De voorzitter opent de zitting op 24/08/2023 om 19:33.
De burgemeester neemt het woord en vraagt 1 minuut stilte ter nagedachtenis van ereschepen Warnix Schelstraete.
Wegens technische problemen is de audio opname pas gestart vanaf agendapunt 6. De volledige tussenkomst van raadslid Bart Vermaercke werd bijgevolg niet opgenomen. De tussenkomst zal bezorgd worden en opgenomen worden in de notulen:
Rooilijnplan
In november 22 hebben we het heel wat vragen gesteld over het PPS en de wegenis aldaar
Dit rooilijnplan is onlosmakelijk gekoppeld aan de stadsboulevard want het is dus daar dat ook die moet komen, als die er al ooit komt natuurlijk.
Ik wil nog even in de herinnering brengen:
Vorig jaar is gezegd dat er in ‘22 een haalbaarheidsstudie zou gebeuren voor de stadsboulevard oftewel de ring door Driespoort en Pericles.
Er was dan wat geflipflop of het nu al dan neen haalbaarheidsstudie was of niet.
Ik heb de maand nadien bewezen dat het wel degelijk meerdere keren benoemd was.
Soit. Er is blijkbaar budget bij AWV om één en ander te onderzoeken of om te zetten in concrete plannen en zie: weer is het ijzig stil daarover.
In het punt dat nu voorligt gaan we ons uitspreken over een stukje busbaan.
Niet meer, niet minder. Over alle andere zaken is de gemeenteraad niet bevoegd.
Een stukje busbaan dus. Niet eens een sluitend tracé naar het station toe.
Alweer een dossier in Deinze dat gesaucissoneerd wordt.
Ik kan nog zowel wat dossiers opnoemen, maar zal daar later wel eens op terugkomen.
Alles in stukjes en brokjes
In november vroeg ik ook hoe het zit met de aankopen van de nodige gronden van WEBA om een sluitend verbinding te maken.
We zijn er mee bezig, blijkbaar nog altijd want er zijn heel wat vraagtekens.
De bezwaren zijn gekend collega’s. Leest u ze maar eens na.
Dus de ringweg door de shoppingcentra: Ik geloof weinig van uw ringweg temeer daar de reserveringszone uit de laatste vergunning voor Driespoort niet meer werd opgenomen en de Stad daar ook geen beroep meer tegen aantekende. Ik blijf het herhalen.
Laat het duidelijk zijn: Het idee van de ontsluitingsweg naar het station voor bussen en ontsluiting van een project is een heel goed idee dat zeker onze steun verdient. (Kanttekening is wel of het zo gigantisch hoog moet zijn, maar dat ligt nu niet voor.)
En dat hebben we in november ook gesteund.
We hebben het ook gesteund omdat het besluit van erfdienstbaarheid heel duidelijk is:
Ik citeer nog even uit het besluit van de erfdienstbaarheid.
“Het doel van de erfdienstbaarheid met accessoir opstalrecht is in een eerste fase de realisatie van een dienstweg voor bussen en hulpdiensten, logistiek en commercieel bestemmingsverkeer en werfverkeer voor de toekomstige projectontwikkeling. (In een latere fase kan de erfdienstbaarheid ingeschakeld worden als onderdeel van een optimalisering van de ontsluitingsstructuur in de ruime omgeving van het station, voor zover dit het logistiek en commercieel bestemmingsverkeer niet hindert.”)
Ik heb mijn huiswerk gemaakt en eens gekeken waar de ontsluitingen voor de 3000m2 winkel (lees bvb een Jumbo) en de 7000 m2 woonoppervlakte precies gaan plaatsvinden. Want ze mogen alvast niet plaatsvinden op het uitgetekende tracé van de busbaan.
En het dient gezegd: Als je van Deinze komt en je wil naar Delhaize op de middenstrook, kom je net tot aan de neus van diegene die van Astene komt op de middenstrook en naar “Jumbo” wil. Gegarandeerd miserie. U maakt verkeersproblemen in plaats van ze op te lossen.
Of die middenstrook nog veel gebruikt zal kunnen worden als busbaan is zeer de vraag.
Maar goed in het MAXWAN rapport staat toch letterlijk dat ondanks de honderden te verwachten verkeersbewegingen komt er een wachttijd zal zijn van nul seconden.
Dit dossier is niet af.
Kom er mee terug als alle onderhandelingen correct verlopen zijn zodat we duidelijk zicht hebben op wat er nu en in de toekomst gaat gebeuren.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het ontwerp van de notulen van de gemeenteraad van 20 juni 2023.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraad van 20 juni 2023 goed.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 39.
Het bestuursdecreet van 8 december 2018.
Het decreet van 3 februari 2023 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de oprichting van een deontologische commissie bij de gemeenteraad en de districtsraad.
De deontologische code, goedgekeurd op de gemeenteraad van 20 juni 2019.
De aangepaste deontologische code (vergelijking huidige versie - nieuwe versie: zie agendapunt VB-OR/2023/009 - Goedkeuren deontologische code mandatarissen)
Overeenkomstig artikel 39 van het decreet lokaal bestuur neemt de gemeenteraad een deontologische code.
De Deinse mandatarissen zijn zich bewust van hun belangrijke maatschappelijke rol. Luisterbereidheid, aanspreekbaarheid en dienstbaarheid van politici via rechtstreeks contact met de bevolking worden terecht als waardevol en noodzakelijk beschouwd in een hedendaags democratisch bestel.
Het is derhalve essentieel dat de lokale mandataris gemakkelijk bereikbaar en vlot aanspreekbaar is. Hij/zij moet weten welke de vragen en problemen, de noden en behoeften zijn die leven in de lokale gemeenschap. Daartoe dient hij/zij over de nodige instrumenten en middelen te kunnen beschikken die hem/haar in staat stellen, adequaat de te reageren op de vastgestelde knelpunten en desiderata. Die informerende, bemiddelende, ondersteunende, en begeleidende functie, die een bij uitstek sociale dimensie vertoont, met name ten bate van de zwaksten en kwetsbaarsten in de samenleving, moet dan ook erkend en positief gewaardeerd worden.
De correcte naleving van de deontologische code kan ertoe bijdragen dat ook de deontologie bij de bevolking wordt versterkt en vragen naar onoorbare tussenkomsten niet langer worden gesteld. Dergelijke dienstverlening of onoorbare vragen mogen zich uiteraard niet verplaatsen naar de ambtenarij of naar de lokale uitvoerende organen.
Door een wijziging van het decreet over het lokaal bestuur moeten vanaf 2 maart 2023 alle lokale besturen die nog geen deontologische commissie hebben er een oprichten. Dat moet zowel in de gemeente als in het OCMW. Lokale besturen die wel al een deontologische commissie hebben, moeten deze conformeren aan de nieuwe bepalingen daarover in het decreet lokaal bestuur. Ze verankeren de samenstelling, werking en bevoegdheid van de commissie in de deontologische code.
Het is dan ook aangewezen om ons huidige deontologische code aan te passen aan de nieuwe bepalingen.
Het dossier werd op de gemeenteraad van 27 april 2023 verdaagd. Op de vergadering van de fractievoorzitters van 13 juni 2023 werd beslist om artikel 43 als volgt aan te passen:
De gemeenteraad richt een deontologische commissie op.
De deontologische commissie is samengesteld uit 9 leden, waar de voorzitter van de gemeenteraad, 1 lid van het college van burgemeester en schepenen en 1 extern lid die zetelt als onafhankelijk expert steeds deel van uitmaakt. Elke fractie is vertegenwoordigd in de commissie. De deontologische commissie wordt voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad.
Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.
Het college van burgemeester en schepenen en elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is. Een plaatsvervanger is een lid van het college van burgemeester en schepenen of een raadslid voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een plaatsvervanger buiten de raad voorgesteld worden. Het college van burgemeester en schepenen of een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een plaatsvervanger in volgorde van hoe ze door de fractie werden voorgedragen.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Deontologische code mandatarissen Deinze (stad)
Inleiding
De Deinse mandatarissen zijn zich bewust van hun belangrijke maatschappelijke rol. Luisterbereidheid, aanspreekbaarheid en dienstbaarheid van politici via rechtstreeks contact met de bevolking worden terecht als waardevol en noodzakelijk beschouwd in een hedendaags democratisch bestel.
Het is derhalve essentieel dat de lokale mandataris gemakkelijk bereikbaar en vlot aanspreekbaar is. Hij/zij moet weten welke de vragen en problemen, de noden en behoeften zijn die leven in de lokale gemeenschap. Daartoe dient hij/zij over de nodige instrumenten en middelen te kunnen beschikken die hem/haar in staat stellen, adequaat de te reageren op de vastgestelde knelpunten en desiderata. Die informerende, bemiddelende, ondersteunende, en begeleidende functie, die een bij uitstek sociale dimensie vertoont, met name ten bate van de zwaksten en kwetsbaarsten in de samenleving, moet dan ook erkend en positief gewaardeerd worden.
De correcte naleving van de deontologische code kan ertoe bijdragen dat ook de deontologie bij de bevolking wordt versterkt en vragen naar onoorbare tussenkomsten niet langer worden gesteld.
Dergelijke dienstverlening of onoorbare vragen mogen zich uiteraard niet verplaatsen naar de ambtenarij of naar de lokale uitvoerende organen.
Toepassingsgebied
Artikel 1
De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen van de stad Deinze.
Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen.
Lokale mandatarissen die namens de stad andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.
Indien een mandaat namens de stad wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.
Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.
Belangenvermenging en de schijn ervan
Artikel 2
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.
Artikel 3
Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.
Artikel 4
Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.
Artikel 5
Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.
Artikel 6
Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet uitoefenen.
Artikel 7
Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het decreet Lokaal Bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.
Corruptie en de schijn ervan
Artikel 8
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.
Artikel 9
Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.
Artikel 10
Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden, tenzij het om incidentele of kleine attenties gaat waarbij corruptie en beïnvloeding uitgesloten is.
Artikel 11
Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk.
De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de stad, …).
Corruptie of beïnvloeding is uitgesloten.
Artikel 12
Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op het college van burgemeester en schepenen. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de stad en corruptie of beïnvloeding uitgesloten is.
Deze bepaling is niet van toepassing op werkbezoeken in het kader van de verbroedering.
Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur
Artikel 13
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.
Artikel 14
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Artikel 15
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.
Omgaan met informatie
Artikel 16
De gemeenteraad werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij zien erop toe dat het college van burgemeester en schepenen alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.
Artikel 17
Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.
Artikel 18
Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de stad zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.
Artikel 19
Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).
Artikel 20
Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.
Artikel 21
Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.
Artikel 22
Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.
Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen
Artikel 23
Raadsleden gaan respectvol en eerlijk om met elkaar, de leden van het college en de personeelsleden van de stad.
Artikel 24
Raadsleden richten zich tot elkaar, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie en sociale media.
Artikel 25
Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.
Artikel 26
Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.
Informatiebemiddeling
Artikel 27
Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.
Artikel 28
Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.
Artikel 29
De lokale mandatarissen verwijzen de vraagsteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachtencoördinator (dienst communicatie)
Administratieve begeleiding en ondersteuning
Artikel 30
De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.
Artikel 31
Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.
Artikel 32
De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.
Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten
Artikel 33
Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.
Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.
Artikel 34
Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.
Artikel 35
Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.
Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.
Enkele algemene bepalingen
Artikel 36
De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.
Artikel 37
De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.
Artikel 38
Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.
Artikel 39
Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.
Artikel 40
De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.
Naleving en handhaving van de code
Artikel 41
De gemeenteraad stelt regels op over het omgaan met de deontologische code en mogelijke schendingen ervan.
Artikel 42
De gemeenteraad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Artikel 43
De gemeenteraad richt een deontologische commissie op.
De deontologische commissie is samengesteld uit 9 leden, waar de voorzitter van de gemeenteraad, 1 lid van het college van burgemeester en schepenen en 1 extern lid die zetelt als onafhankelijk expert steeds deel van uitmaakt. Elke fractie is vertegenwoordigd in de commissie. De deontologische commissie wordt voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad.
Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.
Het college van burgemeester en schepenen en elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is. Een plaatsvervanger is een lid van het college van burgemeester en schepenen of een raadslid voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een plaatsvervanger buiten de raad voorgesteld worden. Het college van burgemeester en schepenen of een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een plaatsvervanger in volgorde van hoe ze door de fractie werden voorgedragen.
Artikel 44
De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.
De commissie vergadert minstens één keer per jaar en wordt in ieder geval bijeengeroepen wanneer dat nodig is conform art. 50 van deze code. De voorzitter is daarenboven gehouden de commissie bijeen te roepen op aanvraag van minstens een derde van haar leden.
De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en worden tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking gesteld van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.
De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossier gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in de raad, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen.
De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.
De leden van de commissie werken volgens volgende principes:
Artikel 45
De commissie is bevoegd voor:
Artikel 46
De gemeenteraad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
Het voorkomen van mogelijke schendingen
Artikel 47
Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Artikel 48
Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Het signaleren van vermoedens van schendingen (= start formele procedure binnen het lokaal bestuur)
Artikel 49
Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding van maken bij de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen).
Indien na het gesprek met de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen) het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad en aan de algemeen directeur die samen een vooronderzoek doen. De algemeen directeur kan een personeelslid aanwijzen om dat in zijn/haar plaats te doen.
Het onderzoeken van vermoedens van schendingen
Artikel 50
Wanneer de raadsvoorzitter en de algemeen directeur (of het daartoe aangewezen personeelslid) besluiten dat de melding onontvankelijk is dan betekent dit meteen het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De commissieleden worden hierover wel geïnformeerd.
Is de melding ontvankelijk dan onderzoekt de commissie ten gronde en roep de voorzitter van de deontologische commissie de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.
De commissie onderzoekt de melding en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden.
Na het horen van betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending en wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de gemeenteraad.
Het zich uitspreken over schendingen (= einde formele procedure binnen het lokaal bestuur)
Artikel 51
Enkel de gemeenteraad kan zich uitspreken of een mandataris van de gemeente een schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie. Als de raad beslist om af te wijken van het advies dan moet de vermeende schender de kans krijgen om door de raad zelf gehoord te worden vooraleer de raad ten gronde besluit.
Wanneer de gemeenteraad vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris van de gemeente, dan kan de raad:
Evalueren van de deontologische code
Artikel 52
Minimaal één keer per bestuursperiode evalueert de raad de deontologische code. De raad vraagt daarvoor eerst advies aan de deontologische commissie. Daarbij wordt o.a. bekeken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt.
Artikel 1
De deontologische code voor mandatarissen, goedgekeurd op de gemeenteraad van 20 juni 2019, wordt opgeheven vanaf 27 april 2023 en vervangen door dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het bestuursdecreet van 8 december 8 december 2018.
Het raadsbesluit van heden houdende het goedkeuren van de deontologische code.
Het uittreksel uit de notulen van het college van burgemeester en schepenen van 1 oktober 2019.
De e-mail van 4 juli 2023 van de fractie N-VA.
De e-mail van 4 juli 2023 van de fractie GroenRood.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 11 juli 2023.
De e-mail van 10 augustus 2023 van de fractie Open Deinze.
De e-mail van 31 juli 2023 van de fractie Vooruit.
De e-mail van 2 augustus 2023 van de fractie CD&V.
Door een wijziging van het decreet over het lokaal bestuur moeten vanaf 2 maart 2023 alle lokale besturen die nog geen deontologische commissie hebben er een oprichten. Dat moet zowel in de gemeente als in het OCMW. Lokale besturen die wel al een deontologische commissie hebben, moeten deze conformeren aan de nieuwe bepalingen daarover in het decreet lokaal bestuur. Ze verankeren de samenstelling, werking en bevoegdheid van de commissie in de deontologische code.
Op 1 oktober 2019 nam het college van burgemeester en schepenen kennis van het ontslag van de fractie GroenRood uit de deontologische commissie.
Sinds de oprichting van de deontologische commissie waren er ook verschuivingen in de samenstelling van de gemeenteraad waardoor de huidige samenstelling van de deontologische commissie niet meer actueel is.
Het is dan ook aangewezen om de leden van de deontologische commissie opnieuw aan te duiden.
Er wordt een deontologische commissie ingesteld die waakt over de naleving van de code en oordeelt over meldingen en klachten inzake inbreuken.
