De gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994, de artikelen 41, 162 en 170 § 4.
De artikelen 464 tot en met 470/2 van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, artikel 40 en 41, 14° over de belastingbevoegdheid van de gemeenteraad.
Het gemeenteraadsbesluit van 24 januari 2019 over de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting - aanslagjaren 2019 tot en met 2025.
Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van de inwoners van de gemeente, gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om de aanvullende belasting op de personenbelasting voor de aanslagjaren 2024 en 2025 te verlagen van 7,2% naar 6,9%.
De ontvangst van deze beslissing zal geboekt worden op:
Meerjarenplan 2020-2025 |
Exploitatie |
jaar |
2024-2025 |
beleidsitem |
002000 – Fiscale aangelegenheden |
algemene rekening |
730100 - aanvullende belasting op de personenbelasting |
actie |
geen |
krediet |
toereikend |
Belastbare grondslag en belastbare periode
Artikel 1
Voor de aanslagjaren 2024-2025 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de stad Deinze op 1 januari van het aanslagjaar.
Berekeningsgrond en tarief of aanslagvoet
Artikel 2
De belasting wordt vastgesteld op 6,9% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Wijze van inning
Artikel 3
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting gebeuren door het bestuur der directe belastingen, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Inwerkingtreding en opheffing
Artikel 4
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2024.
Artikel 5
Het gemeenteraadsbesluit van 24 januari 2019 over de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting aanslagjaren 2019 tot en met 2025 wordt met ingang van 1 januari 2024 opgeheven voor de aanslagjaren 2024 en 2025 en vervangen door dit besluit.
Kopie
Artikel 6
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd en aan de betrokken dienst belast met de toepassing van dit reglement.
Bekendmaking
Artikel 7
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).