken naar de bevelen van de politie.

        23. Evenementen, braderijen, feesten, markten, kermissen en openbare vergaderingen op openbare ruimte

        §1 De organisatie van evenementen, braderijen, feesten en openbare vergaderingen op de openbare ruimte is onderworpen aan een toestemming van het gemeentebestuur.

        De aanvraag gebeurt altijd via het evenementenformulier dat ingediend wordt minstens 16 weken vóór de geplande datum voor wielerwedstrijden en joggings en minstens 12 weken vóór de geplande datum voor andere activiteiten.

        Voor evenementen met een specifiek veiligheidsrisico kan beslist worden om ook een veiligheidsdossier in te dienen.

        Een afwijking kan worden toegestaan door het gemeentebestuur mits gemotiveerde aanvraag.

        §2 Elke markt- of foorkramer moet zich schikken naar de bevelen van de politie, die tot doel hebben de veiligheid en/of het gemak van doorgang te vrijwaren of te herstellen en dient na afloop van de markt of van de kermis de openbare weg tijdig te ontruimen.

        §3 Tijdens evenementen, braderijen, feesten, markten, kermissen en openbare vergaderingen op openbare ruimte is het aan de foorkramers strikt verboden om vuurwerkartikelen, speelgoed(stink)bommetjes, voetzoekers en enig ander explosief materiaal te verkopen of als prijs te geven aan wie deelneemt aan een spel.

        24. Obstakels op de openbare ruimte

        §1 Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het gemeentebestuur mag de uitbater van een handelszaak geen terras, schutting, reclamebord, uitstalraam in welke vorm dan ook en/of koopwaren op de openbare ruimte plaatsen.

        De voorwerpen die in strijd met dit artikel zijn geplaatst of uitgestald, moeten op het eerste verzoek van de politie of van een gemachtigd ambtenaar verwijderd worden. Indien op dit verzoek niet ingegaan wordt, kan ambtshalve worden overgegaan tot de verwijdering ervan op kosten en risico van de overtreder.

        Dit is niet van toepassing op de houders van een standplaatsvergunning op de wekelijkse markt of de vervangende markt, die geregeld is bij het desbetreffende marktreglement. De natuurlijke personen of rechtspersonen aan wie de toestemming werd verleend, zullen op een duidelijke zichtbare plaats van de inrichting, hun naam en adres, de hierboven beoogde toestemming en het bewijs van betaling van de retributie uithangen.

        §2 Het terras van een handelszaak moet zorgvuldig onderhouden worden. Indien het gemeentebestuur oordeelt dat het uitzicht van de omgeving wordt geschaad of de veiligheid van de voetgangers in het gedrang wordt gebracht, kan de uitbater schriftelijk aangemaand worden de inrichting onmiddellijk te herstellen of grondig te reinigen. Indien de uitbater dit nalaat, kan ambtshalve worden overgegaan tot de herstelling er van in de oorspronkelijke staat op kosten en risico van de uitbater van de handelszaak.

        §3 De terrassen en afsluitingen mogen geen constructies en/of voorwerpen van openbaar nut bedekken zoals verkeersborden en brandkranen.

        §4 Terrassen, fietsen, bromfietsen of uitstallingen (reclamepanelen, bloembakken, …)  moeten steeds zodanig geplaatst worden dat ze het verkeer van voetgangers, fietsers of voertuigen niet hinderen en op het voetpad een vrije doorgang van minstens 1 meter en, voor voetpaden breder dan 2 m, minstens 1,5 m behouden blijft. Dit geldt eveneens voor het plaatsen van verkeersborden op de voetpaden.

        §5 Het is verboden private obstakels (zoals bijv. stenen, beplantingen, paaltjes ,..) aan te brengen op de openbare ruimte. Het is eveneens verboden om laadkabels, -matten, -goten, -sleuven of andere over de openbare weg te laten lopen. De gemeente kan hierop gemotiveerd verzoek een uitzondering toestaan. De aanvrager dient zijn verzoek te richten aan de gemeente.

        §6 Het is verboden voorwerpen op de openbaar domein neer te werpen, te plaatsen of achter te laten, die door hun val kunnen schaden. 

        §7 Het is verboden op de openbare straten, wegen, pleinen, plaatsen of op het veld, tangen, staven, ladders of andere toestellen, gereedschappen of wapens achter te laten, waarvan kan gemaakt worden. Bovendien worden de voormelde voorwerpen bestuurlijk inbeslaggenomen en ter bewaring overgedragen aan de bestuurlijke overheid.

        25. Aanplakkingen en publiciteit

        §1 Het is verboden om ongewenste reclame te bedelen. Reclame is ongewenst indien dat duidelijk op of aan de brievenbus kenbaar is gemaakt.

        §2 Het is verboden reclame te bedelen in panden die uitwendig duidelijke tekenen van niet-bewoning vertonen, of op andere plaatsen dan in de brievenbus.

        §3 Het is verboden opschriften, affiches, beeld- en fotografische voorstellingen, vlugschriften aan te brengen of te plaatsen op de openbare weg en op de bomen, aanplantingen, plakborden, voor- en zijgevels, muren, omheiningen, pijlers, palen, zuilen, bouwwerken, monumenten, vuilnisbakken, telefoonhokjes en andere langs de openbare weg of in de onmiddellijke nabijheid ervan liggende opstanden of op andere plaatsen dan die welke door de gemeenteoverheden voor aanplakking zijn bestemd.

        Dit tenzij hiervoor schriftelijke toestemming van het gemeentebestuur werd gegeven voor wat betreft het openbaar domein, of van de eigenaar of de gebruiker, voor zover de eigenaar ook zijn akkoord schriftelijk en vooraf heeft gegeven.

        De regeling in paragraaf 3, alinea 1 geldt niet voor het te koop of te huur stellen van een onroerend goed of voor de wettelijke vereiste aanplakkingen. Publiciteitsborden en – affiches die dit aankondigen dienen goed onderhouden te worden en mogen geenszins het openbaar domein of privaat domein vervuilen. Overtredingen van deze bepaling worden vastgesteld ten laste van diegene die dergelijke publiciteitsborden of –affiches heeft aangebracht.

        Met behoud van de toepassing van een administratieve boete moet de overtreder de zaken onmiddellijk in orde brengen.

        Als de overtreder de zaken niet onmiddellijk in orde brengt, kan de gemeente zich het recht voorbehouden dat te doen op kosten en op risico van de overtreder.

        §4 Het is verboden wettig aangebrachte aanplakkingen af te trekken, te scheuren of op enigerlei wijze onleesbaar te maken.

        §5 Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het gemeentebestuur is het verboden spandoeken, schilderijen en andere versieringen dwars over en langs de openbare weg te hangen of te bevestigen.

        §6 Borden of plakbrieven die een activiteit aankondigen kunnen na schriftelijke toestemming maximum 21 dagen voor de activiteit worden geplaatst, tenzij anders bepaald in de vergunning en dienen binnen de 3 dagen na de aangekondigde vergunning te worden verwijderd. Ze mogen niet bevestigd worden aan bomen, straatmeubilair, verkeersborden, verlichtingspalen of elektriciteitspalen.

        26. Inzamelingen op de openbare ruimte

        §1 Iedere inzameling op de openbare ruimte is onderworpen aan de voorafgaandelijke toestemming van het gemeentebestuur of vergunning toegestaan bij koninklijk besluit of provinciaal besluit. De toestemming van het gemeentebestuur moet minstens 15 dagen voor de inzameling worden aangevraagd.

        §2 Het is verboden huis aan huis te gaan met het doel kaarten of andere voorwerpen te koop aan te bieden zonder schriftelijke en voorafgaande schriftelijke toestemming van het gemeentebestuur. Deze toestemming moet men te allen tijde bij zich dragen.

        Leurders met een geldige leurkaart, almede de houders van vergunningen voor het collecteren aan huis, de verkopers van lotjes van vergunde tombola’s en de erkende jeugdverenigingen die gesubsidieerd worden door een openbaar bestuur, vallen niet onder toepassing van dit artikel.

        §3 Het is verboden op de openbare ruimte loterij- of andere kansspelen te houden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het gemeentebestuur.

        27. Gebruik van gevels van gebouwen.

        §1 Iedere eigenaar van een gebouw brengt aan de straatkant de huisnummering die door de gemeente werd toegekend, en enkel deze nummering goed zichtbaar aan. Het toegekende huisnummer dient aangebracht te worden zodanig dat het zichtbaar is van op de openbare weg. Indien de afstand meer dan 5 meter bedraagt moet het huisnummer eveneens op de brievenbus aangebracht te worden.

        §2 De eigenaars, vruchtgebruikers, huurders, bewoners of verantwoordelijken op grond van welke titel dan ook, moeten, zonder dat dit voor hen enige schadeloosstelling impliceert, op de gevel of topgevel van hun gebouw, ook wanneer die zich buiten de rooilijn bevindt, en in voorkomend geval eventueel aan de straatkant, toestaan dat aanduidingen van openbaar nut en andere nutsvoorzieningen worden aangebracht en zichtbaar worden gehouden.

        28. Bedrieglijke en nutteloze oproepen  en/of nabootsen geluidssignalen of oproepen hulpdiensten

        Iedere bedrieglijke of nutteloze hulpoproep of ieder bedrieglijk gebruik van een signalisatie- of geluidstoestel dat bestemd is om de veiligheid van andere gebruikers te vrijwaren, is verboden.

        29. Sneeuw en ijzel op de openbare wegen

        §1 Bij sneeuwval of ijzelvorming moeten de aangelanden van een openbare weg er over waken dat voor de eigendom die zij bewonen, of indien onbewoond/braakliggend waarvan zij eigenaar zijn, voldoende ruimte voor de doorgang van de voetgangers is vrijgemaakt en dat het nodige gedaan is om de gladheid er van te vermijden.

        §2 De sneeuw moet aan de rand van het voetpad opgehoopt worden en mag de weggebruikers niet hinderen. De rioolmonden en goten moeten vrij blijven (afvoeren van dooiwater).

        §3 Bij vorst is het verboden op de openbare weg water te gieten of te laten vloeien, glijbanen aan te leggen en sneeuw of ijs te storten of te gooien dat afkomstig is van privé-eigendommen.

        30. Bevroren kanalen, waterbekkens en waterlopen in de openbare ruimte

        Het is verboden zich op het ijs van de waterlopen en stilstaande waters in de openbare ruimte te begeven. Na technisch advies van de brandweer te hebben ingewonnen, kan de burgemeester bij voldoende ijsdikte een afwijking van dit verbod toestaan.

        31. Wildkamperen

        Onverminderd het naleven van de voorschriften en de verplichtingen opgelegd bij de Wet, Koninklijke of Ministeriële Besluiten, betreffende het kamperen, is het zonder toelating van de Burgemeester verboden te kamperen op openbaar domein.

        32. Toegang tot onbezette gebouwen

        De eigenaar moet gepaste feitelijke maatregelen nemen om de toegang tot onbezette gebouwen te verhindwaterlopen

        eren.

        Onbevoegde personen mogen zich geen toegang verschaffen tot voor het publiek niet toegankelijke constructies of installaties.

        33. Plaatsverbod

        Overeenkomstig artikel 134 sexies van de Nieuwe Gemeentewet kan de burgemeester in geval van verstoring van de openbare orde veroorzaakt door individuele of collectieve gedragingen, of in geval van herhaaldelijke inbreuken op de reglementen en verordeningen van de gemeenteraad gepleegd op eenzelfde plaats of ter gelegenheid van gelijkaardige gebeurtenissen en die een verstoring van de openbare orde of een overlast met zich meebrengen, beslissen over te gaan tot een tijdelijk plaatsverbod van een maand, tweemaal hernieuwbaar, jegens de dader of de daders van deze gedragingen.

        Het niet naleven van bovenvermeld plaatsverbod is strafbaar.

        IV. REINHEID EN GEZONDHEID (GAS – 1 inbreuken)

        34. Bouwvallige gebouwen

        §1 Het is verboden de openbare veiligheid in het gedrang te brengen door:

        Bouwvalligheid, gebrek aan herstelling of onderhoud van huizen of gebouwen;

        Een belemmering of een uitgraving of enig ander werk in of nabij de openbare ruimte zonder de voorgeschreven of gebruikelijke voorzorgsmaatregelen of waarschuwingstekens in acht te nemen.

        §2 Iedereen moet onmiddellijk gevolg geven aan de aanmaning van het gemeentebestuur om gebouwen die bouwvallig zijn en een gevaar betekenen voor de openbare veiligheid te herstellen of te slopen.

        35. Onderhoud van woningen

        Het is verboden om de hygiëne in een woning, bewoond of onbewoond, zodanig te laten verslechteren dat de buurt of de omwonenden hiervan hinder ondervinden. Deze hinder kan gevormd worden door penetrante geuren, door visuele impact op de omgeving, door het aantrekken van ongedierte of door elke andere omstandigheid die de gezondheid of veiligheid van de omwonenden in gevaar kan brengen.

        36. Achterlaten van afval

        §1 Het is verboden in de openbare ruimte of op de onbebouwde gronden om het even welk afval te werpen of achter te laten, te laten vloeien of terecht te laten komen die van aard zijn om iemand te doen struikelen of om de openbare ruimte of onbebouwde gronden te bevuilen, te beschadigen of onveilig te maken.

        §2 Onder afval wordt verstaan:

        • zwerfvuil (sigarettenpeuken, kauwgom, blikjes, verpakkingen van snoep, snacks, fruit- en groentenafval, …);
        • sluikstorten van huishoudelijk afval;
        • het oneigenlijk gebruik van straatvuilbakjes voor huishoudelijk afval, ander dan afval afkomstig van ter plekke geconsumeerde producten;

        §3 Iedereen die, op om het even welke wijze, de openbare ruimte heeft bevuild of laten bevuilen, moet ervoor zorgen dat deze onverwijld opnieuw proper gemaakt wordt. Indien men nalaat hieraan gevolg te geven, wordt ambtshalve overgegaan tot de reiniging op kosten en risico van de overtreder.

        §4 Het is verboden om huishoudelijk afval of afval, anders dan afval afkomstig van ter plaatse geconsumeerde producten, in straatvuilbakken te deponeren.

        37. Huishoudelijk afval en vergelijkbaar bedrijfsafval

        §1 Huishoudelijk afval moet aangeboden worden in de daarvoor voorziene zakken en/of recipiënten ten vroegste om 18.00 uur op de vooravond van de ophaling.

        §2 De zakken moeten degelijk gesloten zijn, zodat ze hun inhoud niet verliezen en gemakkelijk hanteerbaar zijn. Het is verboden in de huisvuilzakken gelijk welke stof of gelijk welk voorwerp te bergen dat het personeel van de reinigingsdienst kan kwetsen of besmetten.

        §3 Papier en karton dienen aangeboden te worden in papieren zakken, kartonnen dozen of voldoende samengebonden. Er moet voor gezorgd worden dat het papier niet kan wegwaaien en dat het door de ophalers op een vlotte en nette manier kan worden opgehaald.

        §4 De inwoners moeten het afval aan de rand van het voetpad op de berm voor hun woning plaatsen. Het afval moet zodanig geplaatst worden dat het de weggebruiker niet hindert.

        §5 Het afval dat door nalatigheid van de ophaler niet is opgehaald, mag na melding aan de gemeente, maximaal 48 uur na de normale ophaaldag blijven staan.

        §6 Buiten de bevoegde personen is het voor iedereen verboden grof huisvuil, metalen, papier, vuilniszakken, recipiënten en containers te doorzoeken, mee te nemen, te verplaatsen, te beschadigen of de inhoud ervan op de openbare ruimte te storten.

        38. Selectieve inzameling

        §1 Het is verboden afval dat niet overeenstemt met de bepalingen van selectieve inzameling te deponeren in een recipiënt bestemd voor selectieve inzameling. Het is verboden afval te werpen of achter te laten in en naast een recipiënt voor selectieve inzameling.

        §2 Glas moet volgens kleur in de verschillende openingen van de glascontainer gedeponeerd worden.

        §3 Het is verboden glas of ander afval achter te laten naast de glasbol. Wanneer de glasbol vol is, moet het glas terug meegenomen worden of in een andere glasbol gedeponeerd worden.

        39. Afval op evenementen in de openbare ruimte

        §1 De organisator van een evenement in de openbare ruimte moet de nodige maatregelen nemen, opdat het afval zich niet buiten het terrein, waarop het evenement plaats heeft, kan verspreiden.

        §2 Op het terrein moet voldoende zichtbare en voor selectieve inzameling geschikte inzamelpunten aanwezig zijn.

        §3 De organisator moet het terrein uiterlijk de dag na het beëindigen van het evenement opgeruimd hebben, zo niet kan het gemeentebestuur overgaan tot ambtshalve opruiming op kosten van de organisator.

        40. Afval van verkoop van voedingsproducten

        De verkopers van voedingsproducten (uitbaters van frituren, snackbars en andere langs de openbare weg staande verkooppunten van voedingswaren) die in een directe omgeving verbruikt worden, moeten voldoende duidelijk zichtbare en goed bereikbare afvalrecipiënten plaatsen en moeten de inhoud en het afval ernaast op regelmatige basis en reglementaire wijze verwijderen.

        41. Geur- en rookoverlast

        §1 Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het gemeentebestuur is elke geur- of rookhinder die zonder noodzaak wordt veroorzaakt, verboden.

        §2 Het bewijs van overlast is met alle mogelijke middelen te leveren.

        §3 Het composteren van organisch afval of de tijdelijke opslag van afval mag geen aanleiding geven voor geurhinder voor de omwonenden.

        42. Verbranden in open lucht

        Het is verboden welke stoffen ook te verbranden in open lucht, behoudens wettelijke uitzonderingen.

        43. Verbranden in kachels, open haarden en allesbranders

        De gebruikers van kachels, open haarden of allesbranders moeten ervoor zorgen dat de installaties die ze gebruiken geen luchtverontreiniging veroorzaakt die de gezondheid kan schaden. Het is in het bijzonder verboden om behandeld hout (hout dat geverfd, gevernist of geïmpregneerd werd ) te verbranden.

        44. Bevuilen van de openbare ruimte door te urineren of achterlaten van uitwerpselen

        Het is verboden op de openbare ruimte of zichtbaar vanaf de openbare ruimte te urineren en uitwerpselen achter te laten, tenzij op plaatsen en accommodaties die hiertoe speciaal zijn ingericht. Die plaatsen en accommodaties moeten volgens de regels van goed fatsoen worden gebruikt.

        45. Lozingen in riolen, grachten en vijvers

        Het is verboden schadelijke vloeistoffen, voorwerpen, afvalstoffen of materialen te lozen in de riolen of te storten in de waterlopen, de grachten, de vijvers of putten of te storten op de oevers ervan.

        46. Onderhoud van grachten

        §1 Het is verboden baangrachten en andere grachten geheel of gedeeltelijk te verleggen of te bedekken met materialen die de infiltratie van het water naar de bodem kunnen tegenwerken.

        §2 Grachten die wederrechtelijk werden opgevuld of verlegd, zullen door de overtreder onmiddellijk in hun oorspronkelijke staat dienen te worden hersteld.

        §3 Het overwelven of inbuizen van baangrachten kan enkel worden toegelaten mits voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van het gemeentebestuur.

        §4 Om de goede afloop van het water te verzekeren, moet de eigenaar van de grachten die door zijn gronden lopen of deze scheiden van andere private eigendommen het slib (laten) verwijderen, de overtollige waterplanten (laten) maaien en het maaisel (laten) afvoeren.

        Zijn uitgezonderd: de waterlopen van 1ste, 2de en 3de categorie, alsook in voorkomend geval, de grachten en/of waterlopen die onder het beheer van een overheid vallen.

        §5 Met het oog op de verdelging van ratten en ander ongedierte langs de boorden van de grachten en waterlopen, zijn de inwoners verplicht vrije doorgang te verlenen aan de personen, door de bevoegde gemeentelijke/provinciale overheid met de verdelging belast. Zij dienen het plaatsen van daartoe nodig geachte tuigen te dulden.

        47. Uitdelen van drukwerk, stalen, flyers en kaartjes met aankoopaanbod op de openbare weg

        §1 Het uitdelen van drukwerk (o.a. flyers, pamfletten, reclamefolders,..) is toegestaan, mits hiervan melding te maken aan het gemeentebestuur. De melding gebeurt per brief of per e-mail en bevat volgende gegevens : verantwoordelijke uitgever, datum, uur en de straten waar het drukwerk wordt uitgedeeld. De melding gebeurt minimum 14 kalenderdagen voorafgaand aan de datum van uitdeling.

        §2 Het uitdelen van stalen van gebruiks- of verbruiksproducten op het openbaar domein is slechts toegelaten mits voorafgaandelijke en schriftelijke toestemming van het gemeentebestuur. De aanvraag gebeurt minimum 14 kalenderdagen voorafgaand aan de datum van uitdeling.

        §3 De aanvraag gebeurt per brief of per e-mail en bevat volgende gegevens: verantwoordelijke uitgever, datum, uur en de straten waar de stalen worden uitgedeeld. Er kunnen modaliteiten worden opgelegd m.b.t. de bedeling. De vergunning moet bij controle ter plaatse kunnen voorgelegd worden op eenvoudige vraag.

        §4 Bij het uitdelen van drukwerk (o.a. flyers, pamfletten, reclamefolders,..), stalen of andere voorwerpen moet iedere verdeler zelf of via een helper instaan voor het oprapen van de door het publiek in de omgeving (binnen de evenementenzone of binnen een straal van 100m rond het verdeelpunt) weggeworpen exemplaren of voorwerpen.

        §5 Het is verboden drukwerk, flyers, kaartjes met aankoopaanbod, stalen of voorwerpen, andere dan processen-verbaal en preventiedrukwerken van de politie, preventiedrukwerk van stadsdiensten of parkeerretributiebonnen, op geparkeerde/gestalde voertuigen te plaatsen, met inbegrip van fietsen. De verdeler van drukwerk, flyers, kaartjes met aankoopaanbod is aansprakelijk bij overtredingen van de bepalingen van dit artikel.

        §6 Indien de verdeler niet kan geïdentificeerd worden is de verantwoordelijke uitgever aansprakelijk bij overtreding van de bepalingen van dit artikel, tenzij hij het bewijs levert dat hij alles heeft gedaan om de betrokkene op zijn plichten te wijzen en zodus overtreding van dit artikel te verhinderen. Indien er geen verantwoordelijke uitgever is vermeld op de flyers of stalen, kan het bedrijf of de organisator dat/die promotie voert eveneens aansprakelijk gesteld worden, tenzij het bewijs wordt geleverd dat alles werd gedaan om de betrokkene op zijn plichten te wijzen en zodus overtreding van dit artikel te verhinderen. Indien de door het publiek in de omgeving weggeworpen exemplaren of voorwerpen niet opgeraapt worden door de verdeler of zijn helper, zal de stad de exemplaren of voorwerpen ambtshalve laten verwijderen op kosten en op risico van de overtreder.

        48. Schadelijke middelen

        Het is verboden om schadelijke middelen zoals lachgas te verhandelen of te bezitten indien de handel of het bezit gericht is op het oneigenlijk gebruik van het middel met als doel het bekomen van een roeseffect.

        V. DIEREN (GAS – 1 inbreuken)

        49. Dieren

        §1 Het is de eigenaars, bezitters, bewakers of houders van dieren verboden hun dieren onbewaakt vrij te laten lopen in de openbare ruimte.

        De bewaking moet zo zijn dat de begeleider het dier op elk ogenblik kan beletten om personen of dieren te intimideren of lastig te vallen, voertuigen te bespringen of private eigendommen te betreden. Het is de personen die het dier niet in de hand kunnen houden, verboden het dier te begeleiden.

        §2 Het is de eigenaars, bezitters, bewakers of houders van honden, verboden hun honden op te hitsen of niet tegen te houden wanneer die de voorbijgangers aanvallen of achtervolgen, zelfs als er geen kwaad of schade uit volgt. Honden dienen steeds aan de leiband gehouden te worden.

        §3 Op de openbare ruimte moeten honden altijd aan de leiband gehouden worden. Deze regel is niet van toepassing op hondenloopweides, voor politiemensen met politiehonden, voor het beoefenen van de jacht en voor het begeleiden van een kudde.

        §4 De begeleiders van honden of andere huisdieren die zich op de openbare ruimte begeven, dienen steeds in het bezit te zijn van een recipiënt of een ander middel voor het verwijderen van de uitwerpselen van het dier.

        §5 De eigenaars of begeleiders van honden moeten er voor zorgen dat deze dieren de openbare ruimte niet bevuilen met hun uitwerpselen. Ze zijn verplicht deze uitwerpselen onmiddellijk te verwijderen, behoudens op de daartoe bestemde plaatsen die door het gemeentebestuur met duidelijke signalering zijn aangeduid.

        §6 De uitwerpselen van rij- en trekdieren (paarden, pony’s en ezels) op openbare wegen moeten door de eigenaar, begeleider of bewaker opgeschept en meegenomen worden in een daartoe voorzien recipiënt.

        §7 Onbewaakte loslopende dieren, die aangetroffen worden op de openbare ruimte of openbare plaatsen, worden door toedoen van of in opdracht van het gemeentebestuur gevangen en toevertrouwd aan de dienst die door het gemeentebestuur aangesteld is. Alle hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de eigenaar, bezitter, bewaker of houder van het dier.

        §8 De eigenaars, bezitters, bewakers of houders van dieren moeten de nodige maatregelen treffen om te voorkomen dat de hun toevertrouwde of de hun toebehorende dieren kunnen ontsnappen van de plaats waar zij normaal gehuisvest zijn.

        De huisvesting moet zodanig zijn dat het dier wordt belet om personen of andere dieren te intimideren of lastig te vallen.

        §9 Het is verboden op de openbare ruimte eender welk voedsel voor zwervende dieren achter te laten, te deponeren of te werpen, met uitzondering van voedsel voor vogels bij vriesweer.

        Het voederen van zwerfdieren op het openbaar domein mag enkel door personen die hiervoor gemachtigd zijn door de burgemeester, en in het bezit zijn van een toelating ondertekend door de burgemeester.

        §10 De eigenaars, huurders of beheerders van onroerende goederen zijn verplicht maatregelen te treffen om te verhinderen dat verwilderde duiven en katten nesten. Zij zijn verplicht bevuilde gebouwen schoon te maken en te ontsmetten. Indien de eigenaars, huurders of beheerders van onroerende goederen nalaten gevolg te geven aan deze verplichting, wordt ambtshalve overgegaan tot de reiniging op kosten en risico van de overtreder.

        50. Uitvliegen van duiven

        §1 Het is verboden reisduiven welke niet aan prijskampen deelnemen, te laten uitvliegen van 07.00 uur tot 18.00 uur op zon- en feestdagen waarop duivenvluchtprijskampen plaatshebben en dit van 1 april tot en met de laatste zondag van de maand oktober en voor zover de prijskampen nog niet beëindigd zijn.

        §2 In geval van overmacht, slecht weer of andere oorzaken, waarbij de vluchten niet op de vermelde dagen worden gehouden, geldt dit verbod voor de daaropvolgende dag en is de medekampende liefhebber verplicht kenbaar te maken dat de duiven niet op de vermelde datum werden gelost.

        §3 Elke handeling die de medekampende liefhebber schade kan toebrengen, is te allen tijde verboden. Hierdoor wordt onder andere verstaan: slaan op allerlei voorwerpen, zwaaien met voorwerpen, ophangen van allerlei voorwerpen in de nabijheid van hokken, opstellen van molentjes, draaiende voorwerpen en in het algemeen elke daad die de duiven kan doen op- of afschrikken.

        VI. SPECIFIEKE OF GEMENGDE INBREUKEN (GAS-2 en GAS-3 inbreuken)

        51. Gewone diefstal (art. 461 en 463 Strafwetboek) = GAS-2 inbreuk

        Het is verboden een zaak die hem niet toebehoort bedrieglijk weg te nemen, zelfs voor kortstondig gebruik.

        52. Gehele of gedeeltelijke vernieling of onbruikbaarmaking (art. 521, derde lid Strafwetboek) = GAS-3 inbreuk

        Het is verboden om rijtuigen, wagons en motorvoertuigen geheel of gedeeltelijk te vernielen of onbruikbaar te maken, met het oogmerk om te schaden.

        53. Vernieling of beschadiging van graven, monumenten, standbeelden en kunstvoorwerpen (art. 526 van het Strafwetboek) = GAS-2 inbreuk

        Het is verboden:

        • grafzerken, gedenktekens of grafsteen;
        • monumenten, standbeelden of andere voorwerpen die tot het algemeen nut of tot openbare versiering bestemd zijn en door de bevoegde overheid of met haar machtiging zijn opgericht;
        • monumenten, standbeelden, schilderijen of welke kunstwerken dan ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn geplaatst te vernielen, neer te halen, te verminken of te beschadigen.

        54. Beschadiging van (on)roerende goederen (art. 534 bis Strafwetboek) = GAS-2 inbreuk

        Het is verboden om zonder toestemming graffiti aan te brengen op roerende of onroerende goederen.

        55. Beschadiging van onroerende eigendommen (art. 534 ter Strafwetboek) = GAS-2 inbreuk

        Het is verboden om opzettelijk andermans onroerende eigendommen te beschadigen.

        56. Vernieling van bomen of enten (art. 537 Strafwetboek) = GAS-2 inbreuk

        Het is verboden om kwaadwillig een of meer bomen om te hakken, zodanig in te snijden, te verminken of te ontschorsen dat zij vergaan, of een of meer enten te vernielen.

        57. Dempen van grachten, afhakken of uitrukken van levende of dode hagen, vernielen van landelijke of stedelijke afsluitingen, verplaatsen of verwijderen van grenspalen, hoekbomen of andere bomen (art. 545 Strafwetboek) = GAS-2 inbreuk

        Het is verboden:

        • grachten geheel of ten dele te dempen;
        • levende of dode hagen af te hakken of uit te rukken;
        • landelijke of stedelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt te vernielen;
        • grenspalen, hoekbomen of andere bomen geplant of erkend om grenzen tussen verschillende erven te bepalen, te verplaatsen of te verwijderen.

        58. Beschadiging of vernieling van roerende eigendommen (art. 559, 1° Strafwetboek) = GAS-2 inbreuk

        Is strafbaar zij die, buiten de gevallen omschreven in boek II, titel IX, hoofdstuk III, van het strafwetboek, andermans roerende eigendommen opzettelijk beschadigen of vernielen.

        59. Nachtlawaai (art. 561, 1° Strafwetboek) = GAS-2 inbreuk

        Het is verboden nachtgerucht of nachtrumoer te maken waardoor de rust van de inwoners verstoord wordt.

        Het bewijs kan met alle mogelijke middelen geleverd worden.

        De officier van bestuurlijke politie kan, na een eerste waarschuwing en tot de eerstvolgende ochtendopening, de voor het publiek toegankelijke gelegenheid sluiten, wanneer de uitbating ervan de openbare rust verstoort.

        Een geluid wordt als niet-hinderlijk beschouwd wanneer het bijvoorbeeld het gevolg is van:

        • van werken of handelingen die dringend of zonder verder uitstel moeten worden uitgevoerd ter bescherming van personen of eigendommen, of ter voorkoming van rampen;
        • een manifestatie waarvoor door het gemeentebestuur een afwijking van de geluidsnormen werd afgeleverd, voor zover de in de vergunning opgelegde voorwaarden worden nageleefd;
        • werken door landbouwers tijdens het bewerken van hun velden of voor het binnenhalen van de oogst gedurende de periode van 1 maart tot en met 30 november).

        60. Opzettelijke beschadiging van stedelijke of landelijke afsluitingen (art. 563, 2° Strafwetboek) = GAS-2 inbreuk

        Het is verboden opzettelijk stedelijke of landelijke afsluitingen te beschadigen, uit welke materialen zij ook gemaakt zijn.

        61. Feitelijkheden of lichte gewelddaden (art. 563, 3° Strafwetboek) = GAS-2 inbreuk

        Zijn strafbaar daders van feitelijkheden of lichte gewelddaden, mits zij niemand gewond of geslagen hebben en mits de feitelijkheden niet tot de klasse van de beledigingen behoren; in het bijzonder zij die opzettelijk, doch zonder het oogmerk om te beledigen, enig voorwerp op iemand werpen dat hem kan hinderen of bevuilen.

        62. Zich niet identificeerbaar vertonen in de voor het publiek toegankelijke plaatsen (art. 563 bis Strafwetboek= GAS-2 inbreuk

        • Behoudens andersluidende wetsbepalingen is het verboden zich in de voor het publiek toegankelijke plaatsen te begeven met het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt of verborgen, zodat men niet herkenbaar is.
        • Dit verbod geldt echter niet voor hen die zich in de voor het publiek toegankelijke plaatsen begeven met het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt of verborgen, zodat zij niet herkenbaar zijn, en wel krachtens arbeidsreglementen of een politieverordening naar aanleiding van feestactiviteiten

        VIII. STRAFBEPALINGEN

        63. De administratieve sanctie

        I. De administratieve geldboete

        A. Bedrag van de geldboete

        §1 De administratieve geldboete bedraagt minimum 100 euro en maximaal 175 of 350 euro naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is.

        §2 De administratieve sanctie is proportioneel in functie van de zwaarte van de feiten die haar verantwoorden en in functie van de eventuele herhaling. 

        §3 Indien er verzachtende omstandigheden zijn, kunnen de administratieve geldboetes worden verminderd, zonder dat zij ooit lager mogen zijn dan 25,00 euro.

        B. Herhaling

        §1 Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

        §2 Bij herhaling van eenzelfde overtreding wordt de geldboete 175,00 euro.

        §3 De persoon die, na met een administratieve geldboete van 175 euro te zijn gesanctioneerd, eenzelfde overtreding begaat, binnen de vierentwintig maanden nadat ze uitvoerbare kracht heeft gekregen, wordt gesanctioneerd met de volgens de wet maximum toegelaten geldboete, zijnde 350,00 euro, of 175,00 euro, indien het een minderjarige betreft die de volle leeftijd van 14 jaar heeft bereikt op het ogenblik van de feiten.

        §4 Indien er verzachtende omstandigheden zijn, kunnen de administratieve geldboetes worden verminderd, zonder dat zij ooit lager mogen zijn dan 25,00 euro.

        C. Samenloop van verscheidene overtredingen binnen één reglement of verordering

        §1 De vaststelling van meerdere samenlopende inbreuken op dezelfde reglementen of verordeningen, geeft aanleiding tot één enkele administratieve sanctie, in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten.

        In geval van samenloop van verscheidene overtredingen waarvoor administratieve geldboetes voorzien zijn, worden de bedragen samengeteld, zonder dat deze boete het bedrag van 350,00 euro mag te boven gaan, of 175,00 euro, indien het een minderjarige betreft die de volle leeftijd van 14 jaar heeft bereikt op het ogenblik van de feiten.