De deontologische commissie is samengesteld uit 9 leden, waar de voorzitter van de gemeenteraad, 1 lid van het college van burgemeester en schepenen en 1 extern lid die zetelt als onafhankelijk expert steeds deel van uitmaakt. Elke fractie is vertegenwoordigd in de commissie. De deontologische commissie wordt voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad.
Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.
Het college van burgemeester en schepenen en elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is. Een plaatsvervanger is een lid van het college van burgemeester en schepenen of een raadslid voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een plaatsvervanger buiten de raad voorgesteld worden. Het college van burgemeester en schepenen of een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.
Kandidaten en plaatsvervangers:
CD&V
Vertegenwoordiger: Gunnar Claeys
Plaatsvervanger: Nathalie Lambrecht
Open Deinze
Vertegenwoordiger: Eric Van Huffel
Plaatsvervanger: Annie Mervillie
N-VA
Vertegenwoordiger 1: Matthias Neirynck
Plaatsvervanger 1: Bart Vermaercke
GroenRood
Vertegenwoordiger: Eva Martens
Plaatsvervanger 1: Peter Parmentier
Plaatsvervanger 2: Annick Verstraete
Vlaams Belang
Vertegenwoordiger: Ortwin Depoortere
Plaatsvervanger: Olaf Evrard
Vooruit
Vertegenwoordiger: Freija Dhondt
Plaatsvervanger: Ivan De Jonge
College van burgemeester en schepenen
Vertegenwoordiger: Johan Cornelis
Plaatsvervanger: Sofie D'hondt
Prof. Dr. Herwig Reynaert, decaan van de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de universiteit Gent gaat akkoord om als onafhankelijk vertegenwoordiger deel uit te maken van de deontologische commissie.
Dit valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
Volgende personen maken deel uit van de deontologische commissie:
CD&V
Vertegenwoordiger: Gunnar Claeys
Plaatsvervanger: Nathalie Lambrecht
Open Deinze
Vertegenwoordiger: Eric Van Huffel
Plaatsvervanger: Annie Mervillie
N-VA
Vertegenwoordiger 1: Matthias Neirynck
Plaatsvervanger 1: Bart Vermaercke
GroenRood
Vertegenwoordiger: Eva Martens
Plaatsvervanger 1: Peter Parmentier
Plaatsvervanger 2: Annick Verstraete
Vlaams Belang
Vertegenwoordiger: Ortwin Depoortere
Plaatsvervanger: Olaf Evrard
Vooruit
Vertegenwoordiger: Freija Dhondt
Plaatsvervanger: Ivan De Jonge
College van burgemeester en schepenen
Vertegenwoordiger: Johan Cornelis
Plaatsvervanger: Sofie D'hondt
Onafhankelijk vertegenwoordiger
Prof. Dr. Herwig Reynaert, decaan van de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de universiteit Gent
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikels 249, 250, 257, 259 en de artikels 285 § 1, 1° en § 3, 287 en 330.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
De e-mail van 19 juli 2023 van het Agentschap Binnenlands Bestuur waarin wordt meegedeeld dat de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (7) van de stad en het O.C.M.W. Deinze (met hierin opgenomen de aanpassing van de kredieten 2023/1 en volgende jaren) werd goedgekeurd.
De beslissing van de gemeenteraad van 20 juni 2023 inzake de vaststelling van de aanpassing 2023/1 van het meerjarenplan 2020-2025 - deel stad Deinze.
Het Agentschap Binnenlands Bestuur deelde per e-mail van 19 juli 2023 mee dat de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (7) van de stad en het O.C.M.W. Deinze (met hierin opgenomen de aanpassing van de kredieten 2023/1 en volgende jaren) werd goedgekeurd.
De gemeenteraad neemt hiervan kennis.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de e-mail van 19 juli 2023 van het Agentschap Binnenlands Bestuur waarin wordt meegedeeld dat de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (7) van de stad en het O.C.M.W. Deinze (met hierin opgenomen de aanpassing van de kredieten 2023/1 en volgende jaren) werd goedgekeurd.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen en latere wijzigingen.
Het decreet van 9 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikelen 56 en 57 over de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 maart 2023.
De "Gids voor het vaststellen en toekennen van adressen" van 19 oktober 2021.
Het situeringsplan nieuwe straat en deel te wijzigen straatnaam opgemaakt door de GIS dienst.
Het overzichtsplan nieuwe straat en deel te wijzigen straatnaam opgemaakt door de GIS dienst.
Het kavelplan opgemaakt door het landmeetbureau Topomar.
Het advies van de stedelijke erfgoedraad van 19 april 2023.
De collegebeslissing van 9 mei 2023 voor de opstart van het Openbaar Onderzoek.
De affiches en het proces verbaal van het Openbaar Onderzoek.
Het advies van de Cultuurraad.
Ter hoogte van de Staggestraat - Deinzestraat te Vinkt wordt een nieuwe verkaveling aangelegd.
Voor het woonproject is de aanleg van een nieuwe wegenis vereist met het oog op een degelijke ontsluiting. De site wordt goed ontsloten via de Staggestraat en de Zandweg (enkel de hulpdiensten en zachte weggebruikers hebben toegang tot de Deinzestraat). Intern op de site wordt een nieuwe wegenis voorzien die deze ontsluiting zal bewerkstelligen.
Ten westen van het terrein (Zandweg) loopt de gemeenteweg ‘Sentier nr.40’. Deze gemeenteweg wordt mee opgenomen in de nieuwe toegangsweg.
In de zitting van 28 maart 2023 heeft het schepencollege beslist dat de procedure mag gestart worden om een naam toe te kennen aan de nieuwe straat in de verkaveling ter hoogte van de Staggestraat - Deinzestraat in Vinkt. Het gedeelte van de Zandweg die mee wordt opgenomen als toegangsweg wordt gewijzigd naar dezelfde nieuwe straatnaam.
Op de stedelijke erfgoedraad van 19 april 2023 werden volgende voorstellen gedaan:
De Gisdienst adviseert:
Het schepencollege besliste op 9 mei 2023 een openbaar onderzoek op te starten voor de naam Hertog Van Brabantstraat als naam voor de nieuwe straat en het gedeelte van de Zandweg die dienst doet als toegangsweg naar de verkaveling.
Het openbaar onderzoek werd tussen 26 mei 2023, 9.00 uur en 24 juni 2023, 9.00 uur georganiseerd.
De stedelijke cultuurraad adviseert positief.
Het proces verbaal vermeldt geen bezwaren.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De straat in de nieuwe verkaveling ter hoogte van de Staggestraat krijgt de naam Hertog Van Brabantstraat.
Tevens wordt het gedeelte van de Zandweg die dienst doet als toegangsweg naar de verkaveling hernoemd naar dezelfde nieuwe straatnaam namelijk Hertog Van Brabantstraat.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Bart Vermaercke, Annick Verstraete, Freija Dhondt (raadsleden), Bart Van Thuyne (schepen), Jan Vermeulen (burgemeester)
Het Gecodificeerd Decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
Het decreet betreffende de omgevingsvergunningen van 25 april 2014 en latere wijzigingen, artikel 31.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en later wijzigingen.
Het gemeentewegendecreet van 3 mei 2019.
Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
23.134. Rooilijnplan
23.134. Toelichting wegenis riolering hemelwater
23.134_B26 – Beschrijvende nota vergunningsaanvraag
BA_22.026_PRT_N_Typeprofiel
BA_23.134_P_N_ Grondplan ontwerp
BA_23.134_PRD_BN_Dwarsprofiel 1
BA_23.134_PRD_BN_Dwarsprofiel 2
BA_23.134_PRD_BN_Dwarsprofiel 3
BA_23.134_PRD_BN_Dwarsprofiel 4
BA_23.134_PRD_BN_Dwarsprofiel 5
BA_23.134_PRT_N_Typeprofiel 1
BA_23.134_PRT_N_Typeprofiel 2
Digitale bezwaarschriften 1 tot en met 4
a. Voorgaanden en situering van het dossier:
In de zitting van 24 november 2022 van de gemeenteraad werd de PPS-overeenkomst met betrekking tot sommige publieke lasten verbonden aan de ontwikkeling van de voormalige Periclessite te Deinze, goedgekeurd.
De PPS omhelst in zonderheid:
Het betreft een PPS-project zoals bedoeld in het decreet van 18 juli 2003 betreffende publiek-private samenwerking. PPS-projecten in de zin van het PPS-decreet zijn volgens artikel 2, 7° van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, effectief handelingen van algemeen belang. Op gemotiveerd verzoek van de aanvrager kan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 en 52 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, vaststellen dat een handeling van algemeen belang die niet in paragraaf 1 of 2 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van handelingen van algemeen belang is vermeld, een ruimtelijk beperkte impact als vermeld in artikel 4.4.7, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening heeft. Die bevoegde overheid, beoordeelt concreet of de handelingen de grenzen van het ruimtelijk functioneren van het gebied en de omliggende gebieden niet overschrijden, aan de hand van de aard en omvang van het project, en het ruimtelijk bereik van de effecten van de handelingen.
Luidens het hogervermeld artikel 4.4.7, § 2 VCRO mag in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.
Er werd een omgevingsvergunning voor het bouwen van een meergezinswoning met ondergrondse parking en commerciële ruimte met parking bij het stadsbestuur van Deinze ingediend.
Bij deze omgevingsvergunning werd een ontwerp van rooilijnplan gevoegd waardoor een beroep kon worden gedaan op artikel 12 §2 Decreet betreffende de gemeentewegen (geïntegreerde procedure).
In het kader van deze procedure werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 16 mei tot en met 14 juni 2023 met betrekking tot de omgevingsvergunningsaanvraag en het ontwerp van rooilijnplan.
Er werden in het totaal vier bezwaren ingediend.
In het kader van deze procedure wordt de omgevingsvergunning - deel zaak van de wegenis - voorgelegd aan de gemeenteraad. De vaststelling van de rooilijn, die deel uitmaakt van deze geïntegreerde omgevingsvergunningsprocedure conform artikel 12§2 Decreet Gemeentewegen, is het voorwerp van voorliggende beslissing. De aanleg van de gemeenteweg zelf zal, volgend op de beslissing met betrekking tot deze rechtshandeling, afzonderlijk in dezelfde zitting aan uw gemeenteraad ter goedkeuring worden voorgelegd. Er wordt immers rekening gehouden met de chronologie zoals opgenomen in artikel 12, §2, tweede lid van het Decreet gemeentewegen:
“Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.”
b. De impact van de nieuw gemeenteweg op de rooilijnplannen
Tot op heden is er geen rooilijnplan aanwezig op deze site.
Er dient een rooilijnplan aanwezig te zijn voor de ontwikkeling van een nieuwe gemeenteweg met het oog waarop een publieke last van kosteloze grondafstand bij omgevingsvergunning zal worden opgelegd.
Deze nieuwe gemeenteweg vervult de functie van een baan voor bussen en hulpdiensten. De aanvrager van onderhavige omgevingsvergunningsaanvraag heeft een conventionele erfdienstbaarheid bedongen met de stad als kosteloze verkrijger van de grond opdat deze busbaan in de richting van het station van Deinze ook voor de logistieke ontsluiting en ontsluiting van personenwagens voor het commerciële deel van het project, i.e. voorwerp van de omgevingsvergunningsaanvraag, zou kunnen dienen. De voorziene weg is gelegen langs de Gentsesteenweg. Deze wordt voorzien ten oosten van de projectsite.
De nieuwe rooilijn, voorwerp van deze gemeenteraadsbeslissing, is voorzien met een breedte van 20,00 m. De lengte is 90,91 m.
c. Motivering vaststelling rooilijn op basis van de artikels drie en vier van het Decreet gemeentewegen
De vaststelling van de rooilijn met het oog op de aanleg van de gemeenteweg, als (toekomstige) ontsluitingsweg, wordt hierna grondig gemotiveerd (artikel 4, 2e Decreet gemeentewegen) vanuit het algemeen belang (artikel 4, 1° Decreet gemeentewegen).
De ontsluitingsweg is vooreerst gebaseerd op een gemeentelijk beleidskader rond mobiliteit (Artikel 6, §4 Decreet gemeentewegen). De doelstelling is het verhogen van een kwaliteitsvol openbaar vervoer en een betere doorstroming van het openbaar vervoer naar het station.
De stad baseert zich hiervoor onder meer op het mobiliteitsplan:
De stad voert een geïntegreerd beleid met als doel de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren. Een gemeentelijk rooilijnplan is grafisch verordenend plan waarbij de huidige en toekomstige grenzen van een of meer gemeentewegen worden bepaald. Het gemeentelijk rooilijnplan geeft een openbare bestemming aan de gronden die in de gemeenteweg opgenomen zijn of opgenomen zullen worden.
Deze geïntegreerde aanvraag past in het kader van de realisatie van de bestemming van gronden zijnde een stedelijk project met gemengde functies wonen en handel.
Deze (toekomstige) ontsluitingsweg heeft tot doel een optimale geleiding van het busverkeer om zo de Gentstraat te ontlasten van dit verkeer. Op deze manier kunnen er vlottere busverbindingen gerealiseerd worden richting station. Het openbaar vervoer wordt meer gestimuleerd in kader van het algemeen belang.
Door de nieuwe busverbinding tussen de Gentsesteenweg en het station wordt bijgevolg bijgedragen tot de optimalisatie van de structuur, de samenhang, de toegankelijkheid en de veiligheid van het lokaal wegennet (artikel 3 Decreet gemeentewegen) en wordt tevens een belangrijke bijdrage geleverd tot de zachte mobiliteit (artikel 3 Decreet gemeentewegen) nu de dorpskern ontlast wordt van het busverkeer en daardoor opnieuw veilige ruimte kan worden teruggegeven aan de zwakke weggebruiker die haar centrumfuncties wenst te bereiken.
De gemeenteweg als ontsluitingsweg zal een duidelijke positieve impact hebben op de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid, met name in de Gentstraat. Deze ontsluitingsweg zal dienen als een baan voor bussen en hulpdiensten en tegelijk via een overeenkomst functioneren voor de logistieke ontsluiting en ontsluiting van personenwagens voor het commerciële deel van het project. Wat dat laatste betreft, kunnen uitsluitend bussen gebruik maken van het volledige tracé vanaf de Gentsesteenweg tot aan het station. De personenwagens en het logistiek verkeer hebben slechts toegang tot het eerste deel van het tracé ter hoogte van de commerciële ontwikkeling. Gelet op de beperkte doelstellingen zal deze gemeenteweg weinig of geen hinder veroorzaken voor andere weggebruikers (artikel 4, 3e decreet gemeentewegen).
De ontsluitingsweg die er dus op gericht is om de verkeerveiligheid en verkeersleefbaarheid (artikel 4, 3e decreet gemeentewegen) in de Gentsesteenweg/Gentstraat/stationsomgeving te bevorderen, is een maatregel die noodzakelijk is omwille van en maximaal rekening houdt met de gemeentegrensoverschrijdende verkeerstromen via de verschillende busverbindingen. Deze weg scheidt bovendien over een deel van het traject het bestemmingsverkeer (openbaar vervoer richting station) van het doorgaand, intergemeentelijk verkeer op de N43. De wijziging aan het wegennet wordt aldus beoordeeld in en gemotiveerd vanuit een gemeentegrensoverschrijdend perspectief (artikel 4, 4e decreet gemeentewegen).
Door de verhoging van de verkeersveiligheid wordt voldaan aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit (artikel 3 en 4, 3e Decreet gemeentewegen).
Doordat het tracé deels zal kunnen worden aangelegd over bestaande verhardingen, kan de aanleg van deze ontsluitingsweg als een quick win worden beschouwd om de doorstroming van de bussen en dus de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid (decreet gemeentewegen) in het centrum Deinze te verhogen.
De nieuwe ontsluitingsweg is ten slotte een belangrijke schakel om de verschillende ruimtelijke behoeften op een verkeersveilige manier met elkaar te verzoenen en om met het oog daarop een nieuw infrastructureel evenwicht tot stand te brengen tussen de kanalisering van het busverkeer enerzijds en de ruimtelijke behoefte aan bedrijvigheid en overige centrumfuncties (handel, stedelijke diensten, scholen,…) anderzijds. Hiermee wordt ook voldaan aan het principe van artikel 4, 5e Decreet gemeentewegen.
