Terug
Gepubliceerd op 05/12/2024

Besluit  gemeenteraad

do 28/11/2024 - 19:30

Goedkeuring huishoudelijk reglement jeugdhuis Brieljant

Aanwezig: Tess Minnens, voorzitter van de gemeenteraad
Jan Vermeulen, burgemeester
Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, schepenen
Marleen Vanlerberghe, schepen, voorzitter BCSD
Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Hans Martens, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Eva Martens, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, gemeenteraadsleden
Ronny Vermeulen, waarnemend gemeenteraadslid
Stefanie De Vlieger, algemeen directeur
Verontschuldigd: Bart Van Thuyne, schepen
Sabine Vermeulen, Gunnar Claeys, Sören Van de Moortele, Nadia Sucaet, Ortwin Depoortere, gemeenteraadsleden
Regelgeving

Bestuursdecreet van 7 december 2018; 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017; 

Bijlagen

Ontwerp huishoudelijk reglement; 

Advies lokale politie; 

Advies jeugdraad;

Motivering

Aan uw gemeenteraad wordt het huishoudelijk reglement voor jeugdhuis Brieljant voorgelegd.
Bij de opmaak van dit reglement werden volgende principes toegepast.

1) Een geïntegreerde visie

Het reglement kent als vertrekpunt de dagelijkse werking van het jeugdhuis waarvoor het een beleidskader bepaalt. Dat beleidskader wordt verder uitgewerkt in huisregels.
Omdat de dienstverlening aan jongeren die het jeugdhuis bezoeken, ruimer is dan de uitbating van het jeugdhuis zelf, wordt de waaier aan diensten (onder meer jeugdopbouwwerk) meegenomen in het reglement. Op die manier draagt het reglement ook bij tot de bekendmaking van dienstverlening die in een brede maatschappelijke betekenis het sociaal welbevinden van onze bezoekende jongeren beoogt. Om diezelfde reden wordt ook de relatie gelegd tussen het jeugdopbouwwerk en de werking van het jeugdhuis.
Deze geïntegreerde visie komt ten slotte ook tot uiting in het brede toepassingsgebied van het reglement. Omwille van de gelijkheid willen we jongeren niet anders benaderen naar gelang ze een beroep doen op een dienst, deelnemen aan de barwerking of een middaginstuif of zich binnen dan wel buiten het gebouw bevinden. Om die reden is ook het skatepark meegenomen binnen het toepassingsgebied en gelden de regels ook bij verhuringen door derden of bij evenementen door andere instanties zoals bijvoorbeeld de jeugdraad.
Voor de gebruikers van het skatepark moet dit huishoudelijk reglement samen gelezen worden met “hoofdstuk 5: Politieverordening skatepark Briel en skatepark Nevele”.

2) Een sensibiliserende werking

Het reglement wil niet alleen informeren, maar ook sensibiliseren.
Om die reden wordt het positief klimaat in het jeugdhuis ook expliciet gerelateerd aan het wettelijk kader rond grensoverschrijdend gedrag en wordt het relevante wetgevende kader rond aanpak van discriminatie, seksisme en genderongelijkheid ook expliciet vermeld in het reglement.
Een tolerant en niet-discriminerend beleid wordt in dit reglement actief aangemoedigd en opgevolgd.

Verder wordt ook het middelenbeleid van het jeugdcentrum actief geïmplementeerd in het reglement. Het alcohol- en drugbeleid van Jeugdhuis Brieljant werd in 2021 opgemaakt en wordt jaarlijks geëvalueerd, om de veiligheid en gezondheid van onze bezoekers te waarborgen. Door veranderingen in het gebruik van alcohol en drugs onder jongeren is het nodig om het stedelijke beleid jaarlijks te evalueren. Deze evaluatie helpt onze diensten om beter om te gaan met de huidige situatie en zorgt ervoor dat ons beleid up-to-date is met de huidige richtlijnen. Hiermee wil de stad een veilige en ondersteunende omgeving creëren voor alle bezoekers van het jeugdhuis. Het directiecomité nam kennis van de laatste wijziging op 18 januari 2024. Deze beleidstekst werd geïntegreerd in onderhavig huishoudelijk reglement. 