        Er wordt bijgevolg slechts één administratieve geldboete opgelegd per reglement of verordening.

        §2 Bij samenloop van een overtreding waarvoor een administratieve geldboete voorzien is en een overtreding waarvoor een administratieve schorsing of intrekking van een door de gemeente afgeleverde toestemming of vergunning of een administratieve sluiting van een instelling is voorzien, wordt alleen de schorsing, intrekking of sluiting uitgesproken.

        §3 Indien er verzachtende omstandigheden zijn, kunnen de administratieve geldboetes worden verminderd, zonder dat zij ooit lager mogen zijn dan 25,00 euro.

        II. De administratieve sluiting van een instelling

        De persoon, eigenaar van een instelling, aan wie reeds tweemaal een administratieve boete werd opgelegd, naar aanleiding van een overtreding in verband met die instelling, kan worden gesanctioneerd met de administratieve sluiting van de instelling gedurende een termijn van maximum drie maanden.

        III. De administratieve schorsing of intrekking van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning

        Inbreuken op artikelen 16, §1 alinea en 24 §1 worden bestraft met de schorsing of intrekking van de vergunning opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

        DEEL II: ALGEMEEN ZONAAL (PROCEDURE)REGLEMENT BETREFFENDE HET OPLEGGEN VAN EEN ADMINISTRATIEVE GELDBOETE BIJ OVERTREDINGEN OP DE ALGEMENE ZONALE POLITIEVERORDENING DEINZE/ZULTE/LIEVEGEM DEEL I OVERLASTBEPALINGEN EN GEMENGDE INBREUKEN (GAS-1, GAS-2 en GAS-3 inbreuken)

        Hoofdstuk I. Toepassingsgebied

        64. Doel

        De gemeente legt bij wijze van dit algemeen zonaal (procedure)reglement de verschillende aspecten van de procedure vast ingeval een inbreuk wordt vastgesteld op één van de bepalingen van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem Deel I Overlastbepalingen en gemengde inbreuken (zogenaamde GAS-1, GAS-2 en GAS-3 inbreuken) en verder op alle politiereglementen en –verordeningen in de politiezone Deinze/Zulte/Lievegem met inbegrip van de besluiten burgemeester en de politiereglementen van de provincie Oost-Vlaanderen voor de provinciale domeinen ‘Het Leen’ (Lievegem) en ‘De Brielmeersen’ (Deinze) die aanleiding kunnen geven tot het opleggen van een gemeentelijke administratieve sanctie.

        65. Definities

        In dit reglement hebben de onderstaande termen de volgende betekenis:

        Gemeentelijke administratieve sanctie (GAS): sanctie die door de gemeenteraad in zijn reglementen en verordeningen wordt voorzien bestaande uit:

        • Een administratieve geldboete die maximaal 175,00 euro of 350,00 euro bedraagt naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is;
        • De administratieve schorsing van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;
        • De administratieve intrekking van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning.
        • De tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.

        Sanctionerend ambtenaar: ambtenaar aangewezen door de gemeenteraad bevoegd voor het opleggen van een administratieve geldboete, en voldoet aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties

        Gemengde inbreuken: inbreuken op gemeentelijke verordeningen en reglementen die enkel aanleiding kunnen geven tot een administratieve sanctionering indien geen strafrechtelijke sanctionering wordt toegepast.

        Niet-gemengde inbreuken: inbreuken op gemeentelijke verordeningen en reglementen die door geen andere regelgeving strafbaar worden gesteld en enkel aanleiding kunnen geven tot een administratieve sanctionering.

        Minderjarige overtreder: overtreder die op het ogenblik van de inbreuk de volle leeftijd van 14 jaar heeft bereikt.

        Meerderjarige overtreder: overtreder die op het ogenblik van de inbreuk de volle leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

        Ouderlijke betrokkenheid: procedure waarbij de sanctionerend ambtenaar de ouders van de minderjarige overtreder over de feiten informeert en hen verzoekt hun mondelinge of schriftelijke opmerkingen hierover mee te delen samen met de te nemen opvoedkundige maatregelen.

        Bemiddeling: maatregel als alternatief voor de administratieve geldboete die het voor de overtreder mogelijk maakt om door tussenkomst van een bemiddelaar de veroorzaakte schade te herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren.

        Bemiddelaar: de statutaire of contractuele beambte aangewezen door de Stad Gent die, in opdracht van de sanctionerend ambtenaar de verschillende stappen van de bemiddelingsprocedure inzake GAS uitvoert, en voldoet aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        Geïdentificeerd slachtoffer: de natuurlijke of rechtspersoon waarvan de belangen als geschaad werden beschouwd door de sanctionerend ambtenaar.

        Herhaling: indien de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de 24 maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

        66. Doelgroep en toepassingsgebied

        Dit algemeen zonaal (procedure)reglement is van toepassing op alle politiereglementen of -verordeningen in de politiezone Deinze/Zulte/Lievegem met inbegrip van de besluiten burgemeester en de politiereglementen van de provincie Oost-Vlaanderen voor de provinciale domeinen ‘Het Leen’ (Lievegem) en ‘De Brielmeersen’ (Deinze)die aanleiding kunnen geven tot een gemeentelijke administratieve sanctie.

        Hoofdstuk II. Vaststelling inbreuken – opleggen administratieve sanctie

        67. Vaststellen inbreuken

        Inbreuken die het voorwerp van een administratieve sanctie kunnen uitmaken worden vastgesteld door de personen vermeld in artikel 20 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de administratieve sancties en inbreuken die uitsluitend het voorwerp kunnen uitmaken van administratieve sancties kunnen eveneens worden vastgesteld door de personen vermeld in artikel 21 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        68. Opleggen administratieve geldboete

        De aangewezen ambtenaar belast met het opleggen van een administratieve geldboete zijn de provinciale sanctieambtenaren, belast met het opleggen van administratieve geldboetes.

        Hoofdstuk III. Protocolakkoord gemengde inbreuken

        69. Protocolakkoord

        De gemengde inbreuken voorzien in de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem in Deel I Overlastbepalingen en gemengde inbreuken worden behandeld conform een protocolakkoord betreffende de gemeentelijke administratieve sancties in geval van gemengde inbreuken, afgesloten tussen de procureur des Konings en het college van burgemeester en schepenen.

        Hoofdstuk IV Administratieve procedure

        70. Verloop van de procedure

        §1 Wanneer de sanctionerend ambtenaar beslist dat de administratieve procedure opgestart dient te worden, deelt hij het volgende per aangetekende brief mee aan de overtreder:

        • de feiten en hun kwalificatie;
        • dat de overtreder de mogelijkheid heeft om bij aangetekende brief zijn verweermiddelen uiteen te zetten, binnen een termijn van vijftien dagen na de datum van kennisgeving, en dat hij, bij die gelegenheid, het recht heeft om aan de sanctionerend ambtenaar te vragen zijn verweer mondeling uiteen te zetten;
        • dat de overtreder het recht heeft om zich te laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman;
        • dat de overtreder het recht heeft om zijn dossier te raadplegen;
        • een kopie van het proces-verbaal.

        §2 De vader, moeder en voogden of personen die de minderjarige overtreder onder hun hoede hebben, worden eveneens per aangetekende brief op de hoogte gebracht dat een administratieve procedure geopend wordt. De partijen hebben dezelfde rechten als de minderjarige.

        71. Verweer

        §1 De overtreder dient zijn verweerschrift, met een eventueel verzoek tot mondelinge verdediging van zijn zaak, ook bij een ter post aangetekende zending te versturen uiterlijk de vijftiende dag na de dag van ontvangst.

        §2 De sanctionerend ambtenaar bepaalt de dag waarop de overtreder uitgenodigd wordt om zijn mondeling verweer uiteen te zetten.

        §3 Indien de sanctionerend ambtenaar van oordeel is dat een administratieve geldboete moet worden opgelegd die niet hoger is dan 70,00 euro, heeft de meerderjarige overtreder het recht niet om te vragen zijn verweer mondeling uiteen te zetten.

        72. Beslissing van de sanctionerend ambtenaar

        §1 De beslissing van de sanctionerend ambtenaar wordt binnen een termijn van zes maanden genomen en wordt aangetekend ter kennis gebracht van de betrokkenen.

        Deze termijn van zes maanden neemt aanvang vanaf de dag van de vaststelling van de feiten.

        §2 In afwijking van §1 wordt de beslissing van de sanctionerend ambtenaar binnen een termijn van twaalf maanden genomen en wordt ter kennis gebracht van de betrokkenen, indien er een bemiddeling tussenkomt. Deze termijn van twaalf maanden neemt aanvang vanaf de dag van de vaststelling van de feiten.

        §3 Na het verstrijken van de in §1 en §2 bedoelde termijnen, kan de sanctionerend ambtenaar geen administratieve geldboete meer opleggen.

        73. Kennisgeving van de beslissing door de sanctionerend ambtenaar

        §1 Na het verstrijken van de mogelijkheid om bij aangetekende brief en binnen een termijn van vijftien dagen zijn verweermiddelen uiteen te zetten of vóór het verstrijken van deze termijn, wanneer de overtreder te kennen geeft de feiten niet te betwisten of, desgevallend, na mondeling of schriftelijk verweer door de overtreder of zijn raadsman, kan de sanctionerend ambtenaar de administratieve geldboete opleggen.

        De sanctionerend ambtenaar brengt zijn beslissing ter kennis van de overtreder per aangetekende brief, en in geval van specifieke of gemengde inbreuken, van de procureur des Konings. De beslissing van de sanctionerend ambtenaar wordt eveneens per aangetekende brief ter kennis gebracht van de minderjarige en zijn vader en moeder, zijn voogden of personen die er de hoede over hebben.

        In de kennisgeving wordt tevens de informatie opgenomen bedoeld in artikelen 9, §1, 10 en 12 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van de persoonsgegevens.

        §2 De sanctionerend ambtenaar zendt een kopie van het proces-verbaal of van de vaststelling, evenals een kopie van zijn beslissing over aan elke partij die hierbij een rechtmatig belang heeft en die hem voorafgaand een schriftelijk en met redenen omkleed verzoek heeft overgezonden.

        74. Beroep

        §1 De beslissing tot het opleggen van een administratieve geldboete heeft uitvoerbare kracht na het verstrijken van één maand vanaf de dag van de kennisgeving, behoudens wanneer hoger beroep wordt aangetekend.

        §2 De gemeente of de overtreder, in geval van een administratieve geldboete, kan een beroep instellen bij geschreven verzoekschrift bij de politierechtbank, volgens de burgerlijke procedure, binnen een maand na kennisgeving van de beslissing.

        Wanneer de beslissing van de sanctionerend ambtenaar betrekking heeft op minderjarigen, wordt het beroep ingediend via kosteloos verzoekschrift bij de jeugdrechtbank. In dat geval kan het beroep eveneens worden ingesteld door de vader en moeder, voogden of personen die er de hoede over hebben. De jeugdrechtbank blijft bevoegd indien de overtreder meerderjarig is geworden op het moment van de uitspraak.

        De politierechtbank of de jeugdrechtbank beslissen in het kader van een tegensprekelijk en openbaar debat, over het beroep ingesteld tegen de administratieve sanctie. Zij oordelen over de wettelijkheid en de proportionaliteit van de opgelegde geldboete.

        Zij kunnen de beslissing van de sanctionerend ambtenaar ofwel bevestigen ofwel herzien.

        De jeugdrechtbank kan, wanneer hij gevat wordt door een beroep tegen de administratieve geldboete, in de plaats hiervan een maatregel van bewaring, behoeding of opvoeding opleggen, bepaald bij artikel 37 van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. In dit geval is artikel 60 van dezelfde wet van toepassing.

        De beslissing van de politierechtbank of van de jeugdrechtbank is niet vatbaar voor hoger beroep.

        Wanneer de jeugdrechtbank echter beslist om de administratieve sanctie te vervangen door een maatregel van bewaring, behoeding of opvoeding zoals bedoeld in artikel 37 van de voormelde wet, is zijn beslissing wel vatbaar voor hoger beroep. In dit geval zijn de procedures bedoeld in de voormelde wet van toepassing.

        Onverminderd het eerste tot het zevende lid en de voormelde wet van 8 april 1965, zijn de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing op het beroep bij de politierechtbank en de jeugdrechtbank.

        Hoofdstuk V Inning van de geldboete

        75. Inning van de administratieve geldboete

        De administratieve geldboete worden geïnd ten voordele van de gemeente.

        Hoofdstuk VI Onmiddellijke betaling van de administratieve geldboete

        76. Voorwaarden onmiddellijke betaling

        §1 Indien de feiten gepleegd zijn door een natuurlijk persoon die, noch een woonplaats, noch een vaste verblijfplaats heeft in België, kunnen de personeelsleden van het operationeel kader van de federale en lokale politie de administratieve geldboete onmiddellijk innen, mits akkoord van de overtreder.

        §2 De overtreder wordt bij het verzoek tot onmiddellijke betaling op de hoogte gebracht van al zijn rechten.

        §3 De inbreuken die slechts het voorwerp kunnen uitmaken van een administratieve sanctie kunnen aanleiding geven tot de onmiddellijke betaling van een maximumbedrag van 25,00 euro per inbreuk en een maximum bedrag van 100,00 euro wanneer er meer dan vier inbreuken ten laste van de overtreder werden vastgesteld.

        §4 De onmiddellijke betaling is uitgesloten:

        • indien één van de inbreuken die bij dezelfde gelegenheid worden vastgesteld geen aanleiding kan geven tot deze procedure;
        • indien de overtreder minder dan 18 jaar oud is of onder het statuut van verlengde minderjarigheid valt of onbekwaam verklaard is.

        §5          De betaling van de administratieve geldboete gebeurt door middel van een bankkaart of kredietkaart of via overschrijving of in geld.

        §6 Het proces-verbaal dat gewag maakt van een onmiddellijke betaling van de administratieve geldboete wordt binnen een termijn van vijftien dagen overgezonden aan de sanctionerend ambtenaar en aan de procureur des Konings.

        77. Gevolgen van onmiddellijke betaling

        §1 De onmiddellijke betaling doet de mogelijkheid vervallen om aan de overtreder een administratieve geldboete voor het bedoelde feit op te leggen.

        §2 De onmiddellijke betaling verhindert de procureur des Konings evenwel niet de artikelen 261bis of 216ter van het wetboek van Strafvordering toe te passen, noch strafrechtelijke vervolgingen in te zetten.

        Hoofdstuk VII Verjaring van de administratieve geldboete

        78. Verjaring

        De administratieve geldboetes verjaren na vijf jaar, te rekenen vanaf de datum waarop ze betaald moeten worden.

        Hoofdstuk VIII Procedure van ouderlijke betrokkenheid

        79. Procedure van ouderlijke betrokkenheid

        §1 Een procedure van ouderlijke betrokkenheid kan worden voorzien voorafgaand aan het aanbod tot bemiddeling, tot gemeenschapsdienst of, desgevallend, de oplegging van een administratieve geldboete.

        §2 In het kader van deze procedure, informeert de sanctionerend ambtenaar per aangetekende brief de vader en de moeder, voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige, over de vastgestelde feiten en verzoekt hen om, onmiddellijk na het ontvangen van het proces-verbaal of de vaststelling, hun mondelinge of schriftelijke opmerkingen mee te delen over deze feiten en de eventueel te nemen opvoedkundige maatregelen. Hij kan hiertoe een ontmoeting vragen met de vader en moeder, de voogd of de personen die de minderjarige onder hun hoede hebben en de minderjarige.

        §3 Na de in §2 bedoelde opmerkingen te hebben ingewonnen en/of de minderjarige overtreder te hebben ontmoet, evenals zijn vader, moeder, voogd of personen die er de hoede over uitoefenen en indien hij tevreden is over de educatieve maatregelen die door deze laatsten werden voorgesteld, kan de sanctionerend ambtenaar hetzij de zaak in dit stadium van de procedure afsluiten, hetzij de administratieve procedure opstarten.

        §4 De sanctionerend ambtenaar kan beslissen tot het opstarten van de administratieve procedure in volgende gevallen:

        • er werden geen opmerkingen noch opvoedkundige maatregelen binnen de gestelde termijn overgemaakt;
        • de minderjarige overtreder en/of de ouder(s), voogd of personen die er de hoede over uitoefenen zijn niet ingegaan op het verzoek uitgaande van de sanctionerend ambtenaar om elkaar te ontmoeten;
        • de sanctionerend ambtenaar is van oordeel dat de voorgestelde opvoedkundige maatregelen niet het beoogde resultaat zullen hebben

        In dergelijk geval wordt aan de minderjarige een bemiddelingsaanbod gericht conform de hieronder voorziene procedure.

        Hoofdstuk IX De lokale bemiddelingsprocedure

        De wet van 24 juni 2013 voorziet in een lokale bemiddelingsprocedure. Onderhavig reglement stelt deze procedure toepasbaar voor minderjarigen  vanaf de volle leeftijd van 14 jaar en voor meerderjarigen. De regering stelt hiervoor een voltijds ambtenaar ter beschikking van de steden en de gemeenten van het gerechtelijk arrondissement Gent. De gemeenten hebben hiervoor een protocol afgesloten met de stad Gent.

        80. Opstart procedure tot bemiddeling

        Minderjarigen:

        §1 Bij minderjarigen die de volle leeftijd van 14 jaar hebben bereikt op het tijdstip van de feiten wordt de beslissing inzake het opleggen van een administratieve geldboete voorafgegaan door een verplichte bemiddelingsprocedure.

        §2 De vader en de moeder, voogd of personen die de minderjarige onder hun hoede hebben, zijn burgerlijk aansprakelijk voor de betaling van de administratieve geldboete. Zij kunnen op hun verzoek de minderjarige begeleiden bij de bemiddeling.

        §3 De sanctionerend ambtenaar brengt de stafhouder van de orde van advocaten op de hoogte van het in gang zetten van de administratieve procedure wanneer een minderjarige verdacht wordt van een inbreuk die bestraft wordt met een administratieve geldboete.

        Meerderjarigen:

        §1 De sanctionerend ambtenaar kan een bemiddeling aan een meerderjarige overtreder voorstellen wanneer volgende voorwaarden zijn voldaan:

        • de gemeenteraad moet dit hebben voorzien in zijn reglement, evenals de procedure en de daarmee gepaard gaande nadere regels.
        • De overtreder moet instemmen met de bemiddeling.
        • Een slachtoffer werd geïdentificeerd.

        81. Verloop procedure tot bemiddeling

        Minderjarigen:

        §1 Indien de minderjarige overtreder niet reageert op het voorstel van bemiddelingsaanbod wordt door de bemiddelaar een brief verstuurd aan de minderjarige overtreder en zijn ouder(s), voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige waarin het bemiddelingsaanbod nogmaals wordt herhaald.

        Minderjarigen en meerderjarigen:

        §1 De bemiddelaar tracht de betrokkenen te bewegen tot een herstel of vergoeding van de schade in de meest brede betekenis. Hij probeert, indien de zaak zich hiertoe leent en de betrokkenen hiertoe bereid zijn, een diepgaande dialoog en ontmoeting tot stand te brengen, met inbegrip van een of meerdere momenten van directe ontmoeting.

        Hierbij wordt rekening gehouden met de algemene beginselen van de bemiddeling, zoals opgenomen in het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        §2 De bemiddelaar wordt door de aangewezen ambtenaar op de hoogte gebracht van de relevante feiten van de zaak. Elk bemiddelingsaanbod gaat gepaard met voldoende informatie over wat bemiddeling is, hoe deze verloopt, wat van de betrokkenen wordt verwacht, wat de betrokkenen mogen verwachten en welke hun rechten en plichten zijn. De bemiddelaar verstrekt de aangewezen ambtenaar informatie over de stand van zaken betreffende de bemiddeling, wanneer de aangewezen ambtenaar hem hiertoe verzoekt.

        82.         Resultaat procedure tot bemiddeling

        §1 De bemiddelaar deelt het resultaat van de bemiddeling mee aan de aangewezen ambtenaar. Indien de bemiddeling niet wordt aangevat of wordt beëindigd zonder resultaat, wordt dit eveneens meegedeeld.

        §2 Wanneer de sanctionerend ambtenaar het welslagen van de bemiddeling vaststelt, kan hij geen administratieve boete meer opleggen.

        §3 In geval van weigering van het aanbod of falen van de bemiddeling, kan de sanctionerend ambtenaar ofwel een gemeenschapsdienst voorstellen ofwel een administratieve geldboete opleggen binnen een termijn van 12 maanden vanaf de dag van de vaststelling van de feiten.

        Hoofdstuk X De gemeenschapsdienst

        De wet van 24 juni 2013 voorziet in een gemeenschapsdienst. Onderhavig reglement stelt deze procedure toepasbaar voor minderjarigen vanaf de volle leeftijd van 14 jaar en voor meerderjarigen.

        De gemeenschapsdienst bestaat uit:

        1.           Een opleiding en/of

        2.           Een onbetaalde prestatie onder toezicht van de gemeente of van een door de gemeente aangewezen bevoegde rechtspersoon en uitgevoerd ten behoeve van een gemeentedienst of een publiekrechtelijke rechtspersoon, een stichting of een vereniging zonder winstgevend oogmerk die door de gemeente wordt aangewezen.

        83. Opstart procedure van gemeenschapsdienst

        Minderjarigen:
        In geval van weigering van het aanbod of falen van de bemiddeling, kan de sanctionerend ambtenaar een gemeenschapsdienst voorstellen, zoals omschreven bij artikel 10 2e en 3e lid van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, die georganiseerd wordt in verhouding tot zijn leeftijd en capaciteiten.

        Meerderjarigen:
        Voor zover de sanctionerend ambtenaar het aangewezen acht, kan hij aan een meerderjarige overtreder, mits zijn akkoord of op zijn verzoek, een gemeenschapsdienst voorstellen in plaats van de administratieve geldboete.

        84. Verloop procedure gemeenschapsdienst

        Minderjarigen:

        §1 De sanctionerend ambtenaar kan beslissen de keuze en de nadere regels van de gemeenschapsdienst toe te vertrouwen aan een bemiddelaar of een bemiddelingsdienst.

        §2 De gemeenschapsdienst mag niet meer dan vijftien uur bedragen en moet worden uitgevoerd binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar.

        §3 De vader en moeder, voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige, kunnen op hun verzoek de minderjarige begeleiden bij het uitvoeren van de gemeenschapsdienst.

        Meerderjarigen:

        §1 De gemeenschapsdienst mag niet meer dan dertig uur bedragen en moet worden uitgevoerd binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar

        §2 De gemeenschapsdienst wordt omkaderd door een door de gemeente erkende dienst of door een rechtspersoon die door deze gemeente wordt aangewezen.

        85. Resultaat gemeenschapsdienst

        §1 Wanneer de sanctionerend ambtenaar vaststelt dat de gemeenschapsdienst uitgevoerd werd kan hij geen administratieve geldboete meer opleggen.

        §2 In geval van niet-uitvoering of weigering van de gemeenschapsdienst kan de sanctionerend ambtenaar een administratieve geldboete opleggen binnen een termijn van 12 maanden vanaf de dag van de vaststelling van de feiten.

        Hoofdstuk XI Register van de gemeentelijke administratieve sancties

        86. Bijhouden register

        De provinciaal sanctionerende ambtenaar houdt één enkel bestand bij van de natuurlijke personen of rechtspersonen die, op basis van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem, het voorwerp hebben uitgemaakt van een administratieve sanctie of een alternatieve maatregel (bemiddeling).

        DEEL III: BIJZONDERE ZONALE POLITIEVERORDENING DEINZE/ZULTE/LIEVEGEM BETREFFENDE OVERTREDINGEN OP HET STILSTAAN EN HET PARKEREN EN DE OVERTREDINGEN BETREFFENDE DE VERKEERSBORDEN C3 EN F103 VASTGESTELD MET AUTOMATISCH WERKENDE TOESTELLEN (zogenaamde GAS-4 inbreuken)

        Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

        87. Doel

        Bij wijze van deze zonale politieverordening wordt uitvoering gegeven aan:

        • artikel 3, 3° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, dat bepaalt dat de gemeenteraad kan voorzien in een administratieve geldboete voor de inbreuken opgesomd in het Koninklijk Besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen.
        • Artikel 3, 4° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, dat bepaalt dat de gemeenteraad kan voorzien in een administratieve geldboete voor het niet nakomen van de verplichting bedoeld in artikel 33, 3e lid, derde zin van die wet.

        88. Definities

        In dit reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

        Bestuurder:  al wie een voertuig bestuurt.

        Weggebruikers: elke persoon die gebruik maakt van de openbare weg.

        Auto: elk motorvoertuig, met inbegrip van de trolleybus, dat niet beantwoordt aan de bepalingen van de bromfiets, van de motorfiets, van de drie- en van de vierwieler met motor.

        Voertuig: elk middel van vervoer te land, evenals  alle verrijdbaar landbouw- of bedrijfsmaterieel.

        Motorvoertuig:  elk voertuig uitgerust met een motor, bestemd om op eigen kracht te rijden.

        Stilstaand voertuig: een voertuig dat niet langer stilstaat dan nodig is voor het in- of uitstappen van personen of voor het laden of lossen van zaken.

        Geparkeerd voertuig: een voertuig dat langer stilstaat dan nodig is voor het in- of uitstappen van personen of voor het laden of lossen van zaken.

        Motorfiets: elk tweewielig motorvoertuig met of zonder zijspanwagen en dat niet beantwoordt aan de bepaling van de bromfiets.  Bevestiging van een aanhangwagen aan een motorfiets brengt geen wijziging in de classificatie van dit voertuig.

        Bromfiets: elk voertuig met twee wielen of met drie wielen dat naar bouw een maximumsnelheid van 45 km/u heeft en waarvan de cilinderinhoud ten hoogste 50 cm³ bedraagt.  De bromfietsen worden onderverdeeld in bromfietsen klasse A  die naar bouw en motorvermogen, op een horizontale weg, niet sneller kunnen rijden dan 25 km per uur en bromfietsen klasse B  die niet deel uitmaken van klasse A.

        Automatisch werkende toestellen:  onbemande camera’s met nummerplaatherkenning

        Autosnelweg:  de openbare weg waarvan het begin of de oprit aangeduid is met het verkeersbord F5 en het einde met het verkeersbord F7.

        Autoweg: de openbare weg waarvan het begin aangeduid is met het verkeersbord F9 en het einde met het verkeersbord F11.

        Fietspad: het deel van de openbare weg dat voor het verkeer van fietsen en tweewielige bromfietsen klasse A is voorbehouden door de verkeersborden D7, D9 of door de wegmarkeringen bedoeld in artikel 74 van de wegcode. Het fietspad maakt geen deel uit van de rijbaan.

        Reclamevoertuig: onder reclamevoertuigen wordt verstaan: aanhangwagens of voertuigen, al dan niet uitgerust met een motor, dewelke op de openbare weg of het openbaar domein worden geplaatst met het oog op louter publicitaire doeleinden.

        Trottoir: het gedeelte van de openbare weg, al dan niet verhoogd aangelegd ten opzichte van de rijbaan, in ’t bijzonder ingericht voor het verkeer van voetgangers. Het trottoir is verhard en de scheiding ervan met de andere gedeelten van de openbare weg is duidelijk herkenbaar voor alle weggebruikers

        Rijbaan: het deel van de openbare weg dat voor het voertuigenverkeer in het algemeen is ingericht.

        Rijstrook:  elk deel van een rijbaan die in haar langsrichting verdeeld is door één of meer witte doorlopende of onderbroken strepen of door voorlopige markeringen die bestaan uit hetzij oranje doorlopende of onderbroken strepen hetzij doorlopende of onderbroken strepen gevormd door oranje spijkers .

        Kruispunt: de plaats waar twee of meer openbare wegen samenlopen.

        Overweg: de gehele of gedeeltelijke kruising van een openbare weg door een of meer buiten de rijbaan aangelegde sporen.

        Voetganger: een persoon die zich te voet verplaatst.

        Voetgangerszone:  een of meer openbare wegen waarvan de toegang aangeduid is met het verkeersbord F103 en de uitgang met het verkeersbord F105.

        Erf: zone waarvan de kenmerken overeenstemmen met die van het woonerf, maar waar de activiteiten verruimd kunnen zijn tot ambacht, handel, toerisme, onderwijs en recreatie.

        Woonerf:  één of meer speciaal ingerichte openbare wegen waarvan de toegangen zijn aangeduid met verkeersborden F12a, en de uitgangen met verkeersborden F12b.  In het woonerf overweegt de woonfunctie.

        Gelijkgrondse berm: de ruimte, onderscheiden van het trottoir en het fietspad, begrepen tussen enerzijds de rijbaan en anderzijds een sloot, een talud, de grenzen van eigendommen, die zich op hetzelfde hoogteniveau bevindt als de rijbaan en gevolgd mag worden door de weggebruikers, bepaald onder de voorwaarden van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

        Middenberm: elke aanleg in de lengterichting om de rijbanen te scheiden, behalve wegmarkeringen.

        Verhoogde berm : een ruimte die hoger ligt dan het rijbaanniveau, onderscheiden van het trottoir en het fietspad, en die tussen deze rijbaan ligt en een sloot, een talud, of grenzen van eigendommen.

        Verkeersgeleider : een inrichting die op de rijbaan is aangebracht en die bestemd is om het voertuigenverkeer te kanaliseren.

        Bebouwde kom: een gebied met bebouwing en waarvan de invalswegen aangeduid zijn met de verkeersborden F1, F1a of F1b, en de uitvalswegen met de verkeersborden F3, F3a of F3b.

        Aanhangwagen: elk voertuig dat bestemd is om door een ander te worden voortbewogen.

        Lading: elk goed of materiaal dat door een voertuig wordt vervoerd.

        Maximale toegelaten massa : de maximale totale massa van het voertuig, bepaald volgens de weerstand van de onderdelen van het chassis overeenkomstig de voorschriften van het technisch reglement van de auto's.

        89. Toepassingsgebied

        Deze politieverordening is van toepassing op het grondgebied van de gemeente, met uitzondering van de autosnelweg die het grondgebied van de politiezone D/Z/L doorkruist.

        90. Doelgroep

        Deze politieverordening is van toepassing op iedere meerderjarige natuurlijke persoon en iedere rechtspersoon die zich op het grondgebied van de gemeente bevindt, ongeacht zijn woonplaats of ligging van de  maatschappelijke zetel.

        Hoofdstuk II. Overtredingen van de eerste categorie volgens KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie op het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

        91. Parkeren in erven en woonerven (art. 22bis, 4°,a v/d wegcode – art. 3.1.1.a GAS-protocol)

        Binnen de woonerven en de erven, is het parkeren verboden, behalve:

        • op de plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter ''P'' aangebracht is;
        • op plaatsen waar een verkeersbord het toelaat.

        92. Stilstaan en parkeren op verhoogde inrichtingen (art. 22 ter.1, 3° v/d wegcode – art. 3.1.1.b GAS-protocol)

        Op de openbare wegen voorzien van verhoogde inrichtingen, die aangekondigd zijn door de verkeersborden A14 en F87, of die op de kruispunten alleen aangekondigd zijn door de verkeersborden A14, of die gelegen zijn binnen een zone afgebakend door de verkeersborden F4a en F4b, is stilstaan en parkeren verboden op deze inrichtingen, behoudens plaatselijke reglementering.

         

        93. Parkeren voetgangerszones (art. 22sexies2 v/d wegcode – art. 3.1.1.c GAS-protocol)

        In voetgangerszones is het parkeren verboden.

        94. Opstelling stilstaand of geparkeerd voertuig ten opzichte van de rijrichting (art. 23.1, 1° v/d wegcode – art. 3.1.1.d GAS-protocol)

        §1 Elk stilstaand of geparkeerd voertuig moet worden opgesteld rechts ten opzichte van zijn rijrichting.

        Indien het een rijbaan is met éénrichtingsverkeer, mag het evenwel langs de ene of langs de andere kant opgesteld worden.

        95. Stilstaan of parkeren op een berm (art. 23.1, 2° v/d wegcode – art. 3.1.1.e GAS-protocol)

        §1 Elk stilstaand of geparkeerd voertuig moet worden opgesteld:

        • buiten de rijbaan op de gelijkgrondse berm of, buiten de bebouwde kommen, op eender welke berm;
        • indien het een berm betreft die de voetgangers moeten volgen, moet langs de buitenkant van de openbare weg een begaanbare strook van ten minste 1,50 meter breed vrijgelaten worden;
        • indien de berm niet breed genoeg is, moet het voertuig gedeeltelijk op de berm en gedeeltelijk op de rijbaan opgesteld worden;
        • indien er geen bruikbare berm is, moet het voertuig op de rijbaan opgesteld worden.

        96. Stilstaan of parkeren volledig of deels op de rijbaan (art. 23.2, lid 1, 1° tot 3° en 23.2 lid 2 v/d wegcode – art. 3.1.1.f GAS-protocol)

        Elk voertuig dat volledig of ten dele op de rijbaan opgesteld is, moet geplaatst worden:

        - 1° zover mogelijk van de aslijn van de rijbaan;

        - 2° evenwijdig met de rand van de rijbaan, behoudens bijzondere plaatsaanleg;

        - 3° in één enkele file

        Motorfietsen zonder zijspan of aanhangwagen mogen evenwel haaks op de rand van de rijbaan parkeren voor zover zij daarbij de aangeduide parkeermarkering niet overschrijden.

        97. Opstelling fietsen en tweewielige bromfietsen (art. 23.3 v/d wegcode – art. 3.1.1.g GAS-protocol)

        Fietsen en tweewielige bromfietsen moeten buiten de rijbaan en de parkeerzones bedoeld in artikel 75.2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, opgesteld worden zonder het verkeer van de andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken, behalve op plaatsen gesignaleerd zoals voorzien in artikel 70.2.1.3°.f van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

        98. Opstelling motorfietsen (art. 23.4 v/d wegcode – art. 3.1.1.h GAS-protocol)

        Motorfietsen mogen buiten de rijbaan en de parkeerzones bedoeld in artikel 75.2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg opgesteld worden, zonder het verkeer van de andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken.

        99. Stilstaan en parkeren op plaatsen waar gevaar veroorzaakt kan worden of onnodige hinder zou veroorzaken (art. 24, lid1, 2°, 4° en 7° tot 10° v/d wegcode – art. 3.1.1.i GAS-protocol)

        Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of parkeren op elke plaats waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor de andere weggebruikers of waar het hun onnodig zou kunnen hinderen, inzonderheid:

        1. op 3 meter of meer doch op minder dan 5 meter van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden;

        2. op de rijbaan op 3 meter of meer doch op minder dan 5 meter voor de oversteekplaatsen voor de voetgangers en de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen;

        3. in de nabijheid van de kruispunten, op minder dan 5 meter van de verlenging van de naast bijgelegen rand van de dwarsrijbaan, behoudens plaatselijke reglementering;

        4. op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten op de kruispunten, behoudens plaatselijk reglementering;

        5. op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten buiten de kruispunten behalve voor voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, niet meer dan 1,65 m bedraagt, wanneer de onderkant van die verkeerslichten zich ten minste 2 meter boven de rijbaan bevindt;

        6. op minder dan 20 meter voor de verkeersborden behalve voor voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, niet meer dan 1,65 m bedraagt, wanneer de onderkant van die verkeersborden zich ten minste 2 meter boven de rijbaan bevindt.