De nieuwe ontsluitingsweg houdt ten slotte maximaal rekening met de veiligheid en de veilige ontsluiting van de aangrenzende percelen (artikel 4, 3e decreet gemeentewegen). De plannen in bijlage tonen aan dat aangrenzende percelen bereikbaar blijven.
d. Motivatie vaststelling rooilijn (ter hoogte van de Gentsesteenweg) vanuit technisch oogpunt
De nieuwe ontsluitingsweg wordt aangelegd als een weg met een breedte van 6,00 m, met aan weerszijden een groenzone (met geïntegreerde wadi’s) van +/- 10,00 m en +/- 4,05 m. De toplaag wordt voorzien in asfalt (dikte 4 cm).
Er worden geen fietsveiligheidsstroken aangelegd aangezien de ontsluitingsweg enkel voorzien is voor (toekomstig) busverkeer en plaatselijk vracht- en personenautoverkeer voor de commerciële invulling.
De rooilijn heeft een breedte van 20,00 m. Deze breedte is noodzakelijk om voldoende groenzones met de nodige infiltratievoorzieningen te voorzien, gelet op het voorliggend project.
Deze technische duiding kadert derhalve opnieuw in een bredere motivatie op grond van het algemeen belang zoals gedefinieerd op basis van de artikels 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen.
f. Behandeling bezwaren openbaar onderzoek
1. Overzicht ingediende bezwaren
Er werd een openbaar onderzoek gehouden van 16 mei 2023 tot en met 14 juni 2023.
Tijdens het openbaar onderzoek werden 4 bezwaarschriften (waarvan 3 met betrekking tot de wegenis) ingediend waarvan de inhoud als volgt kan worden samengevat:
- Plaatselijk vrachtverkeer voor de commerciële invulling die gebruikt maakt van de gronden van aanpalende percelen
- Onder het aanpalend perceel bevindt zich een sprinklertank dat niet bestand zou zijn tegen zware voertuigen
- Gevaarlijke verkeerssituaties door het kruisen van (plaatselijk) vrachtverkeer, zwakke weggebruikers, busverkeer, ...
- De wegenis wordt voorzien voor de aanleg van de toekomstige stadsboulevard. Nu de stadsboulevard nog te ontwikkelen is, zal het voorliggend project bijkomende druk genereren op het bestaande wegennet.
- De parkeerbehoefte van de nieuwe ontwikkeling zou onvoldoende worden opgevangen op het terrein van het project zelf, hetgeen volgens de bezwaarindiener, voor bijkomende verkeersmanoeuvres zou zorgen op de drukke gewestweg.
2. Behandeling bezwaren
De gemeenteraad behandelt enkel de bezwaren voor zover zij betrekking hebben op de wegenis en het tracé van de wegenis en de rooilijnplannen.
De bezwaarschriften geven de bezorgdheden weer van de aanpalenden voor dit project en waarschuwen voor de (eventuele) nadelige gevolgen van de voorliggende aanvraag.
Het bezwaar met betrekking tot de afwikkeling van verkeer op aanpalende percelen, heeft stricto sensu geen betrekking op de percelen die voorwerp uitmaken van de voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag. Verder werd de kosteloze overdracht van deze percelen aan de stad opgelegd als last bij een eerder afgeleverde omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, d.d. 19/06/2018. Deze vergunning werd niet betwist. De vergunning is rechtmatig verleend en de stedenbouwkundige handelingen waarop de omgevingsvergunning betrekking heeft, werden inmiddels uitgevoerd. Het komt de stad toe om als toekomstige eigenaar in de meest ruime zijn over haar eigendom te beschikken, zonder dat de kosteloze overdracht de belangen van de overdragende partij evenwel schaadt. De modaliteiten daarvoor worden contractueel tussen stad en overdrager vastgelegd. De nieuwe ontsluitingsweg krijgt het statuut openbaar domein. Dit kan gebruikt worden als ontsluiting voor de aanpalende percelen.
Het bezwaar met betrekking tot de sprinklertank is evenmin gegrond. Vooreerst heeft het bezwaar betrekking op technische uitvoeringsmodaliteiten van de wegenis en niet zozeer op de rooilijn. De stad toont zich evenwel gevoelig voor deze bezorgdheid van de aangelande en onderzoekt in overleg met de eigenaar van de installaties twee mogelijke technische pistes: 1) Een stabiliteitsingenieur zal onderzoeken of de infrastructuur verstevigd kan worden zodat deze voldoende draagkracht heeft en 2) Indien het resultaat ervan negatief is, engageert de stad er zich toe om de sprinklertank te verplaatsen.
De ontsluitingsweg zal enkel gebruikt worden voor het busverkeer en logistiek en commercieel bestemmingsverkeer. Door middel van flankerende maatregelen zal de verkeersveiligheid bijkomend worden gewaarborgd, met name: een aangepast snelheidsregime en geen toegang voor de zwakke weggebruikers (fietsers/wandelaars).
De aanleg van de toekomstige stadsboulevard maakt geen deel uit van de huidige omgevingsvergunningsaanvraag. De boulevard, voorzien in het stedelijk mobiliteitsplan, maakt deel uit van een apart planproces dat in latere fase wordt opgestart. De voorliggende rooilijn maakt de realisatie van een gemeenteweg mogelijk waarvan het doel onder meer beslist werd in de gemeenteraad van 28 april 2022 (busbaan en hulpdiensten) en in het kader van de PPS-overeenkomst (in ondergeschikte zin zal deze busbaan ook fungeren voor het commercieel en logistiek bestemmingsverkeer in functie van het project dat deel uitmaakt van de PPS). Wat dat laatste betreft, kunnen uitsluitend bussen gebruik maken van het volledige tracé vanaf de Gentsesteenweg tot aan het station. De personenwagens en het logistiek verkeer hebben slechts toegang tot het eerste deel van het tracé ter hoogte van de commerciële ontwikkeling. Gelet op de beperkte doelstellingen zal deze gemeenteweg weinig of geen hinder veroorzaken voor andere weggebruikers (artikel 4, 3e decreet gemeentewegen).
Dat bij ontstentenis van een stadsboulevard de nieuwe ontwikkeling bijkomende druk genereert op het bestaande wegennet, heeft als bezwaar geen betrekking op de vaststelling van de rooilijn. Voor de volledigheid kan worden gewezen op het feit dat de rooilijn wel wordt vastgesteld met het oog op de realisatie van een busbaantraject dat precies bedoeld is om de verkeersdruk op een deel van de N43 te verminderen door een ontdubbeling van doorgaand en bestemmingsverkeer.
De organisatie van de parkeerbehoefte op het terrein van de projectsite is als dus danig een element dat geen betrekking heeft op de vaststelling van een rooilijn. Derhalve is dit bezwaar minstens voor wat betreft dit raadsbesluit ongegrond.
De bezwaarschriften met betrekking tot de zaak der wegen worden na inhoudelijke behandeling hiervan beschouwd als ontvankelijk doch ongegrond.
Over andere bezwaarschriften die niet over de wegenis/rooilijnen handelen, dient de gemeenteraad zich niet uit te spreken.
Artikel 1
De rooilijn met een breedte van 20 meter en een lengte van 90, 91 meter, ter hoogte van de site gelegen langs de Gentsesteenweg , op de percelen, kadastraal gekend als Afd. 3 Sectie A, nr. 484/k4, wordt vastgesteld zoals ingetekend op het plan als bijlage.
Artikel 2
De drie bezwaarschriften, ingediend tijdens het openbaar onderzoek met betrekking tot omgevingsvergunningsaanvraag met nummer 2022026095, voor de aanleg van een gemeenteweg, worden voor de punten met betrekking tot de rooilijnplannen, ontvankelijk doch ongegrond verklaard.
Artikel 3
De Vergunningverlenende overheid en het Departement Omgeving krijgen een kopie van deze beslissing.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het Gecodificeerd Decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
Het decreet betreffende de omgevingsvergunningen van 25 april 2014 en latere wijzigingen, artikel 31.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en later wijzigingen.
Het gemeentewegendecreet van 3 mei 2019.
Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
23.134. Rooilijnplan
23.134. Toelichting wegenis riolering hemelwater
23.134_B26 – Beschrijvende nota vergunningsaanvraag
BA_22.026_PRT_N_Typeprofiel
BA_23.134_P_N_ Grondplan ontwerp
BA_23.134_PRD_BN_Dwarsprofiel 1
BA_23.134_PRD_BN_Dwarsprofiel 2
BA_23.134_PRD_BN_Dwarsprofiel 3
BA_23.134_PRD_BN_Dwarsprofiel 4
BA_23.134_PRD_BN_Dwarsprofiel 5
BA_23.134_PRT_N_Typeprofiel 1
BA_23.134_PRT_N_Typeprofiel 2
Digitale bezwaarschriften 1 tot en met 4
a. Voorgaanden en situering van het dossier:
In de zitting van 24 november 2022 van de gemeenteraad werd de PPS-overeenkomst betrekking tot sommige publieke lasten verbonden aan de ontwikkeling van de voormalige Periclessite te Deinze, goedgekeurd.
De PPS omhelst in zonderheid:
Het betreft een PPS-project zoals bedoeld in het decreet van 18 juli 2003 betreffende publiek-private samenwerking. PPS-projecten in de zin van het PPS-decreet zijn volgens artikel 2, 7°, van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, effectief handelingen van algemeen belang. Op gemotiveerd verzoek van de aanvrager kan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 en 52 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, vaststellen dat een handeling van algemeen belang die niet in paragraaf 1 of 2 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van handelingen van algemeen belang is vermeld, een ruimtelijk beperkte impact als vermeld in artikel 4.4.7, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening heeft. Die bevoegde overheid, beoordeelt concreet of de handelingen de grenzen van het ruimtelijk functioneren van het gebied en de omliggende gebieden niet overschrijden, aan de hand van de aard en omvang van het project, en het ruimtelijk bereik van de effecten van de handelingen.
Luidens het hogervermeld artikel 4.4.7, § 2 VCRO mag in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.
Er werd een omgevingsvergunning voor het bouwen van een meergezinswoning met ondergrondse parking en commerciële ruimte met parking bij het stadsbestuur van Deinze ingediend.
Bij deze omgevingsvergunning werd een ontwerp van rooilijnplan gevoegd waardoor een beroep kon worden gedaan op artikel 12 §2 Decreet betreffende de gemeentewegen (geïntegreerde procedure).
In het kader van deze procedure werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 16 mei tot en met 14 juni 2023 met betrekking tot de omgevingsvergunningsaanvraag en het ontwerp van rooilijnplan de aanleg van nieuwe wegenis.
Er werden in het totaal vier bezwaren ingediend.
In het kader van deze procedure wordt de omgevingsvergunning - deel zaak van de wegenis - voorgelegd aan de gemeenteraad. De aanleg van de wegenis, dat deel uitmaakt van deze geïntegreerde omgevingsvergunningsprocedure conform artikel 12 §2 Decreet Gemeentewegen, is het voorwerp van voorliggende beslissing. De goedkeuring van de rooilijn is vastgesteld op dezelfde gemeenteraad onder een voorafgaand punt. Er wordt immers rekening gehouden met de chronologie zoals opgenomen in artikel 12 §2, tweede lid van het decreet.
b. Motivering van de aanleg gemeenteweg
1. Motivering aanleg nieuwe gemeenteweg op basis van artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet
Artikel 31,§1 Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt het volgende: “Als de aanvraag (voor de omgevingsvergunning) de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.” In dit dossier dient de gemeenteraad zich uit te spreken.
“De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging (1.1.), de breedte (1. 2) en de uitrusting van de gemeenteweg (1.3.), en over de eventuele opname in het openbaar domein (1.4). Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.”
1.1. DE LIGGING
1.1.1. De planologische ligging
De ligging van het tracé, dat voorwerp uitmaakt van deze beslissing, kan als volgt worden gesitueerd: er wordt nieuwe wegenis aangelegd langs de Gentsesteenweg en op de percelen, kadastraal gekend als Afd. 3 Sectie A, nr 484/k4.
Het gewestplan is op deze percelen van toepassing. De aangevraagde werken zijn gelegen deels binnen woongebied en deels binnen kmo-zone.
1.1.2. De ligging ten opzichte van de rooilijnplannen
Tot op heden is er geen rooilijnplan aanwezig op deze site.
Er dient een rooilijnplan aanwezig te zijn voor de ontwikkeling van de busbaan naar het station op deze projectsite. De voorziene wegenis is gelegen langs de Gentsesteenweg. Deze wordt voorzien ten oosten van de projectsite.
De nieuwe rooilijn, voorwerp gemeenteraadsbeslissing van huidige zitting, is voorzien met een breedte van 20,00 m. De lengte is 90,91 m.
1.1.3. Motivatie voor deze ligging
Om het perceel ruimtelijk te ordenen in functie van de beoogde ontwikkeling werd aan de linker perceelgrens een nieuw openbaar domein gecreëerd waarop de nieuwe bebouwing functioneel georiënteerd kan worden en dat tegelijk kan dienen als ontsluitingsweg voor bussen en hulpdiensten.
1.2. DE BREEDTE
1.2.1. De breedte
De breedte van de nieuwe gemeenteweg is al volgt:
De voorziene wegenis die gelegen is langs de Gentsesteenweg en op de percelen, kadastraal gekend als Afd. 3 Sectie A, nr 484/k4 binnen een 20 meter brede rooilijn wordt voorzien met een minimumbreedte van 6 meter.
1.2.2. Motivatie breedte
De nieuwe ontsluitingsweg wordt aangelegd als een weg in KWS-verharding met een breedte van 6,00 m, met aan weerszijden een groenzone (met geïntegreerde wadi’s) van +/- 10,00 m en +/- 4,05 m. De toplaag wordt voorzien in asfalt (dikte 4 cm).
Er worden geen fietsveiligheidsstroken aangelegd aangezien ontsluitingsweg enkel voorzien is voor (toekomstig) busverkeer en plaatselijk vracht- en personenautoverkeer voor de commerciële invulling.
De rooilijn heeft een breedte van 20,00 m. Deze breedte is noodzakelijk om voldoende groenzones met de nodige infiltratievoorzieningen te voorzien, gelet op het voorliggend project.
Deze technische duiding kadert derhalve opnieuw in een bredere motivatie op grond van het algemeen belang zoals gedefinieerd op basis van de artikels 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen.
1.3. DE UITRUSTING
De nieuwe wegenis wordt aangelegd met aan beide kanten een ter plaatse vervaardigde betonnen kantstrook van 30cm. Tussen de kantstroken wordt een rijweg voorzien die is voorzien van een toplaag van asfalt met een dikte van 4 cm met daaronder een onderlaag van asfalt van 6 cm. Deze rijweg wordt voldoende gefundeerd.
1.4. OPENBAAR DOMEIN
Volgens artikel 3.45, 1e lid Nieuw burgerlijk Wetboek behoren publieke goederen tot het privaat domein, behalve indien ze tot het openbaar domein zijn bestemd.
Volgens artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet spreekt de gemeenteraad zich uit over de eventuele opname van de gemeenteweg in het openbaar domein.
Aan uw raad wordt voorgesteld om alle percelen die vallen binnen de toekomstige grenzen van de nieuwe gemeenteweg te bestemmen tot het openbaar domein.
1. 5. DUIDING MET BETREKKING TOT DE VOORLIGGENDE UITRUSTING VAN DE GEMEENTEWEG
De aanvrager is overeenkomstig artikel 2.2. akte erfdienstbaarheid en artikel 2: 1 PPS-overeenkomst, beide goedgekeurd in de gemeenteraad van november 2022, verplicht om de grondstrook die bij omgevingsvergunning, kosteloos zal worden overgedragen, reeds aan te geven op de plannen. Dat is de reden waarom de zaak der wegenis met het oog op de realisatie van een gemeenteweg, nu reeds aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. Aangezien volgens dezelfde akte erfdienstbaarheid de aanvrager de grondstrook ook zal mogen gebruiken voor de ontsluiting van commercieel en logistiek verkeer, gekoppeld aan het project, heeft hij in zijn omgevingsvergunningsaanvraag een uitrusting opgenomen die voor dat verkeer geschikt en bestemd is. Eenmaal de stad Deinze haar eigen omgevingsverguningsaanvraag indient voor de ontsluitingsweg, zal de definitieve uitvoering, die noodzakelijk is voor de uitrusting van de gemeeenteweg, duidelijk vastgelegd zijn en bijgevolg opnieuw voorwerp uitmaken van een dossier gemeenteraad op grond van artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet.