Dat beleid is gebaseerd op vier pijlers: afspraken & procedures, structurele maatregelen, doorverwijzing en EHBO en vorming en voorlichting.
Door de expliciete implementatie van dat beleid wordt ook aangegeven dat het jeugdhuis verder gaat in zijn beleid dan louter het toepassen van de wetgeving. Om diezelfde reden wordt verwezen naar procedures die worden toegepast bij niet-naleving van dat beleid. Die procedures zijn overigens uitgewerkt in de vorm van een volwaardige handleiding voor vrijwilligers van het jeugdhuis. De handleiding maakt als dus danig geen voorwerp uit van het reglement, maar voor de transparantie vermelden we wel de grote lijnen. Op die manier krijgen bezoekers een richtinggevend kader waarbinnen ze zich op dat gebied kunnen bewegen. 

Het reglement wil een ontradend, zorgzaam en indien nodig curatief beleid voeren dat onder meer is uitgewerkt in het “attentie”-plan.

Attent’ is een initiatief van VAD (Vlaams Expertisecentrum voor Alcohol en andere Drugs) en Formaat (de federatie van Vlaamse jeugdhuizen) dat zich inzet voor een positief feestklimaat.

Attent biedt jeugdhuizen de mogelijkheid om problemen door middelengebruik te voorkomen en/of er adequaat op te reageren. Zo laat het jeugdhuis zien dat het zorg draagt voor zijn bezoekers en dat het bekommerd is om hun welbevinden. De Attenties ondersteunen bezoekers om op een verantwoordelijke manier uit te gaan. Attent helpt jeugdhuizen dan ook om de vier pijlers van een alcohol- en drugbeleid te implementeren. Dit wil concreet zeggen dat de attentie ‘alcohol- en drugplan’ een integrale attentie is die alle andere attenties omvat.

De aanwezige Attenties worden bekendgemaakt aan bezoekers via de ATTENT-sterpictogrammen, aangeboden in de vorm van bordjes. Deze worden in het jeugdhuis opgehangen op de plaats waar bezoekers van de Attentie kunnen genieten. Jeugdhuizen kunnen zich inschrijven voor verschillende Attenties. Ze kiezen zelf welke Attenties zij haalbaar vinden. Voor elke Attentie werd een minimumcriterium opgesteld. Jeugdhuis Brieljant heeft acht van de negen attenties weerhouden. Enkel de chill-out-attentie niet. Deze attentie komt neer op: “Het jeugdhuis geeft zijn bezoekers toegang tot een koelere en rustigere ruimte met comfortabele zitmogelijkheden (geen muziek of rustige, tragere muziek).” Dat is naar indeling van het gebouw en naar personeelsbezetting toe moeilijk haalbaar. Van de overige acht attenties is enkel nog bijkomende vorming voor “getrainde vrijwilligers” ingepland. De andere zeven zijn volledig geïmplementeerd.

3) Een evenwicht tussen preventie en handhaving

Het reglement zet sterk in op een sensibiliserend beleid om een positief vrijetijdsklimaat te waarborgen in het jeugdcentrum door onder meer:

  • De huisregels van het jeugdhuis (hoofdstuk 8) goed te kaderen;
  • Het middelenbeleid te duiden en daar een positief attentiebeleid aan te koppelen (hoofdstuk 7)
  • De belangrijke waarden en normen te kaderen (hoofdstukken 8 en 9)

Het reglement wil bovendien een evenwicht bewaken tussen preventie en handhaving. Hoofdstuk 9 is daarvan de veruitwendiging.

3.1. De preventieve werking

De preventieve werking wordt gekenmerkt door volgende principes

3.1.1. Een proportionele cascade-werking

Maatregelen moeten geschikt en proportioneel zijn.