        100. Parkeren op specifieke plaatsen zoals omschreven in artikel 25.1, 1°, 2°, 3°, 5°, 8° tot 13° van het kb van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (art. 3.1.1.j GAS-protocol)

        Het is verboden een voertuig te parkeren:

        1. op minder dan 1 meter zowel voor als achter een ander stilstaand of geparkeerd voertuig en op elke plaats waar het voertuig het instappen in of het wegrijden van een ander voertuig zou verhinderen;

        2. op minder dan 15 meter aan weerszijden van een bord dat een autobus-, trolleybus- of tramhalte aanwijst;

        3. voor de inrij van eigendommen, behalve de voertuigen waarvan het inschrijvingsteken leesbaar op die inrij is aangebracht;

        4. op elke plaats waar het voertuig de toegang tot buiten de rijbaan aangelegde parkeerplaatsen zou verhinderen;

        5. buiten de bebouwde kommen op de rijbaan van een openbare weg waarop het verkeersbord B9 is aangebracht;

           

        6. op de rijbaan wanneer deze verdeeld is in rijstroken, behalve op de plaatsen waar het verkeersbord E9a of E9b is aangebracht;

         

        7. op de rijbaan langs de gele onderbroken streep, bedoeld in artikel 75.1.2.° van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;

        8. op rijbanen met tweerichtingsverkeer tegenover een ander stilstaand of geparkeerd voertuig, wanneer twee andere voertuigen daardoor elkaar moeilijk zouden kunnen kruisen;

        9. op de middelste rijbaan van een openbare weg met drie rijbanen;

        10. buiten de bebouwde kommen, langs de linkerkant van een rijbaan van een openbare weg met twee rijbanen of op de middelste berm die deze rijbanen scheidt.

        101. Onjuiste aanduiding parkeerschijf (art. 27.1.3 v/d wegcode – art. 3.1.1.k GAS-protocol)

        Het is verboden onjuiste aanduidingen op de schijf te laten verschijnen. De aanduidingen van de schijf mogen niet gewijzigd worden voordat het voertuig de parkeerplaats verlaten heeft.

        102. Parkeren onrijvaardige motorvoertuigen en aanhangwagens (art. 27.5.1 v/d wegcode – art. 3.1.1.l GAS-protocol)

        Het is verboden op de openbare weg motorvoertuigen die niet meer kunnen rijden en aanhangwagens langer dan vierentwintig uur na elkaar te laten parkeren.

        103. Parkeren auto’s, slepen en aanhangwagens met een MTM van meer dan 7,5 ton (art. 27.5.2 v/d wegcode – art. 3.1.1.l GAS-protocol)

        Binnen de bebouwde kommen is het verboden op de openbare weg auto’s, slepen en aanhangwagens met een maximale toegelaten massa van meer dan 7,5 ton langer dan acht uur na elkaar te laten parkeren, behalve op de plaatsen waar het verkeersbord E9a, E9c of E9d is aangebracht.

         

        104. Parkeren reclamevoertuigen (art. 27.5.3 v/d wegcode – art. 3.1.1.l GAS-protocol)

        Het is verboden op de openbare weg reclamevoertuigen langer dan drie uur na elkaar te laten parkeren.

        105. Gebruik gehandicaptenkaart (art. 27bis v/d wegcode – art. 3.1.1.m GAS-protocol)

        Het niet hebben aangebracht van de speciale kaart, bedoeld in artikel 27.4.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg of het door artikel 27.4.1 van hetzelfde besluit hiermee gelijkgesteld document, op de binnenkant van de voorruit of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het op een voorbehouden parkeerplaats voor persoon met een handicap geparkeerde voertuig.

        106. Verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder (art. 68.3 v/d wegcode – art. 3.1.1.n GAS-protocol)

        Niet in acht nemen het verkeersbord C3, wanneer deze inbreuken vastgesteld worden door automatisch werkende toestellen.

        107. Verkeer in voetgangerszones (art. 71.2 v/d wegcode – art. 3.1.1.o GAS-protocol)

        Niet in acht nemen het verkeersbord F 103, wanneer deze inbreuken vastgesteld worden door automatisch werkende toestellen.

         

        108. Verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren (art. 70.2.1 v/d wegcode – art. 3.1.1.p GAS-protocol)

        Verkeersborden E1, E3, E5, E7 en van type E9 betreffende het stilstaan en het parkeren niet in acht nemen.

         

        109. Verkeersbord halfmaandelijks parkeren (art. 70.3 v/d wegcode – art. 3.1.1.q GAS-protocol)

        Verkeersbord E11 niet in acht nemen.

        110. Stilstaan en parkeren op verkeersgeleiders en verdrijvingsvakken (art. 77.4 v/d wegcode – art. 3.1.1.r GAS-protocol)

        Het stilstaan of parkeren is verboden op markeringen van verkeersgeleiders en verdrijvingsvlakken.

        111. Stilstaan en parkeren op witte markering parkeerzone (art. 77.5 v/d wegcode – art. 3.1.1.s GAS-protocol)

        Het stilstaan of parkeren is verboden op witte markeringen bedoeld in artikel 77.5 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg die de plaatsen afbakenen waar de voertuigen moeten staan.

        112. Stilstaan en parkeren op dambordmarkeringen (art. 77.8 v/d wegcode – art. 3.1.1.t GAS-protocol)

        Het stilstaan of parkeren is verboden op de dambordmarkering die bestaat uit witte vierkanten die op de grond zijn aangebracht.

        Hoofdstuk III. Overtredingen van de tweede categorie volgens KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie op het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg

        113. Stilstaan en parkeren op specifieke plaatsen zoals omschreven in artikel 24, lid1, 1°, 2°, 4° tot en met 6° van het kb van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (art. 24, lid 1, 1°,  2°,  4°,  5° en 6° v/d wegcode – art. 3.1.2.a GAS-protocol)

        Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of parkeren op elke plaats waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor de andere weggebruikers of waar het hun onnodig zou kunnen hinderen, inzonderheid:

        1. op de trottoirs en, binnen de bebouwde kommen, op de verhoogde bermen, behoudens plaatselijke reglementering;

        2. op de fietspaden en op minder dan 3 meter van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden;

        3. op de oversteekplaatsen voor voetgangers, op de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen en op de rijbaan op minder dan 3 meter voor deze oversteekplaatsen;

        4. op de rijbaan in de onderbruggingen, in de tunnels en behoudens plaatselijke reglementering onder de bruggen;

        5. op de rijbaan nabij de top van een helling en in een bocht wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is.

        114. Parkeren op specifieke plaatsen zoals omschreven in artikel 25.1, 4°, 6°, 7° van het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (art. 3.1.2.b GAS-protocol)

        Het is verboden een voertuig te parkeren:

        1. op de plaatsen waar de voetgangers en de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen op de rijbaan moeten komen om omheen een hindernis te gaan of te rijden;

        2. op de plaatsen waar de doorgang van spoorvoertuigen zou belemmerd worden;

        3. wanneer de vrije doorgang op de rijbaan minder dan 3 meter breed zou worden.

        115. Parkeren op voorbehouden parkeerplaatsen voor personen met een handicap (art. 25.1, 14° v/d wegcode – art. 3.1.2.c GAS-protocol)

        Het is verboden een voertuig te parkeren op de parkeerplaatsen gesignaleerd zoals voorzien in artikel 70.2.1.3°c van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg behalve voor de voertuigen gebruikt door personen met een handicap die in het bezit zijn van een speciale kaart zoals bedoeld in artikel 27.4.1 of 27.4.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

        Hoofdstuk IV Sanctionering

        116. Overtredingen van de eerste categorie

        Inbreuken op de artikelen uit Hoofdstuk II van deze politieverordening (Deel III van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem) worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete zoals vastgesteld in het KB van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen.

        117. Overtredingen van de tweede categorie

        Inbreuken op de artikelen uit Hoofdstuk III van deze politieverordening (Deel III van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem) worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete zoals vastgesteld in het KB van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen.

        118. Inbreuken op het niet nakomen van de verplichting bedoeld in artikel 33, 3e lid, derde zin

        Inbreuken op het niet nakomen van de verplichting bedoeld in artikel 33, 3e lid, derde zin van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 4 §1, 1° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        DEEL IV: ALGEMEEN (PROCEDURE)REGLEMENT BETREFFENDE HET OPLEGGEN VAN EEN ADMINISTRATIEVE GELDBOETE BIJ OVERTREDINGEN OP DE BIJZONDERE ZONALE POLITIEVERORDENING DEINZE/ZULTE/LIEVEGEM OP HET STILSTAAN EN HET PARKEREN EN DE OVERTREDINGEN BETREFFENDE DE VERKEERSBORDEN C3 EN F103 VASTGESTELD MET AUTOMATISCH WERKENDE TOESTELLEN

        Hoofdstuk I  Algemene bepalingen

        119. Definities

        Administratieve geldboete: geldboete opgelegd als sanctie voor een inbreuk op de bijzondere politieverordening betreffende overtredingen op het stilstaan en het parkeren en de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen.

        Het bedrag van deze geldboete wordt vastgesteld in het koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F 103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen en wordt bepaald in functie van de ernst van de bedreiging die zij betekenen voor de verkeersveiligheid en de mobiliteit.

        Sanctionerend ambtenaar: de door de gemeenteraad aangestelde provinciale ambtenaren belast met het opleggen van een administratieve geldboete.

        Automatisch werkend toestel: onbemande camera met nummerplaatherkenning.

        Onmiddellijke betaling: betaling van de administratieve geldboete ter plaatse mits akkoordbevinding van de overtreder (natuurlijke persoon) die noch een woonplaats, noch een vaste verblijfplaats heeft in België.

        120. Doelgroep en toepassingsgebied

        1. Dit algemeen (procedure)reglement is van toepassing op alle bepalingen van de bijzondere zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem betreffende overtredingen op het stilstaan en parkeren en de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen, die aanleiding kunnen geven tot het opleggen van een administratieve geldboete;

        2. Dit algemeen (procedure)reglement is van toepassing op iedere meerderjarige natuurlijke persoon en iedere rechtspersoon die zich op het grondgebied van de politiezone Deinze/Zulte/Lievegem bevindt, ongeacht zijn woonplaats of ligging van de  maatschappelijke zetel;

        3. Dit algemeen (procedure)reglement is van toepassing op het grondgebied van de politiezone Deinze/Zulte/Lievegem, met uitzondering van de autosnelweg die dit grondgebied doorkruist.

        Hoofdstuk II Vaststellen inbreuken – opleggen geldboete – bedrag administratieve geldboete

        121. Vaststellen inbreuken

        De in artikel 3, 3° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties bedoelde inbreuken, kunnen alleen worden vastgesteld door de personen vermeld in artikel 21 §4 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        1. De inbreuken op artikel 106 en artikel 107 van de politieverordening betreffende overtredingen op het stilstaan en parkeren en de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen, worden vastgesteld door automatisch werkende toestellen.

        122. Opleggen administratieve geldboete

        1. De administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar;

        2. Bij afwezigheid van de bestuurder zal de administratieve geldboete worden opgelegd aan de houder van de kentekenplaat van het voertuig. De houder van de kentekenplaat kan dit vermoeden weerleggen door met elk middel te bewijzen dat hij niet de bestuurder was op het ogenblik van de feiten. In dat geval is hij ertoe gehouden de identiteit van de onmiskenbare bestuurder kenbaar te maken binnen dertig dagen na de kennisgeving van de overtreding, behalve wanneer hij diefstal, fraude of overmacht kan bewijzen.

        123. Bedrag van de administratieve geldboete

        De grootte van de administratieve geldboetes of onmiddellijke betalingen voor overtredingen van de eerste en tweede categorie volgens het kb van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie op het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, zijn bepaald in het kb van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen.

        Voor inbreuken op het niet nakomen van de verplichting bedoeld in artikel 33, 3e lid, 3e zin van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties wordt een administratieve geldboete opgelegd zoals bepaald in artikel 4 §1, 1° van diezelfde wet.

        Hoofdstuk III Protocolakkoord inbreuken verkeer

        124. Protocolakkoord

        De inbreuken voorzien in de bijzondere zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem betreffende overtredingen op het stilstaan en parkeren en de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen, worden behandeld conform het protocolakkoord betreffende de gemeentelijke administratieve sancties inbreuken verkeer, afgesloten tussen de procureur des Konings en het college van burgemeester en schepenen.

        Dit protocolakkoord leeft alle wettelijke bepalingen na die betrekking hebben op de procedures voorzien voor de overtreders en schendt de rechten van de overtreders niet.

        De protocolakkoorden worden in bijlage gevoegd aan dit reglement en bekendgemaakt conform art. 23 § 1 van de wet van 24 juni 2013”.

        Hoofdstuk IV Administratieve procedure

        125. Kennisgeving

        De sanctionerend ambtenaar deelt binnen de vijftien dagen na ontvangst van de vaststelling van de inbreuk, bij gewone zending, aan de overtreder de gegevens mee met betrekking tot de vastgestelde feiten en de begane inbreuk, alsmede het bedrag van de administratieve geldboete.

        126. Betaling

        De administratieve geldboete wordt betaald door de overtreder binnen dertig dagen na de kennisgeving ervan, tenzij de overtreder binnen deze termijn zijn verweermiddelen bij gewone zending laat geworden aan de sanctionerend ambtenaar.

        127. Verweer

        De overtreder kan binnen 30 dagen na de kennisgeving van de administratieve geldboete op zijn verzoek worden gehoord wanneer het bedrag van de administratieve geldboete hoger ligt dan 70,00 euro.

        128. Beslissing

        §1 indien de sanctionerend ambtenaar de verweermiddelen gegrond verklaart, dan brengt hij hiervan de overtreder op de hoogte;

        §2 indien de sanctionerend ambtenaar de verweermiddelen niet gegrond verklaart, dan brengt hij de overtreder hiervan op een met redenen omklede wijze op de hoogte met verwijzing naar de te betalen administratieve geldboete die binnen een nieuwe termijn van dertig dagen na deze kennisgeving moet worden betaald.

        129. Herinnering

        Indien de administratieve geldboete niet wordt betaald binnen de eerste termijn van dertig dagen, dan wordt, behoudens in geval van verweermiddelen, een herinnering verstuurd met uitnodiging tot betaling binnen een nieuwe termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van die herinnering.

        130. Uitvoerbare kracht administratieve geldboete

        De beslissing tot het opleggen van een administratieve geldboete heeft uitvoerbare kracht indien de geldboete niet binnen de termijn bedoeld in artikel 128 §2 (ingeval van verweermiddelen) of artikel 129 (indien geen verweermiddelen worden geuit) van dit reglement werd betaald, tenzij de overtreder binnen deze termijn een beroep instelt.

        Hoofdstuk V Beroepsmogelijkheden

        131. Beroepsprocedure

        1. De overtreder kan in geval van een administratieve geldboete een beroep instellen bij geschreven verzoekschrift bij de politierechtbank, volgens de burgerlijke procedure, binnen de termijn bedoeld in artikel 128 §2 (ingeval van verweermiddelen) of artikel 129 (indien geen verweermiddelen worden geuit) van dit reglement;

        2. De politierechtbank beslist in het kader van een tegensprekelijk en openbaar debat, over het beroep ingesteld tegen de administratieve geldboete;

        3. De politierechtbank oordeelt over de wettelijkheid van de opgelegde geldboete en kan de beslissing van de sanctionerend ambtenaar ofwel bevestigen ofwel herzien;

        4. De beslissing van de politierechtbank is niet vatbaar voor hoger beroep.

        Hoofdstuk VI Onmiddellijke betaling

        132. Voorwaarden onmiddellijke betaling

        1. De inbreuken op de bijzondere zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem betreffende overtredingen op het stilstaan en het parkeren en de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen kunnen aanleiding geven tot onmiddellijke betaling van de in artikel 5 van dit reglement bepaalde boetebedragen;

        2. Alleen de personeelsleden van het operationele kader van de federale en lokale politie kunnen gebruik maken van de door dit hoofdstuk voorziene onmiddellijke betaling. In geval van onmiddellijke betaling zullen voornoemde personen de overtreder op de hoogte brengen van al zijn rechten;

        3. De onmiddellijke betaling kan enkel worden uitgevoerd ten aanzien van een natuurlijk persoon:

        • die, noch een woonplaats, noch een vaste verblijfplaats heeft in België;
        • die meer dan 18 jaar oud is en niet onder statuut van verlengde minderjarigheid valt of onbekwaam is verklaard;
        • die akkoord gaat met de uitvoering van de onmiddellijke betaling;

        4. De onmiddellijke betaling is uitgesloten indien één van de inbreuken die bij dezelfde gelegenheid worden vastgesteld geen aanleiding kan geven tot deze procedure;

        5. De betaling van de administratieve geldboete gebeurt door middel van een bankkaart of kredietkaart of via overschrijving of in geld;

        6. het proces-verbaal dat gewag maakt van een onmiddellijke betaling van de administratieve geldboete wordt binnen een termijn van vijftien dagen overgezonden aan de sanctionerend ambtenaar en aan de procureur des Konings.

        133. Gevolgen van onmiddellijke betaling

        1. De onmiddellijke betaling doet de mogelijkheid vervallen om aan de overtreder een administratieve geldboete voor het bedoelde feit op te leggen;

        2. De onmiddellijke betaling verhindert de procureur des Konings evenwel niet de artikelen 216bis of 216ter van het Wetboek van Strafvordering toe te passen, noch strafrechtelijke vervolgingen in te zetten.

        Hoofdstuk VII Verjaring van de administratieve geldboete

        134. Verjaring

        De administratieve geldboete verjaart na vijf jaar, te rekenen vanaf de datum waarop ze betaald moet worden.

        DEEL V: OPHEFFINGS-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

        135. Opheffingsbepaling

        Het algemeen politiereglement LoWaZoNe (Gas-reglement) goedgekeurd door de gemeenteraad van 20 december 2016, het algemeen reglement op de gemeentelijke administratieve sancties (niet-verkeer) goedgekeurd door de gemeenteraad van 20 december 2016, de bijzondere politieverordening betreffende overtredingen op het stilstaan en het parkeren en de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen goedgekeurd door de gemeenteraad van 20 december 2016, het algemeen reglement betreffende het opleggen van een administratieve geldboete bij overtredingen op het stilstaan en het parkeren en de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen goedgekeurd door de gemeenteraad van 20 december 2016 en het algemeen politiereglement Deinze/Zulte goedgekeurd door de gemeenteraad van 22 februari 2018 worden opgeheven. De opheffing gebeurt met ingang van de inwerkingtreding van deze algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem.

        136. Overgangsbepaling.

        De procedures die lopende zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit reglement blijven onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die van kracht waren op het tijdstip van de inleiding van de procedure.

        De algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem is enkel van toepassing op inbreuken die gepleegd werden na de inwerkingtreding van deze politieverordening

        137. Bekendmaking

        Onderhavig algemeen zonaal politiereglement Deinze/Zulte/Lievegem wordt in uitvoering van artikel 286 §1 1° van het decreet lokaal bestuur bekend gemaakt op de webtoepassing van de stad Deinze met inachtname van artikel 15 van de wet van 24 juni 2013, meer specifiek met betrekking tot minderjarigen.

        138. Inwerkingtreding

        Dit besluit treedt in werking op 6 maart 2020.

        DEEL VI: BIJLAGEN

        PROTOCOLAKKOORD BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES INBREUKEN OP HET STRAFWETBOEK (NIET-VERKEER)

        TUSSEN

        stad Deinze, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, namens wie handelen de heer Jan Vermeulen, burgemeester, en de mevr. Stefanie De Vlieger, algemeen directeur;

        EN

        de procureur des Konings van het Parket Oost- Vlaanderen, vertegenwoordigd door de heer Johan Sabbe

         

        gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, in het bijzonder op artikel 23, § 1, eerste lid, voor wat de gemengde inbreuken betreft, verkeersinbreuken uitgezonderd;

        gelet op de artikelen 119bis, 123 en 135, § 2, van de Nieuwe Gemeentewet;

        gelet op de algemene politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem van de stad Deinze d.d. 27/02/2020;

        gelet op het akkoord van de partijen om aan het initiële bestaande protocolakkoord een aantal aanpassingen aan te brengen;

        WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT

        A. Toepassingsgebied

        De bepalingen van de GAS-wetgeving en van dit protocolakkoord zijn van toepassing op meerderjarigen en op minderjarigen, die op het ogenblik van de feiten de volle leeftijd van 14 jaar hebben bereikt. De wet van 24 juni 2013 preciseert immers dat een minderjarige die de volle leeftijd van 14 jaar heeft bereikt, het voorwerp kan uitmaken van een administratieve geldboete, “zelfs wanneer deze persoon op het ogenblik van de beoordeling van de feiten meerderjarig is geworden”.

        B. Wettelijk kader

        Artikel 3, 1° en 2° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (B.S. 1 juli 2013) bepaalt dat de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen kan voorzien in een administratieve sanctie voor inbreuken op de artikelen 398, 448, 521, derde lid, 461, 463, 526, 534bis, 534ter, 537, 545, 559, 1°, 561, 1°, 563, 2°, 563, 3° en 563bis van het Strafwetboek.

        Voor de bovenvermelde inbreuken kan een protocolakkoord worden afgesloten tussen de bevoegde procureur des Konings en het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege. Dit protocol respecteert alle wettelijke bepalingen inzake de voorziene procedures voor de overtreders en mag niet afwijken van hun rechten.

        C. Protocolakkoord

        Artikel 1 - Uitwisseling van informatie

        1.1 Alle partijen verbinden zich ertoe samen te werken en elkaar te informeren binnen de grenzen van hun bevoegdheden en zij verzekeren de vertrouwelijkheid van deze uitwisseling.
        Daartoe duidt de procureur des Konings een of meer magistraten van zijn arrondissement aan, hierna "referentiemagistraat GAS" genoemd. De door dit akkoord verbonden steden/gemeenten kunnen de referentiemagistraten contacteren in geval van moeilijkheden bij het toepassen van de wet of onderhavig akkoord of om informatie te verkrijgen over het gevolg gegeven aan bepaalde processen-verbaal.

        1.2 De contactgegevens van de referentiemagistraten en van de referentiepersonen binnen de steden/gemeenten zijn vermeld in een aan dit protocolakkoord gevoegde bijlage. De briefwisseling en/of telefoongesprekken en/of mailberichten met betrekking tot de administratieve sancties worden aan hen gericht.

        1.3 De partijen verbinden zich ertoe om iedere wijziging van de contactgegevens van voornoemde personen onverwijld te melden.

        1.4 De gemeenten bezorgen de procureur des Konings alle noodzakelijke informatie, o.a. de naam en het adres van de sanctionerend ambtenaar waarnaar de briefwisseling aangaande de administratieve sancties moet worden verstuurd.  Indien de gemeente beslist om een verordening of een besluit op te stellen of bestaande besluiten of verordeningen te wijzigen en aan hun schending de mogelijkheid van een administratieve sanctie te koppelen, verbinden zij zich ertoe om binnen de termijn van één maand na publicatie een exemplaar van deze verordeningen of besluiten over te maken aan de procureur des Konings, evenals een elektronische versie ervan aan de referentiemagistraat.

        Artikel 2 - Algemene voorwaarden

        2.1 De feiten dienen op grond van de vaststellingen onherroepelijk vast te staan.

        2.2 Bij vaststellingen ten laste van een onbekende dader, zal geen kopie van het proces-verbaal worden overgemaakt aan de sanctionerende ambtenaar.

        Indien de dader evenwel binnen de maand na de vaststellingen van de feiten alsnog geïdentificeerd wordt, kan de procureur des Konings beslissen geen vervolging in te stellen en de zaak overmaken aan de bevoegde sanctionerend ambtenaar.

        2.3 Als de bevoegde sanctionerende ambtenaar, tijdens het toepassen van de procedure tot het opleggen van een gemeentelijke administratieve geldboete, vaststelt dat de verdachte zich kennelijk ook schuldig heeft gemaakt aan andere misdrijven, draagt hij het dossier over aan bij de referentiemagistraat GAS, overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering.

        Rekening houdend met de aard van de aangegeven feiten beslist de referentiemagistraat GAS of hij zich verbindt tot het geven van een gevolg voor het geheel van de feiten met inbegrip van het feit waarvoor de administratieve procedure werd ingesteld. Hij deelt zijn beslissing mee aan de sanctionerend ambtenaar binnen de termijn van 2 maanden na ontvangst van het dossier.

        2.4 De sanctionerend ambtenaar beschikt over de mogelijkheid om bijkomende informatie op te vragen bij de verbaliserende politiediensten indien hij dit noodzakelijk acht na lezing van het proces-verbaal of na verweer van de overtreder.

        2.5 Indien aan de voorwaarden voor de toepassing van dit protocol voldaan is, kan de sanctionerende ambtenaar, vanaf de ontvangst van kopie van de vaststellingen, de GAS-procedure opstarten. Hij zal dus geen mededeling van de procureur des Konings dienen af te wachten.

        Uitzondering: de procureur des Konings behoudt zich het recht voor, omwille van specifieke omstandigheden eigen aan het dossier, een bepaald dossier naar zich toe te trekken om zelf tot strafrechtelijke vervolging over te gaan.  Deze omstandigheden kunnen onder meer betrekking hebben op:

        -        de omvang van de schade;

        -        recidive;

        -        de hoedanigheid van de verdachte;

        -        de leeftijd van de verdachte;

        -        veelheid van de feiten;

        -        publieke beroering.

        2.6 De toepassing van de gemeentelijke administratieve sanctie wordt uitgesloten indien de feiten bedoeld in dit protocol samenhangen met andere feiten die niet in aanmerking komen voor administratieve sancties of met feiten die hebben geleid tot een gerechtelijke vrijheidsberoving, bevestigd door de procureur des Konings.

        2.7 De gemeentelijke administratieve sanctie wordt toegepast op gemengde inbreuken die zich voordoen als openbare overlast, dus niet op gemengde inbreuken die louter binnen de familiale sfeer gepleegd worden[1].

        2.8 De gemeente verbindt zich tot de ontwikkeling van de bemiddelingsprocedure met het oog op een maximale vergoeding van de geleden schade.

         

        Artikel 3 - Afhandeling van de gemengde inbreuken.

        3.1. Er wordt in de volgende gevallen toepassing gemaakt van de gemeentelijke administratieve sanctie in zover opgenomen in de reglementen en verordeningen van de gemeente/stad :

         

        3.1.1. inbreuk op de artikelen 461 en 463 van het Strafwetboek[2], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het feit handelt om een winkeldiefstal of een poging daartoe, en
        2. het nadeel is kleiner of gelijk aan 250,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte, en
        3. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben), met inbegrip van het nieuwe feit, geen minder dan vier (pogingen) winkeldiefstallen gepleegd in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de ANG, en
        4. op grond van de vaststellingen staan de feiten onherroepelijk vast, en
        5. er werd geen enkele vorm van geweld of gelijkgesteld geweld gebruikt door de verdachte, en
        6. er zijn geen aanwijzingen van georganiseerd karakter van de feiten.

         

        3.1.2. inbreuk op artikel 521, derde lid van het Strafwetboek[3], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het materieel nadeel is kleiner of gelijk aan 500,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte;

        EN

        1. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben) geen gelijkaardige voorgaanden (d.i. geen feiten van beschadiging en vernieling volgens de Algemene Nationale Gegevensbank) in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de vaststellingen.

         

        3.1.3. inbreuk op artikel 526 van het Strafwetboek[4], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het materieel nadeel is kleiner of gelijk aan 500,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte;

        EN

        1. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben) geen gelijkaardige voorgaanden (d.i. geen feiten van beschadiging en vernieling volgens de Algemene Nationale Gegevensbank) in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de vaststellingen;

         

        3.1.4. inbreuk op artikel 534bis van het Strafwetboek[5], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het materieel nadeel is kleiner of gelijk aan 500,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte;

        EN

        1. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben) geen gelijkaardige voorgaanden (d.i. geen feiten van beschadiging en vernieling, of graffiti volgens de Algemene Nationale Gegevensbank) in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de vaststellingen;

         

        3.1.5. inbreuk op artikel 534ter van het Strafwetboek[6], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het materieel nadeel is kleiner of gelijk aan 500,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte;

        EN

        1. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben) geen gelijkaardige voorgaanden (d.i. geen feiten van beschadiging en vernieling volgens de Algemene Nationale Gegevensbank) in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de vaststellingen;

         

        3.1.6.    inbreuk op artikel 537 van het Strafwetboek[7];

         

         

        3.1.7. inbreuk op artikel 545 van het Strafwetboek[8], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het materieel nadeel is kleiner of gelijk aan 500,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte;

        EN

        1. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben) geen gelijkaardige voorgaanden (d.i. geen feiten van beschadiging en vernieling volgens de Algemene Nationale Gegevensbank) in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de vaststellingen;

         

        3.1.8. inbreuk op artikel 559, 1° van het Strafwetboek[9], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het materieel nadeel is kleiner of gelijk aan 500,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte;

        EN

        1. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben) geen gelijkaardige voorgaanden (d.i. geen feiten van beschadiging en vernieling volgens de Algemene Nationale Gegevensbank) in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de vaststellingen;

         

        3.1.9. inbreuk op artikel 561, 1° van het Strafwetboek[10];

        3.1.10. inbreuk op artikel 563, 2° van het Strafwetboek[11], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het materieel nadeel is kleiner of gelijk aan 500,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte;

        EN

        1. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben) geen gelijkaardige voorgaanden (d.i. geen feiten van beschadiging en vernieling volgens de Algemene Nationale Gegevensbank) in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de vaststellingen;

         

        3.1.11. inbreuk op artikel 563, 3° van het Strafwetboek[12];

         

        3.1.12. inbreuk op artikel 563bis van het Strafwetboek[13];

         

        3.2. Er wordt in de volgende gevallen geen toepassing gemaakt van de gemeentelijke administratieve sanctie:

        3.2.1. Inbreuk op artikel 398 strafwetboek[14]

        3.2.2. Inbreuk op artikel 448 strafwetboek[15].

        Artikel 4 – Kennisgevingen

        4.1. Overeenkomstig artikel 27 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties dient de sanctionerend ambtenaar zijn beslissing ter kennis te brengen van de overtreder per aangetekende brief en, in geval van de in artikel 3, 1° en 2° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties bedoelde inbreuken (gemengde inbreuken), van de procureur des Konings.

         

        De kennisgeving aan de procureur des Konings gebeurt maandelijks door op uniforme digitale wijze een lijst te bezorgen aan het parket van de procureur des Konings met vermelding van het proces-verbaalnummer, de naam en de voornamen van de overtreders, de aard van de inbreuken en de genomen beslissingen.

         

        De GAS-ambtenaar zal hiertoe een sjabloon aanwenden dat de procureur des Konings zal aanleveren[16].

         

        4.2. Om te voldoen aan artikel 22, § 3 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (toesturen aan de procureur des Konings van een kopie van de vaststellingen GAS1-inbreuken ten laste van minderjarigen)  zal maandelijks op uniforme digitale wijze aan de procureur des Konings een lijst worden bezorgd houdende de GAS1-inbreuken begaan door minderjarigen, met vermelding van het proces-verbaalnummer, de naam en de voornamen van de minderjarige, de geboorteplaats en –datum, de aard van de inbreuken en de genomen beslissingen.

         

        De GAS-ambtenaar zal hiertoe een sjabloon aanwenden dat de procureur des Konings zal aanleveren[17].

         

        4.3. Met betrekking tot de inbreuken die principieel niet in aanmerking komen voor de toepassing van gemeentelijke administratieve sancties zal de politie geen kopie van vaststellingen aan de sanctionerend ambtenaar bezorgen. 

         Artikel 5 – Wijzigingen

        Elke wijziging aan huidig protocolakkoord kan worden aangebracht bij wijze van addendum, behoorlijk te dagtekenen en te ondertekenen door alle partijen vermeld in de aanhef van huidig protocolakkoord.

         

        Artikel 6 - Bijlagen

         

        De bijlagen maken integraal deel uit van het onderhavig protocolakkoord om er samen mee te worden uitgevoerd, en worden door de partijen bijkomend ondertekend.

         

        Artikel 7 – Inwerkingtreding

         

        Dit protocolakkoord heft het bestaande protocolakkoord op voor alle bepalingen die een wijziging inhouden en zet de toepassing ervan verder met dien verstande dat de gewijzigde bepalingen in werking zullen treden op de datum van de ondertekening van het nieuwe protocolakkoord. 

         

         

        Opgemaakt te  Deinze  , op 3/03/2020 in zo veel exemplaren als er partijen zijn.

         

        Voor de stad Deinze                                                                                                Parket van de procureur des Burgemeester,                                                                                                   Konings te Oost-Vlaanderen

         

        Jan Vermeulen                                                                                                          Johan Sabbe

         

         

         

        Voor de stad Deinze
        Algemeen directeur

         

        Stefanie De Vlieger

        Bijlage

         

        Contactgegevens

         

        Referentiemagistraten GAS

        Pascal Persoons

        Afdeling Dendermonde

        Zwarte Zustersstraat 2-4-6

        9200 Dendermonde

        pascal.persoons@just.fgov.be

        Tel. 052/251 592

         

        Johan Sabbe

        Parket Oost-Vlaanderen

        Opgeëistenlaan 401/B

        9000 Gent

        Johan.sabbe@just.fgov.be

        Tel. 09/234.43.54

         

        Mail
        gasparketOVL@just.fgov.be

         

        PROTOCOLAKKOORD BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES INBREUKEN VERKEER

         

        TUSSEN

        stad Deinze, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, namens wie handelen de heer Jan Vermeulen, burgemeester, en de mevr. Stefanie De Vlieger, algemeen directeur;

        EN

        de procureur des Konings van het Parket Oost- Vlaanderen, vertegenwoordigd door de heer Johan Sabbe

         

        gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, in het bijzonder op artikel 23, § 1, eerste lid, voor wat de gemengde inbreuken betreft, verkeersinbreuken uitgezonderd;

        gelet op de artikelen 119bis, 123 en 135, § 2, van de Nieuwe Gemeentewet;

        gelet op de algemene politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem van de stad Deinze d.d. 27/02/2020;

        gelet op het akkoord van de partijen om aan het initiële bestaande protocolakkoord een aantal aanpassingen aan te brengen;

        WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT

        A. Toepassingsgebied

        De bepalingen van de GAS-wetgeving en van dit protocolakkoord zijn van toepassing op meerderjarigen en op minderjarigen, die op het ogenblik van de feiten de volle leeftijd van 14 jaar hebben bereikt. De wet van 24 juni 2013 preciseert immers dat een minderjarige die de volle leeftijd van 14 jaar heeft bereikt, het voorwerp kan uitmaken van een administratieve geldboete, “zelfs wanneer deze persoon op het ogenblik van de beoordeling van de feiten meerderjarig is geworden”.