2. Motivering aanleg nieuwe gemeenteweg op basis van de artikels drie en vier van het Decreet gemeentewegen
De aanleg van de gemeenteweg, als (toekomstige) ontsluitingsweg, wordt hierna grondig gemotiveerd (artikel 4, 2e Decreet gemeentewegen) vanuit het algemeen belang (artikel 4, 1° Decreet gemeentewegen).
De ontsluitingsweg is vooreerst gebaseerd op een gemeentelijk beleidskader rond mobiliteit (Artikel 6, §4 Decreet gemeentewegen). De doelstelling is het verhogen van een kwaliteitsvol openbaar vervoer en een betere doorstroming van het openbaar vervoer naar het station.
De stad baseert zich hiervoor onder meer op het mobiliteitsplan:
De stad voert een geïntegreerd beleid met als doel de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren. Een gemeentelijk rooilijnplan is grafisch verordenend plan waarbij de huidige en toekomstige grenzen van een of meer gemeentewegen worden bepaald. Het gemeentelijk rooilijnplan geeft een openbare bestemming aan de gronden die in de gemeenteweg opgenomen zijn of opgenomen zullen worden.
Deze geïntegreerde aanvraag past in het kader van de realisatie van de bestemming van gronden zijnde een stedelijk project met gemengde functies wonen en handel.
Deze (toekomstige) ontsluitingsweg heeft tot doel een optimale geleiding van het busverkeer en zo de Gentstraat te ontlasten van dit verkeer. Op deze manier kunnen er vlottere busverbindingen gerealiseerd worden richting station. Het openbaar vervoer wordt meer gestimuleerd in kader van het algemeen belang.
Door de nieuwe busverbinding tussen de Gentsesteenweg en het station wordt bijgevolg bijgedragen tot de optimalisatie van de structuur, de samenhang, de toegankelijkheid en de veiligheid van het lokaal wegennet (artikel 3 Decreet gemeentewegen) en wordt tevens een belangrijke bijdrage geleverd tot de zachte mobiliteit (artikel 3 Decreet gemeentewegen) nu de dorpskern ontlast wordt van het busverkeer en daardoor opnieuw veilige ruimte kan teruggeven aan de zwakke weggebruiker die haar centrumfuncties wenst te bereiken.
De gemeenteweg als ontsluitingsweg zal een duidelijke positieve impact hebben op de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid, met name in de Gentstraat. Deze ontsluitingsweg zal dienen als een baan voor bussen en hulpdiensten en tegelijk via een overeenkomst functioneren voor de logistieke ontsluiting en ontsluiting van personenwagens voor het commerciële deel van het project. Wat dat laatste betreft, kunnen uitsluitend bussen gebruik maken van het volledige tracé vanaf de Gentsesteenweg tot aan het station. De personenwagens en het logistiek verkeer hebben slechts toegang tot het eerste deel van het tracé ter hoogte van de commerciële ontwikkeling. Gelet op de beperkte doelstellingen zal deze gemeenteweg weinig of geen hinder veroorzaken voor andere weggebruikers (artikel 4, 3e decreet gemeentewegen).
De ontsluitingsweg die er dus op gericht is om de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid (artikel 4, 3e decreet gemeentewegen) in de Gentsesteenweg/Gentstraat/stationsomgeving te bevorderen, is een maatregel die noodzakelijk is omwille van en maximaal rekening houdt met de gemeentegrensoverschrijdende verkeersstromen via de verschillende busverbindingen. Deze weg scheidt bovendien over een deel van het traject het bestemmingsverkeer (openbaar vervoer richting station) van het doorgaand, intergemeentelijk verkeer op de N43. De wijziging aan het wegennet wordt aldus beoordeeld in en gemotiveerd vanuit een gemeentegrensoverschrijdend perspectief (artikel 4, 4e decreet gemeentewegen).
Door de verhoging van de verkeersveiligheid wordt voldaan aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit (artikel 3 en 4, 3e Decreet gemeentewegen).
Doordat het tracé deels zal kunnen worden aangelegd over bestaande verhardingen, kan de aanleg van deze ontsluitingsweg als een quick win worden beschouwd om de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid (decreet gemeentewegen) in het centrum Deinze te verhogen.
De nieuwe ontsluitingsweg is ten slotte een belangrijke schakel om de verschillende ruimtelijke behoeften op een verkeersveilige manier met elkaar te verzoenen en om met het oog daarop een nieuw infrastructureel evenwicht tot stand te brengen tussen de kanalisering van het busverkeer enerzijds en de ruimtelijke behoefte aan de bedrijvigheid en overige centrumfuncties (handel, stedelijke diensten, scholen,…) anderzijds. Hiermee wordt ook voldaan aan het principe van artikel 4, 5e Decreet gemeentewegen.
De nieuwe ontsluitingsweg houdt ten slotte maximaal rekening met de veiligheid en de veilige ontsluiting van de aangrenzende percelen (artikel 4, 3e decreet gemeentewegen). De plannen in bijlage tonen aan dat aangrenzende percelen bereikbaar blijven.
c. Behandeling bezwaren openbaar onderzoek
1. Overzicht ingediende bezwaren
Er werd een openbaar onderzoek gehouden van 16 mei 2023 tot en met 14 juni 2023.
Tijdens het openbaar onderzoek werden 4 bezwaarschriften (waarvan 3 met betrekking tot de wegenis) ingediend als volgt samengevat:
- Plaatselijk vrachtverkeer voor de commerciële invulling die gebruikt maakt van de gronden van aanpalende percelen
- Onder het aanpalend perceel (kadastraal gekend als Afd. 3 Sectie A, nr 484/h4) bevindt zich een sprinklertank dat niet bestand zou zijn tegen zware voertuigen
- Gevaarlijke verkeerssituaties door het kruisen van (plaatselijk) vrachtverkeer, zwakke weggebruikers, busverkeer, ...
- De wegenis wordt voorzien voor de aanleg van de toekomstige stadsboulevard. Nu de stadsboulevard nog te ontwikkelen is, zal het voorliggend project bijkomende druk genereren op het bestaande wegennet.
- De parkeerbehoefte van de nieuwe ontwikkeling zou volgens de bezwaarindiener onvoldoende worden opgevangen op het terrein van het project zelf, hetgeen volgens de bezwaarindiener, voor bijkomende verkeersmanoeuvres zou zorgen op de drukke gewestweg.
2. Behandeling bezwaren
De gemeenteraad behandelt enkel de bezwaren voor zover zij betrekking hebben op de wegenis en het tracé van de wegenis en de rooilijnplannen.
De bezwaarschriften geven de bezorgdheden weer van de aanpalenden voor dit project en waarschuwen voor de (eventuele) nadelige gevolgen van de voorliggende aanvraag.
Het bezwaar met betrekking tot de afwikkeling van verkeer op aanpalende percelen, heeft stricto sensu geen betrekking op de percelen die voorwerp uitmaken van de voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag. Verder werd de kosteloze overdracht van deze percelen aan de stad opgelegd als last bij een eerder afgeleverde omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, d.d. 19/06/2018. Deze vergunning werd niet betwist. De vergunning is rechtmatig verleend en de stedenbouwkundige handelingen waarop de omgevingsvergunning betrekking heeft, werden inmiddels uitgevoerd. Het komt de stad toe om als toekomstige eigenaar in de meest ruime zin over haar eigendom te beschikken, zonder dat de kosteloze overdracht de belangen van de overdragende partij evenwel schaadt. De modaliteiten daarvoor worden contractueel tussen stad en overdrager vastgelegd. De nieuwe ontsluitingsweg krijgt het statuut openbaar domein. Dit kan bijgevolg gebruikt worden als ontsluiting voor de aanpalende percelen.
Het bezwaar met betrekking tot de sprinklertank is evenmin gegrond. Vooreerst heeft het bezwaar betrekking op technische uitvoeringsmodaliteiten van de wegenis. De stad toont zich evenwel gevoelig voor deze bezorgdheid van de aangelande en onderzoekt in overleg met de eigenaar van de installaties twee mogelijke technische pistes. 1) Een stabiliteitsingenieur zal onderzoeken of de infrastructuur verstevigd kan worden zodat deze voldoende draagkracht heeft. 2) Indien het resultaat ervan negatief is, engageert de stad er zich toe om de sprinklertank te verplaatsen.
De ontsluitingsweg zal enkel gebruikt worden voor het busverkeer en logistiek en commercieel bestemmingsverkeer. Gelet op de beperkte doelstellingen zal deze gemeenteweg weinig of geen hinder veroorzaken voor andere weggebruikers (artikel 4, 3e decreet gemeentewegen).Door middel van flankerende maatregelen zal de verkeersveiligheid bijkomend worden gewaarborgd, met name: een aangepast snelheidsregime en geen toegang voor de zwakke weggebruikers (fietsers/wandelaars).
De aanleg van de toekomstige stadsboulevard maakt geen deel uit van de huidige omgevingsvergunningsaanvraag. De boulevard, voorzien in het stedelijk mobiliteitsplan, maakt deel uit van een apart planproces dat in latere fase wordt opgestart. De rooilijn maakt de realisatie van een gemeenteweg mogelijk waarvan het doel onder meer beslist werd in de gemeenteraad van 28 april 2022 (busbaan en hulpdiensten) en in het kader van de PPS-overeenkomst (in ondergeschikte zin zal deze busbaan ook fungeren voor het commercieel en logistiek bestemmingsverkeer in functie van het project dat deel uitmaakt van de PPS).
Dat bij ontstentenis van een stadsboulevard de nieuwe ontwikkeling bijkomende druk genereert op het bestaande wegennet, heeft als bezwaar geen betrekking op de nieuwe wegenis. Voor de volledigheid kan worden gewezen op het feit dat de nieuwe wegenis wel wordt vastgesteld met het oog op de realisatie van een busbaantraject dat precies bedoeld is om de verkeersdruk op een deel van de N43 te verminderen door een ontdubbeling van doorgaand en bestemmingsverkeer.
De organisatie van de parkeerbehoefte op het terrein van de projectsite is als dus danig een element dat geen betrekking heeft op de nieuwe wegenis. Derhalve is dit bezwaar minstens voor wat betreft dit raadsbesluit ongegrond.
De bezwaarschriften met betrekking tot de zaak der wegen worden na inhoudelijke behandeling hiervan beschouwd als ontvankelijk doch ongegrond.
Over andere bezwaarschriften die niet over de wegenis/rooilijnen handelen, dient de gemeenteraad zich niet uit te spreken.
Artikel 1
De aanleg van een gemeenteweg langs de Gentsesteenweg en op de percelen, kadastraal gekend als Afd. 3 Sectie A, nr 484/k4, met een breedte van minimum 6 meter, volgens de ligging en de uitrusting op plan als bijlage, wordt goedgekeurd.
Artikel 3
De drie bezwaarschriften, ingediend tijdens het openbaar onderzoek met betrekking tot omgevingsvergunningsaanvraag met nummer 2022060020, voor de aanleg van een gemeenteweg en een wijziging van een gemeenteweg, worden voor de punten met betrekking tot de wegenis, ontvankelijk doch ongegrond verklaard.
Artikel 4
Alle percelen die vallen binnen de toekomstige grenzen van de nieuwe of gewijzigde gemeenteweg, zoals respectievelijk bepaald in de artikelen 4 en 5, worden bestemd tot het openbaar domein.
Artikel 5
De Vergunningverlenende overheid en het Departement Omgeving krijgen een kopie van deze beslissing.
Artikel 6
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Artikel 173, van de Grondwet.
Artikel 40, §3, van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Artikelen 5.2.1, 5.2.5, 5.2.6 en 5.2.7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009.
De verwerkingsovereenkomst.
Het retributiereglement van 20 juni 2023 voor het verstrekken van vastgoedinformatie - aanpassing
Als stad Deinze zijn we sinds 26 juni 2023 aangesloten op het VIP-platform van Vlaanderen. Begin 2024 zal er een decreet goedgekeurd worden dat dit wettelijk regelt.
Om met de regelgeving in orde te zijn wordt een tijdelijk reglement ter goedkeuring voorgelegd, geldend van 26 juni 2023 tot het decreet Vastgoedinformatieplatform in werking treedt.
De retributie die wijzigde op 26 juni 2023 is al goedgekeurd door de gemeenteraad op 20 juni 2023.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1 - Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;
2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;
3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;
4° Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie tussen aanleverende entiteiten en aanvragers;
5° vastgoeddossier: de combinatie van verschillende datasets, samengesteld uit vastgoedinformatie met betrekking tot een perceel, of een onderdeel, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteit, door Digitaal Vlaanderen/athumi wordt samengevoegd en door de lokale overheid ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager;
6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
7° Vlaamse instantie: elk van de volgende overheidsinstanties:
a) de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 1°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
b) de instellingen met een publieke taak, vermeld in artikel I.3, 6°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, voor zover ze afhangen van de Vlaamse overheid of van een of meer andere instellingen met een publieke taak die afhangen van de Vlaamse overheid;
c) de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 7°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
8° aanvrager: de notaris of vastgoedmakelaar die in het kader van zijn beroepsactiviteiten of taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm bepaalde vastgoedinformatie nodig heeft en daartoe een aanvraag via het VIP doet;
9° algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;
12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;
13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming.
Artikel 2 - Algemeen
De stad Deinze verzamelt de opgevraagde vastgoedinformatie uit lokale gegevensbronnen. De stad Deinze doet een beroep op het VIP om vastgoedinformatie uit centrale gegevensbronnen op te halen en samen te voegen met het vastgoeddossier. De stad Deinze stelt het vastgoeddossier via het Vastgoedinformatieplatform aan de aanvrager ter beschikking.
In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, verwerkt de gemeente die gegevens met als doeleinde om aanvragers samengevoegde vastgoedinformatie uit centrale en lokale gegevensbronnen ter beschikking te stellen in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm zijn bepaald.
Met ingang van 26 juni 2023 wordt ten voordele van stad Deinze een retributie geheven op aanvragen, gedaan via het Vastgoedinformatieplatform, tot het verkrijgen van het vastgoeddossier.
Artikel 3 - Verschuldigde
De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
Artikel 4 - Bedrag
Het bedrag van de retributie werd vastgelegd in het de gemeenteraad van 20/06/2023 met referentie GR/2023/129 (Retributiereglement voor het verstrekken van vastgoedinformatie - aanpassing).
Artikel 5 - Invorderingswijze
De onbetwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling ingevorderd conform artikel 177, tweede lid, van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
De betwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling burgerrechtelijk ingevorderd.
Artikel 6 - Verwerking van persoonsgegevens
§1. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, treedt de stad Deinze voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als verwerkingsverantwoordelijke.
§2. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 persoonsgegevens met betrekking tot de volgende categorieën van betrokkenen:
1. aanvragers; en
2. houders van rechten op een perceel, of een onderdeel, waarvoor het vastgoeddossier wordt aangevraagd.
§3. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 volgende categorieën van persoonsgegevens:
1. contact- en identificatiegegevens;
2. financiële gegevens;
3. het identificatienummer van het Rijksregister/KBO-nummer;
4. vastgoedinformatie;
5. gegevens in het kader van openbare onderzoeken en overtredingen.
§4. De stad Deinze bewaart de persoonsgegevens die het verwerkt, niet langer dan noodzakelijk is om de doeleinden, vermeld in artikel 2, te bereiken en conform artikel III.87, §1 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, of tot de betrokkene vraagt om de persoonsgegevens die stad Deinze verwerkt, te verwijderen, conform de voorwaarden, vermeld in de algemene verordening gegevensbescherming. De archiveringstermijn van de persoonsgegevens bij de stad Deinze bedraagt 3 jaar overeenkomstig de bepalingen van de Selectielijst voor Vlaamse gemeentearchieven.
§5. De stad Deinze doet een beroep op agentschap Digitaal Vlaanderen/athumi voor de doeleinden omschreven in artikel 2. Agentschap Digitaal Vlaanderen/athumi treedt in dit kader op als verwerker van de stad Deinze, die de verwerkingsverantwoordelijke is. De modaliteiten van de verwerking zijn geregeld in de verwerkingsovereenkomst die te vinden is in bijlage.
Artikel 7 – Ondertekening
De vastgoeddossiers die de stad Deinze via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, worden niet ondertekend aangezien het vastgoeddossier een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het Decreet lokaal bestuur.