De proportionaliteit komt als volgt tot uiting:

  • De burgemeester kan op advies van zijn diensten eerst opteren voor een verwittiging vooraleer hij overgaat tot de “time out” van het plaatsverbod. De optie is geen verplichting omdat ook hier het proportionaliteitsbeginsel speelt. De aard van overlast kan derwijze zijn dat een verwittiging door de mensen uit het werkveld niet zinvol wordt geacht. 
  • Het proportionaliteitsbeginsel is expliciet ingeschreven in dit reglement.
  • Naar duur van het plaatsverbod toe betekent dit beginsel dat een maand de maximale termijn is en dat de burgemeester ook een kortere duur kan bepalen afhankelijk van de aard van de overlast.
  • Naar locatie van het plaatsverbod toe werd expliciet ingeschreven dat de burgemeester de keuze heeft tussen het jeugdhuis zelf of de bredere omgeving. Die keuze zal onder meer gemotiveerd worden door de plaats waar de overlast zich heeft voorgedaan.

3.1.2. Een actief herstelbeleid

Aan elke verwittiging zal door de burgemeester in zijn besluit ook een verplicht herstelgesprek tussen overlastpleger en jeugdhuisverantwoordelijke van de jeugddienst worden gekoppeld.

Dit herstelgesprek is bedoeld om de schade te herstellen en preventief het noodzakelijke klimaat te scheppen opdat de feiten, die aanleiding hebben gegeven tot de verwittiging, zich niet meer zouden herhalen. Het is geen officieel bemiddelingstraject dat gekoppeld wordt aan een GAS-procedure (zie verder onder 3.2. Bestuurlijke handhaving) en dat in beginsel uit een vijftal sessies bestaat.

3.1.3. Implementatie van artikel 134sexies nieuwe gemeentewet

3.1.3.1. Het wetgevend kader zelf

De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties heeft de burgemeester de mogelijkheid geboden om een tijdelijk plaatsverbod op te leggen. De GAS-wet voerde hiervoor het artikel 134sexies aan de Nieuwe gemeentewet toe.

Artikel 134sexies Nieuwe gemeentewet organiseert de mogelijkheid voor de burgemeester om in geval van verstoring van de openbare orde bepaalde personen te verbieden om binnen te treden in een welbepaalde perimeter van de gemeente, die toegankelijk is voor het publiek. Deze beslissing vereist het bestaan van:

  • Een verstoring van de openbare orde veroorzaakt door individuele of collectieve gedragingen;
  • Of herhaalde overtredingen van de reglementen en verordeningen van de gemeenteraad gepleegd op eenzelfde plaats in de gemeente;
  • Of gelijkaardige gebeurtenissen in de gemeente die een verstoring van de openbare orde of overlast met zich meebrengen.

De beslissing kan worden genomen:

  • Ofwel na een door de burgemeester betekende schriftelijke verwittiging die de dader of de daders van die gedragingen op de hoogte brengt van het feit dat een nieuwe inbreuk op een identieke plaats of ter gelegenheid van gelijksoortige gebeurtenissen aanleiding zal kunnen geven tot een plaatsverbod;
  • Ofwel, met het oog op de ordehandhaving, zonder verwittiging.

Ze moet met redenen omkleed zijn op basis van de hinder die verband houdt met de openbare orde en worden bevestigd door het college van burgemeester en schepenen bij de eerstvolgende vergadering. De burgemeester moet ook eerst de dader of zijn raadspersoon hebben gehoord.

3.1.3.2. Over de hoorplicht

De hoorplicht hoeft niet ten overstaan van de beslissingnemende overheid zelf uitgeoefend worden, het volstaat dat de beslissingnemende overheid weet welk standpunt de betrokkene inneemt (Raad van State, in de zaak A 44.302/XII-1046, nummer 86.128 van 21 maart 2000). In de praktijk krijgt de overlastpleger een redelijke termijn om inzage te nemn in zijn dossier en zijn verweermiddelen over te maken. 