        B. Wettelijk kader

        Artikel 3, 1° en 2° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (B.S. 1 juli 2013) bepaalt dat de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen kan voorzien in een administratieve sanctie voor inbreuken op de artikelen 398, 448, 521, derde lid, 461, 463, 526, 534bis, 534ter, 537, 545, 559, 1°, 561, 1°, 563, 2°, 563, 3° en 563bis van het Strafwetboek.

        Voor de bovenvermelde inbreuken kan een protocolakkoord worden afgesloten tussen de bevoegde procureur des Konings en het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege. Dit protocol respecteert alle wettelijke bepalingen inzake de voorziene procedures voor de overtreders en mag niet afwijken van hun rechten.

        C. Protocolakkoord

        Artikel 1 - Uitwisseling van informatie

        1.1 Alle partijen verbinden zich ertoe samen te werken en elkaar te informeren binnen de grenzen van hun bevoegdheden en zij verzekeren de vertrouwelijkheid van deze uitwisseling.
        Daartoe duidt de procureur des Konings een of meer magistraten van zijn arrondissement aan, hierna "referentiemagistraat GAS" genoemd. De door dit akkoord verbonden steden/gemeenten kunnen de referentiemagistraten contacteren in geval van moeilijkheden bij het toepassen van de wet of onderhavig akkoord of om informatie te verkrijgen over het gevolg gegeven aan bepaalde processen-verbaal.

        1.2 De contactgegevens van de referentiemagistraten en van de referentiepersonen binnen de steden/gemeenten zijn vermeld in een aan dit protocolakkoord gevoegde bijlage. De briefwisseling en/of telefoongesprekken en/of mailberichten met betrekking tot de administratieve sancties worden aan hen gericht.

        1.3 De partijen verbinden zich ertoe om iedere wijziging van de contactgegevens van voornoemde personen onverwijld te melden.

        1.4 De gemeenten bezorgen de procureur des Konings alle noodzakelijke informatie, o.a. de naam en het adres van de sanctionerend ambtenaar waarnaar de briefwisseling aangaande de administratieve sancties moet worden verstuurd.  Indien de gemeente beslist om een verordening of een besluit op te stellen of bestaande besluiten of verordeningen te wijzigen en aan hun schending de mogelijkheid van een administratieve sanctie te koppelen, verbinden zij zich ertoe om binnen de termijn van één maand na publicatie een exemplaar van deze verordeningen of besluiten over te maken aan de procureur des Konings, evenals een elektronische versie ervan aan de referentiemagistraat.

        Artikel 2 - Algemene voorwaarden

        2.1 De feiten dienen op grond van de vaststellingen onherroepelijk vast te staan.

        2.2 Bij vaststellingen ten laste van een onbekende dader, zal geen kopie van het proces-verbaal worden overgemaakt aan de sanctionerende ambtenaar.

        Indien de dader evenwel binnen de maand na de vaststellingen van de feiten alsnog geïdentificeerd wordt, kan de procureur des Konings beslissen geen vervolging in te stellen en de zaak overmaken aan de bevoegde sanctionerend ambtenaar.

        2.3 Als de bevoegde sanctionerende ambtenaar, tijdens het toepassen van de procedure tot het opleggen van een gemeentelijke administratieve geldboete, vaststelt dat de verdachte zich kennelijk ook schuldig heeft gemaakt aan andere misdrijven, draagt hij het dossier over aan bij de referentiemagistraat GAS, overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering.

        Rekening houdend met de aard van de aangegeven feiten beslist de referentiemagistraat GAS of hij zich verbindt tot het geven van een gevolg voor het geheel van de feiten met inbegrip van het feit waarvoor de administratieve procedure werd ingesteld. Hij deelt zijn beslissing mee aan de sanctionerend ambtenaar binnen de termijn van 2 maanden na ontvangst van het dossier.

        2.4 De sanctionerend ambtenaar beschikt over de mogelijkheid om bijkomende informatie op te vragen bij de verbaliserende politiediensten indien hij dit noodzakelijk acht na lezing van het proces-verbaal of na verweer van de overtreder.

        2.5 Indien aan de voorwaarden voor de toepassing van dit protocol voldaan is, kan de sanctionerende ambtenaar, vanaf de ontvangst van kopie van de vaststellingen, de GAS-procedure opstarten. Hij zal dus geen mededeling van de procureur des Konings dienen af te wachten.

        Uitzondering: de procureur des Konings behoudt zich het recht voor, omwille van specifieke omstandigheden eigen aan het dossier, een bepaald dossier naar zich toe te trekken om zelf tot strafrechtelijke vervolging over te gaan.  Deze omstandigheden kunnen onder meer betrekking hebben op:

        -        de omvang van de schade;

        -        recidive;

        -        de hoedanigheid van de verdachte;

        -        de leeftijd van de verdachte;

        -        veelheid van de feiten;

        -        publieke beroering.

        2.6 De toepassing van de gemeentelijke administratieve sanctie wordt uitgesloten indien de feiten bedoeld in dit protocol samenhangen met andere feiten die niet in aanmerking komen voor administratieve sancties of met feiten die hebben geleid tot een gerechtelijke vrijheidsberoving, bevestigd door de procureur des Konings.

        2.7 De gemeentelijke administratieve sanctie wordt toegepast op gemengde inbreuken die zich voordoen als openbare overlast, dus niet op gemengde inbreuken die louter binnen de familiale sfeer gepleegd worden[18].

        2.8 De gemeente verbindt zich tot de ontwikkeling van de bemiddelingsprocedure met het oog op een maximale vergoeding van de geleden schade.

         

        Artikel 3 - Afhandeling van de gemengde inbreuken.

        3.1. Er wordt in de volgende gevallen toepassing gemaakt van de gemeentelijke administratieve sanctie in zover opgenomen in de reglementen en verordeningen van de gemeente/stad :

         

         

        3.1.1. inbreuk op de artikelen 461 en 463 van het Strafwetboek[19], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het feit handelt om een winkeldiefstal of een poging daartoe, en
        2. het nadeel is kleiner of gelijk aan 250,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte, en
        3. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben), met inbegrip van het nieuwe feit, geen minder dan vier (pogingen) winkeldiefstallen gepleegd in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de ANG, en
        4. op grond van de vaststellingen staan de feiten onherroepelijk vast, en
        5. er werd geen enkele vorm van geweld of gelijkgesteld geweld gebruikt door de verdachte, en
        6. er zijn geen aanwijzingen van georganiseerd karakter van de feiten.

         

        3.1.2. inbreuk op artikel 521, derde lid van het Strafwetboek[20], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het materieel nadeel is kleiner of gelijk aan 500,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte;

        EN

        1. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben) geen gelijkaardige voorgaanden (d.i. geen feiten van beschadiging en vernieling volgens de Algemene Nationale Gegevensbank) in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de vaststellingen.

         

        3.1.3. inbreuk op artikel 526 van het Strafwetboek[21], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het materieel nadeel is kleiner of gelijk aan 500,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte;

        EN

        1. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben) geen gelijkaardige voorgaanden (d.i. geen feiten van beschadiging en vernieling volgens de Algemene Nationale Gegevensbank) in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de vaststellingen;

         

        3.1.4. inbreuk op artikel 534bis van het Strafwetboek[22], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het materieel nadeel is kleiner of gelijk aan 500,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte;

        EN

        1. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben) geen gelijkaardige voorgaanden (d.i. geen feiten van beschadiging en vernieling, of graffiti volgens de Algemene Nationale Gegevensbank) in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de vaststellingen;

         

        3.1.5. inbreuk op artikel 534ter van het Strafwetboek[23], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het materieel nadeel is kleiner of gelijk aan 500,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte;

        EN

        1. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben) geen gelijkaardige voorgaanden (d.i. geen feiten van beschadiging en vernieling volgens de Algemene Nationale Gegevensbank) in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de vaststellingen;

         

        3.1.6.    inbreuk op artikel 537 van het Strafwetboek[24];

         

         

        3.1.7. inbreuk op artikel 545 van het Strafwetboek[25], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het materieel nadeel is kleiner of gelijk aan 500,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte;

        EN

        1. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben) geen gelijkaardige voorgaanden (d.i. geen feiten van beschadiging en vernieling volgens de Algemene Nationale Gegevensbank) in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de vaststellingen;

         

        3.1.8. inbreuk op artikel 559, 1° van het Strafwetboek[26], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het materieel nadeel is kleiner of gelijk aan 500,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte;

        EN

        1. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben) geen gelijkaardige voorgaanden (d.i. geen feiten van beschadiging en vernieling volgens de Algemene Nationale Gegevensbank) in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de vaststellingen;

         

        3.1.9. inbreuk op artikel 561, 1° van het Strafwetboek[27];

        3.1.10. inbreuk op artikel 563, 2° van het Strafwetboek[28], onder de cumulatieve toepassingsvoorwaarden:

         

        1. het materieel nadeel is kleiner of gelijk aan 500,00 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte;

        EN

        1. de dader (of daders) van het feit heeft (hebben) geen gelijkaardige voorgaanden (d.i. geen feiten van beschadiging en vernieling volgens de Algemene Nationale Gegevensbank) in de afgelopen twee jaar, zoals blijkt uit de vaststellingen;

         

        3.1.11. inbreuk op artikel 563, 3° van het Strafwetboek[29];

         

        3.1.12. inbreuk op artikel 563bis van het Strafwetboek[30];

         

        3.2. Er wordt in de volgende gevallen geen toepassing gemaakt van de gemeentelijke administratieve sanctie:

        3.2.1. Inbreuk op artikel 398 strafwetboek[31]

        3.2.2. Inbreuk op artikel 448 strafwetboek[32].

        Artikel 4 – Kennisgevingen

        4.1. Overeenkomstig artikel 27 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties dient de sanctionerend ambtenaar zijn beslissing ter kennis te brengen van de overtreder per aangetekende brief en, in geval van de in artikel 3, 1° en 2° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties bedoelde inbreuken (gemengde inbreuken), van de procureur des Konings.

         

        De kennisgeving aan de procureur des Konings gebeurt maandelijks door op uniforme digitale wijze een lijst te bezorgen aan het parket van de procureur des Konings met vermelding van het proces-verbaalnummer, de naam en de voornamen van de overtreders, de aard van de inbreuken en de genomen beslissingen.

         

        De GAS-ambtenaar zal hiertoe een sjabloon aanwenden dat de procureur des Konings zal aanleveren[33].

         

        4.2. Om te voldoen aan artikel 22, § 3 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (toesturen aan de procureur des Konings van een kopie van de vaststellingen GAS1-inbreuken ten laste van minderjarigen)  zal maandelijks op uniforme digitale wijze aan de procureur des Konings een lijst worden bezorgd houdende de GAS1-inbreuken begaan door minderjarigen, met vermelding van het proces-verbaalnummer, de naam en de voornamen van de minderjarige, de geboorteplaats en –datum, de aard van de inbreuken en de genomen beslissingen.

         

        De GAS-ambtenaar zal hiertoe een sjabloon aanwenden dat de procureur des Konings zal aanleveren[34].

         

        4.3. Met betrekking tot de inbreuken die principieel niet in aanmerking komen voor de toepassing van gemeentelijke administratieve sancties zal de politie geen kopie van vaststellingen aan de sanctionerend ambtenaar bezorgen. 

         Artikel 5 – Wijzigingen

        Elke wijziging aan huidig protocolakkoord kan worden aangebracht bij wijze van addendum, behoorlijk te dagtekenen en te ondertekenen door alle partijen vermeld in de aanhef van huidig protocolakkoord.

         Artikel 6 - Bijlagen

         

        De bijlagen maken integraal deel uit van het onderhavig protocolakkoord om er samen mee te worden uitgevoerd, en worden door de partijen bijkomend ondertekend.

         

        Artikel 7 – Inwerkingtreding

         

        Dit protocolakkoord heft het bestaande protocolakkoord op voor alle bepalingen die een wijziging inhouden en zet de toepassing ervan verder met dien verstande dat de gewijzigde bepalingen in werking zullen treden op de datum van de ondertekening van het nieuwe protocolakkoord. 

         

        Opgemaakt te  Deinze  , op 3/03/2020 in zo veel exemplaren als er partijen zijn.

         

        Voor de stad Deinze                                                                                                Parket van de procureur des Burgemeester,                                                                                                   Konings te Oost-Vlaanderen

         

         

        Jan Vermeulen                                                                                                           Johan Sabbe

         

         

        Voor de stad Deinze
        Algemeen directeur

         

         

        Stefanie De Vlieger

         

        Bijlage

         

        Contactgegevens

         

        Referentiemagistraten GAS

        Pascal Persoons

        Afdeling Dendermonde

        Zwarte Zustersstraat 2-4-6

        9200 Dendermonde

        pascal.persoons@just.fgov.be

        Tel. 052/251 592

         

        Johan Sabbe

        Parket Oost-Vlaanderen

        Opgeëistenlaan 401/B

        9000 Gent

        Johan.sabbe@just.fgov.be

        Tel. 09/234.43.54

         

        Mail

        gasparketOVL@just.fgov.be

         



        [1] Handelt om gemengde inbreuken die omschreven worden als intrafamilaal geweld overeenkomstig de bepalingen van de COL3/2006, zijnde alle vormen van fysiek, seksueel, psychisch of economisch geweld tussen leden van een zelfde familie, ongeacht hun leeftijd.

        [2] Hij die een zaak die hem niet toebehoort, bedrieglijk wegneemt, is schuldig aan diefstal. Met diefstal wordt gelijkgesteld het bedrieglijk wegnemen van andermans goed voor een kortstondig gebruik.

        [3] Bij onbruikbaarmaking met het oogmerk om te schaden, is de straf vijftien dagen tot drie jaar gevangenis en geldboete van vijftig euro tot vijfhonderd euro.

        De in het tweede lid bedoelde straf is toepasselijk in geval van gehele of gedeeltelijke vernieling of van onbruikbaarmaking, met het oogmerk om te schaden, van rijtuigen, wagons en motorvoertuigen.

         

        [4] Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig tot vijfhonderd euro wordt gestraft hij die vernielt, neerhaalt, verminkt of beschadigt:

        Grafsteden, gedenktekens of grafstenen;

        Monumenten, standbeelden of andere voorwerpen die tot algemeen nut of tot openbare versiering bestemd zijn en door de bevoegde overheid of met haar machtiging zijn opgericht;

        Monumenten, standbeelden, schilderijen of welke kunstvoorwerpen ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn geplaatst.

        [5] Met gevangenisstraf van één maand tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die zonder toestemming graffiti aanbrengt op roerende of onroerende goederen.

        [6] Met gevangenisstraf van een maand tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die opzettelijk andermans onroerende eigendommen beschadigt.

        [7] Hij die kwaadwillig een of meer bomen omhakt of zodanig snijdt, verminkt of ontschorst dat zij vergaan, of een of meer enten vernielt, wordt gestraft: voor elke boom, met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot honderd euro; voor elke ent, met gevangenisstraf van acht dagen tot vijftien dagen en met geldboete van zesentwintig euro tot vijftig euro of met een van die straffen alleen.

        [8] Met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die geheel of ten dele grachten dempt, levende of dode hagen afhakt of uitrukt, landelijke of stedelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, vernielt; grenspalen, hoekbomen of andere bomen, geplant of erkend om de grenzen tussen verschillende erven te bepalen, verplaatst of verwijdert.

        [9] Met geldboete van tien euro tot twintig euro worden gestraft: zij die, buiten de gevallen omschreven in boek II, titel IX, hoofdstuk III, van dit wetboek, andermans roerende eigendommen opzettelijk beschadigen of vernielen.

        [10] Met geldboete van tien euro tot twintig euro en met gevangenisstraf van een dag tot vijf dagen of met een van die straffen alleen worden gestraft: zij die zich schuldig maken aan nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord.

        [11] Met geldboete van vijftien euro tot vijfentwintig euro en met gevangenisstraf van een dag tot zeven dagen of met een van die straffen alleen worden gestraft: zij die stedelijke of landelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, opzettelijk beschadigen.

        [12] Met geldboete van vijftien euro tot vijfentwintig euro en met gevangenisstraf van een dag tot zeven dagen of met een van die straffen alleen worden gestraft: daders van feitelijkheden of lichte gewelddaden, mits zij niemand gewond of geslagen hebben en mits de feitelijkheden niet tot de klasse van de beledigingen behoren; in het bijzonder zij die opzettelijk, doch zonder het oogmerk om te beledigen, enig voorwerp op iemand werpen dat hem kan hinderen of bevuilen.

        [13] Met geldboete van vijftien euro tot vijfentwintig euro en met gevangenisstraf van een dag tot zeven dagen of met een van deze straffen alleen worden gestraft, zij die zich, behoudens andersluidende wetsbepalingen, in de voor het publiek toegankelijke plaatsen begeven met het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt of verborgen, zodat zij niet herkenbaar zijn.

        Het eerste lid geldt echter niet voor hen die zich in de voor het publiek toegankelijke plaatsen begeven met het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt of verborgen, zodat zij niet herkenbaar zijn, en wel krachtens arbeidsreglementen of een politieverordening naar aanleiding van feestactiviteiten.

        [14] Hij die opzettelijk verwondingen of slagen toebrengt, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot honderd euro of met een van die straffen alleen.

        Ingeval de schuldige heeft gehandeld met voorbedachten rade, wordt hij veroordeeld tot gevangenisstraf van een maand tot een jaar en tot geldboete van vijftig euro tot tweehonderd euro.

        [15] Hij die hetzij door daden, hetzij door geschriften, prenten of zinnebeelden iemand beledigt in een van de omstandigheden in artikel 444 bepaald, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot twee maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro of met een van die straffen alleen.

        Met dezelfde straffen wordt gestraft hij die, in een van de omstandigheden in artikel 444 bepaald, iemand die drager is van het openbaar gezag of van de openbare macht of die met een openbare hoedanigheid is bekleed, door woorden beledigt in zijn hoedanigheid of wegens zijn bediening.

        [16] Zie bijlage 2

        [17] Zie bijlage 3

        [18] Handelt om gemengde inbreuken die omschreven worden als intrafamilaal geweld overeenkomstig de bepalingen van de COL3/2006, zijnde alle vormen van fysiek, seksueel, psychisch of economisch geweld tussen leden van een zelfde familie, ongeacht hun leeftijd.

        [19] Hij die een zaak die hem niet toebehoort, bedrieglijk wegneemt, is schuldig aan diefstal. Met diefstal wordt gelijkgesteld het bedrieglijk wegnemen van andermans goed voor een kortstondig gebruik.

        [20] Bij onbruikbaarmaking met het oogmerk om te schaden, is de straf vijftien dagen tot drie jaar gevangenis en geldboete van vijftig euro tot vijfhonderd euro.

        De in het tweede lid bedoelde straf is toepasselijk in geval van gehele of gedeeltelijke vernieling of van onbruikbaarmaking, met het oogmerk om te schaden, van rijtuigen, wagons en motorvoertuigen.

         

        [21] Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig tot vijfhonderd euro wordt gestraft hij die vernielt, neerhaalt, verminkt of beschadigt:

        Grafsteden, gedenktekens of grafstenen;

        Monumenten, standbeelden of andere voorwerpen die tot algemeen nut of tot openbare versiering bestemd zijn en door de bevoegde overheid of met haar machtiging zijn opgericht;

        Monumenten, standbeelden, schilderijen of welke kunstvoorwerpen ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn geplaatst.

        [22] Met gevangenisstraf van één maand tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die zonder toestemming graffiti aanbrengt op roerende of onroerende goederen.

        [23] Met gevangenisstraf van een maand tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die opzettelijk andermans onroerende eigendommen beschadigt.

        [24] Hij die kwaadwillig een of meer bomen omhakt of zodanig snijdt, verminkt of ontschorst dat zij vergaan, of een of meer enten vernielt, wordt gestraft: voor elke boom, met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot honderd euro; voor elke ent, met gevangenisstraf van acht dagen tot vijftien dagen en met geldboete van zesentwintig euro tot vijftig euro of met een van die straffen alleen.

        [25] Met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die geheel of ten dele grachten dempt, levende of dode hagen afhakt of uitrukt, landelijke of stedelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, vernielt; grenspalen, hoekbomen of andere bomen, geplant of erkend om de grenzen tussen verschillende erven te bepalen, verplaatst of verwijdert.

        [26] Met geldboete van tien euro tot twintig euro worden gestraft: zij die, buiten de gevallen omschreven in boek II, titel IX, hoofdstuk III, van dit wetboek, andermans roerende eigendommen opzettelijk beschadigen of vernielen.

        [27] Met geldboete van tien euro tot twintig euro en met gevangenisstraf van een dag tot vijf dagen of met een van die straffen alleen worden gestraft: zij die zich schuldig maken aan nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord.

        [28] Met geldboete van vijftien euro tot vijfentwintig euro en met gevangenisstraf van een dag tot zeven dagen of met een van die straffen alleen worden gestraft: zij die stedelijke of landelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, opzettelijk beschadigen.

        [29] Met geldboete van vijftien euro tot vijfentwintig euro en met gevangenisstraf van een dag tot zeven dagen of met een van die straffen alleen worden gestraft: daders van feitelijkheden of lichte gewelddaden, mits zij niemand gewond of geslagen hebben en mits de feitelijkheden niet tot de klasse van de beledigingen behoren; in het bijzonder zij die opzettelijk, doch zonder het oogmerk om te beledigen, enig voorwerp op iemand werpen dat hem kan hinderen of bevuilen.

        [30] Met geldboete van vijftien euro tot vijfentwintig euro en met gevangenisstraf van een dag tot zeven dagen of met een van deze straffen alleen worden gestraft, zij die zich, behoudens andersluidende wetsbepalingen, in de voor het publiek toegankelijke plaatsen begeven met het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt of verborgen, zodat zij niet herkenbaar zijn.

        Het eerste lid geldt echter niet voor hen die zich in de voor het publiek toegankelijke plaatsen begeven met het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt of verborgen, zodat zij niet herkenbaar zijn, en wel krachtens arbeidsreglementen of een politieverordening naar aanleiding van feestactiviteiten.

        [31] Hij die opzettelijk verwondingen of slagen toebrengt, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot honderd euro of met een van die straffen alleen.

        Ingeval de schuldige heeft gehandeld met voorbedachten rade, wordt hij veroordeeld tot gevangenisstraf van een maand tot een jaar en tot geldboete van vijftig euro tot tweehonderd euro.

        [32] Hij die hetzij door daden, hetzij door geschriften, prenten of zinnebeelden iemand beledigt in een van de omstandigheden in artikel 444 bepaald, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot twee maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro of met een van die straffen alleen.

        Met dezelfde straffen wordt gestraft hij die, in een van de omstandigheden in artikel 444 bepaald, iemand die drager is van het openbaar gezag of van de openbare macht of die met een openbare hoedanigheid is bekleed, door woorden beledigt in zijn hoedanigheid of wegens zijn bediening.

        [33] Zie bijlage 2

        [34] Zie bijlage 3

        Publieke stemming
        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Voorstanders: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1
        De algemene Zonale Politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem wordt als volgt gewijzigd: 

        • Volgend artikel wordt toegevoegd: artikel 23 §3: "Tijdens evenementen, braderijen, feesten, markten, kermissen en openbare vergaderingen op openbare ruimte is het aan de foorkramers strikt verboden om vuurwerkartikelen, speelgoed(stink)bommetjes, voetzoekers en enig ander explosief materiaal te verkopen of als prijs te geven aan wie deelneemt aan een spel."
        • Artikel 24 §5 wordt gewijzigd als volgt: "Het is verboden private obstakels (zoals bijv. stenen, beplantingen, paaltjes ,..) aan te brengen op de openbare ruimte. Het is eveneens verboden om laadkabels, -matten, -goten, -sleuven of andere over de openbare weg te laten lopen. De gemeente kan hierop gemotiveerd verzoek een uitzondering toestaan. De aanvrager dient zijn verzoek te richten aan de gemeente."

        Artikel 2
        De gecoördineerde Algemene Zonale Politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem houdende de bepalingen opgenomen in de rubriek 'reglementen' wordt goedgekeurd.

        Artikel 3
        De gecoördineerde Algemene Zonale Politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem treedt in werking op 1 februari 2024.

        Artikel 4
        De deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen, het parket van de procureur des Konings Oost-Vlaanderen afdeling Gent, de griffie van de rechtbank van eerste aanleg, de griffie van de politierechtbank, de bevoegde sanctionerende ambtenaren, de bemiddelingsambtenaar, de voorzitter en de korpschef van de politiezone Deinze/Zulte/Lievegem krijgen een kopie van dit besluit.

        Artikel 5
        Dit besluit en de inhoud van dit besluit wordt, overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, bekendgemaakt via de webtoepassing van de stad Deinze op www.deinze.be.

    • Financiën

      • Inkomsten

        • Belastingen

          • Belasting op de afgifte van administratieve stukken door de dienst burgerzaken - wijziging

            Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
            Verontschuldigd: Sören Van de Moortele, Eva Martens, Ortwin Depoortere
            Afwezig: Sabine Vermeulen
            Regelgeving

            De gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994, artikel 173 over de invoering van een belasting.

            Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012 en het decreet programmadecreet bij de begroting 2020 van 20 december 2019.

            Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, gewijzigd door het decreet van 8 mei 2018, artikel 40 en 41, 14° over de belastingbevoegdheid van de gemeenteraad.

            Het ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen, laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 5 juli 2022.

            De omzendbrief van 12 september 2017 (III/3177590) van de FOD Binnenlandse Zaken betreffende ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen.

            De omzendbrief van 22 februari 2021 van de FOD Binnenlandse Zaken - Algemene Directie Instellingen en Bevolking - betreffende de nieuwe versie Belpic en contactchip.

            De omzendbrief van 26 april 2021 van de FOD Binnenlandse Zaken - Algemene Directie Instellingen en Bevolking - over identiteitskaarten met een geldigheidsduur beperkt tot 1 jaar - tijdelijke onmogelijkheid om vingerafdrukken te geven. 

            De omzendbrief van 4 mei 2021 van de FOD Binnenlandse Zaken - Directoraat-generaal Vreemdelingendienst - over de modernisering van de elektronische kaarten die worden afgegeven aan vreemdelingen die legaal in het Rijk verblijven.

            De omzendbrief van 7 mei 2021 van de FOD Binnenlandse Zaken - Algemene Directie Instellingen en Bevolking - over de veralgemening vernieuwde Kids-ID.

            De omzendbrief van 23 augustus 2021 van de FOD Binnenlandse Zaken - Algemene Directie Vreemdelingenzaken - over de modernisering van de elektronische kaarten afgegeven aan de vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het Rijk verblijven. 

            De omzendbrief van 29 oktober 2021 van de FOD Binnenlandse Zaken - Algemene Directie Instellingen en Bevolking - over het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten en -documenten vanaf 1 januari 2022. 

            De omzendbrief van 6 december 2021 van de FOD Binnenlandse Zaken - Algemene Directie Instellingen en Bevolking - over het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten en -documenten vanaf 1 januari 2022 - overzicht van de verschillende kaarttypes.

            De omzendbrief van 7 januari 2022 van de FOD Binnenlandse Zaken - Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken - over het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten en -documenten vanaf 1 januari 2022 - Tabel met de verschillende kaarttypes en overeenkomstige tarieven. 

            De omzendbrief van 6 november 2023 van de FOD Binnenlandse Zaken - Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken - over het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten en -documenten vanaf 1 januari 2024 - Tabel met de verschillende kaarttypes en overeenkomstige tarieven. 

            De omzendbrief van 7 december 2023 van de FOD Binnenlandse Zaken - Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken - over de implementatie elektronische verblijfsdocumenten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar. 

            De omzendbrief van 8 december 2023 van de FOD Binnenlandse Zaken - Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken - over de implementatie elektronische verblijfsdocumenten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar. 

            De omzendbrief van 26 november 2013 van de FOD Mobiliteit en Vervoer waarbij wordt meegedeeld dat de federale retributie voor het afleveren van een internationaal rijbewijs wordt vastgesteld op 16 euro en de gemeenten de mogelijkheid wordt geboden bovenop dit bedrag een gemeentetaks te heffen.

            Bijlagen

            Het gemeenteraadsbesluit van 27 januari 2022 over de belasting op afgifte van administratieve documenten, afgeleverd door de dienst burgerzaken.

            Tabel tarieven van toepassing vanaf 01 februari 2024.

            Motivering

            Tot eind 2023 kregen vreemdelingen jonger dan 12 jaar op uitdrukkelijk verzoek van de ouders een papieren identiteitsbewijs.  Voor dit identiteitsbewijs werd in het reglement van 27 januari 2022 een belastingtarief vastgesteld van 1,50 euro. Als gevolg van de opeenvolgende moderniseringsprojecten in verband met de identiteitskaarten en verblijfsdocumenten voor vreemdelingen kunnen vanaf 15 januari 2024 voor de vreemdelingen jonger dan 12 jaar enkel nog elektronische verblijfsdocumenten aangevraagd worden.

            De kostprijs die de overheid aanrekent voor deze elektronische identiteits- en verblijfsdocumenten ligt in lijn met deze voor Belgen en vreemdelingen vanaf 12 jaar. Specifiek voor de groep identiteits- en verblijfsdocumenten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar is het nodig het belastingreglement aan te passen.  Om het aantal verschillende tarieven zoveel mogelijk te beperken worden de tarieven voor de documenten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar afgestemd op deze die van toepassing zijn op de documenten voor Belgen en vreemdelingen vanaf 12 jaar. 

            De financiële toestand van de stad Deinze rechtvaardigt de invoering van alle rendabele belastingen.

            Financiële impact

            De ontvangst van deze beslissing zal geboekt worden op:

             meerjarenplan 2020-2025

             Exploitatie

             jaar

             2024-2025

             beleidsitem

             002000 – Fiscale aangelegenheden

             algemene rekening

             731510 - Belasting op de afgifte van identiteitskaarten

             731520 - Belasting op afgifte van reispassen

             731530 - Belasting op afgifte rijbewijzen

             actie

             geen

             krediet

             toereikend

            Reglementen

            Periode

            Artikel 1
            Voor de aanslagjaren 2024 tot en met 2025 wordt een contantbelasting geheven op de afgifte van administratieve documenten, afgeleverd door de dienst burgerzaken.

            Belastingschuldige - belastingplichtige

            Artikel 2
            De belasting is ten laste van de personen of instellingen die het administratieve document aanvragen. 

            Tarieven

            Artikel 3
            De belasting wordt vastgesteld op:

             1. Elektronische kaarten en verblijfsdocumenten voor vreemdelingen zoals:

            • A: tijdelijk verblijf (verblijfstitel beperkt verblijf) - geldig volgens duur toegekende machtiging
            • B: onbeperkt verblijf (verblijfstitel onbeperkt verblijf) - 5 jaar geldig
            • H: Europese blauwe kaart (blauwe Europese kaart) - geldig volgens duur arbeidsvergunning
            • I: ICT (verblijfstitel voor niet-EU onderdaan) - geldig voor de duur van de arbeidstoelating (inwerkingtreding nog te bepalen)
            • J: Mobile ICT (verblijfstitel voor niet-EU onderdaan) - geldig voor de duur van de arbeidstoelating (inwerkingtreding nog te bepalen)
            • K: vestiging (vestigingsvergunning vreemdeling) - 10 jaar geldig
            • L: langdurig ingezetene EU (verblijfsvergunning van EU-langdurig ingezetene) - 10 jaar geldig
            • EU : inschrijving - art 8 RL 2004/38/EG (verblijfsdocument onderdaan EU-lidstaat) - 5 jaar geldig
            • EU+: duurzaam verblijf - art 19 RL 2004/38/EG (verblijfsdocment onderdaan EU-lidstaat) - 5 jaar geldig (wordt 10 jaar in de loop van 2022)
            • F: familielid EU art 10 RL 2004/38/EG (verblijfskaart van familielid van een burger van de Unie) - 5 jaar geldig
            • F+: familielid EU art. 10 RL 2004/38/EG  (duurzame verblijfskaart van familielid van een burger van de Unie) - 10 jaar geldig
            • N: art 50 VEU-grensarbeider (kaart voor klein grensverkeer voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord/ Brexit-klein grensverkeer)
            • M: art 50 VEU (verblijfskaart voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord/ Brexit-verblijf) - 5 jaar geldig
            • M: art 50 VEU (duurzame verblijfskaart voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord/ Brexit-duurzaam verblijf) - 10 jaar geldig

             1.1. Gewone procedure - vanaf 12 jaar

            1.1.1. EU-/EU+/F-/F+-/M-Brexit verblijf-/M-Brexit duurzaam verblijf-/N-kaarten

            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde, verhoogd met 6,30 euro belasting. 
            1.1.2. A-/B-/H-/I-/J-/K-/L-kaarten
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, verhoogd met 5,80 euro belasting. 
            1.2. Gewone procedure - jonger dan 12 jaar

            1.2.1. EU-/EU+/F-/F+-/M-Brexit duurzaam verblijf-kaarten
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, verhoogd met 0,30 euro belasting. 
            1.2.2. A-/B-/K-/L-kaarten
             
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, verhoogd met 0,30 euro belasting
             
            1.3. Spoedprocedure met levering kaart en PIN/PUK op de gemeente (D+1) - jonger dan 12 jaar
             
            1.3.1.  EU-/EU+-/F-/F+-/M-Brexit verblijf/M-Brexit duurzaam verblijf-/N-kaarten
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, verhoogd met 8,10 euro belasting. 
            1.3.2. A-/B-/H-/I-/J-/K-/L-kaarten
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, verhoogd met 10,10 euro belasting. 
            1.4. Spoedprocedure met levering kaart en PIN/PUK op de gemeente (D+1) - vanaf 12 jaar - alle identiteits- en verblijfsdocumenten voor vreemdelingen  
             
            • Kostprijs zals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, verhoogd met 10,10 euro belasting. 
             