Artikel 8 - Vervanging voorgaande reglementering
Dit reglement vervangt vanaf 26 juni 2023 alle reglementen die betrekking hebben op vastgoeddossiers, die vanaf de bekendmaking van dit reglement kunnen worden aangevraagd via het Vastgoedinformatieplatform.
Artikel 1
Er wordt voor een termijn aanvangend op 26 juni 2023 en eindigend wanneer het nieuwe decreet Vastgoedinformatieplatform in werking treedt (geschat op 1/01/2024) een reglement goedgekeurd voor de aansluiting op het vastgoedinformatieplatform.
Artikel 2
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De verkavelingsvergunning (+ -plan) van 12 mei 2016, afgeleverd door de deputatie.
De gemeenteraadsbeslissing van 28 maart 2017.
Uittreksel kad. plan en legger.
Het bodemattest van 5 april 2022.
De ontwerpakte.
Op 12 mei 2016 werd door de deputatie een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het verkavelen van gronden gelegen ter hoogte van Bloemistenstraat-Merendreedorp-Hammeken, destijds kadastraal gekend te Nevele (Merendree), 4e Afd., sectie B, nrs. 689z4 en 693t2.
Overeenkomstig de bij deze verkavelingsvergunning opgelegde voorwaarden dienen de verkavelaars de wegenis en uitrustingen kosteloos af te staan aan de Stad en de kosten voor het verlijden van de notariële akte hiervoor ten laste nemen.
De over te nemen grond is thans kadastraal gekend te Deinze (Merendree), 15e Afd., sectie B, nr. 689c6 (opp. 2.649 m²).
Bij gemeenteraadsbeslissing van 28 maart 2017 werd aan de nieuw aangelegde wegenis de straatnaam Vierschaar toegekend.
De verkavelaars hebben geassocieerde notarissen Bernard Vanderplaetsen & Erika Redel te Lievegem aangesteld om de notariële akte voor de kosteloze grondafstand aan de Stad, op te maken.
Na bespreking.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De ontwerpakte, opgemaakt door geassocieerde notarissen Bernard Vanderplaetsen & Erika Redel te Lievegem, met betrekking tot de kosteloze overname door de Stad van de wegenis en groenzone Vierschaar (incl. infrastructuur), thans kadastraal gekend te Deinze (Merendree), 15e Afd., sectie B, nr. 689c6 (2.649 m²), ter inlijving in het openbaar domein, wordt goedgekeurd.
Artikel 2
De algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie te ontslaan ambtshalve inschrijving te nemen.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Bart Vermaercke (raadslid), Bart Van Thuyne (schepen), Jan Vermeulen (burgemeester), Freija Dhondt, Annick Verstraete (raadsleden)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De beslissing van de gemeenteraad van 2 maart 2023.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 18 april 2023.
Het schattingsverslag van 27 maart 2023.
Het uittreksel kad. plan en legger.
Het bodemattest van OVAM van 16 augustus 2022.
De EPC's.
De ontwerpakte.
In de gemeenteraadszitting van 2 maart 2023 werd principiële goedkeuring gehecht aan de minnelijke verwerving van het het pand Tolpoortstraat 144/Statieplein 1, kad. gekend te Deinze (Petegem), 3e Afd., sectie A, nr. 481w (350 m²), en dit in het kader van de herinrichting van de stationsbuurt.
Een schattingsverslag nopens deze te verwerven eigendom werd aangevraagd.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 18 april 2023 kennis genomen van het schattingsverslag van 27 maart 2023 van schattersbureau Real Estimate te Wetteren.
Uit dit schattingsverslag blijkt dat de normale verkoopprijs wordt geschat op 650.000,00 euro.
Op basis van dit schattingsverslag werden de aankooponderhandelingen opgestart welke resulteerden in een akkoord met de eigenaar voor de som van 575.000,00 euro.
De verkoper heeft notaris X. Deweer te Zulte aangesteld tot opmaak van de notariële akte welke thans ter goedkeuring voorligt.
Na bespreking.
Deze beslissing valt onder de visumplicht. Het krediet om deze beslissing uit te voeren is voorzien op:
| meerjarenplan 2020-2025 |
investering |
| jaar |
2023 |
| investeringsproject |
007 |
| subproject |
20396/01 |
| beleidsitem |
061000 |
| algemene rekening |
221000 |
| actie |
20396 |
| krediet |
600.000,00 euro |
Gunstig visum 2023/173 van Sabine Vermeersch van 07 augustus 2023
Artikel 1
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de ontwerpakte opgemaakt door notaris X. Deweer te Zulte ter verwerving van het het pand Tolpoortstraat 144/Statieplein 1, kad. gekend te Deinze (Petegem), 3e Afd., sectie A, nr. 481w (350 m²) tegen de aankoopsom van 575.000,00 euro, bovenop de kosten.
Artikel 2
Deze aankoop voor openbaar nut te verklaren, meer bepaald in het kader van de herinrichting van de stationsbuurt.
Artikel 3
De algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie te ontslaan ambtshalve inschrijving te nemen.
Artikel 4
Het schepencollege wordt gemachtigd om de Stad in rechte te vertegenwoordigen voor de administratieve afhandeling (o.m. ondertekening van de authentieke akte).
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Jan Pauwels (raadslid)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het opmetingsplan van 6 september 2021.
Het uittreksel kad. plan en legger.
De resultaten van het oriënterend bodemonderzoek.
De ontwerp-overeenkomst.
In het kader van de aanleg van een afgescheiden fietspad langsheen Vaart Linkeroever-Vaart Links dat Meigem met Nevele zal verbinden is het noodzakelijk percelen te verwerven, overeenkomstig het opmetingsplan van 6 september 2021 opgemaakt door beëdigd-landmeter expert Kenneth Smith te Deinze.
De loten 2 en 3 van het opmetingsplan zijn ondertussen aangekocht.
Voor het lot 1 (kad. percelen te Nevele, 12e afd., sectie C, deel nr. 27a en 30h) werden onderhandelingen gevoerd met de eigenaar welke op heden nog niet positief konden afgerond worden, gelet dat het perceel nr. 27A in de OVAM-inventaris geregistreerd is als risicogrond voor bodemverontreiniging (stortplaats huishoudelijk afval/baggerspecie).
Een oriënterend bodemonderzoek teneinde de bodemverontreiniging in kaart te brengen, werd reeds uitgevoerd. Het perceel bevat verontreiniging met zware metalen, PFAS, asbest,..
In zijn huidige staat kan het perceel bijgevolg niet overgedragen worden en is een sanering aan de orde.
Het perceel nr. 30H is geen risicogrond en is overdraagbaar.
De eigenaar wenst beide percelen echter in 1 akte aan de Stad te verkopen, gelet dat uit het vervuilde perceel nr. 27a er slechts een klein deeltje nodig is voor het fietspadproject en hij de uitdrukkelijke eis heeft dat de Stad het volledige perceel aankoopt.
Deze problematiek hypothekeert de aanleg van het fietspad, waardoor het bijgevolg niet anders kan dan het perceel reeds aan te wenden alvorens de notariële aankoopakte verleden is en de Stad eigenaar is.
Notaris A. Sintobin te Zelzate, zijnde notaris aangesteld door de eigenaar, heeft derhalve een ontwerp-overeenkomst opgemaakt "tijdelijke verkoop/-aankoopbelofte" voor de beide percelen.
Middels deze overeenkomst geeft de eigenaar aan de Stad met onmiddellijke ingang de toelating tot het bouwen van een fietsweg met verzaking aan het recht van natrekking op het perceel nr. 30h. Evenwel vervalt de toelating tot bouwen indien de notariële akte houdende koop/verkoop van het perceel nr. 30h niet kan worden verleden volgens volgende bepaling "opschortende voorwaarde/uitdrukkelijk ontbindend beding in voordeel van de kandidaat-verkoper" : Aankoop door de gemeente van het aanpalend perceel 27A - De aankoop bij notariële akte uiterlijk binnen 3 jaar te rekenen vanaf heden door de kandidaat-koper van het aanpalend perceel 27a met een oppervlakte volgens kadaster van 2.600 m², heden eigendom van de kandidaat-verkoper, aan een prijs van 8 euro per vierkante meter, hetzij € 20.800,00. De kandidaat-verkoper en de kandidaat-koper verklaren te weten dat het betreffend perceel op heden vervuild is.
Tussen partijen wordt overeengekomen dat de kandidaat-koper ten spoedigste al de gebruikelijke en decretaal opgelegde bodemonderzoeken en/of sanering en/of stellen van de nodige financiële zekerheden tav OVAM welke noodzakelijk zijn om het betreffend perceel te kunnen aankopen bij notariële akte en welke mogelijkerwijze na het verlijden van de notariële verkoopakte nog zouden dienen te worden uitgevoerd op haar uitsluitende kosten dient uit te realiseren en te financieren derwijze dat de kandidaat-verkoper in deze geen enkele kost heeft en hij volledig wordt gevrijwaard op alle vlak. De kandidaat-verkoper geeft de kandidaat-koper hiertoe toelating.
Partijen komen overeen en verklaren te weten dat indien uiterlijk op (3 jaar te rekenen vanaf de ondertekening van deze overeenkomst) om eender welke reden, welke niet aan de kandidaat-verkoper is te wijten, voorschreven akte houdende aankoop van voorschreven perceel 27a niet zou zijn verleden, onderhavige overeenkomst geacht zal worden nooit te hebben bestaan en dat beide partijen dienaangaande hun contractuele vrijheid hernemen.
Voor zover en indien eender welke rechtbank de bovenbeschreven opschortende voorwaarde in verband met het aanpalend perceel 27a om eender welke reden als niet bestaande of als ongeldig zou verklaren dient het niet tijdig realiseren van deze voorwaarde alsdan te worden aanzien als een uitdrukkelijk ontbindend beding tussen partijen en zal onderhavige overeenkomst geacht zal worden nooit bestaan de hebben en zullen beide partijen dienaangaande hun contractuele vrijheid hernemen.
Uit bovenvermelde clausule blijkt aldus dat de Stad alle kosten voor sanering van het vervuilde perceel nr. 27a op zich dient te nemen. Deze kosten worden door de stedelijke milieuambtenaar Steven Vandendriessche indicatief geraamd op +/- 300.000,00 euro. Mogelijks kan dit bedrag nog afwijken in positieve of negatieve zin.
In eerste instantie zal ten aanzien van de OVAM een aanvraag tot vrijstelling van saneringsplicht ingediend worden. De OVAM beschikt over een termijn van 60 dagen om deze aanvraag te beoordelen. Indien deze vrijstelling wordt toegekend dan kan de overdracht van de beide bovenvermelde percelen notarieel geregeld worden en zal de OVAM de saneringsplicht overnemen.
In het geval de OVAM de vrijstelling niet toekent dan dient de Stad de bodemsaneringsplicht op zich nemen en kan de notariële overdracht van beide percelen pas gebeuren na uitvoering van de saneringswerken.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 18 juli 2023.
Na bespreking.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht.
Indien OVAM de vrijstelling van saneringsplicht niet toekent voor het kadastraal perceel te Nevele 12e Afd., sectie C, nr. 27a, dan dienen de nodige kredieten voor de uitvoering van bodemsaneringswerken voor dit perceel bij aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 voorzien te worden.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de bodemsaneringsproblematiek met betrekking tot het kadastraal perceel te Nevele, 12e afd., sectie C, nr. 27a, zijnde noodzakelijk te verwerven perceel tesamen met het aanpalende perceel nr. 30h in het kader van de aanleg van een afgescheiden fietspad langsheen Vaart Links dat Meigem met Nevele zal verbinden. Goedkeuring wordt gehecht aan de overeenkomst "tijdelijke verkoop-/aankoopbelofte", af te sluiten met de eigenaar van deze bovenvermelde percelen, waardoor de Stad het fietspad er kan realiseren alvorens eigenaar te zijn, onder de opschortende voorwaarde dat de Stad het thans vervuilde perceel nr. 27a zal aankopen binnen de 3 jaar na ondertekening van de overeenkomst.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd de overeenkomst waarvan sprake in artikel 1 te ondertekenen en alle handelingen te stellen teneinde in eerste instantie bij de OVAM een dossier tot vrijstelling van saneringsplicht voor het perceel nr. 27a in te dienen. Indien de OVAM de vrijstelling toekent dan zal zij de verplichting tot beschrijvend bodemonderzoek overnemen van de Stad en kan de notariële overdracht gebeuren. Indien de OVAM de vrijstelling niet toekent dan wordt het college gemachtigd alle handelingen te stellen tot het uitvoeren van het saneringstraject.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Jan Pauwels, Eva Martens, Freija Dhondt (raadsleden), Bart Van Thuyne (schepen)
De gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994, artikel 173.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 41, 2de lid, 14°, over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorvoertuigen in te voeren.
De wet van 22 december 2008 waarbij aan het enig artikel van de wet van 22 februari 1965 een artikel toegevoegd wordt met betrekking tot de tenlastelegging van de belasting of retributie aan de houder van de nummerplaat.
De wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968.
Het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Het koninklijk besluit van 9 januari 2007 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
De Ministerieel Besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor personen met een handicap, gewijzigd bij ministerieel besluit van 3 maart 2003, 26 september 2005 en 24 augustus 2006.
Het Ministerieel Besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart.
De bijlage aan het retributiereglement van 24 augustus 2023 op het betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B)
Het gemeenteraadsbesluit van 24 november 2022 betreffende het Retributiereglement betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) – aanpassing.
Het ontwerp van gemeenteraadsbesluit van 24 augustus 202 betreffende het Retributiereglement betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) – aanpassing (wijzigingen fluogeel aanduiding).
Het retributiereglement betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) - aanpassing, periode 1 september 2023 tot en met 31 december 2025, wordt volgt gewijzigd:
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht. De ontvangsten van deze beslissing zullen geboekt worden op:
| meerjarenplan 20-25 | Exploitatie |
| jaar | 2022-2025 |
| beleidsitem | 022000 - Parkeren |
| algemene rekening | 701025 - Parkeren |
| actie | geen |
| krediet | toereikend |
A. Betalend parkeren
Periode
Artikel 1
De volgende bepalingen zijn van kracht van 1 september 2023 tot en met 31 december 2025.
Definities
Artikel 2
Schuldenaar
Artikel 3
De retributie onder tarief 1 of 2 is verschuldigd door de titularis van de nummerplaat die in de betalende zone parkeert, zoals gedefinieerd in het aanvullend verkeersreglement van 24 november 2022 inzake de beperkte parkeertijd op gemeentewegen of het gecoördineerd aanvullend verkeersreglement van 28 april 2022 inzake de beperkte parkeertijd op gewestwegen.
De titularis van de nummerplaat, de houder van de proefritten- of handelaarsplaat, is samen met de bestuurder van het voertuig solidair gehouden tot de betaling van de bedoelde retributie.
De retributie onder tarief 3 is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de parkeerplaats tijdelijk inneemt voor een terras of een uitstalling van waar.
Tarieven
De retributie wordt als volgt vastgesteld:
Artikel 4
Tarief 1
De bestuurder die zonder andere tijdsbeperking verkiest te parkeren, kan, hetzij in de voormiddag (van 08.30 uur tot 12.30 uur), hetzij in de namiddag (van 14.00 uur tot 18.00 uur) gedurende maximum vier uren parkeren, tegen betaling van een retributie van 25,00 EUR.
Deze retributie wordt op de automaten of bij het app- en sms-parkeren aangeduid als “tarief 1”.
De bestuurder die parkeert in de zones voor betalend parkeren zonder geldig bewijs van betaling van tarief 2 of zonder geldige gemeentelijke parkeerkaart of een speciale parkeerkaart voor mindervaliden, wordt geacht te opteren voor tarief 1. In voormeld geval zal door de concessiehouder voor het parkeerbeheer een retributiebon nageïnd worden.
Artikel 5
Tarief 2
Voor de bestuurder die opteert voor een beperkte parkeerduur geldt een retributie zoals vermeld in onderstaande oplijsting (= tarief 2):
* vanaf 0’ tot 30’ Gratis
* vanaf 31’ tot 60’ 1,00 EUR (1.00 uur)
* vanaf 61’ tot 120’ 2,50 EUR (2.00 uur)
* vanaf 121’ tot 180’ 4,00 EUR (3.00 uur)
Deze retributie wordt op de automaten of bij het app-en sms-parkeren aangeduid als “tarief 2”.