In de vroegere versie van artikel 134sexies viel uit de libellering van §3 duidelijk af te leiden dat de betrokkene eerst moest gehoord worden door het college van burgemeester en schepenen vooraleer die de beslissing van de burgemeester kon bevestigen. Er was dus een dubbele hoorplicht. De rechtsleer ging daar ook van uit.
Maar door de herschikking door de wet van 15 januari 2024 moet het horen door de burgemeester gebeuren:
§ 3. De in § 1 bedoelde beslissing moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° met redenen omkleed zijn op basis van de hinder die verband houdt met de openbare orde;
2° worden bevestigd door het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege tijdens de eerstvolgende vergadering;
3° zijn genomen na de dader of de daders van die gedragingen of hun raadspersoon te hebben gehoord en die ter gelegenheid hiervan zijn of hun verweermiddelen schriftelijk of mondeling hebben kunnen doen gelden. Dit geldt niet wanneer de dader of de raadspersoon, na te zijn uitgenodigd bij aangetekende zending of tegen ontvangstmelding, zich niet heeft gemeld en geen geldige motieven naar voren heeft gebracht voor diens afwezigheid of verhindering.

Dat de hoorplicht enkel dient te worden gerespecteerd voorafgaand aan het nemen van het burgemeestersbesluit wordt door de VVSG bevestigd (advies aan de stad Deinze, 13 november 2024). 

3.1.3.3. Kwalificatie van de maatregel

Een plaatsverbod is geen sanctie (Grondwettelijk Hof, arrest nr. 44/2015 van 23 april 2015): “het beoogt voor de toekomst de problemen op te lossen die de inbreuken op een deel van het grondgebied van de gemeente deden ontstaan. Derhalve beoogt die maatregel niet, zoals in het geval van het opleggen van een gemeentelijke administratieve sanctie, de bestraffing van een overtreding, maar de beveiliging tegen een gevaar dreiging of een risico op nieuwe verstoringen van de openbare orde of het veroorzaken van overlast in de toekomst”. Het tijdelijk plaatsverbod is dus een maatregel van bestuurlijke politie.

Ook hier wordt een evenwicht nagestreefd tussen het algemeen belang en de openbare orde enerzijds en het individuele welzijn en de individuele vrijheden van de overlastpleger anderzijds. Heel concreet betekent dit jongeren die een plaatsverbod krijgen, nog steeds (op een andere locatie) een beroep kunnen doen op hulpverlening die door het jeugdcentrum wordt georganiseerd. 

3.1.3.4. Over de toepassing van de maximumduur

Het volgende werd expliciet ingeschreven in het reglement: "Hij heeft het recht om met het oog op het tegengaan van de verstoring van de openbare orde of van overlast en mits grondige motivatie bijzondere tijdsmodaliteiten aan het plaatsverbod te koppelen en de dertig kalenderdagen gerichter en gespreid in de tijd aan specifieke risicogevoelige data te koppelen (zoals bijvoorbeeld niet limitatief weekends, data van evenementen, …)."

We ontvingen hierover een positief advies van de VVSG (dd. 13 november 2024): "Het lijkt ons bovendien ook mogelijk te zijn om modaliteiten (tijdens weekends of evenementen jeugdhuis) te koppelen aan het op te leggen plaatsverbod, weliswaar met inachtneming van de procedurele verplichtingen (hoorplicht - zie hieronder visie van Gent en verwijzing naar rechtsleer maar dat is van da baan) en de maximale termijn van 1 maand zoals strikt omschreven in het artikel 134sexies NGW."

Het plaatsverbod werd de voorbije jaren met regelmaat van klok uitgevaardigd door de burgemeester. Het is ook voorzien in artikel 33 van de zonale politieverordening Deinze-Zulte-Lievegem: “Overeenkomstig artikel 134 sexies van de Nieuwe Gemeentewet kan de burgemeester in geval van verstoring van de openbare orde veroorzaakt door individuele of collectieve gedragingen, of in geval van herhaaldelijke inbreuken op de reglementen en verordeningen van de gemeenteraad gepleegd op eenzelfde plaats of ter gelegenheid van gelijkaardige gebeurtenissen en die een verstoring van de openbare orde of een overlast met zich meebrengen, beslissen over te gaan tot een tijdelijk plaatsverbod van een maand, tweemaal hernieuwbaar, jegens de dader of de daders van deze gedragingen. Het niet naleven van bovenvermeld plaatsverbod is strafbaar.