            2. Attest immatriculatie voor vreemdelingen (oranje kaart) vanaf de leeftijd van 12 jaar 
            • Eerste kaart en duplicaat(verlies/diefstal) - belasting: 2,00 euro
            • Vervanging bij verlenging: gratis
            3. Elektronische identiteitskaart voor Belgen vanaf de leeftijd van 12 jaar
            • ingeschreven in het bevolkingsregister van Deinze
                      of
            • afgeschreven naar het buitenland en ingeschreven in het consulair bevolkingsregister
              • met Deinze als laatste gemeente van inschrijving in België
              • of geboren in Deinze indien nooit in België gewoond
              • of Deinze gekozen als plaats van aanvraag indien evenmin geboren in België
            3.1. Gewone procedure
            • Kaart geldig voor gewone termijn of beperkt tot 1 jaar wegens tijdelijke onmogelijkheid om vingerafdrukken te geven. 
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, verhoogd met 6,30 euro belasting. 
            3.2. Spoedprocedure met levering kaart en PIN/PUK op de gemeente (D+1)
            • Kaart geldig voor gewone termijn of beperkt tot 1 jaar wegens tijdelijke onmogelijkheid om vingerafdrukken te geven 
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, verhoogd met 10,10 euro belasting.
            3.3. Spoedprocedure - gecentraliseerde levering kaart en PIN/PUK bij FOD Binnenlandse Zaken - Brussel
            • Kaart geldig voor gewone termijn of beperkt tot 1 jaar wegens tijdelijke onmogelijkheid om vingerafdrukken te geven. 
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, verhoogd met 6,90 euro belasting.
            4. Elektronische identiteitskaart voor Belgische kinderen onder de 12 jaar (Kids-ID)
            • ingeschreven in het bevolkingsregister van Deinze
                      of
            • afgeschreven naar het buitenland en ingeschreven in het consulair bevolkingsregister
              • met Deinze als laatste gemeente van inschrijving in België
              • of geboren in Deinze indien nooit in België gewoond
              • of Deinze gekozen als plaats van aanvraag indien evenmin geboren in België

            4.1. Gewone procedure

            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, verhoogd met 0,30 euro belasting. 
            4.2. Spoedprocedure met levering kaart en PIN/PUK op de gemeente (D+1)
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, verhoogd met 8,10 euro belasting.
            4.3. Spoedprocedure - gecentraliseerde levering levering kaart en PIN/PUK bij FOD Binnenlandse Zaken - Brussel
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, verhoogd met 5,60 euro belasting.
            5. Rijbewijs - bankkaartmodel
             
            5.1. Voorlopig rijbewijs - 12, 18, 36 maanden/Model 3 
             
            Eerste voorlopig rijbewijs - duplicaat - verandering van model
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, verhoogd met 4,00 belasting. 
            5.2. Rijbewijs 
             
            Eerste rijbewijs - duplicaat - omwisseling
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, verhoogd met 5,00 euro belasting.
            6. Internationaal rijbewijs
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, verhoogd met 5,00 euro belasting.
            7. Paspoort voor Belg ingeschreven in de gemeente of afgeschreven naar het buitenland en ingeschreven in de consulaire registers

            7.1. Gewone procedure (32 blz.)
             
            7.1.1. Minderjarige
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, in voorkomend geval aangevuld met een consulaire taks, verhoogd met 0,00 euro belasting. 
            7.1.2. Meerderjarige
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, in voorkomend geval aangevuld met een consulaire taks, verhoogd met 8,00 euro belasting.
            7.2. Spoedprocedure - 32 of 64 blz.)
             
            7.2.1. Minderjarige
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, in voorkomend geval aangevuld met een consulaire taks, verhoogd met 0,00 euro belasting. 
            7.2.2. Meerderjarige
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, in voorkomend geval aangevuld met een consulaire taks, verhoogd met 10,00 euro belasting.
             
            7.3. Superdringende procedure (levering binnen de 4u30 na het indienen van de aanvraag aan het loket van de FOD Buitenlandse Zaken - Koloniënstraat, Brussel) - 32 of 64 blz. 
             
            7.3.1. Minderjarige
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, in voorkomend geval aangevuld met een consulaire taks, verhoogd met 0,00 euro belasting. 
            7.3.2. Meerderjarige
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, in voorkomend geval aangevuld met een consulaire taks, verhoogd met 10,00 euro belasting. 
            8. Reisdocument voor
            • vreemdeling ingeschreven in de gemeente die geniet van een verblijfsrecht voor onbepaalde duur
            • erkende vluchteling en staatloze
            8.1. Gewone procedure
             
            8.1.1. Minderjarige
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, in voorkomend geval aangevuld met een consulaire taks, verhoogd met 0,00 euro belasting.
            8.1.2. Meerderjarige
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, in voorkomend geval aangevuld met een consulaire taks, verhoogd met 8,00 euro belasting. 
            8.2. Spoedprocedure (32 en 64 blz)
             
            8.2.1. Minderjarige
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, in voorkomend geval aangevuld met een consulaire taks, verhoogd met 0,00 euro belasting. 
            8.2.2. Meerderjarige
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, in voorkomend geval aangevuld met een consulaire taks, verhoogd met 10,00 euro belasting. 
            8.3. Superdringende procedure (levering binnen de 4u30 na het indienen van de aanvraag aan het loket van de FOD Buitenlandse Zaken - Koloniënstraat, Brussel) - 32 of 64 blz. 

            NIET VAN TOEPASSING OP REISDOCUMENT VOOR VREEMDELING INGESCHREVEN IN DE GEMEENTE DIE GENIET VAN EEN VERBLIJFSRECHT VOOR ONBEPAALDE DUUR
             
             8.3.1. Minderjarige
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, in voorkomend geval aangevuld met een consulaire taks, verhoogd met 0,00 euro belasting. 
            8.3.2. Meerderjarige
            • Kostprijs zoals deze werd vastgesteld door de bevoegde overheid, in voorkomend geval aangevuld met een consulaire taks, verhoogd met 10,00 euro belasting. 
             
            Als het door de aanvrager van het document te betalen bedrag, na indexering van de kostprijs vastgesteld door de bevoegde overheid, een bedrag is dat niet eindigt op een halve euro na de komma, wordt de belasting in die mate aangepast dat de totale kostprijs afgerond wordt op de hogere halve euro of de volgende eenheid. 

            Vrijstellingen

            Artikel 4
            Zijn van de belasting vrijgesteld: de administratieve stukken die krachtens een wet, een decreet, een koninklijk besluit of een andere overheidsbeslissing kosteloos door het gemeentebestuur worden afgegeven. 

            Wijze van invordering

            Artikel 5
            De belasting moet bij de aanvraag van het document contant of elektronisch betaald worden, tegen afgifte van een betalingsbewijs. 

            Bij gebreke aan betaling, wordt de belasting een kohierbelasting. 

            Geschillen en bezwaren

            Artikel 6
            De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. 

            Dit moet gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning.

            Het bezwaarschrift moet schriftelijk ingediend worden en ondertekend zijn door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en gemotiveerd zijn. Het moet de naam, de hoedanigheid en het adres of de zetel van de belastingplichtige vermelden. Het moet ook het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen vermelden. 

            Bezwaarschriften kunnen ook via e-mail, of online via www.deinze.be, voor zover in deze mogelijkheid wordt voorzien, en binnen de termijnen en onder de voorwaarden vermeld in het voorgaand lid. De contactgegevens voor het indienen van een bezwaar via e-mail zijn: gemeentebelastingen@deinze.be

            Verwijzingsregel

            Artikel 7
            Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn van overeenkomstige toepassing op deze belasting :

            • de bepalingen van titel VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, voor zover deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen;
            • Het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.
            Publieke stemming
            Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
            Voorstanders: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys
            Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
            Besluit

            Artikel 1
            Voor de aanslagjaren 2024 tot en met 2025 wordt een contantbelasting geheven op de afgifte van administratieve documenten afgeleverd door de dienst burgerzaken. Deze belasting komt bovenop de kostprijs en, in voorkomend geval, de consulaire taks zoals vastgesteld door de bevoegde overheid. 

            Artikel 2
            Deze belasting treedt in werking op 1 februari 2024.

            Artikel 4
            Het gemeenteraadsbesluit van 27 januari 2022 over het belastingreglement op afgifte van administratieve documenten, afgeleverd door de dienst burgerzaken wordt opgeheven vanaf 1 februari 2024 en vervangen door dit besluit.

            Artikel 5
            Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd en aan de betrokken dienst belast met de toepassing van dit reglement.

            Artikel 6
            Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).

    • Omgevingsvergunningen & meldingen

      • Aanvraag omgevingsvergunning - verkaveling gruuthof - Cyriel Buyssestraat 1, 9850 Deinze - V/1240/01

        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Verontschuldigd: Sören Van de Moortele, Eva Martens, Ortwin Depoortere
        Afwezig: Sabine Vermeulen
        Mondelinge tussenkomsten

        Kristof Van den Berghe (raadslid), Bart Van Thuyne (schepen)

        Regelgeving

        Het decreet betreffende de omgevingsvergunningen van 25 april 2014 en latere wijzigingen bepaalt in artikel 31 dat de gemeenteraad de beslissingsbevoegdheid heeft over aanvragen met betrekking tot openbare wegen, waaronder ook de uitrusting van wegen. De gemeenteraad dient een beslissing te nemen over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en later wijzigingen bepaalt in artikel 41 dat de gemeenteraad de bevoegdheid heeft voor aangelegenheden van gemeentelijk belang, waaronder de aanleg en uitrusting van nieuwe verkeerswegen, en de tracéwijziging, verbreding of opheffing ervan.

        De Vlaamse codex ruimtelijke ordening bepaalt in artikel 4.2.25 dat de gemeenteraad de beslissingsbevoegdheid heeft over aanvragen met wegeniswerken. De gemeenteraad dient een beslissing te nemen over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

        Gelet op het gemeentewegendecreet van 3 mei 2019, in werking getreden op 1 september 2019.

        Bijlagen

        plannen

        foto's

        1 bezwaarschrift

        Motivering

        De percelen zijn gelegen in het woongebied volgens het gewestplan. In het woongebied gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt: De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp gewestplannen en de gewestplannen).

        De aanvraag voor het verkavelen van de grond voor 8 loten voor grondgebonden woningen in half open en gesloten bebouwing en het bijkomend aanleggen van wegenisinfrastructuur is bijgevolg principieel in overeenstemming met de gewestplanbestemming.

        De verkaveling bestaat uit 4 loten in halfopen en 4 loten in gesloten bebouwing, bestemd voor ééngezinswoningen.

        In de verkaveling zal er een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd worden.

        Alle loten zullen met het vuil water aansluiten op de nieuwe afvalwaterriolering; deze zal met een persleiding aansluiten op de gemengde riolering in de Cyriel Buyssestraat.

        Het hemelwater van de woningen wordt in de lager gelegen zones gebufferd en wordt met een vertraagde afvoer van 2 l/s aangesloten op de Vaart Links.

        In het parkje wordt een infiltratiekom voorzien met een inhoud van 23,50 m³ en een infiltratieoppervlakte van 235 m².

        Hierdoor kan het hemelwater infiltreren op een natuurlijke manier.

        De aanvraag is gelegen aan de Cyriel Buyssestraat en de Vaart Links (gemeentewegen). Het goed van de aanvraag is op heden braakliggend en is omgeven door overwegend gesloten bebouwing. Aan het zuiden van het terrein bevindt zich de school De Vaart.

        Alle wegenis wordt uitgevoerd in uitgewassen beton. Er wordt wegenis voorzien tussen Vaart Links naar de Cyriel Buyssestraat en wegenis naar de parking van het oud gemeentehuis.

        De loten zelf zijn bereikbaar met de wagen maar er wordt geen doorgaand verkeer toegestaan. Ten zuiden van de verkaveling worden carports voorzien voor 10 wagens, bereikbaar vanaf de Vaart Links. De carports worden geschakeld voorzien met een lengte van 29m op een diepte van 5,2m.

        De toegang tot de carports wordt voorzien van een oprit in betonstraatstenen met een breedte van 4,8m.

        Naar de loten wordt wegenis voorzien in uitgewassen beton met een breedte van 2,50m. Naast dit pad wordt een strook voorzien met een breedte van 1,5m met versterkt gras voor bereikbaarheid van hulpdiensten.

        Er wordt voorzien in een kwaliteitsvolle aanleg van de voorziene groenzone De bermen worden ingezaaid met gras. Er worden bomen voorzien, lage beplanting en haagmassieven.

        Binnen de verkaveling wordt gekozen voor dezelfde materialisatie cfr andere verkavelingen in Deinze.

        De interne wegenis behoort in de toekomst tot het openbaar domein en is kosteloos over te dragen. Hierin kunnen alle werken van algemeen nut voorzien worden, naast de nodige  nutsvoorzieningen en toegangen tot de aanpalende percelen.

        Openbaar onderzoek

        Het openbaar onderzoek liep van 31 oktober 2023 tot en met 29 november 2023.

        Er werd een tweede openbaar onderzoek georganiseerd van 14 november 2023 tot en met 13 december 2023.

        Tijdens het openbaar onderzoek werd 1 bezwaarschrift ingediend waarin volgende bezorgdheden werden geuit:

        Bezwaar 1
        Er wordt bezwaar aangetekend tegen het voorzien van de carports op de perceelsgrens. Bezwaarindiener beweert een erfdienstbaarheid van doorgang te hebben op de plaats waar de carports voorzien worden.

        Daarnaast wordt bezwaar aangetekend tegen de hoogte van de voorziene bebouwing met een nokhoogte van 5,80m.

        Behandeling bezwaren:

        De gemeenteraad oordeelt enkel over de bezwaren die betrekking hebben op de zaak der wegen.

        In het bezwaarschrift worden geen grieven geuit over de wegenis.

        Over andere bezwaarschriften die niet over de wegenis handelen, dient de gemeenteraad zich niet uit te spreken.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Voorstanders: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Peter De Maertelaere, Els Baart, Sylvie Claeys
        Tegenstanders: Annick Verstraete, Freija Dhondt, Kristof Van den Berghe, Peter Parmentier
        Resultaat: Met 28 stemmen voor, 4 stemmen tegen
        Besluit

        Artikel 1
        Het voorgestelde stratentracé, ter hoogte van de verkaveling in Cyriel Buyssestraat en Vaart Links wordt goedgekeurd.

        Artikel 2
        De voorgestelde wegenis- en rioleringswerken, ter hoogte van de verkaveling in de in Cyriel Buyssestraat en Vaart Links worden goedgekeurd.

        Artikel 3
        Aan de verkavelaar worden volgende verplichtingen opgelegd:

        De grond voorzien als toekomstig openbaar domein zoals op plan opgemaakt door studiebureau Haegebaert met een oppervlakte van 1761,11 m² dient kosteloos afgestaan te worden aan de stad Deinze op het eerste verzoek.

        De kosten te dragen voor de aanleg en/of aanpassing van het elektriciteitsvoorzienings-, gas-, waterbedelings-, data- en distributienet, openbare verlichting en telefonische installaties.

        Een attest, afgeleverd door de bevoegde intercommunale, aan het college van burgemeester en schepenen voor te leggen ten einde aan te tonen dat aan de verplichtingen is voldaan.

        De kosten te dragen voor de aanleg en/of aanpassing aan de bestaande toestand van de wegverharding en de riolering.

        Riolering DWA en RWA te voorzien.

        Artikel 4
        De kosten voor het verlijden van de notariële akte met betrekking tot de kosteloze grondafstand zijn volledig ten laste van de verkavelaar.

        Artikel 5
        De aanvrager en het Departement Omgeving krijgen een kopie van deze beslissing.

        Artikel 6
        Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).

      • Aanvraag omgevingsvergunning - het veranderen van een metaalcoatingsbedrijf - E3 laan 67A, 67B, 69, 75 en 85, 9800 Deinze - 2023/00620

        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Verontschuldigd: Sören Van de Moortele, Eva Martens, Ortwin Depoortere
        Afwezig: Sabine Vermeulen
        Mondelinge tussenkomsten

        Peter Parmentier, Bart Vermaercke (raadsleden), Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke (schepenen), Paul Soetaert (raadslid), Jan Vermeulen (burgemeester)

        Regelgeving

        Het decreet betreffende de omgevingsvergunningen van 25 april 2014 en latere wijzigingen bepaalt in artikel 31 dat de gemeenteraad de beslissingsbevoegdheid heeft over aanvragen met betrekking tot openbare wegen, waaronder ook de uitrusting van wegen. De gemeenteraad dient een beslissing te nemen over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en later wijzigingen bepaalt in artikel 41 dat de gemeenteraad de bevoegdheid heeft voor aangelegenheden van gemeentelijk belang, waaronder de aanleg en uitrusting van nieuwe verkeerswegen, en de tracéwijziging, verbreding of opheffing ervan.

        Het gemeentewegendecreet geeft de gemeenteraad de bevoegdheid om zich uit te spreken over het dossier van de wegenis.

        Gelet op het gemeentewegendecreet van 3 mei 2019, in werking getreden op 1 september 2019.

        Bijlagen

        - foto's

        - plannen

        - adviezen

        - bezwaren

        Motivering

        Voorafgaand werd reeds een gelijkaardige aanvraag ingediend met omv referentie 2020046812. Deze aanvraag werd door de gemeenteraad geadviseerd op 27/04/2023.

        Dit dossier werd ingetrokken op 5 juli 2023 na ongunstig advies van de POVC en het agentschap natuur en bos.

        Er werd een nieuw dossier ingediend die tegemoet komt aan de ongunstige adviezen. Deze aanpassingen hebben beperkt betrekking op de wegenis waarbij een zone voor erfdienstbaarheid over de dreef ten behoeve van het bedrijf opgeheven wordt.

        Op 31 augustus 2023 werd de aanvraag ingediend met omv referentie 2023106214.

        De aanvraag heeft als bedoeling om 2 bedrijfsterreinen van dezelfde eigenaar die nu gescheiden zijn door een dreef te verbinden.

        Om beide terreinen van Soleras te verbinden met elkaar worden volgende handelingen uitgevoerd:

        • Vellen van bomen
        • Dempen van de gracht
        • Verharden van het terrein (aanleggen parking)

        Hierna worden enkel de handelingen omschreven met betrekking tot de zaak der wegen.

        Er wordt aan de oostelijke perceelsgrens een nieuwe trage weg aangelegd en een bestaande trage weg wordt afgeschaft. De weg voorziet in een verbinding tussen de E3 laan en de trage wegenis rondom de noordelijke buffer die toegang geeft tot de Kakelstraat en Gaversesteenweg.

        Deze nieuwe weg heeft een rooilijn voorzien met een breedte van 11m.

        Er wordt een fiets- en wandelpad voorzien in porfier (halfverharding) met een breedte van 3m met aan weerszijden een berm voorzien met een breedte van 4m.

        De bestaande gemeenteweg wordt afgeschaft volgens het plan.

        Het goed is gelegen binnen zone voor milieubelastende industrie volgens het gewestplan.

        In zone voor milieubelastende industrie gelden de stedenbouwkundige voorschriften van artikel 7.2.0 en art. 8.2.1.2  van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt: 

        Artikel 2.0: Industriegebieden

        Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.

        Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de ander industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

        Artikel 2.1.2: Gebieden voor milieubelastende industrieën (aanvullende aanduiding)

        Deze zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

        De werken zijn in overeenstemming met de gewestplanbestemming.

        De omgeving wordt gekenmerkt door een gemend regionaal bedrijventerrein met grootschalige bedrijven in open bebouwing.

        Aan de noordelijke zijde bevindt zich het open agrarisch gebied met een groenbuffer.

        De dreef die onderwerp is van deze aanvraag werd opgenomen als trage weg in het mobiliteitsplan Deinze. De dreef wordt verlegd. De aanvraag is in overeenstemming met het mobiliteitsplan.

        De voorziene wegenis en het tracé is ruimtelijk en op mobiliteitsvlak aanvaardbaar.

        Huidige aanvraag brengt de ruimtelijke draagkracht in de omgeving niet in het gedrang. 

        Openbaar onderzoek

        Er werd een openbaar onderzoek gehouden van 21 november 2023 tot en met 20 december 2023.

        Tijdens het openbaar onderzoek werden 2 bezwaarschriften of opmerkingen ontvangen. 

        Bezwaarschrift 1

        1. Er kan niet akkoord gegaan worden met de te beperkte boscompensatie. Ter plaatse wordt slechts 297m² gecompenseerd waarbij 1367m² aan bos verloren gaat.
          De beslissing om niet het bos te compenseren maar wel het volume van waterberging in een bufferbekken is niet aanvaardbaar.
          Bij de aanleg van de industriezone werd reeds 9 ha bos gekapt op grondgebied van Nazareth en Deinze samen.
        2. De kap van de 6 oude eiken waarbij er veel fauna en flora verloren gaat.
        3. Bij het dempen van de gracht dient onderzocht te worden of er geen vervuiling is met zware metalen. 

        Bezwaarschrift 2

        Negatieve impact op de landbouwexploitatie van de bezwaarindiener die ten noorden van de site een noten- en fruitplantage heeft.

        De aanleg van het industrieterrein leidde reeds tot een verhoging van het water in omliggende grachten.

        Het project leidt tot de aanleg van bijkomende verharding en het dempen van bestaande grachten wat een negatieve impact zal hebben op de omgeving.

        De fruitbomen sterven af of worden ziek bij hoge grondwaterstanden. 

        Behandeling bezwaren:

        De gemeenteraad behandelt enkel de bezwaren die betrekking hebben over de wegenis en het tracé van de wegenis.

        De bezwaren hebben geen betrekking op de wegenis.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Voorstanders: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Peter De Maertelaere, Els Baart, Sylvie Claeys
        Tegenstanders: Annick Verstraete, Freija Dhondt, Kristof Van den Berghe, Peter Parmentier
        Onthouders: Paul Soetaert
        Resultaat: Met 27 stemmen voor, 4 stemmen tegen, 1 onthouding
        Besluit

        Artikel 1
        Het voorgestelde tracé, tussen de E3 laan en de noordelijke groenbuffer met fietsverbinding met een breedte van 11m wordt goedgekeurd.

        Artikel 2
        De voorziene wegenis in porfier met een breedte van 3m wordt goedgekeurd.

        Artikel 3
        De Vergunningverlenende overheid krijgen een kopie van deze beslissing.

        Artikel 4
        Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).

      • Goedkeuren ligging, breedte en uitrusting van een gemeenteweg, en behandeling bezwaren openbaar onderzoek met betrekking tot de zaak der wegen – Fietspad Vaart Links - 2023/00516

        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Verontschuldigd: Eva Martens, Ortwin Depoortere
        Afwezig: Sabine Vermeulen
        Mondelinge tussenkomsten

        Karlien De Paepe, Olaf Evrard, Kristof Van den Berghe, Freija Dhondt (raadsleden), Bart Van Thuyne (schepen), Jan Vermeulen (burgemeester), Peter Parmentier (raadslid)

        Regelgeving

        Het Gecodificeerd Decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.

        Het decreet betreffende de omgevingsvergunningen van 25 april 2014 en latere wijzigingen, artikel 31.

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en later wijzigingen.

        Het gemeentewegendecreet van 3 mei 2019.

        Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

        Bijlagen

        Plannen

        Plannen waarnaar verwezen wordt in de tekst:

        • dwarsprofiel bestaande toestand
        • dwarsprofiel scenario fietspad aanliggend aan de rijweg
        • dwarsprofiel scenario zoals aangevraagd

        Foto's

        Adviezen

        4 bezwaren

        Motivering

        a. Voorgaanden en situering van het dossier: 

        Huidige aanvraag voorziet in het aanleggen een vrij liggend fietspad langsheen Vaart Links (vanaf de Meigemstraat tot ter hoogte van Vaart Links 5). 

        Het dubbelrichtingsfietspad wordt voorzien met een breedte van +/- 3m00 en zal worden aangelegd in asfaltverharding. 

        De opbouw van het fietspad wordt als volgt voorzien:

        • Geotextiel;
        • Onderfundering met continue korrelverdeling type II : 15cm;
        • Fundering steenslag met continue korrelverdeling, met toevoegsel type IA : 14cm;
        • Fundering steenslag met continue korrelverdeling, met toevoegsel type IIA : 11cm;
        • Bitumineuze verhardingen:
          • onderlaag, bouwklassegroep BF, type APO-B, dikte 6cm
          • toplaag, bouwklassegroep BF, type APT-C, dikte 4cm

        Ter hoogte van de Kleine Reigersbeek (O488) wordt een overbrugging voorzien (composietbrug) met een lengte van +/- 15m00 en een breedte van +/- 5m00.

        Ter hoogte van de Meerbeek (O485) wordt een inbuizing voorzien (diameter 1.000mm).

        Het ontwerp voorziet in de aanleg met kwalitatieve verhardingsmaterialen.

        Voor de breedte en materialisatie van het fietspad werd rekening gehouden met de minimumvereisten voor het aanleggen van fietsinfrastructuur van het vademecum fietsvoorzieningen.

        Het fietspad zal één van de voornaamste missing links op het grondgebied van de stad wegwerken door het fietspad dat momenteel aangelegd is tot Meigem door te trekken tot Nevele. Op die manier zal ze een belangrijke fietsverbinding realiseren tussen Nevele (en Vosselare) en Deinze-centrum, met alle voorzieningen (vooral de middelbare scholen) die in het centrum van Deinze te vinden zijn. Het mobiliteitsbeleid van de stad Deinze zet volop in op duurzame mobiliteit. Vanuit dit oogpunt is het belangrijk om de fietsroutes zo veilig en rechtstreeks mogelijk te maken – elke omrijfactor voor de fietser is hier dan ook uit den boze en waar mogelijk en nodig wordt gekozen om (afgescheiden) fietspaden aan te leggen, om de fietser maximaal comfort en veiligheid te kunnen bieden. 

        b. Motivering van de vaststelling van de  rooilijn op basis van de artikels drie en vier van het Decreet gemeentewegen 

        Artikel 3 
        Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
        Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
        1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
        2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
         

        Artikel 4
        Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
        1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
        2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
        3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
        4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
        5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen
        .

        De aanleg van de gemeenteweg wordt hierna grondig gemotiveerd (artikel 4, 2e Decreet gemeentewegen) vanuit het algemeen belang (artikel 4, 1e Decreet gemeentewegen)

        Het mobiliteitsbeleid van de stad Deinze zet volop in op duurzame mobiliteit – het stimuleren van fietsen voor functionele verplaatsingen is één van de centrale pijlers van dit beleid. Vanuit dit oogpunt is het belangrijk om de fietsroutes zo veilig en rechtstreeks mogelijk te maken – elke omrijfactor voor de fietser is hier dan ook uit den boze en waar mogelijk en nodig wordt gekozen om (afgescheiden) fietspaden aan te leggen, om de fietser maximaal comfort en veiligheid te kunnen bieden. Ook in het mobiliteitsplan van de stad Deinze (p. 82) staan deze principes centraal: een fijnmazig, continue fietsnetwerk is een conditio sine qua non om aan de gestelde ambities rond stimulering van het fietsgebruik te kunnen voldoen. 

        De bereikbaarheid met de fiets van deelgemeente Nevele vanuit Deinze is momenteel ondermaats. Om een duidelijk leesbaar fietsnetwerk uit te bouwen en zoveel mogelijk mensen op de fiets te krijgen, is continuïteit tot aan de bestemming onontbeerlijk. Het huidige dubbelrichtingsfietspad vanuit Deinze stopt t.h.v. Weg naar de Vaart in Meigem. Fietsers worden vanaf daar verplicht om ofwel het kortste, meest logische traject langsheen Vaart Linkeroever verder te volgen, waar ze in gemengd verkeer verder dienen te rijden op een plaats waar dit, gezien de intensiteit van het verkeer en de gereden snelheden op het traject, absoluut uit den boze is.

        Langsheen het traject dienen fietsers momenteel in gemengd verkeer te rijden op Vaart Linkeroever, de belangrijkste verbindingsweg van Nevele met Deinze voor autoverkeer (de weg werd geklasseerd als lokale weg type I, met als hoofdfunctie verbinden op lokaal niveau). Gezien de intensiteit van het verkeer is het niet mogelijk om hier op een veilige manier gemengd verkeer toe te passen. De aanleg van een afgescheiden fietspad, volledig volgens de normen van het Vademecum fietsvoorzieningen, zal op die manier een directe en positieve invloed hebben op de verkeersveiligheid, in het bijzonder van de actieve weggebruiker (artikel 4, 3e Decreet gemeentewegen). Door de aanleg van de nieuwe weg kan Vaart Linkeroever ook ten volle zijn rol blijven spelen als lokale verbindingsweg (artikel 4, 5e Decreet gemeentewegen). 

        Door de nieuwe verbinding wordt bijgevolg bijgedragen tot de optimalisatie van de structuur, de samenhang, de toegankelijkheid en de veiligheid van het lokaal wegennet (artikel 3, 1e Decreet gemeentewegen) en wordt tevens een belangrijke bijdrage geleverd tot de zachte mobiliteit (artikel 3, 2e Decreet gemeentewegen).

        Bovendien zal ook de ontsluiting van de betrokken (bewoonde) percelen voor de actieve weggebruiker drastisch verbeteren (artikel 4, 3e Decreet gemeentewegen). Er wordt een directe toegang voor beide percelen tot de nieuwe weg voorzien, waardoor ook vandaaruit rechtstreeks een veilige fietsverbinding wordt gecreëerd. 

        De gemeenteweg wordt aangelegd om de continuïteit van het lokale fietsnetwerk verder uit te bouwen en een veilige fietsverbinding vanuit deelgemeente Nevele naar Deinze te voorzien. Er is dus geen sprake van een gemeentegrensoverschrijdend perspectief (artikel 4, 4e Decreet gemeentewegen) 

        c. Motivering van de aanleg gemeenteweg

        1. Motivering aanleg en wijziging nieuwe gemeenteweg op basis van de artikels drie en vier van het Decreet gemeentewegen 

        Artikel 3
        Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
        Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
        1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
        2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
         

        Artikel 4
        Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
        1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
        2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
        3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
        4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
        5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

        De aanleg van de gemeenteweg wordt hierna grondig gemotiveerd (artikel 4, 2e Decreet gemeentewegen) vanuit het algemeen belang (artikel 4, 1e Decreet gemeentewegen)

        Het mobiliteitsbeleid van de stad Deinze zet volop in op duurzame mobiliteit – het stimuleren van fietsen voor functionele verplaatsingen is één van de centrale pijlers van dit beleid. Vanuit dit oogpunt is het belangrijk om de fietsroutes zo veilig en rechtstreeks mogelijk te maken – elke omrijfactor voor de fietser is hier dan ook uit den boze en waar mogelijk en nodig wordt gekozen om (afgescheiden) fietspaden aan te leggen, om de fietser maximaal comfort en veiligheid te kunnen bieden. Ook in het mobiliteitsplan van de stad Deinze (p. 82) staan deze principes centraal: een fijnmazig, continue fietsnetwerk is een conditio sine qua non om aan de gestelde ambities rond stimulering van het fietsgebruik te kunnen voldoen. 

        De bereikbaarheid met de fiets van deelgemeente Nevele vanuit Deinze is momenteel ondermaats. Om een duidelijk leesbaar fietsnetwerk uit te bouwen en zoveel mogelijk mensen op de fiets te krijgen, is continuïteit tot aan de bestemming onontbeerlijk. Het huidige dubbelrichtingsfietspad vanuit Deinze stopt t.h.v. Weg naar de Vaart in Meigem. Fietsers worden vanaf daar verplicht om ofwel het kortste, meest logische traject langsheen Vaart Linkeroever verder te volgen, waar ze in gemengd verkeer verder dienen te rijden op een plaats waar dit, gezien de intensiteit van het verkeer en de gereden snelheden op het traject, absoluut uit den boze is.

        Langsheen het traject dienen fietsers momenteel in gemengd verkeer te rijden op Vaart Linkeroever, de belangrijkste verbindingsweg van Nevele met Deinze voor autoverkeer (de weg werd geklasseerd als lokale weg type I, met als hoofdfunctie verbinden op lokaal niveau). Gezien de intensiteit van het verkeer is het niet mogelijk om hier op een veilige manier gemengd verkeer toe te passen. De aanleg van een afgescheiden fietspad, volledig volgens de normen van het Vademecum fietsvoorzieningen, zal op die manier een directe en positieve invloed hebben op de verkeersveiligheid, in het bijzonder van de actieve weggebruiker (artikel 4, 3e Decreet gemeentewegen). Door de aanleg van de nieuwe weg kan Vaart Linkeroever ook ten volle zijn rol blijven spelen als lokale verbindingsweg (artikel 4, 5e Decreet gemeentewegen).

        Door de nieuwe verbinding wordt bijgevolg bijgedragen tot de optimalisatie van de structuur, de samenhang, de toegankelijkheid en de veiligheid van het lokaal wegennet (artikel 3, 1e Decreet gemeentewegen) en wordt tevens een belangrijke bijdrage geleverd tot de zachte mobiliteit (artikel 3, 2e Decreet gemeentewegen). 

        Bovendien zal ook de ontsluiting van de betrokken (bewoonde) percelen voor de actieve weggebruiker drastisch verbeteren (artikel 4, 3e Decreet gemeentewegen). Er wordt een directe toegang voor beide percelen tot de nieuwe weg voorzien, waardoor ook vandaaruit rechtstreeks een veilige fietsverbinding wordt gecreëerd. 

        De gemeenteweg wordt aangelegd om de continuïteit van het lokale fietsnetwerk verder uit te bouwen en een veilige fietsverbinding vanuit deelgemeente Nevele naar Deinze te voorzien. Er is dus geen sprake van een gemeentegrensoverschrijdend perspectief (artikel 4, 4e Decreet gemeentewegen) 

        2. Motivering aanleg nieuwe gemeenteweg op basis van artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet

        Artikel 31,§1 Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt het volgende: “Als de aanvraag (voor de omgevingsvergunning) de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.” In dit dossier dient de gemeenteraad zich uit te spreken.

        “De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging (1.1.), de breedte (1. 2) en de uitrusting van de gemeenteweg (1.3.), en over de eventuele opname in het openbaar domein (1.4). Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.” 

        1.1. DE LIGGING

        1.1.1. De planologische ligging

        De ligging van het tracé, dat voorwerp uitmaakt van deze beslissing, kan als volgt worden gesitueerd:

        Een deel van het fietspad wordt voorzien in bosgebied volgens het gewestplan. 

        “De bosgebieden zijn de beboste of de te bebossen gebieden, bestemd voor het bosbedrijf.

        Daarin zijn gebouwen toegelaten, noodzakelijk voor de exploitatie van en het toezicht op de bossen, evenals jagers- en vissershutten, op voorwaarde dat deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

        De overschakeling naar agrarisch gebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.” 

        Het noordelijk deel van het fietspad is gelegen binnen het RUP Oossekouter binnen zone voor bosgebied. 

        De werken waarvoor een vergunning wordt aangevraagd, zijn niet in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van de gewestplannen en de voorschriften van het gemeentelijk RUP.

        De werken worden daarom verantwoord via de afwijkingsmogelijkheden van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, meer bepaald artikel 4.4.7§2 van de VCRO. 

        1.1.2. De ligging ten opzichte van de rooilijnplannen

        Tot op heden is er geen rooilijnplan vastgesteld en gelden de bestaande kadastrale grenzen als rooilijn.

        Er dient een rooilijnplan aanwezig te zijn voor het aanleggen van een vrijliggend fietspad naast de rijweg.