De retributie onder tarief 2 is verschuldigd van 08.30 uur tot 12.30 uur en van 14.00 uur tot 18.00 uur
Parkeerduurbeperking
Artikel 6
Ongeacht artikel vier en vijf dient de gebruiker rekening te houden met regimes van parkeerduurbeperking in de betalende zone.
Artikel 7
De maximum toegelaten parkeertijd is 3 uur in de zone, bestaande uit de hiernavolgende straten en pleinen:
- Kaaistraat ter hoogte van nummer 1 en 3
- Emiel Clausplein
- Gentpoortstraat: vanaf de Kaaistraat tot aan kruising met de Guido Gezellelaan
- Leiedam
- Kalkhofstraat
- Ghesquièrestraat
- Ramstraat
- Schutterijstraat
- Tolpoortstraat (van de Tolpoortbrug tot aan het Kruispunt Knok)
- Georges Martensstraat
- Guido Gezellelaan (m.u.v. de blauwe zones waarbij er maximum 30 minuten mag geparkeerd worden)
Artikel 8
In de centrumstraten, bestaande uit de hiernavolgende straten en pleinen wordt de parkeertijd beperkt tot maximum twee uur:
- Markt
- Gentpoortstraat: het stuk vanaf de Markt tot aan de kruising met de Kaaistraat
- Tolpoortstraat
- Gentstraat (tussen kruispunt met Georges Martensstraat en kruispunt met de Tolpoortstraat)
- Kortrijkstraat
- Bisschopstraat
Handhaving
Artikel 9
De controle door de concessiehouder voor parkeerbeheer gebeurt via nummerplaatherkenning.
Uitzondering op de betalende zone
Artikel 10
Op zondag en wettelijke feestdagen alsook op 11 juli is geen retributie verschuldigd.
Vrijstellingen van tarief 1 en 2
Artikel 11
Zijn vrijgesteld van de betaling van een tarief 1 of tarief 2 in de betalende zone de houders van een geldige gemeentelijke parkeerkaart en de mindervaliden, houders van een speciale kaart, uitgereikt door een officiële instelling, overeenkomstig het ministerieel besluit van 26 september 2005. De houders van voormelde parkeerkaarten kunnen bij gebruik ervan onbeperkt in tijd en zonder betaling van tarief 1 of tarief 2 parkeren in deze betalende zones. Wat de bewonerskaarten betreft, geldt de vrijstelling uitsluitend wanneer de parkeerplaatsen waarop de betalende zone van toepassing is in de bijlage bij dit besluit aangewezen zijn als voor de hun straat voorziene parkeeralternatieven met een bewonerskaart.
Om te kunnen genieten van de vrijstelling, dienen de houders te beschikken over een geldige parkeerkaart. De geldigheid wordt gecontroleerd op basis van nummerplaatherkenning. Gezien er geen fysieke parkeerkaarten worden verdeeld, moet dus geen parkeerkaart in het voertuig worden aangebracht, tenzij in het geval van een speciale kaart voor minder-validen. Deze kaart voor minder-validen dient derhalve zichtbaar te worden aangebracht op de binnenkant van de vooruit van het voertuig, of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
De mindervaliden, houders van een speciale kaart, uitgereikt door een officiële instelling, overeenkomstig het ministerieel besluit van 26 september 2005, worden vrijgesteld van de betaling van het voorgeschreven retributie, indien deze kaart zichtbaar is aangebracht op de binnenkant van de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
Tarief 3: forfaitair tarief voor inname parkeerplaatsen voor terrassen en uitstallingen winkelwaar
Artikel 12
Voor terrassen en uitstallingen van winkelwaar bedraagt de retributie 50,00 EUR per begonnen maand en met een maximum van 150,00 EUR per kalenderjaar en per ingenomen parkeerplaats in de zone voor betalend parkeren. Een parkeerplaats wordt gerekend aan zes strekkende meter per plaats.
Artikel 13
De retributieplichtige is ertoe gehouden veertien dagen voor het plaatsen, hiervan aangifte te doen bij het schepencollege en alle voor de retributie noodzakelijke gegevens te verstrekken.
Vrijstelling van tarief 3
Artikel 14
Terrassen die worden opgesteld ter gelegenheid van kermissen, braderieën en andere festiviteiten zijn niet onderworpen aan deze retributie.
Wijze van Betaling
Artikel 15
Voor de bestuurder die opteert voor een beperkte parkeerduur onder tarief 2 geldt een retributie die kan betaald worden:
Voor de bestuurder die opteert voor of valt onder tarief 1, wordt door de concessiehouder voor het parkeerbeheer een na-inning verstuurd. Het verschuldigd bedrag wordt door de schuldenaar overgeschreven op het rekeningnummer van de concessiehouder.
De controle zal gebeuren op basis van nummerplaatherkenning.
Artikel 16
In geval van een defect aan een parkeerautomaat is de bestuurder van een motorvoertuig die wenst te parkeren in de betalende zone gehouden een ticket te nemen aan een andere, wel werkende parkeerautomaat of over te schakelen op sms- of app-parkeren.
Artikel 17
De gebruiker van een parkeerautomaat zal geen bezwaar kunnen indienen wanneer hij, niettegenstaande het betalen van de retributie, niet kan parkeren om een reden vreemd aan de wil van het bestuur, of ingeval van verplichte evacuatie van de voertuigen op bevel van de politie.
Aansprakelijkheid
Artikel 18
Het parkeren van een motorvoertuig op een parkeerplaats in de betalende zone gebeurt steeds op risico van de gebruiker of van degene die burgerlijk verantwoordelijk is. De retributie geeft enkel recht op parkeren maar geeft de gebruiker geen enkel recht op bewaking van het geparkeerde voertuig. Het stadsbestuur is geen bewaarder van de zaak (geparkeerde voertuig) in de zin van artikel 1384, eerste lid, Burgerlijk Wetboek. Het stadsbestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welk feit dat beschadiging of verlies van het geparkeerde voertuig zou voor gevolg hebben.
Maatregelen bij weigering van betaling
Artikel 19
Bij weigering of nalatigheid om de retributie te betalen, geschiedt de invordering volgens de regels van de burgerlijke rechtspleging voor het betwiste gedeelte.
Voor het niet-betwiste gedeelte van de niet-fiscale vorderingen geschiedt de invordering overeenkomstig artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur:
Bij gebrek aan betaling van de retributiebon binnen de voorgeschreven termijn, wordt een gratis herinnering verzonden door de beheerder van de gegunde parkingsplaatsen. Bij uitblijven van een gevolg zal een aanmaningsbrief opgestuurd worden en zullen dossierkosten ten bedrage van 15,00 euro gevorderd worden ten laste van de persoon die de vergoeding verschuldigd is. Vervolgens en steeds in het geval van niet-betaling, zal het dossier voor invordering overgemaakt worden aan de gerechtsdeurwaarder.
In geval van niet-betaling na de door de gerechtsdeurwaarder ondernomen pogingen in der minne, zal deze laatste de invordering verder zetten via gerechtelijke weg.
De gedane onkosten, rechten en uitgaven in alle fasen van de invordering van de verschuldigde bedragen zijn ten laste van de schuldenaar van de retributiebon en worden toegevoegd aan de initiële tarieven (bedrag van de retributiebon en dossierkosten) te betalen door de schuldenaar.
B. Parkeren in blauwe zone
Periode
Artikel 20
De volgende bepalingen zijn van kracht van 1 september 2023 tot en met 31 december 2025.
Definities
Artikel 21
Schuldenaar
Artikel 22
De titularis van de nummerplaat wanneer deze gebruik maakt van een plaats waar parkeren toegelaten is in de blauwe zone of waar een blauwe zone-reglementering van toepassing is, zoals gedefinieerd in het aanvullend verkeersreglement van 24 november 2022 inzake de beperkte parkeertijd op gemeentewegen of het gecoördineerd aanvullend verkeersreglement van 28 april 2022 inzake de beperkte parkeertijd op gewestwegen.
Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden.
Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, § 2, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.
Tarieven
Artikel 23
De retributie wordt als volgt vastgesteld:
De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 gewijzigd op 9 januari 2007.
Als de parkeerschijf niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig is geplaatst, of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig of in geval de gebruiker de pijl niet op het streepje plaatst dat volgt op het tijdstip van aankomst of indien de gebruiker de aanduidingen wijzigt zonder dat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten, wordt de gebruiker steeds geacht te kiezen voor de betaling van het tarief 1.
Behalve wanneer bijzondere voorwaarden zijn aangebracht op de signalisatie en opgenomen in het aanvullend verkeersreglement van 24 november 2022 inzake de beperkte parkeertijd op gemeentewegen of het gecoördineerd aanvullend verkeersreglement van 28 april 2022 inzake de beperkte parkeertijd op gewestwegen, is het gebruik van de schijf voorgeschreven van 9 uur tot 18 uur op werkdagen en voor een maximale duur van 2 uur, waardoor elke overschrijding van deze of andersluidende maximale duur aanleiding geeft tot het heffen van het tarief 1.
Vrijstellingen
Artikel 24
Het in artikel 23 voorziene tarief 1 in geval van overschrijding van de maximale parkeerduur is niet van toepassing op de houders van een gemeentelijke parkeerkaart of een speciale kaart voor mindervaliden, uitgereikt door een officiële instelling, overeenkomstig het ministerieel besluit van 26 september 2005. De houders van voormelde parkeerkaarten kunnen bij gebruik ervan onbeperkt in tijd parkeren in deze blauwe zones of plaatsen waarop de blauwe zonereglementering van toepassing is. Wat de bewonerskaarten betreft, geldt de vrijstelling uitsluitend wanneer de parkeerplaatsen waarop de blauwe zone of blauwe zone-reglementering van toepassing is in de bijlage bij dit besluit aangewezen zijn als voor de hun straat voorziene parkeeralternatieven met een bewonerskaart.
Om te kunnen genieten van de vrijstelling, dienen de houders te beschikken over een geldige parkeerkaart. De geldigheid wordt gecontroleerd op basis van nummerplaatherkenning. Gezien er geen fysieke parkeerkaarten worden verdeeld, moet dus geen parkeerkaart in het voertuig worden aangebracht, tenzij in het geval van een speciale kaart voor mindervaliden. Deze kaart voor mindervaliden dient derhalve zichtbaar te worden aangebracht op de binnenkant van de vooruit van het voertuig, of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
De mindervaliden, houders van een speciale kaart, uitgereikt door een officiële instelling, overeenkomstig het ministerieel besluit van 26 september 2005, worden vrijgesteld van de betaling van de voorgeschreven retributie, indien deze kaart zichtbaar is aangebracht op de binnenkant van de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
Artikel 25
In afwijking op het onbeperkt parkeren in artikel 24 blijft de parkeerduur beperkt tot maximum 30 minuten in geval van de als Shop & Go aangewezen parkeerplaatsen in het aanvullend verkeersreglement van 24 november 2022 inzake de beperkte parkeertijd op gemeentewegen of het gecoördineerd aanvullend verkeersreglement van 28 april 2022 inzake de beperkte parkeertijd op gewestwegen.
De parkeerduur beperkt tot maximum 30 minuten in geval van de als Shop & Go aangewezen parkeerplaatsen is niet van toepassing voor de mindervaliden, houders van een speciale kaart, uitgereikt door een officiële instelling, overeenkomstig het ministerieel besluit van 26 september 2005.
Wijze van betaling
Artikel 26
De retributie is verschuldigd door de titularis van de nummerplaat, zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeersborden of wanneer geen geldige parkeerschijf werd voorgelegd.
In dat geval wordt door de concessiehouder voor het parkeerbeheer een na-inning verstuurd. Het verschuldigd bedrag wordt door de schuldenaar overgeschreven op het rekeningnummer van de concessiehouder.
De controle zal gebeuren op basis van de voorgelegde parkeerschijf.
Maatregelen bij weigering van betaling
Artikel 27
Bij weigering of nalatigheid om de retributie te betalen, geschiedt de invordering volgens de regels van de burgerlijke rechtspleging voor het betwiste gedeelte.
Voor het niet-betwiste gedeelte van de niet-fiscale vorderingen geschiedt de invordering overeenkomstig artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur:
Bij gebrek aan betaling van de retributiebon binnen de voorgeschreven termijn, wordt een gratis herinnering verzonden door de beheerder van de gegunde parkingsplaatsen. Bij uitblijven van een gevolg zal een aanmaningsbrief opgestuurd worden en zullen dossierkosten ten bedrage van 15,00 euro gevorderd worden ten laste van de persoon die de vergoeding verschuldigd is. Vervolgens en steeds in het geval van niet-betaling, zal het dossier voor invordering overgemaakt worden aan de gerechtsdeurwaarder.
In geval van niet-betaling na de door de gerechtsdeurwaarder ondernomen pogingen in der minne, zal deze laatste de invordering verder zetten via gerechtelijke weg.
De gedane onkosten, rechten en uitgaven in alle fasen van de invordering van de verschuldigde bedragen zijn ten laste van de schuldenaar van de retributiebon en worden toegevoegd aan de initiële tarieven (bedrag van de retributiebon en dossierkosten) te betalen door de schuldenaar.
Aansprakelijkheid
Artikel 28
Het parkeren op een parkeerplaats in de blauwe zone, gebeurt steeds op risico van de gebruiker of van degene die burgerlijk verantwoordelijk is. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welk feit dat beschadiging of verlies van het geparkeerde voertuig zou voor gevolg hebben. De parkeerschijf, of bij overschrijding van de maximale parkeerduur/niet-voorleggen van de parkeerschijf, de retributie, geven enkel recht op parkeren maar geven de gebruiker geen enkel recht op bewaking van het geparkeerde voertuig. Het stadsbestuur is geen bewaarder van de zaak (geparkeerde voertuig) in de zin van artikel 1384, eerste lid, Burgerlijk Wetboek. Het stadsbestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welk feit dat beschadiging of verlies van het geparkeerde voertuig zou voor gevolg hebben.
C Gemeentelijke parkeerkaarten
Periode
Artikel 29
De volgende bepalingen zijn van kracht van 1 september 2023 tot en met 31 december 2025
Definities
Artikel 30
Schuldenaar
Artikel 31
De retributie is verschuldigd door de houder van een gemeentelijke parkeerkaart in de vorm van een (tijdelijke) bewonerskaart of een gemeentelijke parkeerkaart voor de doelgroep zorgverstrekker, chauffeurs van minder mobiele personen of deelwagens alsook handelaars in de Kortrijkstraat, Gentstraat en de Tolpoortstraat het deel gelegen tussen Kortrijkstraat en Statieplein.
Voorwaarden
Artikel 32
De voorwaarden voor een bewonerskaart zijn de volgende:
Artikel 33
De voorwaarden voor een tijdelijke bewonerskaart zijn de volgende:
Artikel 34
De voorwaarden voor een gemeentelijke parkeerkaart voor de doelgroep “zorgverstrekker" zijn de volgende:
Artikel 35
De voorwaarden voor een gemeentelijke parkeerkaart voor chauffeurs die instaan voor het vervoer van minder mobiele personen zijn de volgende:
Artikel 36
De voorwaarden voor een gemeentelijke parkeerkaart voor deelwagens zijn de volgende:
Artikel 37
De voorwaarden voor een gemeentelijke parkeerkaart voor handelaars in de Kortrijkstraat, Gentstraat en de Tolpoortstraat het deel gelegen tussen Kortrijkstraat en Statieplein zijn de volgende:
• De aanvrager handelaar moet het bewijs voorleggen dat hij/zij een handelszaak heeft in de zone waarvoor de kaart wordt afgeleverd. Dit door middel van een afschrift van het handelsregister (uittreksel kruispuntbank).
• De aanvrager handelaar moet een kopie voorleggen van de inschrijvingskaart van de wagen (roze formulier), waaruit blijkt dat de wagen ofwel eigendom is van de handelszaak ofwel regelmatig gebruikt wordt door de handelaar.
• De handelaars in de Kortrijkstraat, Gentstraat en de Tolpoortstraat het deel gelegen tussen Kortrijkstraat en Statieplein kunnen met de gemeentelijke parkeerkaart voor handelaars onbeperkt in tijd parkeren op de parking Gaversesteenweg.