De reden om het plaatsverbod toch expliciet op te nemen in het huishoudelijk reglement, zijn de volgende:

  • Sommige gedragingen vallen niet onder een verstoring van de openbare orde in strikte zin.
  • Een plaatsverbod kan evenwel ook worden opgelegd bij een herhaaldelijke inbreuk op een gemeentelijk reglement. Door de rechtstreekse koppeling te maken tussen de regels van het huishoudelijk reglement van het jeugdhuis en het plaatsverbod, kan in de motivering van het burgemeestersbesluit nog beter een beroep worden gedaan op de grond van de herhaaldelijke inbreuk.
  • In de definitie van het plaatsverbod wordt ook het begrip overlast gebruikt als motivering. Het is derhalve wenselijk om eerst het begrip overlast duidelijk te definiëren als elke schending van dit huishoudelijke reglement en om vervolgens het plaatsverbod als consequentie aan deze schending te koppelen.
  • Omdat private horeca-uitbaters in de praktijk wel eens langere toegangsverboden toepassen en zich daarbij beroepen op het grondwettelijk eigendomsecht, werd gespecialiseerd advies gevraagd aan ARIEC, met nam of er voor het jeugdhuis zelf (niet de omgeving) onder omstandigheden en op basis van objectieve criteria langere toegangsverboden zouden kunnen worden opgelegd. Het advies, dd. 8 november 2024 luidt samengevat: “een toegangsverbod opgelegd door een lokaal bestuur lijkt ons een omzeiling van het plaatsverbod uit art. 134sexies NGW. Gemeentelijke reglementen staan in de hiërarchie der rechtsnormen lager dan een wet, dus bijgevolg kan een gemeentelijk reglement geen plaatsverbod opleggen dat langer duurt dan hetgeen art. 134sexies NGW bepaalt. Er dient een onderscheid gemaakt tussen een publiek toegankelijke inrichting in uitbating van een privé-uitbater (bv. café) en een publiek toegankelijke inrichting in uitbating van een openbaar bestuur (bv. jeugdhuis of cultureel centrum) om te duiden dat zeker wanneer het laatst genoemde betreft, een toegangsverbod in het vaarwater van het plaatsverbod komt en dus niet mogelijk is.”

3.2. Het luik bestuurlijke handhaving

3.2.1. Van toepassing verklaring van de GAS-regelgeving

Elke gedrag dat

  • niet bijdraagt tot een positief klimaat,
  • rechtstreeks of onrechtstreeks een aantasting inhoudt van het veiligheidsgevoel of iemands fysieke of morele integriteit
  • of in welk danige context dan ook grensoverschrijdend of intimiderend is,
  • onder meer als gevolg van fysieke en verbale agressie en haatspraak
  • en dat wordt gesteld binnen het domein en/of binnen de muren van het jeugdcentrum,

is een misdraging die in het voorliggende huishoudelijk reglement gelijk gesteld wordt met overlast in de brede zin.

Waar het duidelijk is volgens het protocolakkoord, opgenomen als bijlage bij het zonaal politiereglement Deinze-Zulte-Lievegem, wat onder een gemengde (GAS-) inbreuk wordt verstaan (zijn feiten die ook strafrechtelijk kunnen worden vervolgd), moet er daarentegen duidelijk een juridische relatie worden gelegd tussen overlastinbreuken of zuivere/GAS I-inbreuken enerzijds en de overtreding van de inhoudelijke regels in het jeugdhuis anderzijds. Vandaar dat de GAS-regelgeving expliciet van toepassing wordt verklaard op dit reglement. Dit is in overeenstemming met artikel 2, § 1 van de GAS-wet: “De gemeenteraad kan straffen of administratieve sancties bepalen voor de inbreuken op zijn reglementen of verordeningen, tenzij voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie, straffen of administratieve sancties worden bepaald.