        Dit fietspad wordt voorzien ten westen van de bestaande rijweg.

        De nieuwe rooilijn, voorwerp gemeenteraadsbeslissing van huidige zitting, is voorzien op een variabele breedte zoals voorzien op het plan in bijlage. 

        1.1.3. Motivatie voor deze ligging

        Tracé
        Het mobiliteitsbeleid van de stad Deinze zet volop in op duurzame mobiliteit – het stimuleren van fietsen voor functionele verplaatsingen is één van de centrale pijlers van dit beleid. Vanuit dit oogpunt is het belangrijk om de fietsroutes zo veilig en rechtstreeks mogelijk te maken – elke omrijfactor voor de fietser is hier dan ook uit den boze en waar mogelijk en nodig wordt gekozen om (afgescheiden) fietspaden aan te leggen, om de fietser maximaal comfort en veiligheid te kunnen bieden.

        De bereikbaarheid met de fiets van deelgemeente Nevele vanuit Deinze is momenteel ondermaats. Het huidige dubbelrichtingsfietspad vanuit Deinze stopt t.h.v. Weg naar de Vaart in Meigem. Fietsers worden vanaf daar verplicht om ofwel het kortste, meest logische traject langsheen Vaart Linkeroever verder te volgen, waar ze in gemengd verkeer verder dienen te rijden op een plaats waar dit, gezien de intensiteit van het verkeer en de gereden snelheden op het traject, absoluut uit den boze is. Er werden verschillende opties onderzocht om de fietser alsnog een veilige, comfortabele en directe fietsroute te geven. 

        Alternatievenstudie
        Ten eerste werd onderzocht of er een mogelijkheid was om fietsers veilig in gemengd verkeer te laten rijden op Vaart Linkeroever. Gezien het belang van Vaart Linkeroever voor de verbinding van Nevele met Deinze voor autoverkeer (de weg werd geklasseerd als lokale weg type I, met als hoofdfunctie verbinden op lokaal niveau), is het terugdringen van de hoeveelheid wagens op deze weg niet aan de orde. Maatregelen om autoverkeer op deze as te ontmoedigen, zou leiden tot niet gewenste effecten in woonstraten of landelijke wegen, die absoluut niet uitgerust zijn om grote stromen autoverkeer op te vangen. Gezien de hoeveelheid autoverkeer op deze route, is ook de invoer van bvb. een fietsstraat absoluut niet aan de orde (als vuistregel wordt gesteld dat er minstens evenveel fietsers als auto’s op een bepaald traject moeten zitten om een fietsstraat in te voeren). Gemengd verkeer op Vaart Linkeroever is m.a.w. geen volwaardig alternatief voor de fietser en houdt belangrijke risico’s m.b.t. de verkeersveiligheid met zich mee.

        Daarnaast werden ook mogelijke alternatieve routes voor fietsers onderzocht. Belangrijk om hierbij in acht te nemen is dat elke omleidingsfactor voor fietsers uit den boze is. Wanneer er ingezet wordt op een modal shift richting duurzame vervoersmodi, moet het comfort van het duurzame vervoermiddel (in dit geval de fiets) minstens gelijk zijn aan de auto om mensen te kunnen verleiden om toch de auto te laten staan. Vandaar dat de stad Deinze sterk inzet op het ontwikkelen van een fijnmazig, direct en logisch netwerk van fietsinfrastructuur op haar grondgebied. 

        Lange Akkerstraat
        Wat de Lange Akkerstraat betreft is er een aanzienlijke omrijfactor voor fietsers in vergelijking met de nieuw aan te leggen fietsverbinding. Om een voorbeeld te geven: vanuit Meigem naar basisschool  De Vaart zou de route langsheen het nieuw aan te leggen fietspad op Vaart Linkeroever 1,8km zijn. De route zou bovendien quasi volledig veilig afgescheiden zijn van de rijweg en autoverkeer, wat uiteraard een aanzienlijke verbetering van de verkeersveiligheid zou zijn. Langs de Lange Akkerstraat zou hetzelfde traject 2,2km zijn, in gemengd verkeer op een rijweg met een zeer beperkte breedte, waar bovendien ook landbouwverkeer aanwezig is. Voor een woon-werk of woon-schoolroute betekent dit dagelijks een omrijfactor van in totaal 800 meter. Een dergelijke omrijfactor voor de fiets, in combinatie met de verkeersonveilige situatie is, om de fiets in de markt te zetten als valabel alternatief voor de wagen, onaanvaardbaar. Bovendien zou het aanleggen van een fietspad langsheen de Lange Akkerstraat (dat evenwaardig is als het doortrekken van het fietspad langsheen Vaart Linkeroever wat betreft breedte, materialisatie en afscheiding van de rijbaan) een enorme meerkost inhouden t.o.v. het doortrekken van het fietspad langsheen Vaart Linkeroever en ook verschillende verwervingen vragen, zowel van woningen als landbouwgronden. Het inrichten van de Lange Akkerstraat als fietsstraat is ook niet aangewezen, gezien de aanzienlijke lengte van de straat die bovendien ook quasi-volledig in buitengebied ligt. 

        Vaart Rechteroever
        Door de barrièrewerking van het kanaal en de geringe mogelijkheden om het kanaal te overbruggen (tussen Nevele en Deinze is er geen enkele mogelijkheid om van de ene kant van het kanaal naar de andere kant te gaan) is ook Vaart Rechteroever allerminst een volwaardig alternatief voor de fietsverbinding die de stad wenst aan te leggen op Vaart Linkeroever. Ook hier wordt van de fietser een omleiding gevraagd van de logische fietsroute langsheen Vaart Linkeroever – wat haaks staat op de wil van de stad om een fijnmazig, veilig en comfortabel fietsnetwerk uit te bouwen.

        Bovendien is het niet zo dat de aanwezigheid van een fietssnelweg in de nabije omgeving de facto ervoor zorgt dat er op alternatieve routes gaan veilig fietsverkeer moet mogelijk zijn. Fietssnelwegen dienen bij uitstek om fietsbewegingen op bovenlokaal niveau op te vangen. Hoewel dit uiteraard niet uitsluit dat ook lokaal fietsverkeer gebruik maakt van de fietssnelwegen, dient er voor het stimuleren van functioneel fietsverkeer werk gemaakt te worden van een fijnmazig fietsnetwerk, om ervoor te zorgen dat de fietsers steeds de kortste en veiligste route kan nemen. 

        Ontwerpend onderzoek inplanting fietspad Vaart Linkeroever

        Uit de alternatievenstudie komt dus duidelijk naar voor dat er geen evenwaardige alternatieven zijn voor de aanleg het fietspad langsheen Vaart Linkeroever. Er werd ook ontwerpend onderzoek verricht over de aanleg van dit fietspad. Uiteraard dient hierbij rekening gehouden te worden met de voorwaarden opgelegd in het Vademecum Fietsvoorzieningen rond fietspadbreedte en schuwafstanden.

        Een eerste optie was het dubbelrichtingsfietspad langsheen Vaart Linkeroever dichter tegen de rijweg aan te leggen. Dit werd onderzocht maar niet weerhouden: gezien de vereisten van het vademecum fietsvoorzieningen rond de fietspadbreedte en noodzakelijke afscheiding van de rijweg, zouden de grachten dienen hierbij gedeeltelijk gedempt, wat een probleem vormt voor de Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie: het deel van de langsgrachten tussen de Kleine Reigersbeek en de Meerbeek is geklasseerd als waterloop waar we niet zomaar aanpassingen aan kunnen doen. 

        Deze variant is – zoals hierboven reeds aangegeven - niet uitvoerbaar om volgende redenen:

        • De waterloop kan niet worden verplaatst zonder het vellen van minimaal 1 rij bomen (zie kruinprojectie)
        • Er kan niet worden voldaan aan de vereisten inzake beplantingen binnen de 5m erfdienstbaarheid langs de waterloop (dienst integraal waterbeleid provincie Oost-Vlaanderen):
          • beplantingen in de 5 meterzone zijn verboden, met uitzondering van één rij hoogstambomen. Deze rij moet op minstens 0,75 m en maximum op 1 m van de taludinsteek worden geplaatst. De bomen moeten op een tussenafstand van minstens 12 m worden geplant.

        Dit wordt hieronder geïllustreerd door onderstaand dwarsprofielen:

         

        Dwarsprofiel bestaande toestand

         

         

        Dwarsprofiel scenario fietspad aanliggend aan de rijweg

         

        Dwarsprofiel scenario zoals aangevraagd.

        Om aan de problematiek van het dempen van grachten tegemoet te komen, werd ook de mogelijkheid tot het versmallen van de rijbaan langsheen Vaart Linkeroever onderzocht (om zo het fietspad toch zo dicht mogelijk langsheen de rijweg aan te leggen met minimale impact op de langsgrachten). Gezien het belang van Vaart Linkeroever voor de verbinding van Nevele met Deinze voor autoverkeer (de weg werd geklasseerd als lokale weg type I, met als hoofdfunctie verbinden op lokaal niveau), is het niet opportuun om de bestaande rijbaanbreedte 6m te verminderen – dit zou de verkeersveiligheid teveel in het gedrang brengen.

        Het aanleggen van het fietspad op de plaats waarvoor de omgevingsvergunning werd aangevraagd is m.a.w. de enige mogelijkheid om een fietspad langsheen Vaart Linkeroever aan te leggen.

        De stad Deinze zet wel maximaal in op het vermijden van schade aan het aanwezige bos. Zo is er voor gekozen om het fietspad maximaal aan de bosrand te leggen, zodat de impact op ontbossing zo minimaal mogelijk wordt gemaakt. De stad heeft er ook bewust voor gekozen om de boscompensatie in natura te voorzien – er wordt 11.959 m² nieuw bos voorzien voor de 5.979 m² die ontbost dient te worden. Hiervoor kocht de stad een aantal gronden in de Vondelbeekvallei aan. 

        1.2. DE BREEDTE

        1.2.1. De breedte

        De breedte van het nieuwe fietspad  bedraagt 3m. 

        1.2.2. Motivatie breedte

        Om fietsers in dubbelrichting op het nieuwe fietspad comfortabel te laten kruisen moet er voldoende breedte worden voorzien. Het vademecum fietsvoorzieningen geeft als aanbevolen breedte voor een vrijliggend dubbelrichtingsfietspad 3m, een breedte die voor het volledige traject van het nieuwe fietspad voorzien wordt.

        Om het potentieel van de voorgestelde fietsverbinding te kunnen inschatten, werd op 28/04/’22 een telling gehouden op het stuk gelegen tussen de asverschuiving op Vaart Linkeroever en Weg naar de Vaart (Meigem)tussen 7u45 en 8u45. We registreerden op dat moment 47 fietsers, waarbij uiteraard ook een aanzienlijk deel (ongeveer de helft) kinderen die naar school fietsen. Aangezien het traject momenteel allesbehalve veilig te noemen is, valt te verwachten dat het aantal fietsers nog exponentieel zal toenemen eens de veilige fietsverbinding is aangelegd.

        1.3. DE UITRUSTING

        Om comfortabele en veilige fietspaden aan te leggen dient rekening gehouden te worden met de voorwaarden opgenomen in het vademecum fietsvoorzieningen – hierin worden de minimumvereisten voor verschillende soorten fietspaden vastgelegd.

        Voor een dubbelrichtingsfietspad wordt de minimumbreedte op 3m vastgelegd. Dubbelrichtingsfietspaden dienen volgens het vademecum altijd afgescheiden van de rijbaan aangelegd te worden. De schuwafstand voor vrijliggende fietspaden t.o.v. de rijweeg wordt door het vademecum vastgelegd op 1,5m. Hier kan enkel punctueel, waar de lokale omstandigheden erom vragen, van afgeweken worden en niet voor een volledige route.

        Om het comfort van de fietser zo optimaal mogelijk te maken, wordt gekozen voor een asfaltverharding aangezien deze de beste resultaten heeft. Het aanleggen van een (functioneel) fietspad in halfverharding houdt een dermate grote vermindering van het comfort van de fietser in, dat dit een impact zou hebben op het gebruik van de fietsinfrastructuur. 

        1.4. OPENBAAR DOMEIN

        Volgens artikel 3.45, 1e lid Nieuw burgerlijk Wetboek behoren publieke goederen tot het privaat domein, behalve indien ze tot het openbaar domein zijn bestemd.

        Volgens artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet spreekt de gemeenteraad zich uit over de eventuele opname van de gemeenteweg in het openbaar domein.

        Aan uw raad wordt voorgesteld om alle percelen die vallen binnen de toekomstige grenzen van de nieuwe of gewijzigde gemeenteweg te bestemmen tot het openbaar domein. 

        d. Behandeling bezwaren openbaar onderzoek

        1.Openbaar onderzoek en ingediend bezwaar

        De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11-14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. De gewone procedure is van toepassing. Het openbaar onderzoek loopt van 14/11/2023 tot en met 13/12/2023.

        Er werden 4 bezwaarschriften ontvangen, hierna integraal overgenomen.

        Bezwaarschrift 1
        In 2017 heeft het gemeentebestuur van Nevele bevestigd dat er geen nood was aan een fietspad langs dit traject. Aan de overzijde van de vaart (ten oosten van het kanaal) ligt een verkeersvrij fietspad dat Nevele met Deinze verbindt. Enkele jaren later wil de gemeente alsnog dit fietspad aanleggen (nieuwe fusiegemeente, doch dezelfde vertegenwoordigers).

        Het is bovendien perfect mogelijk om verkeersluw langs de Lange Akkerstraat - Gasthuisstraat van Meigem naar Nevele te fietsen (en omgekeerd).

        Mits het plaatsen van goede signalisatie kunnen fietsers perfect geleid worden van het fietspad parallel aan Vaart Links, via Weg Naar De Vaart naar de Lange Akkerstraat - Gasthuisstraat naar Nevele (het ontbreken van goede richting aanwijzing is actueel inderdaad een knelpunt).

        Waarop baseert de gemeente zich voor deze nieuwe aansnijding van de open ruimte?

        Is hier een behoeftestudie uitgevoerd naar de noodzaak van deze aanleg en bijkomende ontbossing? Deze boskern is de enige groene long voor de dorpskern van Nevele en dient gevrijwaard te worden van areaalverlies. Met de klimaatproblematiek in gedachten moet elke bijkomende m² verharding vermeden worden. 

        Bezwaarschrift 2
        De stad Deinze diende een aanvraag in voor de aanleg van een fietspad door een bestaand bos in planologische zone voor bosgebied (OMV ref 2021185065). We appreciëren en steunen de inspanningen van de stad om een degelijk fietsnetwerk aan te leggen. Natuurpunt De Ratel Nevele is echter van oordeel dat de voorziene aanleg van het fietspad onherstelbare schade aan de natuur veroorzaakt.

        De noodzaak voor een fietspad van 3 meter breed door het bos is onvoldoende aangetoond. Er bestaan reeds uitstekende, veilige alternatieve fietsverbindingen (fietssnelweg Nevele-Deinze langs het kanaal op minder dan 100 meter voor fietsverkeer op lange afstand, Lange akkerstraat voor lokaal fietsverkeer tussen Meigem en Nevele). Alternatieven om het waardevolle bos te beschermen werd niet aangetoond. Zo wordt niet aangetoond dat door herinrichting van de bestaande wegen (bvb. Eenrichtingsverkeer, fietsstraat,...) voor geen veilige fietsverbinding gezorgd kan worden.

        Een kleiner gedimensioneerd pad kan bijvoorbeeld perfect aangelegd worden vlak langs de huidige rijweg. Met flankerende maatregelen kan dit op een zodanige manier gerealiseerd worden die conform is met de voorschriften uit het vademecum fietsvoorzieningen. Een pad grenzend aan de rijweg heeft hoe dan ook minder impact op het bosecosysteem.

        De kapping van waardevol bos moet gebeuren in uitvoering van het bosdecreet (artikel 90bis) en het natuurdecreet (o.a. Artikel 14). Dit is enkel aanvaardbaar omwille van het algemeen belang en wanneer er geen alternatieven beschikbaar zijn. Uit een recente analyse van Bos+ blijkt dat in Vlaanderen nog steeds veel bos verdwijnt (zie Bescherm ons bos - BOS+ (bosplus.be)). Bossen en bomen zijn in onze dichtbevolkte regio nochtans van groot belang. Ze zijn één van de sterkste buffers tegen een snel opwarmend klimaat, en de verstoorde waterbalans die daarmee gepaard gaat. Door oud, bestaand bos te vervangen door nieuw bos, verliezen we biodiversiteit, koolstofvoorraden en veerkracht van bossen. De kapping van waardevol bos terwijl er alternatieve opties zijn om het bos niet te kappen is dan ook onaanvaardbaar.

        De impact op het bos, de biodiversiteit en het milieu zijn in het dossier onvoldoende onderzocht. De aanwezigheid van gewone aronskelk en boszegge wijst op de hoge natuurkwaliteit van het bos. Bij de kapping zullen deze natuurwaarden verloren gaan. Deze waarden worden niet hersteld bij de aanleg van een nieuw compensatiebos. 

        Voor de aanleg van het fietspad zou bijna 6000 m² ontbost moeten worden, terwijl er alternatieven bestaan zonder of met veel minder nood aan ontbossing.

        Voor de aanleg van het fietspad moet een waterloop 2° categorie ingebuisd worden. Inbuizingen van waterlopen moeten in uitvoering van de Wet Onbevaarbare Waterlopen en het Waterwetboek maximaal voorkomen worden, gezien dit voor een negatieve impact zorgt voor de waterhuishouding en voor de ecologie van de waterloop. De inbuizing van een waterloop mag in uitvoering van het decreet integraal waterbeleid geen schadelijk effect veroorzaken. Dit werd niet aangetoond in dit dossier.

        De aanvraag is onvoldoende duidelijk over de verlichting van het pad, waardoor de impact hiervan niet beoordeeld kan worden. Voor paden door bos is aangepaste verlichting aangewezen, bv. verlichting die automatisch dooft wanneer het pad niet gebruikt wordt. Op die manier wordt de impact op beschermde soorten (zoals vleermuizen) gemilderd.

        De ecologische waarde wordt amper beschreven in de aanvraag. De Biologische Waarderingskaart voor dit bos is bijna 20 jaar oud en wellicht verouderd. De aanwezigheid van enkele oudbossoorten zoals boszegge en gewone aronskelk suggereert zelf het prioritaire habitattype 91E0. De boscompensatie moet aangepast zijn aan de actuele waarde en vegetatietype.

        Uit bovenstaande blijkt duidelijk dat de mer-screening voor dit dossier op vlak van onder meer natuur, bos, water,... onvolledig is én niet aanvaard kan worden.

        Het bos wordt gecompenseerd in een historisch permanent grasland in de ecologische waardevolle Vondelbeekvallei, waar nog veel zeldzame dotterbloemhooilanden aanwezig zijn. Er dreigt een dubbel impact op de natuurwaarden: zowel op het bestaande, waardevol bos als op de vrijwel intacte vallei. Bovendien zal de ecologische waarde van een klein, geïsoleerd compensatiebos nooit tippen aan de waarde van diezelfde bosoppervlakte in een groter boscomplex waarin nu de ingreep gepland wordt. Bebossing aansluitend op het bestaande bos (of een andere grote boskern) is een wenselijker scenario.

        We vragen aan de deputatie de geldende natuur- en milieuwetgeving te volgen en deze vergunning voor het fietspad in de huidige vorm te weigeren. Natuurpunt De Ratel Nevele is voorstander van een veilige fietsverbinding tussen Nevele en Meigem. We zien mogelijkheden in een smaller fietspad aansluitend bij de rijbaan, al dan niet gecombineerd met de invoering van eenrichtingsverkeer/fietsstraat. 

        Bezwaarschrift 3
        De stad Deinze diende een aanvraag in voor de aanleg van een fietspad door een bestaand bos in planologische zone voor bosgebied (OMV ref 2021185065). We appreciëren en steunen de inspanningen van de stad om een degelijk fietsnetwerk aan te leggen. Natuurpunt en Partners Meetjesland vzw is echter van oordeel dat de voorziene aanleg van het fietspad voor onherstelbare schade aan de natuur veroorzaakt.

        • De noodzaak voor een fietspad van 3 meter breed door het bos is onvoldoende aangetoond. Er bestaan reeds uitstekende, veilige alternatieve fietsverbindingen (fietssnelweg op minder dan 100 meter voor fietsverkeer op lange afstand, Lange Akkerstraat voor lokaal fietsverkeer tussen Meigem en Nevele).
        • Alternatieven om het waardevolle bos te beschermen werden niet aangetoond. Zo wordt niet aangetoond dat de herinrichting van de bestaande wegen (bv. eenrichtingsverkeer, fietsstraat,...) voor een veilige fietsverbinding zou kunnen zorgen.
        • Een kleiner, gedimensioneerd pad kan bijvoorbeeld perfect aangelegd worden vlak langs de huidige rijweg. Met flankerende maatregelen kan dit op een manier gerealiseerd worden die conform is met de voorschriften uit het vademecum fietsvoorzieningen. Een pad grenzend aan de rijweg heeft hoe dan ook minder impact op het bosecosysteem.
        • De kapping van waardevol bos moet in uitvoering van het bosdecreet (artikel 90bis) en het natuurdecreet (o.a. Artikel 14) en is enkel aanvaardbaar omwille van het algemeen belang en wanneer er geen alternatieven beschikbaar zijn. Uit een recente analyse van Bos+ blijkt dat in Vlaanderen nog steeds veel bos verdwijnt (zie Bescherm ons bos - BOS+ (bosplus.be)). Bossen en bomen zijn in onze dichtbevolkte regio nochtans van groot belang. Ze zijn één van de sterkste buffers tegen een snel opwarmend klimaat, en de verstoorde waterbalans die daarmee gepaard gaat. Door oud, bestaand bos te vervangen door nieuw bos, verliezen we biodiversiteit, koolstofvoorraden en veerkracht van bossen. De kapping van waardevol bos, terwijl er alternatieve opties zijn om het bos niet te kappen, is dan ook onaanvaardbaar.
        • De impact op het bos, de biodiversiteit en het milieu zijn in het dossier onvoldoende onderzocht. De aanwezigheid van plantensoorten als de gewone aronskelk en boszegge wijst op de hoge natuurkwaliteit van het bos. Bij de kapping zullen deze natuurwaarden verloren gaan en niet hersteld worden bij de aanleg van een compensatiebos. 

        Bezwaarschrift 4
        De stad Deinze deed een aanvraag voor de aanleg van een fietspad in het bos tussen Meigem en Nevele. Ik apprecieer de inspanningen van de stad in hun uitbouw van een functioneel fietsnetwerk, maar betreur dat hiervoor bijna 6000 m² ontbost moet worden, terwijl er degelijke alternatieven bestaan. Ik wens hier graag enkele ernstige bedenkingen te formuleren bij deze aanvraag. 

        * Gebrekkige duiding van de noodzaak.

        De aanvrager beweert dat er een maatschappelijke nood is aan het aangevraagde fietspad. Dit wordt echter niet ondersteund door objectieve gegevens, tellingen of enquêtes. In het degelijk onderbouwde mobiliteitsplan van het vroegere Nevele is bv. helemaal geen sprake van een knelpunt op deze plaats (terwijl in het mobiliteitsplan wel andere ontbrekende fietsschakels als prioriteit zijn opgenomen). Het traject wordt eveneens niet vermeld op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Dit traject is bij mijn weten geen prioritaire actie in een beleidsplan. De objectieve noodzaak en 'algemeen belang' lijkt me eerder klein.

        In de aanvraag worden enkele alternatieve routes ongeschikt geacht. De redenering waarom deze alternatieven als ongeschikt beschouwd worden, schieten op verschillende vlakken tekort. 

        * De trekweg langs Vaart Rechteroever wordt in de aanvraag ongeschikt geacht omwille van (1) het ontbreken van verlichting en (2) het ontbreken van bijkomende geschikte fietsverbindingen over het afleidingskanaal van de Leie. Ik betreur dat de aanvrager hier zo kort door de bocht gaat.

          > Het ontbreken van verlichting aan Vaart Rechteroever op zich is een onvoldoende reden om dit alternatief als geheel te verwerpen. Het plaatsen van verlichting (bij voorkeur een slim systeem dat enkel verlicht wordt wanneer de trekweg gebruikt wordt) kan de Vaart Rechteroever nog geschikter maken dan die nu al is. Zo wordt niet enkele geïnvesteerd in de fietsverbinding tussen Deinze en Nevele, maar verbetert (een stuk van) de fietssnelweg F422 (Deinze – Eeklo). De opwaardering van dit lange afstandsfietspad zal wellicht sterker zal bijdragen aan het realiseren van de modal shift in mobiliteit dan de voorgestelde bijkomende verharding in een groene bestemming.

          > De nood aan een bijkomende fietsverbinding over het kanaal wordt helemaal niet ondersteund met cijfers. In dit argument zit m.i. zelfs een redeneringsfout: het beschreven doel van het fietspad is het realiseren vlottere fietsverbinding tussen Deinze en Nevele. Dit traject kan perfect gerealiseerd worden langs de bestaande fietssnelweg op Vaart Rechteroever. Een fietsbrug zou hoofdzakelijk de fietsers van/naar Meigem dienen, maar deze hebben nu al prima alternatieven langs het bestaande fietspad richting Deinze en langs de Lange Akkerstraat - Meigemstraat richting Nevele. Een fietsvriendelijke brug over de het kanaal ter hoogte van Nevele, met aan beide zijden van de brug (zowel richting noord als richting zuid) een befietsbare aansluiting op de fietssnelweg, is de weg vooruit. 

        * De Lange Akker wordt als ongeschikt beschouwd omwille van de langere afstand en het bestaand drukke verkeer (incl. landbouwvoertuigen). De omleidingsfactoren uit de nota zijn helaas fout (zie hieronder). Objectieve tellingen en bestemmingen van het huidige verkeer ontbreken ook in de aanvraag. Met een beperking tot plaatselijk verkeer, beperken van tonnage en/of aanleg van fietszone kan wellicht al veel opgelost worden. 

        De aangegeven omleidingsfactoren uit de aanvraag zijn niet correct en lijken systematisch in het nadeel van de alternatieven. Zowel de afstand tussen Meigem en Nevele, de afstand tussen Deinze en Nevele als de afstand tussen Deinze en de meer noordelijk gelegen (hier met Landegem ter illustratie, maar dit geldt ook voor Vosselare en Merendree) zijn gelijk of korter via de bestaande alternatieve (fiets)paden (zie tabel). De vermelde afstand tussen Meigem en de basisschool in Nevele negeert bv. het bestaan van de trage verbinding naar de school via het gemeentehuis of de ingang naar de gemeentelijke opvang Bolleboos. Wanneer de verbindingen naar de middelbare scholen in Deinze worden beschouwd  - ook een van de expliciete bestemmingen uit de aanvraag - is het alternatieve fietspad langs Vaart Rechteroever steeds korter én vermijd het heel wat mogelijke conflictsituaties, o.a. ter hoogte van de Kromme Brug, waar het gemengde verkeer in combinatie met een onoverzichtelijke verkeerssituaties aan beide zijden van de Kromme Brug reeds tot verschillende aanrijdingen van fietsers heeft geleid. 

         

        Alternatief

        Afstand alternatief

        Afstand via gepland fietspad

        Meigem – Nevele

        Lange Akkerstraat – Meigemstraat

        2,0 km

        2,2 km

        Deinze (kromme brug) – Nevele

        Vaart Rechts

        5,8 km

        5,8 km

        Deinze (kromme brug)– Landegem

        Vaart Rechts

        8,8 km

        9,6 km

        Door in dit project ook rekening te houden met de verbinding naar de andere noordelijke deelgemeentes, geeft de gemeente direct ook invulling aan de noodzaak aan een  ”directe en veilige fietsroutes tussen de deelgemeentes en het centrum en tussen de deelgemeentes onderling”, zoals vermeld in het mobiliteitsplan. Het huidige voorstel focust zeer sterk op de verbinding tussen Deinze (in feite enkel de wijk Schave) en Nevele. Het verliest daarbij de andere noordelijke deelgemeentes volledig uit het oog. Voor een verbinding tussen Deinze en Landegem en tussen Deinze en Merendree is een verdere opwaardering en onderhoud van de bestaande fietssnelweg op Vaart Rechts veruit de meest logische keuze: het is de kortste en snelste route, met amper conflicten met gemotoriseerd verkeer.

        Los van de foutieve omleidingsfactoren, moet de stelling uit de beschrijvende nota “dat elke omrijfactor voor fietsers hier dan ook […] uit den boze [ is]” toch wel wat genuanceerd worden. Als deze argumentatie doorgetrokken wordt, zou dit principe toelaten om tussen elk gebouw in Deinze een (trage) verbinding aan te leggen. Dit strookt hoegenaamd niet met het principe van zuinig ruimtegebruik dat al decennia van beleidsmakers wordt verwacht. Als die stelling op de verbinding tussen grotere kernen toegepast wordt, dan is dit fietspad enkel een meerwaarde voor de realisatie van een iets vlottere/kortere verbinding tussen Nevele en de wijk rond de Brugse Poort/Schave. Ik zie graag eerst cijfers over het actueel en potentieel aantal fietsers op dit traject, vooraleer een fietspad van drie meter aan te leggen. 

        * Alternatief met beperkte impact beschikbaar op deze locatie

        Zoals hierboven aangegeven, bestaat er een zeer aangenaam, grotendeels conflictvrij alternatief via Vaart Rechteroever voor de fietsverbinding tussen het centrum van Deinze en Vosselare / Nevele en de meer noordelijke deelgemeentes. Voor de fietsverbinding tussen Meigem centrum en Nevele-centrum bestaat het traject via de Lange akkerstraat. Gezien al die bestaande alternatieven, is het aantal fietsers dat hier verwacht kan worden volgens mij eerder klein en is het weinig zinvol om een fietspad van drie meter breedte na te streven. Op tal van plaatsen in Deinze, zelfs langs routes die deel uitmaken van het bovenlokaal fietsroutenetwerk, liggen tweerichtingsfietspaden die zelfs smaller zijn dan 1,5 meter.

        Voor een fietspad tot ca. 1,5 meter breed – wat voor deze situatie nog steeds ruim gedimensioneerd is - bestaat er een logischer én haalbaar alternatief met een kleiner ruimtebeslag en vooral een veel kleinere impact op het bosecosysteem. Het is namelijk perfect mogelijk om een dergelijk fietspad aan te leggen vlak naast de rijweg (wel best met een buffer tussen fietspad en rijweg). Aansluitend op de bebouwde kom van Nevele bestaat nu reeds een verhard pad dat kan worden aangepast en over de hele traject doorgetrokken kan worden. Met een fietspad tot tegen de rijweg, hoeft veel minder of niet ontbost te worden, wordt de verstoring in het bos sterk gereduceerd, en is er geen extra verlichting in het bos nodig is. Dit smalle pad is bovendien wellicht ook een goedkoper alternatief.

        De bewering dat er geen ruimte zou zijn voor een fietspad vlak langs de rijbaan, lijkt me ook kort door de bocht. Met een beperkte aanpassing (versmalling en verondieping) van de overgedimensioneerde grachten, kan plaats gewonnen worden voor de aanleg van een fietspad langs de baan. Ter zijde: een verondieping van de baangrachten is wellicht ook wenselijk vanuit hydrologisch perspectief: deze diepe grachten draineren nu ongetwijfeld een groot deel van het infiltrerende regenwater, waardoor op grotere schaal de buffering tegen droogte vermindert.

        Een bijkomend argument is de snelheid van het gemotoriseerde verkeer. De aanvrager heeft zelf de sleutel in handen heeft om een snelheidslimiet van 50 km/h in te stellen op dit traject, en zo het hier geschetste alternatief conform het vademecum fietsvoorzieningen te maken. Volgens het “Vademecum fietsvoorzieningen” is het namelijk aan die snelheid perfect om een fietspad aan te leggen tot vrijwel vlak aan de rijweg. Een snelheidsbeperking op dat traject heeft nog de bijkomende voordelen dat (1) de snelheid van gemotoriseerd verkeer lager zal liggen op de plek waar fietsers terug op de baan komen en (2) de tijdsvoordeel van autogebruik t.o.v. fietsgebruik zal verkleinen, wat een modal shift verder zal stimuleren. Het risico op een verlegging van het verkeer naar woonstraten lijkt me klein: een snelheidsbeperking tot 50 km/h verhoogt de rijtijd voor het vernoemde traject met 25 seconden. Voor het gros van de weggebruikers is het alternatief via Lange Akkerstraat niet sneller dan de Vaart Links, zelfs na toepassing van een maximumsnelheid van 50 km/h.

        Het is betreurenswaardig dat dit alternatief zonder echt overtuigende argumenten van tafel werd geveegd. 

        * Zware ingreep in ruimtelijk kwetsbaar en bijzonder beschermd gebied.

        Het fietspad wordt gepland in een planologische zone voor bosgebied. Dit is ruimtelijk kwetsbaar gebied, waar bijkomende verhardingen niet zomaar toegelaten zijn. Volgens de stedenbouwkundige voorschriften van het geldende RUP moet deze zone volledig bebost worden met inheems groen, met uitzondering van eventuele paden. Een pad is volgens de wegcode een smalle openbare weg die alleen het verkeer toelaat van voetgangers en van voertuigen die geen bredere dan de voor voetgangers vereiste ruimte, nodig hebben. Het is dan ook erg dubieus dat een betonstrook van 3 meter breed hier als pad te beschouwen is. Voor verharde fietspaden werd in de voorschriften geen expliciete uitzondering voorzien. De aanvraag is in strijd met de beleidsintentie om bijkomend ruimtebeslag tegen te gaan.

        Het gebied valt volgens het MER-besluit onder de definitie van ‘bijzonder beschermd gebied’ omwille van de planologische bestemming als bosgebied. De aanleg van verharde wegen die over een ononderbroken lengte van 1 km of meer in een bijzonder beschermd gebied zijn gelegen, staat vermeld in Bijlage II van dit besluit. Dit impliceert m.i. dat voor het project een project-MER moet worden opgemaakt of moet een gemotiveerd verzoek worden opgesteld in functie van een ontheffing. Dit ontbreekt in het dossier. 

        * Strijdig met bepalingen uit het bos- en natuurdecreet

        De aanvraag gaat laks om met de geldende wetgeving rond bos en natuur. 

        * Actuele waarde van het bos is hoger dan beschreven.

        De natuurwaarden werden amper onderzocht. Bossen evolueren spontaan naar waardevollere climaxvegetatie. De actuele waarden – en dit is wat telt – liggen hoger dan wat de Biologische Waarderingskaart aangeeft op basis van gegevens van bijna 20 jaar oud. Een terreininventarisatie in het juiste seizoen zou moeten uitwijzen of dit bos al dan niet voldoet aan de criteria Natura 2000 habitat. Losse waarnemingen van o.a. gewone aronskelk en boszegge doen sterk vermoeden dat dit het prioritair te beschermen habitattype 91E0 van de Annex I  van de Habitatrichtlijn betreft. Dit kan niet zomaar gerooid worden. Bovendien geldt voor habitatwaardig bos een boscompensatiefactor 3. Indien uit terreininventarisatie blijkt dat dit (deels) habitatwaardig bos betreft, is de voorziene boscompensatie ontoereikend en in strijd met het bosdecreet. 