• De gemeentelijke parkeerkaart voor handelaars wordt vergoed volgens tarief negen.
Tarieven
Artikel 38
Indien de concessiehouder voor parkeerbeheer door controle via nummerplaatherkenning vaststelt dat een wagen niet beschikt over een nog geldige gemeentelijke parkeerkaart, dan wordt het tarief 1 (25 euro) aangerekend.
Vrijstellingen
Artikel 39
Er zijn geen vrijstellingen voor de categorie van gemeentelijke parkeerkaarten voorzien.
Wijze van betaling
Artikel 40
De retributie voor tarief vier tot en met zeven is verschuldigd door de titularis van de nummerplaat en wordt betaald door overschrijving op het rekeningnummer van de concessiehouder voor het parkeerbeheer.
In geval de retributieplichtige parkeert zonder te beschikken over nog een geldige gemeentelijke parkeerkaart, zal door de concessiehouder voor het parkeerbeheer een na-inning verstuurd worden. Het verschuldigd bedrag van tarief 1 wordt door de schuldenaar overgeschreven op het rekeningnummer van de concessiehouder.
Maatregelen bij weigering van betaling
Artikel 41
Bij weigering of nalatigheid om de retributie te betalen, geschiedt de invordering volgens de regels van de burgerlijke rechtspleging voor het betwiste gedeelte.
Voor het niet-betwiste gedeelte van de niet-fiscale vorderingen geschiedt de invordering overeenkomstig artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur:
Bij gebrek aan betaling van de retributiebon binnen de voorgeschreven termijn, wordt een gratis herinnering verzonden door de beheerder van de gegunde parkingsplaatsen. Bij uitblijven van een gevolg zal een aanmaningsbrief opgestuurd worden en zullen dossierkosten ten bedrage van 15,00 euro gevorderd worden ten
laste van de persoon die de vergoeding verschuldigd is. Vervolgens en steeds in het geval van niet-betaling, zal het dossier voor invordering overgemaakt worden aan de gerechtsdeurwaarder.
In geval van niet-betaling na de door de gerechtsdeurwaarder ondernomen pogingen in der minne, zal deze laatste de invordering verder zetten via gerechtelijke weg.
De gedane onkosten, rechten en uitgaven in alle fasen van de invordering van de verschuldigde bedragen zijn ten laste van de schuldenaar van de retributiebon en worden toegevoegd aan de initiële tarieven (bedrag van de retributiebon en dossierkosten) te betalen door de schuldenaar.
Aansprakelijkheid
Artikel 42
Het parkeren met gemeentelijke parkeerplaats op een publieke parkeerplaats gebeurt steeds op risico van de gebruiker of van degene die burgerlijk verantwoordelijk is. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welk feit dat beschadiging of verlies van het geparkeerde voertuig zou voor gevolg hebben. De gemeentelijke parkeerkaart geeft enkel recht op parkeren maar geven de gebruiker geen enkel recht op bewaking van het geparkeerde voertuig. Het stadsbestuur is geen bewaarder van de zaak (geparkeerde voertuig) in de zin van artikel 1384, eerste lid, Burgerlijk Wetboek. Het stadsbestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welk feit dat beschadiging of verlies van het geparkeerde voertuig zou voor gevolg hebben.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het retributiereglement betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) - aanpassing, periode 1 september 2023 tot en met 31 december 2025, goed.
Artikel 2
Het retributiereglement betalend parkeren (A) en het parkeren in de blauwe zone (B) - aanpassing, periode 1 september 2023 tot en met 31 december 2025, wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd en aan de betrokken dienst belast met de toepassing van dit reglement.
Artikel 4
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Jan Pauwels, Annick Verstraete (raadsleden), Jan Vermeulen (burgemeester)
Dit agendapunt is verdaagd.
Jan Pauwels, Eva Martens, Freija Dhondt (raadsleden), Trees Van Hove (schepen)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad en artikelen 388 tot en met 395 met betrekking tot intergemeentelijke samenwerkingsverbanden zonder rechtspersoonlijkheid.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De statuten van de Interlokale Vereniging Lokaal Mondiaal Beleid LoWaZoNe, artikel 23.
De statuten van de Interlokale Vereniging Stedenband Lievegem Deinze/ KeMoPoDi.
Het verslag van 1 juni 2023 van het overleg beheerscomité Interlokale Vereniging Stedenband Lievegem Deinze/ KeMoPoDi.
De jaarrekening 2022 van de Interlokale Vereniging Stedenband Lievegem Deinze/ KeMoPoDi.
Het jaaractiviteitenverslag 2022 van de Interlokale Vereniging Stedenband Lievegem Deinze/ KeMoPoDi.
Het verslag IV Stedenband van 8 juni 2022 en 20 oktober 2022.
Het verslag van de werkreis van mei 2022.
Volgens artikel 23 van de statuten van de Interlokale Vereniging Stedenband Lievegem Deinze/ KeMoPoDi moet het beheerscomité de gemeenteraden van de leden van de IV jaarlijks op de hoogte brengen van haar werking van het voorbije werkingsjaar aan de hand van een jaarverslag en een financiële nota.
Door de financiële dienst van de Stad Deinze, die beherende gemeente is voor de IV, werd de financiële nota over werkingsjaar 2022 opgesteld en voorgesteld aan het beheerscomité van de IV op 1 juni 2023. Het boekjaar van de IV loopt van 1 januari tot 31 december, de financiële nota werd vastgesteld en goedgekeurd door het beheerscomité, nu wordt deze ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraden van Lievegem en Deinze.
Het beheerscomité van de Interlokale Vereniging Stedenband Lievegem/Deinze/KeMoPoDi stelt de jaarrekening 2022 en het gecumuleerd overschot 2022 vast ten bedrage 14.381,74 euro en keurt deze goed die zal worden overgedragen naar het budget IV 2023.
Toelichting Jaarrekening 2022:
De ontvangsten 2022 bedroegen 82397,15 euro, zijnde intergemeentelijke bijdragen van Lievegem en Deinze (zoals beschreven in de statuten), 5000 euro subsidie provincie, 10% loonkost Brigitte Noordwerking Lievegem, bijdrage maaltijdcheques, Federale subsidie afvalprogramma
Hierbij een detail van de ontvangsten 2022:
Tussentotaal gemeentelijke subsidies: 36.784,55 euro
Dit geeft een algemeen totaal ontvangsten voor de uitvoering programma IV: 75.195,08 euro.
Dit komt overeen met de jaarrekening onder AR 740651.
Bijdrage in loon door Lievegem voor noordwerking Lievegem (geen stedenbandwerking, maar wel geplaatst op beleidsitem IV) : 7.078,90 euro
Dit komt overeen met de jaarrekening onder AR 747025.
Totaal ontvangsten op beleidsitem IV Stedenband: 82397,15 euro
2. Uitgaven 2022 = 87.385,31 euro
werkingsmiddelen: 6.598,53 euro (3.098,53 euro van het budget IV Stedenband en 3500 euro van de federale subsidie).
personeelskost (60% VTE): 41.622,25 euro
subsidies aan partners (ngo GRAIM, school Keur Guilaye): 39.164,53 euro
De ontvangsten 82397,15 euro – de uitgaven 87.385,31 euro geeft voor 2022 een tekort van - 4.988,16 euro (Saldo budgettaire opbrengsten - kosten boekjaar 2022).
Van 2021 werd een overschot van 19.369,90 euro overgedragen.
Dat betekent dat het gecumuleerd overschot van de IV Stedenband 2022 (19.369,90 - 4.988,16 – aanpassing vakantiegeld) 14.381,74 euro bedraagt, die worden overgedragen naar budget 2023.
Door de indexering van het loon van Brigitte en het niet-indexeren van de toelagen (tenzij een beetje o.b.v. het stijgend inwonersaantal), slinken de reserves van de IV. De bijdragen (doorstorting van de sectorale subsidies én een bijdrage per inwoner van Deinze en Lievegem, in 2022 samen 36.785 euro) volstaan intussen niet meer om Brigitte haar brutoloonkosten te betalen (2022: 41.618 euro). De IV ontvangt ook wel nog projectsubsidies maar die zijn voornamelijk door te storten naar Senegal of naar de stedenbandraad. 2022 is afgesloten met een tekort van € 4.988 en met 14.381,74 euro aan resterende reserves.
De loonkost zal komende jaren nog telkens met 2% stijgen, dat wil zeggen dat bij gelijkblijvende werkingsmiddelen van 2000 euro de reserves op zullen zijn in 2025. Voor de fusie en net na de overgang naar de nieuwe IV waren er gemiddeld 8000 euro werkingsmiddelen beschikbaar, voor activiteiten naar draagvlakverbreding, acties voor scholen, projectwerking in KeMoPoDi, werkreizen, ontvangst delegaties, …
Met de huidige 2000 euro werkingsmiddelen kan er geen stedenbandwerking uitgevoerd worden. De stedenband is intergemeentelijk, de bijdrage worden reeds verdeeld door 2 gemeenten. Het budget aan jaarlijkse werkingsmiddelen van 2000 euro ligt een heel pak lager dan wat VVSG voorstelt als werkingsbudget, zijnde +/- 15.000 euro per jaar vanuit eigen middelen, dit voor een 1 op 1 stedenband, en minstens 0,5 VTE voor de opvolging van het stedenbandprogramma.
Uit een vergelijkende studie van VVSG blijkt het werkingsbudget van andere stedenbanden te liggen tussen de 5000 euro - 85 000 euro. Het gaat hier enkel over een werkingsbudget, los van de personeelsmiddelen.
Er is afgesproken dat er een nota voor het CBS opgesteld wordt met een voorstel rond het budget voor de IV Stedenband voor een gezonde stedenbandwerking naar de toekomst toe.
Voornaamste realisaties 2022 (zie jaarverslag)
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de jaarrekening en jaarverslag 2022 van de Interlokale Vereniging Stedenband Lievegem Deinze/ KeMoPoDi en keurt deze goed.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen en latere wijzigingen.
De wet van 18 december 2002 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.
Het decreet van 27 maart 1991 over de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding en latere wijzigingen.
Het decreet van 23 oktober 1991 en latere wijzigingen betreffende de medezeggenschap in het gesubsidieerd onderwijs.
De wet van 19 december 1974 en latere wijzigingen tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van har personeel.
Het arbeidsreglement van de gemeentescholen.
Het verslag van het vakbondsoverleg van 27 april 2023 (goedkeuren deconnectienota).
Na onderhandeling met de vakbonden is het de bevoegdheid van de gemeenteraad om de arbeidsreglementen voor het gesubsidieerd personeel van de gemeentescholen goed te keuren. Alle personen die onder gezag arbeid verrichten in het gemeentelijk onderwijs moeten geïnformeerd worden over de voorwaarden die op hun arbeidsverhouding van toepassing zijn.
Belangrijkste wijzigingen (alle wijzigingen staan in het document in bijlage in fluogeel):
Deze beslissing is niet onderworpen aan de visumplicht en heeft geen financiële implicaties.
Artikel 1
Het arbeidsreglement voor de personen die onder gezag arbeid verrichten in de gemeenteschool De Vaart(Nevele) met instellingsnummer 131953 en de gemeenteschool 't Wilgennest(Landegem) met instellingsnummer 24679, wordt goedgekeurd.
Artikel 2
De personeelsleden van de gemeentescholen worden in kennis gesteld over waar het arbeidsreglement en de reglementaire teksten waarnaar het verwijst, kunnen geraadpleegd worden.
Artikel 3
Deze beslissing wordt voor kennisgeving overgemaakt aan de personen die onder gezag arbeid verrichten in de gemeentescholen en aan de FOD Werkgelegenheid, Directie toezicht op de sociale wetten.
Artikel 4
Dit besluit van de gemeenteraad en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Matthias Neirynck, Peter Parmentier (raadsleden), Jan Vermeulen (burgemeester)
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, meer specifiek de artikels 1, 2 en 3.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikels 40 en 41 over de bevoegdheid van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 juli 2023 over de subsidie herinneringseducatie - schoolbezoek Dossinkazerne en fort Breendonk.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 28 februari 2023 over het subsidiekader stad en OCMW Deinze en eventuele latere wijzigingen.
Het online aanvraagformulier tot het bekomen van een subsidie herinneringseducatie.
Heel wat mensen zijn wereldwijd op de vlucht voor oorlog en geweld. De gruwelijkheden herinneren ons aan de gebeurtenissen tijdens WO II die ook in onze stad plaatsvonden. Die herinnering helpt ons om te blijven bouwen aan een vredevolle samenleving.
Ook voor de jongeren uit onze stad kan de herinnering aan het verzet tijdens WO II en de holocaust een stimulans zijn om na te denken over en te werken aan vrede. De scholen hebben een belangrijke taak om de herinnering levendig te houden.
Het stadsbestuur wil de Deinze scholen financieel ondersteunen om deze taak op te nemen.
Het krediet om deze beslissing uit te voeren is voorzien op:
| meerjarenplan 2020-2025 |
Exploitatie |
| jaar |
2024 |
| beleidsitem |
088900 - Ondersteunende diensten van het onderwijs |
| algemene rekening |
649150 - Algemene werkingssubsidies aan verenigingen met reglement |
| actie/kostenplaats |
EDUCATIE |
| krediet |
1.500 euro |
Periode
Artikel 1
Er wordt voor een termijn aanvangend op 1 september 2023 en eindigend op 31 december 2025 een subsidiereglement gevestigd voor het toekennen van een subsidie voor de organisatie van een schoolbezoek in functie van herinneringseducatie.
Begunstigden
Artikel 2
De subsidie kan toegekend worden aan Deinse secundaire scholen die met leerlingen een bezoek brengen aan de Dossin kazerne in Mechelen of Fort Breendonk in Willebroek.
Bedrag van de subsidie
Artikel 3
De subsidie bedraagt € 5 per leerling die met de school een gegidst bezoek brengt aan de Dossin kazerne of aan Fort Breendonk.
Procedure (aanvraag, beslissing, staving)
Aanvraag van de subsidie
Artikel 4
De subsidie kan enkel aangevraagd worden na het bezoek via het daartoe bestemde online formulier, te vinden op www.deinze.be/onderwijs.
Artikel 5
De school betaalt het bezoek. Op het einde van het schooljaar wordt de subsidie na goedkeuring door het schepencollege uitbetaald aan de school.
Artikel 6
De factuur van het bezoek geldt als bewijsstuk en wordt ter inzage gegeven wanneer het stadsbestuur daarom verzoekt.
Betwistingen
Artikel 7
Alle betwistingen over de toepassing van onderhavig reglement worden beslecht door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 1
Er wordt voor een termijn aanvangend op 1 september 2023 en eindigend op 31 december 2025 een subsidiereglement gevestigd voor het toekennen van een subsidie voor de organisatie van een schoolbezoek in functie van herinneringseducatie.
Artikel 2
Het online aanvraagformulier, zoals in bijlage geviseerd, voor het bekomen van de subsidie opgenomen in artikel 1, wordt goedgekeurd.
Artikel 3
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd en aan de betrokken dienst belast met de toepassing van dit reglement.
Artikel 4
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, meer specifiek de artikels 1, 2 en 3.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikels 40 en 41 over de bevoegdheid van de gemeenteraad.
Het decreet van 30 november 2007 (en latere wijzigingen) betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 februari 2023 over het subsidiekader stad en OCMW Deinze en eventuele latere wijzigingen.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 4 juli 2023 over een gedeeltelijke terugbetaling van zwembeurten in het basisonderwijs.
Het online aanvraagformulier tot het bekomen van een gedeeltelijke terugbetaling van zwembeurten in het basisonderwijs.
Het decreet flankerend onderwijsbeleid voorziet in de gelijke toegang van de scholen tot het zwembad. Omdat het niet mogelijk en niet wenselijk is om alle Deinse scholen in Palaestra te laten zwemmen, wordt de meerprijs voor toegang tot andere zwembaden verrekend voor de scholen die buiten Deinze zwemmen.
Tot nu toe gebeurde dat aan de hand van de ingediende facturen van de betreffende zwembaden. Deze werkwijze zorgt zowel bij de scholen als bij de betrokken stadsdiensten voor een grote werkbelasting, die niet in verhouding staat t.o.v. de geringe bedragen.
Een subsidiereglement zal de werkwijze aanzienlijk vereenvoudigen.