Om die reden wordt een bepaald toegevoegd aan het reglement, zijnde:” ‘Overtredingen van dit huishoudelijk reglement worden bestraft met een administratieve geldboete, opgelegd door de hiertoe aangestelde sanctionerend ambtenaar overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en zoals beschreven in artikel 63 van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem en overeenkomstig deel II (‘ALGEMEEN ZONAAL (PROCEDURE)REGLEMENT BETREFFENDE HET OPTEGGEN VAN EEN ADMINISTRATIEVE GETDBOETE BIJ OVERTREDINGEN OP DE ATGEMENE ZONATE POTITIEVERORDENING DEINZE/ZULTE/IIEVEGEM DEEI IOVERTASTBEPATINGEN EN GEMENGDE INBREUKEN (GAS-l, GAS.2 en GAS-3 INBREUKEN’) van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem.

3.2.2. Een evenwichtig beleid tussen preventie en repressie; nadruk op aanklampend herstelbeleid

Het reglement wil, eerder dan jongeren sanctioneren als maatregel op zichzelf, inzetten op een actief en responsabiliserend beleid.

Vandaar dat alle kansen worden gegeven aan bemiddeling vooraleer een GAS-boete op te leggen.

De tekst van het reglement luidt dan ook:
“De beslissing inzake het opleggen van een administratieve geldboete wegens overtredingen van dit huishoudelijk reglement, wordt steeds voorafgegaan – zowel voor minderjarigen als voor meerderjarigen - door een bemiddelingsaanbod. De bemiddeling wordt aangeboden en de bemiddelingsprocedure wordt gevoerd op de wijze zoals bepaald in het hiervoor vermelde deel II van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem. Indien de jeugddienst dit positief adviseert, zal deze bemiddeling de vorm aannemen van een reïntegratietraject."

De voorrang die systematisch aan bemiddeling wordt gegeven, is een uitdrukkelijke beleidskeuze en kwam tot stand na overleg met de GAS-ambtenaar van de provincie Oost-Vlaanderen. 

Dat geldt evenzeer voor de invulling ervan in de vorm van een re-integratie-traject. Hiemee geeft de stad een duidelijk signaal dat het jongeren niet loslaat en dat het op het gebied van opvoeding en sociale integratie een aanklampend beleid wenst te voeren waarin probleemoplossing en dialoog de boventoon voeren.

Dat het reïntegratietraject gekoppeld wordt aan de GAS-sanctie en niet opgenomen is in het preventieve luik heeft als reden dat de stad Deinze op die manier ook het herstel afdwingbaar wil maken. Een jongere die niet ingaat op het aanbod, kan nog steeds een GAS-boete oplopen die bij herhaling overigens verdubbeld kan worden. Hiermee wordt het aanmoedigend en aanklampend beleid ook effectief. 

3.3. Rechtszekerheid

De maatregelen opgenomen in dit huishoudelijk reglement zijn de kristallisatie van jarenlange ervaring in het beleids-en terreinwerk. Initiatieven als verwijdering (in geval van acute veiligheidssituaties) en herstelgesprekken die daaruit zijn voortgevloeid, krijgen nu een rechtszekere en formele basis wat enerzijds personeel en bestuur beschermt en tegelijkertijd ook de overlastpleger ten goede komt.

3.4. Transparantie

De stad wil transparant zijn over de manier waarop zij optreedt indien er zich incidenten voordoen. Het opnemen van juridische instrumenten, van klacht benadeelde persoon tot strafklacht, moeten tegelijk een sensibiliserend en ontradend effect ressorteren. Zo moet het voor een veelpleger helder zijn dat wanneer het instrument van het bestuurlijke plaatsverbod geen soelaas zou bieden, de vordering van een gerechtelijk plaatsverbod als ultimum remedium gehanteerd kan worden.