        * Duisterbehoefte en impact op duisternis niet te beoordelen

        De nieuwe duisterbehoeftekaart van het Agentschap Natuur en Bos duidt het grootste deel van het geplande traject aan als sterk duisterbehoeftig. De impact van de voorziene verlichting wordt amper behandeld in de projectaanvraag. Uit een recente literatuurstudie blijkt dat verlichting een grote impact heeft op zeer veel groepen organismen. In de aanvraag worden vaag gesteld dat “er […] bij de keuze van de verlichting op gelet [zal] worden dat de impact op fauna minimaal is”. Helaas worden geen details gegeven over de definitieve keuze van de verlichting, zodat de impact van het project niet kan worden ingeschat. Indien een fietspad door bos onvermijdelijk is (wat hier m.i. niet het geval is), is het aangewezen om daar te werken met slimme verlichting die enkel verlicht bij passage, om zo de impact op o.a. vleermuizen te beperken. Ik verwacht van de vergunningverlenende overheid dat de nodige voorwaarden oplegt op vlak van verlichting, zodat de impact van dit project geminimaliseerd kan worden. 

        * Toegankelijk in strijd met bosdecreet

        Bossen zijn in principe niet toegankelijk voor fietsers. Aan de hand van een goedgekeurde toegankelijkheidsregeling kan de toegang voor fietsers geregeld worden. In de aanvraag wordt nergens verwezen naar een bos- of natuurbeheerplan of de toegankelijkheidsregeling. Volgens de informatie op Geopunt ontbreekt zelfs een natuurbeheerplan (en dus de daaraan gekoppelde toegankelijkheidregeling). Volgens de website van het ANB moet een natuurbeheerplan worden opgesteld voor terreinen van of in beheer van administratieve overheden en wanneer die een bijdrage kunnen leveren aan de realisatie van de Europese natuurdoelen, wat hier het geval is. Ik verwacht van een bestuur dat de regelgeving omtrent natuurbeheerplannen gevolgd worden, en dat er eerst een natuurbeheerplan wordt opgesteld voor dit gebied. Het is voorbarig om een vergunning te verlenen voor een ingreep die een illegaal gebruik van het bos zou stimuleren. 

        * Compensatie met vernietiging van historisch permanent grasland.

        De compenserende bebossing is voorzien in de Vondelbeekvallei, grotendeels in historisch permanente grasland. In de buurt liggen nog mooi ontwikkelde dotterbloemhooilanden – een van de sterkst achteruitgaande halfnatuurlijke vegetaties in heel Europa. Het geplande fietspad zorgt dus niet alleen voor natuurschade in het bos, maar ook voor een verstoring van het hooilandecosysteem van de Vondelbeekvallei. Dit is in principe strijdig met het stand-still principe uit het natuurdecreet. 

        * Naar een stop in bijkomende verharding?

        “Vlaanderen is één van de meest verharde gebieden van Europa. Dit leidt onder meer tot een groter risico op overstromingen, minder waterinfiltratie en -berging, hitteproblemen in stads- en dorpskernen, minder CO2-opslag door planten en de bodem, en een verlies aan biodiversiteit. Het duurzaam omgaan met de ruimte staat dan ook voorop om een gezonde leefomgeving te realiseren en klimaatuitdagingen aan te gaan. Ontharding en het vermijden van bijkomende verharding vormen daarom een belangrijk onderdeel binnen de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV)” (Omgevingsindicator Departement Omgeving, 2023). Een  gemeentelijke overheid zou hierin een voorbeeldrol moeten spelen, en dient in de eerste plaats de bijkomende verharding te mijden. Indien extra verharding echt noodzakelijk is, kan de overheid best het goede voorbeeld geven door elders te ontharden.

        Tot slot geef ik graag ook nog een algemene bemerking rond het realiseren van een modal shift op vlak van mobiliteit, waarin dit project kadert. Uiteraard verwacht ik niet dat in deze vergunningsaanvraag alle maatregelen vermeld worden die gelinkt zijn aan de realisatie van de modal shift, maar ik betreur dat een duidelijk, breder kader ontbreekt. Een modal shift wordt niet gerealiseerd door te pas en te onpas fietspaden aan te leggen, maar gebeurt best aan de hand van een goed uitgekiemd masterplan. In het mobiliteitsplan van Nevele van vóór de fusie werd een verdienstelijke poging gedaan, waarbij o.a. ingezet wordt op het versterken en beter bereikbaar maken van de fietssnelwegen. Ook het bovenlokaal functioneel fietsnetwerk doet hiertoe een poging. Andere projecten, zoals een regelmatige pendelbus langs alle deelgemeentes, zouden m.i. een grote impact hebben. Inzetten op openbaar vervoer zou trouwens de nood aan dit fietspad nog verder verminderen door verminderd autoverkeer op het traject. Wanneer ik – lost van dit concrete dossier – beleidsbeslissingen zie die een modal shift sterk bemoeilijken (bv. het aansnijden van woon- en zelfs woonuitbreidingsgebieden op plekken zonder voorzieningen of op plaatsen die amper bereikbaar met openbaar vervoer, het recent schrappen van heel wat druk bezette piekuurtreinen…), vrees ik dat het nog zeer lang zal duren om de modal shift te realiseren, met of zonder dit project als spreekwoordelijke druppel op een hete plaat.

        Omwille van alle bovenstaande argumenten, vraag ik de deputatie grondig naar deze aanvraag te kijken en deze kritisch af te toetsen aan alle geldende natuur- en milieuwetgeving. Ik verwacht dat de deputatie geen vergunning kan afleveren voor het fietspad in de huidige vorm. Ik hoop evenwel dat er een aangepaste, kleiner gedimensioneerde fietsverbinding gerealiseerd kan worden vlak naast de rijweg, waar de impact van het fietspad op het bosecosysteem minder is.

        2.Behandeling bezwaarschrift 

        De gemeenteraad behandelt enkel de bezwaren voor zover zij betrekking hebben op de wegenis en het tracé van de wegenis en de rooilijnplannen.

        De bezwaarschriften geven de bezorgdheden weer van de aanpalende voor dit project en waarschuwen voor de (eventuele) nadelige gevolgen van de voorliggende aanvraag. 

        Tracé

        Het mobiliteitsbeleid van de stad Deinze zet volop in op duurzame mobiliteit – het stimuleren van fietsen voor functionele verplaatsingen is één van de centrale pijlers van dit beleid. Vanuit dit oogpunt is het belangrijk om de fietsroutes zo veilig en rechtstreeks mogelijk te maken – elke omrijfactor voor de fietser is hier dan ook uit den boze en waar mogelijk en nodig wordt gekozen om (afgescheiden) fietspaden aan te leggen, om de fietser maximaal comfort en veiligheid te kunnen bieden. 

        De bereikbaarheid met de fiets van deelgemeente Nevele vanuit Deinze is momenteel ondermaats. Het huidige dubbelrichtingsfietspad vanuit Deinze stopt t.h.v. Weg naar de Vaart in Meigem. Fietsers worden vanaf daar verplicht om ofwel het kortste, meest logische traject langsheen Vaart Linkeroever verder te volgen, waar ze in gemengd verkeer verder dienen te rijden op een plaats waar dit, gezien de intensiteit van het (zwaar) verkeer en de gereden snelheden op het traject, absoluut uit den boze is. Er werden verschillende opties onderzocht om de fietser alsnog een veilige, comfortabele en directe fietsroute te geven. 

        Alternatievenstudie

        Ten eerste werd onderzocht of er een mogelijkheid was om fietsers veilig in gemengd verkeer te laten rijden op Vaart Linkeroever. Gezien het belang van Vaart Linkeroever voor de verbinding van Nevele met Deinze voor autoverkeer (de weg werd geklasseerd als lokale weg type I, met als hoofdfunctie verbinden op lokaal niveau), is het terugdringen van de hoeveelheid wagens op deze weg niet aan de orde. Maatregelen om autoverkeer op deze as te ontmoedigen, zou leiden tot niet gewenste effecten in woonstraten of landelijke wegen, die absoluut niet uitgerust zijn om grote stromen autoverkeer op te vangen. Gezien de hoeveelheid autoverkeer op deze route, is ook de invoer van bvb. een fietsstraat absoluut niet aan de orde (als vuistregel wordt gesteld dat er minstens evenveel fietsers als auto’s op een bepaald traject moeten zitten om een fietsstraat in te voeren). Gemengd verkeer op Vaart Linkeroever is m.a.w. geen volwaardig alternatief voor de fietser en houdt belangrijke risico’s m.b.t. de verkeersveiligheid met zich mee.

        Daarnaast werden ook mogelijke alternatieve routes voor fietsers onderzocht. Belangrijk om hierbij in acht te nemen is dat elke omleidingsfactor voor fietsers uit den boze is. Wanneer er ingezet wordt op een modal shift richting duurzame vervoersmodi, moet het comfort van het duurzame vervoermiddel (in dit geval de fiets) minstens gelijk zijn aan de auto om mensen te kunnen verleiden om toch de auto te laten staan. Vandaar dat de stad Deinze sterk inzet op het ontwikkelen van een fijnmazig, direct en logisch netwerk van fietsinfrastructuur op haar grondgebied. 

        Lange Akkerstraat

        Wat de Lange Akkerstraat betreft is er een aanzienlijke omrijfactor voor fietsers in vergelijking met de nieuw aan te leggen fietsverbinding. Om een voorbeeld te geven: vanuit Meigem naar basisschool  De Vaart zou de route langsheen het nieuw aan te leggen fietspad op Vaart Linkeroever 1,8km zijn. De route zou bovendien quasi volledig veilig afgescheiden zijn van de rijweg en autoverkeer, wat uiteraard een aanzienlijke verbetering van de verkeersveiligheid zou zijn. Langs de Lange Akkerstraat zou hetzelfde traject 2,2km zijn, in gemengd verkeer op een rijweg met een zeer beperkte breedte, waar bovendien ook landbouwverkeer aanwezig is. Voor een woon-werk of woon-schoolroute betekent dit dagelijks een omrijfactor van in totaal 800 meter. Een dergelijke omrijfactor voor de fiets, in combinatie met de verkeersonveilige situatie is, om de fiets in de markt te zetten als valabel alternatief voor de wagen, onaanvaardbaar. Bovendien zou het aanleggen van een fietspad langsheen de Lange Akkerstraat (dat evenwaardig is als het doortrekken van het fietspad langsheen Vaart Linkeroever wat betreft breedte, materialisatie en afscheiding van de rijbaan) een enorme meerkost inhouden t.o.v. het doortrekken van het fietspad langsheen Vaart Linkeroever en ook verschillende verwervingen vragen, zowel van woningen als landbouwgronden. Het inrichten van de Lange Akkerstraat als fietsstraat is ook niet aangewezen, gezien de aanzienlijke lengte van de straat die bovendien ook quasi-volledig in buitengebied ligt. 

        Vaart Rechteroever

        Door de barrièrewerking van het kanaal en de geringe mogelijkheden om het kanaal te overbruggen (tussen Nevele en Deinze is er geen enkele mogelijkheid om van de ene kant van het kanaal naar de andere kant te gaan) is ook Vaart Rechteroever allerminst een volwaardig alternatief voor de fietsverbinding die de stad wenst aan te leggen op Vaart Linkeroever. Ook hier wordt van de fietser een omleiding gevraagd van de logische fietsroute langsheen Vaart Linkeroever – wat haaks staat op de wil van de stad om een fijnmazig, veilig en comfortabel fietsnetwerk uit te bouwen.

        Bovendien is het niet zo dat de aanwezigheid van een fietssnelweg in de nabije omgeving de facto ervoor zorgt dat er op alternatieve routes gaan veilig fietsverkeer moet mogelijk zijn. Fietssnelwegen dienen bij uitstek om fietsbewegingen op bovenlokaal niveau op te vangen. Hoewel dit uiteraard niet uitsluit dat ook lokaal fietsverkeer gebruik maakt van de fietssnelwegen, dient er voor het stimuleren van functioneel fietsverkeer werk gemaakt te worden van een fijnmazig fietsnetwerk, om ervoor te zorgen dat de fietsers steeds de kortste en veiligste route kan nemen. 

        Ontwerpend onderzoek inplanting fietspad Vaart Linkeroever

        Uit de alternatievenstudie komt dus duidelijk naar voor dat er geen evenwaardige alternatieven zijn voor de aanleg het fietspad langsheen Vaart Linkeroever. Er werd ook ontwerpend onderzoek verricht over de aanleg van dit fietspad. Uiteraard dient hierbij rekening gehouden te worden met de voorwaarden opgelegd in het Vademecum Fietsvoorzieningen rond fietspadbreedte en schuwafstanden.

        Een eerste optie was het dubbelrichtingsfietspad langsheen Vaart Linkeroever dichter tegen de rijweg aan te leggen. Dit werd onderzocht maar niet weerhouden: gezien de vereisten van het vademecum fietsvoorzieningen rond de fietspadbreedte en noodzakelijke afscheiding van de rijweg, zouden de grachten dienen hierbij gedeeltelijk gedempt, wat een probleem vormt voor de Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie: het deel van de langsgrachten tussen de Kleine Reigersbeek en de Meerbeek is geklasseerd als waterloop waar we niet zomaar aanpassingen aan kunnen doen. 

        Deze variant is – zoals hierboven reeds aangegeven - niet uitvoerbaar om volgende redenen:

        • De waterloop kan niet worden verplaatst zonder het vellen van minimaal 1 rij bomen (zie kruinprojectie);
        • Er kan niet worden voldaan aan de vereisten inzake beplantingen binnen de 5m erfdienstbaarheid langs de waterloop (dienst integraal waterbeleid provincie Oost-Vlaanderen):
          • beplantingen in de 5 meterzone zijn verboden, met uitzondering van één rij hoogstambomen. Deze rij moet op minstens 0,75 m en maximum op 1 m van de taludinsteek worden geplaatst. De bomen moeten op een tussenafstand van minstens 12 m worden geplant.

        Dit wordt hieronder geïllustreerd door onderstaand dwarsprofielen:

         

         Dwarsprofiel bestaande toestand

         

         

        Dwarsprofiel scenario fietspad aanliggend aan de rijweg

         

        Dwarsprofiel scenario zoals aangevraagd. 

        Om aan de problematiek van het dempen van grachten tegemoet te komen, werd ook de mogelijkheid tot het versmallen van de rijbaan langsheen Vaart Linkeroever onderzocht (om zo het fietspad toch zo dicht mogelijk langsheen de rijweg aan te leggen met minimale impact op de langsgrachten). Gezien het belang van Vaart Linkeroever voor de verbinding van Nevele met Deinze voor autoverkeer (de weg werd geklasseerd als lokale weg type I, met als hoofdfunctie verbinden op lokaal niveau), is het niet opportuun om de bestaande rijbaanbreedte 6m te verminderen – dit zou de verkeersveiligheid teveel in het gedrang brengen. 

        Het aanleggen van het fietspad op de plaats waarvoor de omgevingsvergunning werd aangevraagd is m.a.w. de enige mogelijkheid om een fietspad langsheen Vaart Linkeroever aan te leggen. 

        De stad Deinze zet wel maximaal in op het vermijden van schade aan het aanwezige bos. Zo is er voor gekozen om het fietspad maximaal aan de bosrand te leggen, zodat de impact op ontbossing zo minimaal mogelijk wordt gemaakt. De stad heeft er ook bewust voor gekozen om de boscompensatie in natura te voorzien – er wordt 11.959 m² nieuw bos voorzien voor de 5.979 m² die ontbost dient te worden. Hiervoor kocht de stad een aantal gronden in de Vondelbeekvallei aan. 

        Uitrusting

        Om comfortabele en veilige fietspaden aan te leggen dient rekening gehouden te worden met de voorwaarden opgenomen in het vademecum fietsvoorzieningen – hierin worden de minimumvereisten voor verschillende soorten fietspaden vastgelegd.

        Voor een dubbelrichtingsfietspad wordt de minimumbreedte op 3m vastgelegd. Dubbelrichtingsfietspaden dienen volgens het vademecum altijd afgescheiden van de rijbaan aangelegd te worden. De schuwafstand voor vrij liggende fietspaden t.o.v. de rijweg wordt door het vademecum vastgelegd op 1,5m. Hier kan enkel punctueel, waar de lokale omstandigheden erom vragen, van afgeweken worden en niet voor een volledige route.

        Om het comfort van de fietser zo optimaal mogelijk te maken, wordt gekozen voor een asfaltverharding aangezien deze de beste resultaten heeft. Het aanleggen van een (functioneel) fietspad in halfverharding houdt een dermate grote vermindering van het comfort van de fietser in, dat dit een impact zou hebben op het gebruik van de fietsinfrastructuur. 

        De bezwaarschriften met betrekking tot de zaak der wegen worden na inhoudelijke behandeling hiervan beschouwd als ontvankelijk doch ongegrond.

        Over andere bezwaarschriften die niet over de wegenis/rooilijnen handelen, dient de gemeenteraad zich niet uit te spreken.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Voorstanders: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Peter De Maertelaere, Els Baart, Sylvie Claeys
        Onthouders: Annick Verstraete, Freija Dhondt, Kristof Van den Berghe, Peter Parmentier
        Resultaat: Met 29 stemmen voor, 4 onthoudingen
        Besluit

        Artikel 1
        Het rooilijnplan wordt goedgekeurd en alle percelen die vallen binnen de toekomstige grenzen van de nieuwe of gewijzigde gemeenteweg, zoals respectievelijk bepaald in de artikelen 3 en 4 (Decreet gemeentewegen), worden bestemd tot het openbaar domein.

        Artikel 2
        De aanleg van een fietspad in asfalt van 3 meter breed - volgens de uitrusting en de ligging zoals aangegeven op de aangeleverde plannen - wordt goedgekeurd. 

        Artikel 3
        De bezwaarschriften, ingediend tijdens het openbaar onderzoek met betrekking tot de omgevingsvergunningsaanvraag, worden voor de punten met betrekking tot de rooilijn en de wegenis, ontvankelijk doch ongegrond verklaard. 

        Artikel 4
        De Vergunningverlenende overheid en het Departement Omgeving krijgen een kopie van deze beslissing. 

        Artikel 5
        Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).

      • Goedkeuren ligging, breedte en uitrusting van een gemeenteweg, en behandeling bezwaren openbaar onderzoek met betrekking tot de zaak der wegen – Fietspad en fietsbrug/ voetgangersbrug Martinuspark - 2023-00540

        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Verontschuldigd: Annie Mervillie, Eva Martens, Ortwin Depoortere
        Afwezig: Sabine Vermeulen
        Mondelinge tussenkomsten

        Matthias Neirynck, Bart Vermaercke, Sylvie Claeys, Annick Verstraete, Olaf Evrard, Freija Dhondt, Jan Pauwels (raadsleden), Bart Van Thuyne (schepen), Jan Vermeulen (burgemeester), Peter Parmentier (raadslid)

        Regelgeving

        Het Gecodificeerd Decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.

        Het decreet betreffende de omgevingsvergunningen van 25 april 2014 en latere wijzigingen, artikel 31.

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en later wijzigingen.

        Het gemeentewegendecreet van 3 mei 2019.

        Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

        Bijlagen

        Plannen

        Foto's

        Digitaal bezwaar

        Adviezen

        Motivering

        a. Voorgaanden en situering van het dossier:
        Huidige aanvraag voorziet wegen- en terreinaanlegwerken ter realisatie van een afgescheiden fietspad in het Sint-Martinuspark tussen het Antoon Van Paryspad en de Sint-Martinusvijver en een fietsbrug/ voetgangersbrug, hierna Martinusbrug genoemd als verbinding naar Kortrijkstraat.
        Het dubbelrichtingsfietspad wordt voorzien met een breedte van +/- 3m00 en zal worden aangelegd in uitgewassen beton (conform de minimumvereisten voor het aanleggen van fietsinfrastructuur van het vademecum fietsvoorzieningen). De Martinusbrug is een vlakke brug met variabel breedte en het brugdek is voorzien in uitgewassen beton.
        De Martinusbrug maakt ook onderdeel uit van de uitbouw van een netwerk doorheen de stadskern ten behoeve van voetgangers en bevorderd de doorwaadbaarheid van de stad.

        b. Motivering van de aanleg gemeenteweg
        1. Motivering aanleg nieuwe gemeenteweg op basis van artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet

        Artikel 31,§1 Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt het volgende: “Als de aanvraag (voor de omgevingsvergunning) de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.” In dit dossier dient de gemeenteraad zich uit te spreken.
        “De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging (1.1.), de breedte (1. 2) en de uitrusting van de gemeenteweg (1.3.), en over de eventuele opname in het openbaar domein (1.4). Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.”

        1.1. DE LIGGING
        1.1.1. De planologische ligging
        De ligging van het tracé, dat voorwerp uitmaakt van deze beslissing, kan als volgt worden gesitueerd:

        Er wordt een nieuwe fietspad en Martinusbrug aangelegd voor de fietsverbinding doorheen het Sint-Martinuspark die deel zal uitmaken van één van de belangrijkste fietstoegangspoorten tot het centrum van de stad vanuit Petegem en de fietssnelweg F7. Dit gebeurt op de percelen, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie A met nummers 579/2, 578B, 579F en 579G.

        De percelen, waarvan sprake in vorige alinea, zijn allen gelegen in het park gebied volgens het gewestplan. In het park gebied gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 14.4.4 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen.

        In de omgevingsvergunningsaanvraag wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen deze percelen (percelen, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie A met nummers 578B, 579F en 579G.), die gelegen zijn binnen Bestemmingsplan_BPA_Zonevreemde recreatie_Deel 6_Martinus (1), en het perceel kadastraal gekend als afdeling 1 sectie A met nummers 579/2 die niet gelegen is binnen Bestemmingsplan_BPA_Zonevreemde recreatie_Deel 6_Martinus en derhalve terugvallen op de gewestplanbestemming (2).

        De aanvraag is volledig in overeenstemming met het bestemmingsplan en de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA. Binnen de parkzone voor passieve recreatie is de oprichting van paden toegestaan.
        De fiets- en voetgangersbrug is niet in overeenstemming met de gewestplanbestemming “parkgebied”. Het betreft immers geen constructie die strikt noodzakelijk is voor de openstelling, het behoud, verfraaiing en/of aanleg van het park.
        De fiets- en voetgangersbrug wordt voorzien binnen de gewestplanbestemming “parkgebied”.
        Voor dit deel van de aanvraag wordt een afwijking gevraagd t.o.v. de bestemming van het vigerende gewestplan conform art. 4.4.7. § 2, nl.:

        VLAAMSE CODEX RUIMTELIJKE ORDENING (GECOÖRDINEERDE VERSIE)
        Art. 4.4.7. §2. In een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben. De Vlaamse Regering bepaalt welke handelingen van algemeen belang onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. Ze kan ook de regels bepalen op basis waarvan kan worden beslist dat niet door haar opgesomde handelingen toch onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen.

        Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, §2, en artikel 4.7.1, §2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester:

        HOOFDSTUK III. De handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben of als dergelijke handelingen beschouwd kunnen worden (verv. BVR 20 juli 2012 , art. 3).
        Art. 3. §1. De volgende handelingen zijn handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben als vermeld in artikel 4.4.7, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De handelingen hebben betrekking op :
        1° de aanleg, wijziging of uitbreiding van openbare fiets-, ruiter- en wandelpaden, en andere paden voor de zwakke weggebruiker;

        1.1.2. Motivatie voor deze ligging
        Dankzij de aanleg van de Martinusbrug (en het toeleidend fietspad) wordt één van de belangrijkste fietstoegangspoorten tot het centrum van de stad vanuit Petegem (de grootste deelgemeente van Deinze) en de fietssnelweg F7 namelijk de as Velostraat – Liefkemeirestraat – Antoon Van Paryspad veiliger en directer gemaakt. De aanleg van de Martinusbrug (in combinatie met de reeds gerealiseerde onderdoorgang onder Residentie Leiebrug en de geplande verplaatsing van de fietsoversteek op de N43) zorgt ervoor dat fietsers (waaronder bijzonder veel schoolgaande jongeren) komende uit de Velostraat een directe van autoverkeer afgescheiden, veilige route hebben richting centrum Deinze.


        Om de veiligheid van zowel het (in hoofdzaak functionele) fietsverkeer met (meestal recreatieve) voetgangers optimaal te verzekeren, werd ervoor gekozen om een bijkomend dubbelrichtingsfietspad gescheiden van het bestaande wandelpad aan te leggen. Daarnaast zorgt het er ook voor dat conflicten tussen fietsverkeer en de vissers (de Martinusvijver is één van de populairste plaatsen in de stad voor vissers) volledig vermeden worden.

        Advies van Natuur en bos (ANB) wordt niet gevolgd in het advies wordt gesteld dat er reeds over een gedeelte van het pad een fiets gebruik mogelijk is om een deel van de parking te vermijden. Dit betreft een wandelpad en geen volwaardig fietspad en het is niet gemakkelijk toegankelijk door de sluis hekwerk ter bescherming van de voetganger dat geplaatst is om fietsverkeer te remmen. Het pad is niet aangelegd conform de minimumvereisten voor het aanleggen van fietsinfrastructuur van het vademecum fietsvoorzieningen. Bij het alternatief voorstel van ANB wordt er geen continue route gerecreëerd en er blijft tussen de Kortrijkstraat en het aantakpunt van het pad een groot gedeelte in conflict met autoverkeer. Bovendien moet het bestaande wandelpad over de volledige lengte dienen als fietspad, terwijl dit niet voldoet als volwaardig fietspad. De huidige breedte zorgt voor conflict met de voetgangers en de huidige inplanting ligt te dicht bij de oever waardoor er conflict mogelijk is met de vis hengels die door hun afmeting deels over het pad liggen.

        Om de doelstellingen inzake duurzame mobiliteit te bereiken dient het fietspad aangelegd te worden doorheen het Martinuspark zoals voorzien in de aanvraag. De impact op het park is niet vermijdbaar maar kan door milderende maatregelingen aanvaardbaar beschouwd worden. Door de aanleg van het fietspad wordt over een gedeelte van het tracé van het fietspad het gecultiveerd gras (met wekelijks maaibeheer) vervangen door de verharding van het fietspad. Er kan gesteld worden dat de natuurwaarden die verloren gaan eerder beperkt zijn. Als milderende maatregel wordt er voorgesteld om het bestaande wandelpad langsheen de vijver tot aan het Antoon Van Paryspad te ontharden en het fietspad aan te leggen in waterdoorlaatbare materialen.

        In functie van het dubbelgebruik voor voetgangers en fietser is het belangrijk om de leesbaarheid van het fietspad duidelijk weer te geven om conflict te vermijden.

        1.2. DE BREEDTE
        1.2.1. De breedte
        De breedte van de nieuwe gemeenteweg is al volgt:
        Huidige aanvraag voorziet wegen- en terreinaanlegwerken ter realisatie van een afgescheiden fietspad in het Sint-Martinuspark tussen het Antoon Van Paryspad en de Sint-Martinusvijver.
        Het dubbelrichtingsfietspad wordt voorzien met een breedte van minimum 3m00 en een plaatselijke verbreding ter hoogte van de brug.

        De Martinusbrug heeft een variabele breedte van 3,8 meter en een maximaal van 10,0 meter.

        1.2.2. Motivatie breedte
        Het dubbelrichtingsfietspad en Martinusbrug zullen worden aangelegd conform de minimumvereisten voor het aanleggen van fietsinfrastructuur van het vademecum fietsvoorzieningen. De verbreding van de Martinusbrug is in functie van de belevingswaarde van voetgangers en fietsers.

        1.3. DE UITRUSTING
        Door de hoge grondwaterstand en het reliëf van het terrein wordt in de winter- en herfstmaanden het pad drassig en belemmert dit het gebruik van het wandelpad. De stad wil een ‘vier seizoenenstad’ zijn. Het uitbouwen van een fijnmazig netwerk in een kwalitatieve uitrusting is een doelstelling van de stad Deinze.

        De opbouw van het fietspad wordt in de aanvraag voorzien in uitgewassen betonverharding van 20cm.

        Over de vijver wordt een fietsers- en voetgangersbrug voorzien. De structuur van de brug bestaat uit een vlakke plaatvloer in gewapend beton rechtstreeks ondersteund door met beton gevulde stalen palen.

        Bij de adviezen (De Vlaamse Waterweg en Agentschap natuur en bos) wordt er als voorwaarde opgelegd om maximaal gebruik te maken van waterdoorlatende verharding. Deze voorwaarde dient voldaan te worden door de verharding van uitgewassen beton te vervangen door een verharding in waterdoorlatende materialen.

        Langsheen het fietspad wordt een WADI voorzien met een max. diepte van 10cm.
        Door de beperkte diepte wordt deze niet als reliëfwijziging beschouwd.

        Voor materialisatie van het fietspad werd rekening gehouden met de minimumvereisten voor het aanleggen van fietsinfrastructuur van het vademecum fietsvoorzieningen.

        Ivf van de bereikbaarheid van de Martinusbrug is het noodzakelijk om plaatselijk een ophoging van het terrein te doen. Door de vormgeving van de brug (die een vlakke plaat is) dient het reliëf van de oever van de Martinusvijver slechts beperkt aangepast worden.

        1.4. OPENBAAR DOMEIN
        Volgens artikel 3.45, 1e lid Nieuw burgerlijk Wetboek behoren publieke goederen tot het privaat domein, behalve indien ze tot het openbaar domein zijn bestemd.
        Volgens artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet spreekt de gemeenteraad zich uit over de eventuele opname van de gemeenteweg in het openbaar domein.

        Het fietspad en de Martinusbrug worden voorzien in een parkzone die al tot het openbaar domein behoort.

        2. Motivering aanleg en wijziging nieuwe gemeenteweg op basis van de artikels drie en vier van het Decreet gemeentewegen

        Artikel 3 Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.

        Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
        1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
        2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

        Artikel 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
        1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
        2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
        3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
        4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
        5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
        De aanleg van het fietspad wordt hierna grondig gemotiveerd (artikel 3, 1e 2° Decreet gemeentewegen)

        Het mobiliteitsbeleid van de stad Deinze zet volop in op duurzame mobiliteit – het stimuleren van fietsen voor functionele verplaatsingen is één van de centrale pijlers van dit beleid. Vanuit dit oogpunt is het belangrijk om de fietsroutes zo veilig en rechtstreeks mogelijk te maken en om de fietser maximaal comfort en veiligheid te kunnen bieden.

        Dankzij de aanleg van de Martinusbrug (en het toeleidend fietspad) wordt één van de belangrijkste fietstoegangspoorten tot het centrum van de stad vanuit Petegem (de grootste deelgemeente van Deinze) en de fietssnelweg F7, namelijk de as Velostraat – Liefkemeirestraat – Antoon Van Paryspad veiliger en directer gemaakt. De aanleg van de Martinusbrug (in combinatie met de reeds gerealiseerde onderdoorgang onder Residentie Leiebrug en de geplande verplaatsing van de fietsoversteek op de N43) zorgt ervoor dat fietsers (waaronder bijzonder veel schoolgaande jongeren) komende uit de Velostraat een directe, veilige route hebben richting centrum Deinze. Dit is het verder uitbouwen van een veilig wegennet voor fietsers    en wandelaars op lokaal niveau. Het is tevens een opwaardering en verder uitbouwen van een fijnmazig netwerk van de trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak. De huidige paden in het park zijn tijdens slecht weer moeilijk toegankelijk. 

        De aanleg van het fietspad wordt hierna grondig gemotiveerd (artikel 4, Decreet gemeentewegen) vanuit het algemeen belang (artikel 4, 1°, 2° en 5° Decreet gemeentewegen).

        Het mobiliteitsbeleid van de stad Deinze zet volop in op duurzame mobiliteit – het stimuleren van fietsen voor functionele verplaatsingen is één van de centrale pijlers van dit beleid. Vanuit dit oogpunt is het belangrijk om de fietsroutes zo veilig en rechtstreeks mogelijk te maken – elke omrijfactor voor de fietser is hier dan ook uit den boze en waar mogelijk en nodig wordt gekozen om fietspaden aan te leggen, om de fietser maximaal comfort en veiligheid te kunnen bieden.

        Dankzij de aanleg van de Martinusbrug (en het toeleidend fietspad) wordt één van de belangrijkste fietstoegangspoorten tot het centrum van de stad vanuit Petegem (de grootste deelgemeente van Deinze) en de fietssnelweg F7, namelijk de as Velostraat – Liefkemeirestraat – Antoon Van Paryspad veiliger en directer gemaakt. De aanleg van de Martinusbrug (in combinatie met de reeds gerealiseerde onderdoorgang onder Residentie Leiebrug en de geplande verplaatsing van de fietsoversteek op de N43) zorgt ervoor dat fietsers (waaronder bijzonder veel schoolgaande jongeren) komende uit de Velostraat een directe, veilige route hebben richting centrum Deinze.
        Het alternatief om fietsers langs de Martinusparking naar het Antoon Van Paryspad te sturen is, vanuit veiligheidsoogpunt, absoluut te vermijden. Een dergelijke belangrijke functionele fietsroute (waarvan ook veel scholieren gebruik maken) dient maximaal zonder conflictpunten met gemotoriseerd verkeer aangelegd te worden indien mogelijk. Hierdoor wordt het park beter ontsloten. (artikel 4, 3° Decreet gemeentewegen)
        Door de keuze van het tracé van het fietspad, wordt het Martinuspark zo weinig mogelijk doorsneden en kan het pad daarnaast ook een rol spelen in de belevingswaarde van het park.

        Het bestaande wandelpad langsheen de Martinusvijver zal over het gedeelte van de Martinusbrug en Antoon Van Paryspad volledig onthard worden.
        Voor de breedte en materialisatie van het fietspad werd rekening gehouden met de minimumvereisten voor het aanleggen van fietsinfrastructuur van het vademecum fietsvoorzieningen. Een dubbelrichtingsfietspad dient minimaal een breedte van 3m te hebben. Om het comfort van de fietsers op deze belangrijke functionele fietsverbinding te kunnen waarborgen, dient er ook gekozen te worden voor een comfortabele verharding voor fietsers.

        In functie van het dubbel gebruik (voetgangers en fietsers) van het nieuw aan te leggen pad doorheen het Martinuspark van de Martinusbrug tot Antoon Van Paryspad dienen te nodige maatregelingen genomen te worden voor de leesbaarheid door de gebruikers.

        c. Behandeling bezwaren openbaar onderzoek
        1. Openbaar onderzoek en ingediend bezwaar

        De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11-14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. De gewone procedure is van toepassing. Het openbaar onderzoek loopt van 24/10/2023 tot en met 22/11/2023.
        Er werd 1 bezwaarschrift ontvangen, hierna integraal overgenomen.