Het krediet om deze beslissing uit te voeren is voorzien op:
| meerjarenplan 2020-2025 |
Exploitatie |
| jaar |
2023 |
| beleidsitem |
088900 - Ondersteunende diensten van het onderwijs |
| algemene rekening |
649200 * - Samenwerkingsovereenkomsten |
| actie |
geen |
| krediet |
1.000 euro |
* Te verschuiven van 649200 naar 649150 (via aanpassing meerjarenplan 2023/2)
Periode
Artikel 1
Er wordt voor een termijn aanvangend op 1 september 2023 en eindigend op 31 december 2025 een subsidiereglement gevestigd voor het toekennen van een gedeeltelijke terugbetaling van zwembeurten in het basisonderwijs.
Begunstigden
Artikel 2
De basisscholen van Deinze die met leerlingen gaan zwemmen buiten Deinze kunnen een gedeeltelijke terugbetaling ontvangen.
Bedrag van de subsidie
Artikel 3
Het bedrag van de subsidie is gelijk aan het verschil tussen de prijs van een schoolzwembeurt in Palaestra met de prijs van een schoolzwembeurt in het zwembad waar de betrokken school gaat zwemmen, vermenigvuldigd met het aantal zwembeurten van het betreffende schooljaar.
Artikel 4
Wanneer een school zwembeurten organiseert in een eigen zwembad, bedraagt het subsidiebedrag € 0,15 per zwembeurt.
Artikel 5
De zwembeurten die vanuit het departement onderwijs (1 jaar gratis zwemmen) bekostigd worden, komen niet in aanmerking voor subsidiëring en mogen dus niet ingediend worden bij de aanvraag.
Procedure (aanvraag, beslissing, staving)
Aanvraag van de subsidie
Artikel 6
De subsidie kan per schooljaar aangevraagd worden. Deadline voor het indienen van de aanvraag is 15 september, voor het volledige voorbije schooljaar. De subsidie wordt voor 31 december van dat jaar uitbetaald.
Artikel 7
Aanvragen kunnen enkel via het daartoe bestemde online formulier dat te vinden is op www.deinze.be/onderwijs.
Artikel 8
De facturen van het zwembad gelden als bewijsstukken. De school dient deze voor te leggen wanneer het college van burgemeester en schepenen daarom verzoekt.
Betwistingen
Artikel 9
Alle betwistingen over de toepassing van onderhavig reglement worden beslecht door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 1
Er wordt voor een termijn aanvangend op 1 september 2023 en eindigend op 31 december 2025 een subsidiereglement gevestigd voor het toekennen van de gedeeltelijke terugbetaling van zwembeurten in het basisonderwijs.
Artikel 2
Het online aanvraagformulier, zoals in bijlage geviseerd, voor het bekomen van de subsidie opgenomen in artikel 1, wordt goedgekeurd.
Artikel 3
De kredieten opgenomen voor deze uitgave zullen verschoven worden van AR 649200/BI 088900 naar AR 649150/BI 088900 via aanpassing van het meerjarenplan 2023/2.
Artikel 4
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd en aan de betrokken dienst belast met de toepassing van dit reglement.
Artikel 5
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De brief van 26 juni 2023 van IGS Westlede waarin de agenda wordt meegedeeld.
De beslissing van de gemeenteraad van 24 januari 2019 waarbij mevrouw Stephanie Debeurme, gemeenteraadslid, werd aangeduid als vertegenwoordiger en mevrouw Conny De Spiegelaere, schepen, als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van IGS Westlede voor de huidige legislatuur.
De stad Deinze is aangesloten bij IGS Westlede in de provincie Oost-Vlaanderen.
De gemeente wordt per aangetekend schrijven van 26 juni 2023 opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering op 10 oktober 2023 die plaatsvindt in het hoofdgebouw van crematorium Westlede in Lochristi om 19.00 uur met als agenda:
1. Wijziging van de statuten teneinde deze in overeenstemming te brengen met het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen
2. Voorstel tot goedkeuring van de algehele nieuwe tekst van de statuten
3. Omvorming van de statutair onbeschikbare eigen vermogensrekening in een beschikbare eigen vermogensrekening
4. Bevestiging van de benoeming van de bestuurders.
Artikel 1
Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Algemene Vergadering van dinsdag 10 oktober 2023 van de IGS Westlede welke plaatsvindt om 19.00 uur in het hoofdgebouw van crematorium Westlede in Lochristi:
Artikel 2
Aan de vertegenwoordiger van de stad, mevrouw Stephanie Debeurme, en de plaatsvervangend vertegenwoordiger, mevrouw Conny De Spiegelaere, wordt het mandaat gegeven tot goedkeuring van de agendapunten van de Algemene Vergadering van de IGS Westlede van 10 oktober 2023.
Artikel 3
Een kopie van dit besluit zal in 2 exemplaren worden overgemaakt aan IGS Westlede, Smalle Heerweg 60, 9080 Lochristi.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Bart Vermaercke (raadslid), Jan Vermeulen (burgemeester)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Toelichting en motivering:
De Stad Deinze is eigenaar van het perceel aan de Pontstraat 64+ (Volkstuinpark Astene en Bunker).
Hierop bevindt zich de toegangspoort tot Hoeve Goed ’s Ridders (mogelijk 18de eeuw). Deze poort is niet beschermd maar staat wel op de Inventaris Bouwkundig Erfgoed. (https://inventaris.onroerenderfgoed.be/aanduidingsobjecten/130063)
De toegangspoort is momenteel zwaar vervallen en dreigt onherstelbaar te worden bij een niet dringende aanpak.
Als goede huisvader dient de stad haar erfgoed maximaal te beschermen en te onderhouden.
Een analyse en stappenplan voor de instandhouding van dit erfgoed dient prioritair opgemaakt te worden.
Bijlagen:
Foto’s poort
Legger eigendom
Besluit
De gemeenteraad vraagt het college om prioritair een analyse en plan van aanpak op te maken voor herstelling en instandhouding van het toegangshek met pijlers.
Artikel 1
De gemeenteraad vraagt het college om prioritair een analyse en plan van aanpak op te maken voor herstelling en instandhouding van het toegangshek met pijlers.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Bart Vermaercke (raadslid), Bart van Thuyne, Bruno Dhaenens (schepenen), Jan Vermeulen (burgemeester), Matthias Neirynck, Peter Parmentier (raadsleden), Johan Cornelis (schepen), Kristof Van den Berghe (raadslid), Filip Vervaeke (schepen)
Raadslid Bart Vermaercke
Karrewegstraat – Kortrijkseheerweg (1)
(Opvolgingsvraag)
De verkeerscommissie adviseerde maanden geleden op onze vraag om de snelheid terug te brengen tot 50 km/u. en de tonnagebeperking te bekijken (nu tot 7,5 ton!) en oog te hebben voor handhaving en andere maatregelen.
Op eerdere vragen werd geantwoord dat er zal samengezeten worden met de gemeente Nazareth gezien het om een deelweg gaat.
Ik citeer: Op korte termijn is het de doelstelling van stadsbestuur Deinze om samen met het bestuur te Nazareth een snelheidsbeperking in te voeren. Tevens zal ook het verbod zwaar vervoer besproken worden.
Vraag:
Wanneer werd samengezeten met Nazareth en wat was het resultaat?
Wanneer wordt dit uitgevoerd?
Aanlegsteiger groene brug Sint-Martens-Leerne (2)
Aan de rechterzijde (komende van Deurle) bevindt zich een openbare aanlegsteiger over de Leie (is dus niet die van de private club aan de overzijde).
Jaarlijks komt de Sint aan bij die aanlegsteiger. Voor die oude man is het bijzonder penibel om van de boot uit te stappen op een steiger waar de planken ontbreken, losliggen of dreigen te breken. De lieve kindertjes van de Gezinsbond kunnen dus vroeg of laat getuige zijn dat de oude man door de steiger in het water valt en mogelijks aan zijn einde komt.
Er wordt gewezen naar de provincie, maar het is echter de Vlaamse Waterweg die eigenaar is.
Vraag: Aangezien het stadsbestuur goede contacten heeft bij de VWW willen we dan ook vragen om dit aan te kaarten bij de desbetreffende verantwoordelijken op een eerstvolgend onderhoud?
Wordt er meteen geijverd een kajaksteiger bij aan te leggen, dan zou dit natuurlijk een meerwaarde betekenen voor sportief Deinze en omgeving?
Kan er dan teruggekoppeld worden met het antwoord van de VWW?
Bijlage: foto’s aanlegsteiger.
Stadspark SWADL (3)
Eind dit jaar en begin volgend jaar worden de eerste woningen opgeleverd in SWADL 1.
De verkoop van deze appartementen werd actief gepromoot door het stadsbestuur.
De toezegging werd dan ook gedaan dat men vanuit deze appartementen zicht zou hebben op de Leie, de Tolpoortbrug en het Sint-Poppoplein via een aan te leggen nieuw stadspark.
Vele eigendommen werden daar reeds voor verworven door de Stad (Roos, Garage, Chantys, Wasserij, Orange…)
Op de gemeenteraad van 27 mei 2021 werd het principe goedgekeurd voor de aankoop van het magazijn 22+ en de tuin van Tolpoortstraat 24.
Op de gemeenteraad van 22 juni 2021 werd de aankoop van het magazijn goedgekeurd.
Het magazijn wordt nog steeds gebruikt door de oorspronkelijke eigenaar en paalt quasi aan de appartementen die binnenkort opgeleverd worden. Na afbraak zullen de bewoners amper zicht hebben op de Leie daar er heel wat bomen het zicht ontnemen.
Ondertussen gaan die bouwwerken dus in de voleindingsfase en zijn heel wat kopers en toekomstige bewoners serieus ongerust en voelen ze zich zelfs bedrogen, dit zowel door het Stadsbestuur als door de verkopers omdat zij ook het argument van dat nieuwe Stadspark aanhaalden en die kopers daarom dan ook voor die ligging kozen.
1. Wanneer zal het reeds verworven magazijn leeggemaakt en afgebroken worden?
2. Welke eigendommen moeten nog verworven worden?
3. Welk budget is daarvoor voorzien?
4. Wat is de stand van zaken in de verwerving?
5. Waarom is deze verwerving nog niet rond?
6. Waarom is Veneco ingeschakeld in de onderhandelingsprocedure?
7. Hoe kan het dat de verkopers en het stadsbestuur dit nog aan te leggen nieuw Stadspark als argument gebruikten om kopers te overtuigen …. zonder dat zij het “bewijs” hadden dat dit reeds in een realiseerbare fase was beland ?
8. Is de aanleg van het stadspark realiseerbaar? Zo ja: op welke termijn?
9. Gaat het stadsbestuur de eigenaars/bewoners inlichten van de stand van zaken?
10. In het meerjarenplan is de verkoop van de kop van de Tolpoortstraat ingeschreven. Welke eigendommen worden daar precies mee bedoeld en wanneer wordt dit op de markt gebracht?
11. Bestaat de mogelijkheid dat de hele kop van de Tolpoortstraat (dus tot aan het aan te leggen stadspark) ook volgebouwd wordt met appartementen?
Bijlage: leggers, foto’s, plannen.
Raadslid Matthias Neirynck
Borden "de skyline van Deinze" (4)
Sinds juli vorig jaar kan men een metalen bord van de "skyline van Deinze" kopen aan 40 euro per stuk. Dit om onze stad te promoten en in beeld te brengen.
Hierover heb ik volgende vragen:
- Hoeveel van deze borden werden er in een jaar tijd verkocht?
- Hoeveel van deze borden werden er cadeau gedaan als relatiegeschenk?
- Hoeveel borden zijn er nog beschikbaar en worden deze nog verkocht gezien de "skyline" intussen wel veranderd is.
- Is het de bedoeling om een vernieuwde versie van deze "skyline" te maken?
Handhaving taalwetgeving (5)
Er worden in opdracht van de Vlaamse Waterweg werken uitgevoerd aan de oevers van het Schipdonkkanaal en de Leie op grondgebied Deinze. Hierbij wordt er ook een omleiding voorzien op ons grondgebied. Deze omleiding wordt voor een deel enkel in het Frans aangegeven (onder andere Dhoye). Mijn vragen zijn hierover de volgende:
- Welk beleidsniveau is verantwoordelijk voor het naleven van de taalwetgeving?
- Welke actie onderneemt de stad om deze inbreuk teniet te doen?
Raadslid Peter Parmentier
Riolerings- en zuiveringsgraad in Deinze (6)
In 2020 bleek, in de nasleep van een VRT-programma, dat de riolerings- en zuiveringsgraad in Deinze ver achter zat op het Vlaams gemiddelde. Deinze had toen een rioleringsgraad van 75,59 procent en een zuiveringsgraad van slechts 64,07 procent. Dit was een vooral een probleem in het vroegere Nevele met slechts 59,5 procent. Maar ook het vroegere Deinze zat met ruim 80 procent onder het gemiddelde van Vlaanderen, namelijk een rioleringsgraad van 86,27 procent en een zuiveringsgraad van 83,84. Het stadsbestuur beloofde toen beterschap.
Drie jaar later merken we dat we met de laatste cijfers (riool: 78 en zuiver: 66 ) amper stegen en we het nog steeds perfect 10 procent slechter doen dan het Vlaams gemiddelde. Het landelijk karakter van een gemeente maakt het niet eenvoudig maar gemeenten al Zulte en Tielt, toch ook geen wereldsteden, slagen daar wel in.
Hoe komt het dat we onze achterstand niet inhalen
Wat plant Deinze om dat wel te doen
Is het einddoel van 94 procent haalbaar? En tegen wanneer zou dat mogelijk zijn
Emile Clausjaar (7)
Meer dan een jaar geleden deed onze fractie de suggestie om van 2024 het Emile Claus jaar te maken naar aanleiding van het feit dat hij 175 jaar geleden geboren en 100 jaar geleden gestorven is.
Hoe ver staan deze plannen? Aan wat mogen we ons verwachten?
Verandering van voornaam (8)
De verandering van een voornaam is materie van de steden en gemeenten, zij zijn ook vrij om daar een kostprijs voor aan te rekenen. Alle gemeenten en steden in onze buurt doen dat niet. In onder andere Waregem, Latem, Kruisem, Zulte, Waregem en Gent kost dat dus niets. Enkel in De Pinte moet men 125 euro betalen voor een naamsverandering.In Deinze is dit 350 euro.
Dit is jammer want de mensen die voor een voornaamsverandering gaan doen dit niet zomaar, laat staan als een fantasietje. Het gaat veelal over mensen die een pestverleden hebben door hun naam of mensen die meer arbeidskansen willen (beschamend dat heel veel mensen met een allochtone naam overschakelen naar een neutrale naam.) Rekening houdend met het feit dat een naamsverandering sowieso geld kost, denkende aan een nieuwe identiteitskaart, reispas, rijbewijs en dergelijke vragen we ons af of dit in Deinze zo veel moet kosten.
Concreet:
• waarom kost dit zo veel in Deinze en is het op de meeste plaatsen gratis?
• denken we eventueel aan een aanpassing?
Raadslid Kristof Van den Berghe
Waterkwaliteit Poekebeek (9)
Uit een parlementaire vraag van Mieke Schauvliege (Groen) uit Aalter aan Vlaams minister Zuhal Demir (N-VA) blijkt dat de waterkwaliteit niet voldoet. “Voor drie pesticiden werden overschrijdingen van de norm vastgesteld”, zegt Schauvliege. “Er werden ook te hoge nitraat- en fosforgehaltes vastgesteld. De biologische waterkwaliteit, die aantoont of er leven in het water mogelijk is, blijft slecht. Nochtans is het stroomgebied van de Poekebeek al jarenlang gelegen in drinkwatergebied. In dit stroomgebied moet een goede ecologische waterkwaliteit gerealiseerd worden. Groen vraagt dan ook verscherpte maatregelen van zowel minister Demir als de gemeentes Tielt, Wingene, Ruiselede, Aalter en Deinze.”
Concreet; welke zijn de bevoegdheden en ambities van de stad deze legislatuur rond deze problematiek. Is hierrond overleg met de andere gemeentes/Vlaamse overheid of andere instanties?
Enig artikel
De mondelinge vragen worden beantwoord.
De voorzitter sluit de zitting op 24/08/2023 om 21:25.
Namens gemeenteraad,
Stefanie De Vlieger
algemeen directeur
Tess Minnens
voorzitter van de gemeenteraad