Terug
Gepubliceerd op 24/06/2025

Besluit  OCMW-raad

do 19/06/2025 - 22:00

Retributiereglement ter invordering van niet-fiscale ontvangsten

Aanwezig: Tess Minnens, voorzitter
Rutger De Reu, Jan Vermeulen, Sofie D'hondt, Johan Cornelis, Marleen Vanlerberghe, Bart Van Thuyne, Bruno Dhaenens, leden vast bureau
Conny De Spiegelaere, lid vast bureau, comitévoorzitter
Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Freija Dhondt, Gunnar Claeys, Matthias Neirynck, Stephanie Debeurme, Filip Vervaeke, Olaf Evrard, Els Baart, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter Parmentier, Bram Stroobandt, Marc Cocquyt, An Standaert, Ilse Dobbelaere, Hugo Schaeck, Zoë Van Doorne, gemeenteraadsleden
Ronny Vermeulen, waarnemend raadslid
Stefanie De Vlieger, algemeen directeur
Verontschuldigd: Nathalie Lambrecht, lid vast bureau
Ortwin Depoortere, Beatrice Thaler, Delphine Verschelde, gemeenteraadsleden
Regelgeving

De gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994, artikel 173.

De wet van 13 april 2019 tot invoering van het wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.

De wet van 4 mei 2023 houdende invoeging van boek XIX "schulden van de consument" in het Wetboek van economisch recht.

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen, de artikelen 77 en 78 over de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn en artikel 177, 2° over het debiteurenbeheer, in het bijzonder de bevoegdheid in volle onafhankelijkheid van de financieel directeur voor de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten en het verlenen van kwijting.

Bijlagen

De beslissing van de O.C.M.W.-raad van 21 december 2023 over het tariefreglement ter invordering van niet-fiscale ontvangsten.

Motivering

Het tariefreglement ter invordering van niet-fiscale ontvangsten vervalt op 31 december 2025. Alle tarieven moeten vernieuwd worden met ingang van 1 januari 2026.

De vernieuwing wordt nu reeds ter goedkeuring aan de O.C.M.W.-raad voorgelegd, zodat in alle nieuwe retributies (ter vervanging van de vroegere tarievennota) naar dit retributiereglement ter invordering van niet-fiscale ontvangsten kan verwezen worden. 

De tarieven zijn gereglementeerd en geplafonneerd door de wijziging van het wetboek van economisch recht. Dit wetboek voorziet in de verplichting om een kosteloze eerste herinnering te sturen en de verplichting om 14 dagen te wachten alvorens eventuele sancties vanwege laattijdige betaling toe te passen. De forfaitaire vergoeding voor de invorderingskosten is geplafonneerd, en stijgt gradueel afhankelijk van de hoogte van het verschuldigde bedrag :

  • maximaal 20 euro als het verschuldigde saldo lager of gelijk is aan 150 euro
  • maximaal 30 euro vermeerderd met 10% van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 euro als het verschuldigde saldo tussen 150,01 en 500 euro is
  • maximaal 65 euro vermeerderd met 5% van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 euro met een maximum van 2.000 euro als het verschuldigde bedrag hoger is dan 500 euro.

Er wordt voorgesteld om het tarief van het huidige retributiereglement op te trekken naar 20,00 euro :

  • gratis voor het opmaken van de eerste aanmaning 
  • 20,00 euro administratiekosten voor de opmaak en verzending van de tweede (aangetekende) aanmaning.

Na de tweede (aangetekende) aanmaning volgt de gedwongen invordering via gerechtsdeurwaarder.

De nieuwe wet is enkel van toepassing op consumenten, en niet op ondernemingen. Voor de eenvormigheid zullen de tarieven van het retributiereglement wel op beide categorieën worden toegepast.

Het nieuwe retributiereglement wordt vastgesteld voor de periode 1 januari 2026 - 31 december 2031.

Financiële impact

De ontvangst van deze beslissing zal geboekt worden op:

 meerjarenplan 2026-2031

 Exploitatie

 jaar

 2026-2031

 beleidsitem

 011100 - fiscale en financiële diensten

 algemene rekening

 706000 - andere verkopen en dienstprestaties

 actie

 geen

 krediet

 Te voorzien in nieuw meerjarenplan
Reglementen

Periode

Artikel 1
Er wordt voor een termijn aanvangend op 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031 een retributiereglement geheven ter invordering van niet-fiscale ontvangsten.

Schuldenaar

Artikel 2
De retributie is verschuldigd door de ondernemingen en personen aan wie een betalingsherinnering wordt gestuurd.

Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

Artikel 3 

  1. niet fiscale schuldvordering : de ontvangsten uit retributies, huurgelden en pachten en andere op eigendomsrecht gevestigde inkomsten zoals concessies. Deze vorderingen worden geacht het voorwerp te zijn van een al dan niet ondertekende overeenkomst tussen de klant en de stad Deinze.
  2. niet betwiste schuld : een schuld wordt aanzien als niet betwist als ze onbetaald blijft zonder dat de schuldenaar ze op gemotiveerde wijze heeft betwist.
  3. opeisbaarheid van facturen : een factuur wordt als opeisbaar beschouwd wanneer de betaling onmiddellijk kan worden afgedwongen, ongeacht de standaard betalingstermijn. Dit geldt met name in de volgende gevallen:
    • wanneer een gerechtelijke invordering of beslagprocedure wordt opgestart
    • bij faillissement of ander insolventieprocedures
    • wanneer de debiteur in gebreke blijft na het verstrijken van de overeengekomen betalingstermijn.
  4. betwiste schuld : een schuld wordt aanzien als rechtsgeldig betwist onder volgende voorwaarden:
    • de betwisting moet grondig gemotiveerd zijn. Een betwisting die gericht is op vertraging of uitstel wordt niet als een betwiste schuld aanzien.
    • de betwisting moet gebeurd zijn binnen de betalingstermijn, vastgesteld in de factuur.
    • de betwisting moet moet schriftelijk gebeuren (brief of elektronisch) t.a.v. het college van burgemeester en schepenen.

Procedure

Artikel 4 § 1 - vordering

Indien de inning van de niet fiscale schuldvordering niet tegelijk met het verstrekken van de prestatie of de dienst kan gebeuren, wordt een factuur verstuurd, tenzij anders bepaald in een overeenkomst. De factuur moet betaald worden binnen een termijn van 30 dagen volgend op de datum van de factuur, behoudens andere gemaakte afspraken.

Artikel 4 § 2 - eerste aanmaning 

Indien de betaling niet gebeurd is binnen de gestelde termijn zoals bepaald in § 1 hiervoor, zal een kosteloze aanmaning verstuurd worden.
De betaling moet gebeuren binnen een termijn van 14 dagen volgend op de datum van deze eerste aanmaning.

Artikel 4 § 3 - tweede aanmaning

Indien de betaling niet gebeurd is binnen de gestelde termijn van de eerste aanmaning, wordt een tweede aanmaning en laatste en aangetekende aanmaning verstuurd. Voor deze laatste aangetekende aanmaning worden invorderingskosten aangerekend. De factuur, verhoogd met de invorderingskosten, moet betaald worden binnen een termijn van 14 dagen volgend op de datum van deze laatste aanmaning.

In deze laatste aanmaning wordt meegedeeld dat, indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen voormelde termijn of niet is betwist overeenkomstig artikel 3, 4° van dit reglement, er in een volgende fase een dwangbevel zal worden overgemaakt bij deurwaardersexploot.

 Artikel 4 § 4 - dwangbevel

Indien de factuur, verhoogd met de invorderingskosten, niet betaald is binnen de gestelde termijn van de laatste aanmaning en niet betwist is overeenkomstig artikel 3, 4° van dit reglement, vaardigt de financieel directeur een dwangbevel uit via deurwaardersexploot. De verdere invorderingskosten die hiervan het gevolg zijn, zijn ten laste van de schuldenaar.

Tarieven

Artikel 5

Invorderingskosten niet fiscale ontvangsten voor het opmaken en verzenden van:

    • de eerste aanmaning : gratis
    • de tweede aanmaning : 20,00 euro

Artikel 6
Bij gedeeltelijke betaling worden eerst de eventuele aangerekende invorderingskosten aangezuiverd en vervolgens de verschuldigde hoofdsom.

Bevoegde rechtbank

Artikel 7
Alle geschillen voortvloeiend uit deze voorwaarden behoren tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het arrondissement Gent of het vredegerecht van Deinze.

Publicatie

Artikel 8
Deze beslissing zal terug te vinden zijn op de website van de stad Deinze onder www.deinze.be/retributies.

Publieke stemming
Aanwezig: Tess Minnens, Rutger De Reu, Jan Vermeulen, Sofie D'hondt, Johan Cornelis, Marleen Vanlerberghe, Bart Van Thuyne, Bruno Dhaenens, Conny De Spiegelaere, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Freija Dhondt, Gunnar Claeys, Matthias Neirynck, Stephanie Debeurme, Filip Vervaeke, Olaf Evrard, Els Baart, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter Parmentier, Bram Stroobandt, Marc Cocquyt, An Standaert, Ilse Dobbelaere, Hugo Schaeck, Zoë Van Doorne, Ronny Vermeulen, Stefanie De Vlieger
Voorstanders: Tess Minnens, Rutger De Reu, Jan Vermeulen, Sofie D'hondt, Johan Cornelis, Marleen Vanlerberghe, Bart Van Thuyne, Bruno Dhaenens, Conny De Spiegelaere, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Freija Dhondt, Gunnar Claeys, Matthias Neirynck, Stephanie Debeurme, Filip Vervaeke, Olaf Evrard, Els Baart, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter Parmentier, Bram Stroobandt, Marc Cocquyt, An Standaert, Ilse Dobbelaere, Hugo Schaeck, Zoë Van Doorne, Ronny Vermeulen
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1
Er wordt voor een termijn aanvangend op 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031 een retributiereglement geheven ter invordering van niet fiscale ontvangsten.

Artikel 2
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd en aan de betrokken dienst belast met de toepassing van dit reglement.

Artikel 3
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 2, 1° en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).