        Hierbij wil ik u laten weten dat ik bezwaar maak tegen het aanleggen van het voorgestelde fietspad & -brug in de nabijheid van de Leie; dit fietspad noch de fietsbrug betekenen een toegevoegde waarde tot deze groen en rustige omgeving, en zullen mijns inziens eerder negatieve gevolgen zal hebben voor deze omgeving.
        Allereerst zal het rustige wandelen verstoord worden door de continue passage van fietsers. Momenteel wordt het wandelpad gebruikt door vnl. wandelaars en spelende kinderen. De volledige groene omgeving biedt ook voor menige jeugdverenigingen op zaterdag de mogelijkheid om in een groene en veilige omgeving met kleine kinderen te spelen. Met de aanleg van een verhard fietspad wordt er een mix gemaakt van verschillende gebruikers met elke een andere bestemming en snelheid (wandelaars, spelende kinderen en fietsers in beide richtingen) wat een onveilige situatie zal creëren.
        Bovendien wonen aan de oevers van deze dode Leie-arm eenden en waterhoenen. Ook hun leefbaarheid en aanwezigheid wordt bedreigd door de passage/snelheid van fietsers.
        Daarnaast wil ik benadrukken dat er al een breed fietspad op minder dan 50 meter afstand, parallel aan de Leie, ligt. Gezien de korte afstand tussen de reeds aanwezige infrastructuur en de nieuw aan te leggen infrastructuur kan deze aanvraag als overkill worden beschouwd. Fietsers hebben momenteel reeds over een breedte van 1 rijstrook de mogelijkheid om buiten de dode Leie-arm om hetzelfde einddoel te bereiken in minder dan 1 minuut. Deze rijstrook is bovendien autovrij waardoor hun veiligheid hier gegarandeerd is.
        Betreffende aanvraag verstoort deze groene en rustige omgeving en is derhalve, gezien de reeds bestaande infrastructuur op korte afstand compleet overbodig.

        2.Behandeling bezwaarschrift

        De gemeenteraad behandelt enkel de bezwaren voor zover zij betrekking hebben op de wegenis en het tracé van de wegenis en de rooilijnplannen.

        De stad Deinze kiest er bewust voor om, om het fietsgebruik in de stad verder te stimuleren, een fijnmazig, veilig, comfortabel en direct fietsnetwerk uit te bouwen.
        Dankzij de aanleg van de Martinusbrug (en het toeleidend fietspad) wordt één van de belangrijkste fietstoegangspoorten tot het centrum van de stad vanuit Petegem (de grootste deelgemeente van Deinze) en de fietssnelweg F7, namelijk de as Velostraat – Liefkemeirestraat – Antoon Van Paryspad veiliger en directer gemaakt. De aanleg van de Martinusbrug (in combinatie met de reeds gerealiseerde onderdoorgang onder Residentie Leiebrug en de geplande verplaatsing van de fietsoversteek op de N43) zorgt ervoor dat fietsers (waaronder bijzonder veel schoolgaande jongeren) komende uit de Velostraat een directe, veilige route hebben richting centrum Deinze.
        Het alternatief om fietsers langs de Martinusparking naar het Antoon Van Paryspad te sturen is, vanuit veiligheidsoogpunt, absoluut te vermijden. Een dergelijke belangrijke functionele fietsroute (waarvan ook veel scholieren gebruik maken) dient maximaal zonder conflictpunten met gemotoriseerd verkeer aangelegd te worden indien mogelijk.
        Door de keuze van het tracé van het fietspad, wordt het Martinuspark zo weinig mogelijk doorsneden en kan het pad daarnaast ook een rol spelen in de belevingswaarde van het park. Het bestaande wandelpad langsheen de Martinusvijver zal volledig onthard worden.
        Voor de breedte en materialisatie van het fietspad werd rekening gehouden met de minimumvereisten voor het aanleggen van fietsinfrastructuur van het vademecum fietsvoorzieningen. Een dubbelrichtingsfietspad dient minimaal een breedte van 3m te hebben. Om het comfort van de fietsers op deze belangrijke functionele fietsverbinding te kunnen waarborgen, dient er ook gekozen te worden voor een comfortabele verharding voor fietsers.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Voorstanders: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Alexander Adams, Peter De Maertelaere, Els Baart
        Tegenstanders: Annick Verstraete, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter Parmentier, Sylvie Claeys
        Resultaat: Met 21 stemmen voor, 11 stemmen tegen
        Besluit

        Artikel 1
        De aanleg van een fietspad en Martinusbrug ter hoogte van het Sint-Martinuspark - volgens de uitrusting en de ligging zoals aangegeven op de aangeleverde plannen - wordt goedgekeurd.

        Volgende milderende maatregelingen worden opgelegd om tegemoet te komen aan de adviezen:

        •  Het fietspad wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen.
        • Het bestaande wandelpad tussen de Martinusbrug en Antoon Van Paryspad wordt onthard.

        Artikel 2
        Het enig bezwaarschrift, ingediend tijdens het openbaar onderzoek met betrekking tot de omgevingsvergunningsaanvraag, wordt voor de punten met betrekking tot de wegenis, ontvankelijk doch ongegrond verklaard.

        Artikel 3
        De beslissing van de gemeenteraad wordt integraal opgenomen in het besluit van burgemeester en schepenen inzake de omgevingsvergunningsaanvraag.

        Artikel 4
        Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).

    • Patrimonium

      • Kosteloze overname grondstrook hoek Liefkemeirestraat/Ommegangstraat - goedkeuren ontwerpakte

        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Verontschuldigd: Annie Mervillie, Eva Martens, Ortwin Depoortere
        Afwezig: Sabine Vermeulen
        Regelgeving

        Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Bijlagen

        De stedenbouwkundige vergunning van 16 augustus 2016.

        Het uittreksel kadastraal plan en legger.

        Het opmetingsplan van 25 november 2019.

        Het bodemattest van 5 december 2023 afgeleverd door de OVAM.

        De ontwerpakte.

        Motivering

        Op 16 augustus 2016 werd door het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor de afbraak bestaande gebouwen, verplaatsen zendmast Belgacom en inbreidingsproject met nieuwbouw van 56 appartementen en 4 woningen, ruimte voor handel, diensten of kantoren op het gelijkvloers, ondergrondse parking, buitenaanleg.

        Aan de bouwheer werd de verplichting opgelegd tot het kosteloos afstaan van een grondstrook naar het openbaar domein, meer bepaald de gronden gelegen tussen de bestaande voorgevel en de rooilijn met het oog op het verbreden van het voetpad.

        Overeenkomstig het huidig kadastraal plan is dit perceel thans gekend als Deinze (Petegem), 3e Afd., sectie A, nr. 356r.

        Overeenkomstig het opmetingsplan van 25 november 2019 van landmeter-expert Kenneth Smith te Deinze blijkt dat de over te dragen grondstrook een oppervlakte heeft van 463 m².

        De ontwerpakte met betrekking tot de kosteloze grondafstand opgemaakt door notariskantoor Tom en Jan Coppens te Vosselaar ligt thans ter goedkeuring voor.

        Na bespreking.

        Financiële impact

        Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Voorstanders: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1
        De ontwerpakte, opgemaakt door notariskantoor Tom en Jan Coppens te Vosselaar met betrekking tot de kosteloze overname door de Stad van een grondstrook kadastraal gekend te Deinze (Petegem), 3e afd., sectie A, nr. 356r, gelegen hoek Liefkemeirestraat/Ommegangstraat, met een opgemeten oppervlakte van respectievelijk 463 m², overeenkomstig het opmetingsplan van landmeter-expert Kenneth Smith te Deinze, ter inlijving in het openbaar domein, wordt goedgekeurd.

        Artikel 2
        De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te ontslaan van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de authentieke akte.

        Artikel 3
        Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).

      • Kosteloze overname grondstroken verbinding Gaversesteenweg-Ten Rodelaan - goedkeuren ontwerpakte

        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Verontschuldigd: Eva Martens, Ortwin Depoortere
        Afwezig: Sabine Vermeulen
        Regelgeving

        Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Bijlagen

        Het uittreksel kadastraal plan en legger.

        De luchtfoto.

        Het opmetingsplan van 17 oktober 2023.

        De bodemattesten van 14 september 2023 afgeleverd door de OVAM.

        De ontwerpakte.

        Motivering

        Overeenkomstig het huidig kadastraal plan zijn de percelen thans gekend als Deinze (Petegem), 3e Afd., sectie A, nrs. 447a5 en 447d5.

        Overeenkomstig het opmetingsplan van 17 oktober 2023 van landmeter-expert Henri Lesaffre te Gent blijkt dat de over te dragen grondstroken een oppervlakte hebben van respectievelijk 270 m² en 128 m².

        De ontwerpakte met betrekking tot de kosteloze grondafstand werd opgemaakt door notariskantoor Patrick Maere en Ward Callens te Deinze en ligt thans ter goedkeuring voor.

        Na bespreking.

        Financiële impact

        Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Voorstanders: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1
        De ontwerpakte, opgemaakt door notariskantoor Patrick Maere en Ward Callens te Deinze met betrekking tot de kosteloze overname door de Stad van 2 grondstroken kadastraal gekend te Deinze (Petegem), 3e afd., sectie A, nrs. 447a5 en 447d5, gelegen ter hoogte van de Gaversesteenweg-Ten Rodelaan, met een opgemeten oppervlakte van respectievelijk 270 m² en 128 m², overeenkomstig het opmetingsplan van landmeter-expert Henri Lesaffre te Gent, ter inlijving in het openbaar domein, wordt goedgekeurd.

        Artikel 2
        De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te ontslaan van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de authentieke akte.

        Artikel 3
        Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).

    • Milieu

      • Vernieuwing samenwerkingsovereenkomst Energiehuis Veneco - Deinze

        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Verontschuldigd: Eva Martens, Ortwin Depoortere
        Afwezig: Sabine Vermeulen
        Mondelinge tussenkomsten

        Annick Verstraete (raadslid), Filip Vervaeke (schepen)

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

        BVR Energiehuizen gepubliceerd in het BS dd. 11 januari 2019 en in werking getreden op 21 januari 2019.

        Vlaamse Codex Wonen 2021 en heruitvoeringsbesluiten.

        Het besluit Raad van Bestuur 1 december 2021 – Goedkeuring Plan van Aanpak 2022-2025.

        De samenwerkingsovereenkomst VEKA met addendum Plan van Aanpak EH Veneco 2022-2025.

        Het besluit van de administrateur-generaal van het VEKA van 29 maart 2022 tot toekenning van een subsidie aan de energiehuizen voor de uitvoering van de basistaken in 2022.

        Het Verzamelbesluit Energie (VZB IX) van 16 juni 2023.

        Bijlagen

        Het ontwerp van de samenwerkingsovereenkomst Energiehuis Veneco - Deinze.

        De begeleidende brief samenwerkingsovereenkomst.

        Het meerjarenplan Veneco - 2022-2025.

        Motivering

        De huidige samenwerkingsovereenkomst tussen Energiehuis Veneco en het lokaal bestuur (opgemaakt in 2019) is inhoudelijk achterhaald. De redenen hiervoor zijn de recente uitbreidingen van het takenpakket van de Vlaamse Energiehuizen, deze hadden een wijziging van de wetgeving tot gevolg.

        De samenwerkingsovereenkomst tussen Energiehuis Veneco en de gemeenten is een belangrijk instrument dat alle afspraken tussen de partners vastlegt, in functie van een performante uitvoering van het meerjarenplan 2022-2025 zoals goedgekeurd door het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA).

        Een goede uitvoering en opvolging van alle acties uit het meerjarenplan is essentieel voor het verkrijgen van de basisfinanciering, toegekend door het VEKA aan Energiehuis Veneco.

        ‘Actualisering van de samenwerkingsovereenkomsten met de aangesloten gemeenten’ is een specifieke actie die werd opgenomen in dit meerjarenplan.

        Omwille van een aantal recente wijzigingen (zie hieronder) wordt het nodig geacht om de samenwerkingsovereenkomsten te herwerken en opnieuw ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenten in het werkingsgebied van het Energiehuis.

        De samenwerkingsovereenkomst tussen Energiehuis Veneco en de gemeenten moet worden herwerkt omwille van o.a. volgende redenen:

        • Inkanteling van SOM vzw bij Veneco, dit heeft een integratie van de dienstverlening Wonen en Energie tot gevolg
        • Invoering van de MijnVerbouwLening als vervanger voor de Vlaamse Energielening
        • Invoering van de MijnVerbouwpremie
        • Wijziging/uitbreiding van de basistaken van het Energiehuis, o.a. de verplichte integratie van de woon- en energieloketwerking
        • Invoering van het nieuwe meerjarenplan 2022-2025, dat als bijlage bij de nieuwe samenwerkingsovereenkomst zal worden gevoegd

        De huidige overeenkomst zal vervallen door het ondertekenen van de nieuwe overeenkomst.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Voorstanders: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1
        De gemeenteraad hecht haar goedkeuring aan de samenwerkingsovereenkomst tussen Energiehuis Veneco en Deinze.

        Artikel 2
        Een afschrift van deze beslissing wordt, samen met de ondertekende samenwerkingsovereenkomst, bezorgd aan Veneco.

        Artikel 3
        Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).

    • Sociaal huis

      • Woonmaatschappij Dimensa - kennisname van het huishoudelijk reglement en goedkeuren van het ontwerp van het toewijzingsreglement

        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Verontschuldigd: Eva Martens, Ortwin Depoortere
        Afwezig: Sabine Vermeulen
        Mondelinge tussenkomsten

        Annick Verstraete, Freija Dhondt (raadsleden), Rutger De Reu (schepen)

        Regelgeving

        Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Bijlagen

        Het huishoudelijk reglement van de toewijzingsraad woonmaatschappij Dimensa.

        Het ontwerp van toewijzingsreglement van woonmaatschappij Dimensa.

        De gemeenteraadsbeslissingen van de lokale besturen van de regio.

        Motivering

        De minister van wonen heeft het landschap van sociale huisvesting grondig hervormd. Naast de oprichting van één woonmaatschappij per werkingsgebied werd ook het toewijzingssysteem grondig hervormd.

        Binnen dit kader dient een toewijzingsraad opgericht te worden binnen het werkingsgebied van de nieuwe woonmaatschappij. De toewijzingsraad heeft een beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende rol. Het huishoudelijk reglement geeft invulling aan de praktische gevolgen van de beslissingen die genomen werden over de verschillende reglementen en pijlers die van toepassing zijn voor het nieuwe toewijzingsmodel. 

        In een eerdere fase werd een technische werkgroep opgericht die het ontwerp van het toewijzingsreglement voorbereid heeft. Het voorstel van bepaling van pijler 1 (lokale binding) en pijler 3 (doelgroepenplan) werd reeds goedgekeurd in de zitting van de gemeenteraad van 28 september 2023.

        Het definitief ontwerp van toewijzingsreglement moet door de gemeenteraad van de verschillende gemeenten van het werkingsgebied goedgekeurd worden.

        Financiële impact

        Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Voorstanders: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Peter De Maertelaere, Els Baart, Sylvie Claeys
        Onthouders: Annick Verstraete, Freija Dhondt, Kristof Van den Berghe, Peter Parmentier
        Resultaat: Met 29 stemmen voor, 4 onthoudingen
        Besluit

        Artikel 1
        De gemeenteraad neemt kennis van het huishoudelijk reglement van de toewijzingsraad van woonmaatschappij Dimensa.

        Artikel 2
        De gemeenteraad keurt het ontwerp van toewijzingsreglement van woonmaatschappij Dimensa goed.

        Artikel 3
        Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).

    • Onderwijs

      • Gebruik van het leerplan Leer Lokaal vanaf 1 september 2025 voor het gemeentelijk basisonderwijs

        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Verontschuldigd: Eva Martens, Ortwin Depoortere
        Afwezig: Sabine Vermeulen
        Regelgeving

        Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 45 en art. 62, §1, 9° en §2, 2°

        Het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2006 tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen

        Bijlagen

        Introductie Leer Lokaal

        Motivering

        Een schoolbestuur moet voor elk van zijn scholen beschikken over door de overheid goedgekeurde leerplannen. Een schoolbestuur kan ervoor kiezen om eigen leerplannen te ontwikkelen en in te dienen of gebruik te maken van leerplannen die door derden worden ontwikkeld en ingediend.

        De leerplannen zijn voor de onderwijsinspectie een aanvullend instrument om het kwaliteitsbeleid van een school te kaderen.

        Het naleven van de reglementering over de leerplannen is een erkenningsvoorwaarde.
        Een officiële school moet bovendien als erkenningsvoorwaarde de leerplannen volgen van ofwel OVSG, POV of het gemeenschapsonderwijs, ofwel eigen leerplannen hiermee verenigbaar.

        Een leerplan moet voldoen aan de volgende decretale en reglementaire criteria:

        • het is beperkt in omvang
        • het laat voldoende ruimte voor de inbreng van scholen, leraren, lerarenteams of leerlingen en geeft dit ook aan
        • het neemt alle door het Vlaams Parlement goedgekeurde ontwikkelingsdoelen voor het kleuteronderwijs en eindtermen voor het gewoon lager onderwijs letterlijk op waarbij transparant het onderscheid wordt gemaakt tussen welke doelen de eindtermen realiseren en met welke doelen de ontwikkelingsdoelen worden nagestreefd
        • het is in overeenstemming met de internationale en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder
        • het respecteert de goedgekeurde eindtermen en ontwikkelingsdoelen
        • het wordt in samenhang ingediend met andere leerplannen
        • het vermeldt de doelgroep
        • het vermeldt de administratieve benamingen van de leerlingengroepen voor wie het leerplan bestemd is
        • het leerplan maakt de systematiek duidelijk volgens welke het is opgebouwd (geeft samenhang weer met voorafgaande en volgende leerjaren)
        • het leerplan vertoont consistentie met de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen
        • het leerplan vermeldt duidelijk welke materiële vereisten minimaal noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering.

        Het schoolbestuur houdt ook rekening met de volgende bijkomende criteria over het pedagogisch project van de school/scholen:

        • de mate waarin het leerplan compatibel is met het open karakter (open staan voor alle leerlingen ongeacht de ideologische, filosofische of godsdienstige opvattingen van de ouders en de leerling) van een school van het officieel gesubsidieerd onderwijs
        • de mate waarin het leerplan compatibel is met het eigen pedagogisch project
        • de mate waarin het leerplan compatibel is met de beginselverklaring neutraliteit van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs
        • de mate waarin het leerplan de school kansen biedt om het curriculum af te stemmen op de eigen schoolcontext en visie (schooleigen curriculum)
        • de mate waarin het leerplan vergezeld wordt van didactische toelichting die ondersteunend is voor de leraren.

        OVSG heeft ten behoeve van zijn schoolbesturen en met respect voor de lokale autonomie onder de naam Leer Lokaal een nieuw geïntegreerd leerplan ontwikkeld voor de basisschool . Dit digitaal leerplan (online tool met achterliggende databank) bevat de authentieke en decretaal vastgelegde onderdelen, maar het is ruimer dan dat. Leer Lokaal bestaat namelijk uit een basisleerlijn, ondersteunende doelen, verdiepende doelen en uitbreidingsdoelen en vertrekt vanuit de zestien Europese sleutelcompetenties.

        OVSG heeft Leer Lokaal ingediend bij de onderwijsinspectie. De onderwijsinspectie heeft een advies tot definitieve goedkeuring uitgebracht. De Vlaamse Regering heeft Leer Lokaal definitief goedgekeurd.

        Het schoolbestuur wenst op voorstel van de directies gebruik te maken van Leer Lokaal voor zijn scholen van het basisonderwijs.

        Financiële impact

        Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Voorstanders: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1
        Het leerplan "Leer Lokaal" van OVSG wordt gebruikt in de gemeentescholen De Vaart Nevele en 't Wilgennest Landegem vanaf 1 september 2025.

        Artikel 2
        Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).

    • Extra agendapunten

      • Extra agendapunt gemeenteraad - raadslid Karlien De Paepe - suggesties onderzoeken om de gft-afvalberg te verkleinen en gemeenschappelijke compostvaten te plaatsen

        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Verontschuldigd: Eva Martens, Ortwin Depoortere
        Afwezig: Sabine Vermeulen
        Mondelinge tussenkomsten

        Karlien De Paepe (raadslid), Filip Vervaeke (schepen), Matthias Neirynck (raadslid), Tess Minnens (voorzitter gemeenteraad)

        Regelgeving

        Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        Bijlagen

        De e-mail van raadslid Karlien De Paepe.

        Motivering

        Tot januari 2026 zal er geen aparte ophaling GFT in Deinze doorgaan. Als compensatie vragen we de goedkeuring van de gemeenteraad om te onderzoeken hoe we de gft-afvalberg kunnen verkleinen en het principe goed te keuren naar het gebruik van gemeenschappelijke compostvaten.

        Ook flankerende maatregels onderzoeken zoals buurtcompostprojecten, gratis kippen schenken aan gezinnen, ….enz.

        Motivering:
        De Vlaamse regering stelt dat vanaf 2024 een gescheiden inzamelen van groente-, fruit- en tuinafval (GFT) verplicht is. OVAM, de openbare Afvalmaatschappij, becijferde dat de Vlaamse gezinnen jaarlijks ruim 224.000ton eetbaar voedsel weggooien. In de toekomst moet het anders, besliste de maatschappij. Het grootste deel van de voedselketen komt echter terecht in de restafvalzak en wordt later verbrand. En dat is zonde, want voedselresten kunnen gebruikt worden in zaken als dierenvoeding, biogas of compost. De Belgische wetgeving wordt dus strenger om die verspilling tegen te gaan.

        Zowat de helft van de gemeenten voorziet al in gescheiden ophaling, via de groene container. In deze gemeenten is het restafval met 20% gedaald.

        Maar omdat een aantal gemeenten aangesloten bij IVM nog vasthangen aan contracten die lopen tot 2025, gaat de gescheiden ophaling pas in 2026 van start voor een aantal gemeenten. Maldegem, Lievegem, Deinze, Aalter en Kaprijke krijgen uitstel tot 1 januari 2026.
        Ook veel inwoners zijn onwetend wat er nu wel of niet in de restafvalzak mag. Op de verschillende digitale platforms zie je reacties van inwoners die vragen hoe het nu in elkaar zit. Men leest in de pers dat het verboden is om nog gft-afval te droppen in je restafvalzak. Dus een duidelijke communicatie is ook van groot belang!

        Omdat wij in Deinze gegijzeld zitten met de bestaande contracten, hoeven we niet te wachten op 2026 om verschillende alternatieven te onderzoeken. We raden de huisgezinnen al aan om thuis te composteren via een compostvat of bak ,die je eventueel bij de technische dienst kan aankopen. Dit is een zeer goed alternatief, maar niet elke gezin heeft die mogelijkheid om dit te doen.

        Gezinnen die gemotiveerd zijn om thuis te composteren, verhakselen, mulchen, kippen onderhouden, .. kunnen dit zeker blijven doen . Het is zinvol om dit te blijven promoten!

        In het verleden heeft collega Matthias Neyrinck gevraagd aan het stadsbestuur om kippen gratis te geven aan de gezinnen omdat ze de afvalberg mee helpen afbouwen. Deze suggestie kan nu terug meegenomen worden.

        Ook andere initiatieven zoals buurtcompostering aanmoedigen via buurtcomités zijn goed draaiende initiatieven in andere gemeenten.

        De gemeente Maldegem voorziet naast thuis composteren, ook compostpunten waar je gft-afval kan aanleveren. Naast de compostruimte in het recyclagepark zijn er ook compostpaviljoenen opgericht op andere locaties.

        Naar het voorbeeld van Maldegem, zouden we in de stad Deinze ook op verschillende locaties compostvaten kunnen plaatsen. Niet elk huisgezin heeft de mogelijkheid om zelf een compostvat te plaatsen. 20% van de woongelegenheden in Deinze zijn trouwens appartementen.

        In onze 2 recyclageparken kan je geen gft-afval aanleveren, enkel groenafval zoals gazonmaaisel, snoeiafval en tuinafval.

        We hebben 17 deelgemeenten, en de 2 recyclageparken liggen ook niet altijd voor iedereen dicht in de buurt. Om het voor iedereen toegankelijker te maken zouden een aantal bijkomende locaties met compostvaten een meerwaarde betekenen.
        Bijlagen en info :
        Gft wordt in Deinze pas vanaf 1 januari 2026 apart ingezameld.
        https://www.maldegem.be/gr-20140626-besluit-huishoudelijk-reglement-composteerplaatsenpdf
        https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20231229_95942188
        https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20231229_93831426
        Daarom stelt de N-VA fractie voor om te onderzoeken naar het gebruik en het plaatsen van compostvaten in onze stad en op de recyclageparken. Ook vragen we om de inwoners duidelijk te informeren wat wel en niet in de restafvalzak mag tot 2026 en geven we adviezen en aanbevelingen om keuken -en tuinafval thuis te verwerken.

        Besluit

        De gemeenteraad vraagt aan het stadsbestuur

        Artikel 1
        Om verschillende suggesties te onderzoeken om de gft-afvalberg te verkleinen.
        Artikel 2
        Om te onderzoeken naar het gebruik van gemeenschappelijke compostvaten en zoekt naar verschillende locaties.
        Artikel 3
        Om via de verschillende communicatie platvormen de inwoners duidelijk wegwijs te brengen rond het verwerken en afvoeren van gft afval.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Voorstanders: Annick Verstraete, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Matthias Neirynck, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter Parmentier, Sylvie Claeys
        Tegenstanders: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Alexander Adams, Peter De Maertelaere, Els Baart
        Onthouders: Olaf Evrard
        Resultaat: Met 10 stemmen voor, 22 stemmen tegen, 1 onthouding
        Besluit

        Artikel 1
        Het agendapunt is niet weerhouden.

        Artikel 2
        Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).

      • Extra agendapunt gemeenteraad - raadslid Matthias Neirynck - toekomst Negenstratenwijk

        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Verontschuldigd: Eva Martens, Ortwin Depoortere
        Afwezig: Sabine Vermeulen
        Mondelinge tussenkomsten

        Matthias Neirynck, Peter Parmentier, Freija Dhondt (raadsleden), Bart Van Thuyne (schepen), Bart Vermaercke, Kristof Van den Berghe (raadsleden), Jan Vermeulen (burgemeester)

        Regelgeving

        Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        Bijlagen

        De e-mail van 20 januari 2024 van raadslid Matthias Neirynck.

        Motivering

        Korte toelichting
        De gemeenteraad vraagt het college van burgemeester en schepenen om met behulp van de wijkambassadeurs en de inwoners van de wijk een gedragen visie rond de mobiliteitsafwikkeling te organiseren en de huidige opstelling grondig te analyseren en te evalueren. Dit met behulp van de verzamelde data en met respect voor de bewoners van de negenstratenwijk.

        Motivering
        Naar aanleiding van de commotie die is ontstaan over de verkeerssituatie van de negenstratenwijk en de wijkambassadeurs en bijkomende informatie:

        • Op 16 mei 2023 was er een ambassadeursvergadering op vraag van de wijk. Tijdens deze vergadering is onder andere de mobiliteitssituatie van de wijk besproken, en meer specifiek het beloofde herkomst-bestemmingsonderzoek van 20 juni 2022 en de verkeerssituatie in het westelijke deel van de Poelstraat
        • Op 23 mei 2023 schreven een aantal wijkambassadeurs en bewoners van de wijk een open brief naar de burgemeester, het schepencollege en alle gemeenteraadsleden.
        • Het invoeren van uitzonderlijk plaatselijk verkeer vanaf 8 januari 2024
        • Het einde van de vooropgestelde proefperiode op 31 januari 2024

        Het éénrichting maken van het westelijk deel van de Poelstraat is een zeer omstreden maatregel die op zeer weinig begrip kan rekenen in de wijk, getuige het zeer ruim gedragen protest uit 2021. Bovendien blijkt uit het nieuwe herkomst-bestemmingsonderzoek dat dit deel van de Poelstraat zeer weinig sluipverkeer te verwerken krijgt, en dat dit bovendien weinig tot niet storend is.

        Daarom stellen wij volgend raadsbesluit voor.


        Besluit

        Artikel 1
        De gemeenteraad vraagt het college van burgemeester en schepenen om een objectieve weergave weer te geven over alle data die verzameld werden in de 9-stratenwijk.

        Artikel 2
        In samenspraak met de buurtbewoners wordt een definitieve opstelling vastgelegd. Deze opstelling wordt enkel vastgelegd als er een meerderheid van de wijkambassadeurs zich akkoord verklaard met de definitieve opstelling.

        Artikel 3
        De suggesties van de buurtbewoners worden meegenomen in de definitieve opstelling. Er wordt vooral ook rekening gehouden met de 5 basisvoorwaarden die naar voor werden geschoven door de wijkambassadeurs: veiligheid, verkeersleefbaarheid, bereikbaarheid, gezondheid en echte participatie voor de inwoners van de Negenstratenwijk.

        Artikel 4
        Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december

        Besluit

        Artikel 1
        Het agendapunt is niet ter stemming voorgelegd. Het dossier wordt op 5 februari 2024 voor advies voorgelegd aan de verkeerscommissie en wordt ter bespreking voorgelegd aan de gemeenteraad van 22 februari 2024. Het college zal de raadsleden tussentijds informeren.

        Artikel 2
        Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).

    • Varia/mondelinge vragen/schriftelijke vragen

      • Mondelinge vragen raadsleden - gemeenteraad van 25 januari 2024

        Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Bart Van Thuyne, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Paul Soetaert, Hans Martens, Gunnar Claeys, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Stefanie De Vlieger
        Verontschuldigd: Eva Martens, Ortwin Depoortere
        Afwezig: Sabine Vermeulen
        Mondelinge tussenkomsten

        Olaf Evrard (raadslid), Johan Cornelis, Bart Van Thuyne (schepenen), Kristof Van den Berghe, Peter Parmentier, Freija Dhondt (raadsleden)

        Motivering

        Raadslid Olaf Evrard

        Straat Heiste (Landegem) (1)
        In oktober 2019 stelde ik in een MV dat de landelijke straat "Heiste" in Landegem over zowat het slechtste wegdek van de fusiestad Deinze beschikte. Schepen Cornelis antwoordde mij toen dat deze straat opgenomen was in de planning om in 2020 aangepakt te worden. In 2021 stelde ik mijn vraag opnieuw en toen bleek "Heiste" van de planning afgevoerd te zijn. We zijn nu 2024 en het wegdek bevindt zich in een zo mogelijk nog slechtere toestand.

        Heel af en toe worden er putjes gevuld. Maar dit zijn wat ik noem "nepherstellingen" want na een paar weken is het effect niet meer te zien. Dit is wat men noemt: dweilen met de kraan open. Ik veronderstel dat het stadsbestuur intussen genoegzaam op de hoogte is. Ik wil het schepencollege er toch eventjes op wijzen dat ook de bewoners van "Heiste" belastingbetalers zijn.

        Vragen

        • Zijn de wegeniswerken in Heiste intussen al opgenomen in de planning?
        • Zo ja, wanneer? Zo niet, waarom niet?
        • Zullen deze werken gepaard gaan met werken aan de nutsvoorzieningen?

        Vaart Links (Nevele-Meigem) - Overtollige verkeersborden (2)
        Aan Vaart Links staan richting Deinze tussen Bakkerij Welvaert en de afslag naar Meigem al vele maanden 2, althans volgens mij, overbodige verkeersborden. Het 1ste verkeersbord kondigt "Werken" aan die er niet zijn. Het 2de verkeersbord, net voor de afslag richting Meigem-Dorp, kondigt een niet bestaande snelheidsremmer aan. Vermoedelijk werden deze verkeersborden achtergelaten door de aannemer van de werken die daar eerder in 2022-2023 werden uitgevoerd.

        Vragen

        • Kunnen deze borden verwijderd worden indien ze inderdaad overbodig blijken te zijn?

        Stationstunnel Stopplaats Hansbeke (3)
        In de Stationstunnel staat tot op heden nog steeds geen enkele vuilnisbak. Dat zou nochtans geen overbodige luxe zijn als we zwerfvuil aldaar willen vermijden.

        Vraag

        • Kan bij de bevoegde diensten (Infrabel, TucRail, ... ) aangedrongen worden om in de tunnelkoker aan beide trappen een vuilnisbak te plaatsen?

        Raadslid Kristof Van den Berghe

        NMBS (5)
        Vorige maand op de gemeenteraad sprak de schepen van openbare werken naar aanleiding van m’n vraag over het afschaffen van de piekuurtreinen o.a. in Hansbeke over een onderhoud met nmbs begin januari; wat was het resultaat van dit onderhoud?
        Kan er reeds geantwoord worden op onderstaande vragen

        • Komen de piekuurtreinen van 17u24 en 18u22 van Gent-Brugge terug? Welke termijnen en garanties worden er gegeven?
        • Zijn er compenserende maatregelen voorzien?

        Raadslid Peter Parmentier

        Negenstratenwijk (6)
        De problemen in de negenstratenwijk draaien o.a. rond sluipverkeer. Nu gaat men dit aanpakken door enkele eenrichtingsstraten in te voeren. Daardoor moeten mensen soms heel ver rondrijden en versterken ze de files op andere plaatsen. Kunnen we niet overgaan tot plaatselijk vervoer en dat controleren met trajectcontrole op basis van nummerplaat. In andere steden en gemeenten werkt dit systeem perfect. Dit zou kunnen ingaan aan het pleintje in de Ten Rodelaan waardoor het verkeer naar de basisschool normaal mogelijk blijft.
        - Zal het stadsbestuur dit voorstel onderzoeken
        - Indien niet, waarom niet?

        Raadslid Freija Dhondt

        Bezwaarschriften verkavelingsplannen (8)
        Deinze stond recent op heel wat plekken onder water. De hevige regenval zorgde voor heel wat overstromingen in onze buurt.

        Ook in de Veldestraat in Merendree stond het water hoog.

        Eind vorig jaar dienden de buurtbewoners van de wijk nog een bezwaarschrift in tegen de verkavelingsplannen. Het perceel stond tot 2017 ingevuld als overstromingsgebied, maar op de meest recente kaarten is dat niet meer het geval.

        De bezorgdheid van de buurt werd nu evenwel bevestigd.

        * Zullen er aanpassingen gebeuren aan de afgeleverde verkavelingsvergunning?
        * Welke maatregelen (bvb. inzake verharding) zullen ook elders in onze stad worden genomen om een antwoord te bieden op toekomstige extreme weersomstandigheden?

        Besluit

        Enig artikel
        De mondelinge vragen worden beantwoord.

De voorzitter sluit de zitting op 25/01/2024 om 22:06.

Namens gemeenteraad,

Stefanie De Vlieger
algemeen directeur

Tess Minnens
voorzitter van de gemeenteraad