Financiële impact

Dit dossier heeft geen financiële impact

Reglementen

Intern reglement Jeugdcentrum Brieljant
Inhoud
1 Missie en Visie 
2 Reglement: toepassingsgebied en doelstellingen 
3 Openingsuren Jeugdhuis Brieljant 
4 Omvang Jeugdhuis Brieljant 
5 Vrijwilligers Jeugdhuis 
5.1 Hoe kan je vrijwilliger worden? 
5.2 Verantwoordelijkheden van vrijwilligers 
5.3 Verzekeringen 
5.4 Vrijwilligersbeleid 
6 Jeugdcentrum Brieljant 
6.1 Diensten en medewerkers 
6.1.1 Jeugdambtenaar 
6.1.2 Jeugdconsulent 
6.1.3 Administratieve medewerker 
6.1.4 Jeugdhuismedewerker 
6.1.5 Jeugdopbouwwerk 
6.2 Jeugdhuis Brieljant 
6.3 Drugpunt 
7 Alcohol en drugbeleid 
8 Gedragsregels 
8.1 Afspraken Jeugdhuis Brieljant 
9 Reglement (juridisch kader) preventie, herstel, handhavings- en sanctiemaatregelen 
9.1 Algemeen principe gedragingen bezoekers 
9.2 categorisering misdragingen 
9.2.1 Overlast-inbreuken (of GAS I-inbreuken) 
9.2.2 Gemengde inbreuken 
9.2.3 Misdrijven die niet onder de GAS (I of II)-inbreuken vallen 
9.3 Preventieve behandeling misdragingen 
9.3.1 De verwijdering 
9.3.2 De verwittiging 
9.3.3 Het bestuurlijke plaatsverbod 
9.3.4 Het bestuurlijke toegangsverbod 
9.3.5 Het herstelgesprek 
9.3.6 Het reïntegratietraject 
9.4 Sanctionerende behandeling misdragingen
9.4.1 Overlast-inbreuken: GAS-sanctie
9.4.2 Gemengde (of GAS 2-) inbreuken: GAS-sanctie 
9.4.3 Sanctieapparaat specifieke misdrijven 
9.5 Bijzondere maatregelen en procedures 
9.5.1 Klacht benadeelde persoon 
9.5.2 Rechtstreekse strafklacht bij het arbeidsauditoraat
9.5.3 Kortgedingprocedure 



1 Missie en Visie jeugdhuis Brieljant
Jeugdhuis Brieljant is een plek voor jongeren en adolescenten waar plezier, ontspanning en vrije tijd centraal staan.
We creëren een plaats waar jongeren in een veilige omgeving het uitgaansleven kunnen ontdekken en zichzelf kunnen ontplooien.
Dankzij een divers aanbod, dat voortkomt uit inspraak en de interesses van de jongeren, zorgt Jeugdhuis Brieljant ervoor dat iedereen zich welkom voelt.


2 Reglement: toepassingsgebied en doelstellingen
Het reglement van Jeugdhuis Brieljant, zoals gedefinieerd in artikel 4, is van toepassing op iedereen die deelneemt aan de dagelijkse werking georganiseerd door de stedelijke jeugddienst of aan activiteiten van derden in het jeugdhuis. Het is tevens van toepassing op het skatepark.
In het reglement vinden bezoekers de waarden en normen terug die ervoor zorgen dat het Jeugdhuis een aangename en veilige plek is voor iedereen.
De werking van het skatepark valt eveneens onder de lokale politieverordening skatepark Briel hoofdstuk 5 van de stad Deinze.


3 Openingsuren Jeugdhuis Brieljant
Jeugdhuis Brieljant is elke vrijdag open van 16:00 tot 01:00. Tijdens het schooljaar is het jeugdhuis open op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdagmiddag van 12:00 tot 13:30. Scholieren kunnen op dit moment gebruik maken van de instuifruimte om hun middagmaal op te eten.
Op woensdag van 13:30 tot 17:30 wordt de instuifruimte gebruikt door het jeugdopbouwwerk. Er is dan geen barwerking.
De openingstijden kunnen gewijzigd worden. Eventuele wijzigingen en extra activiteiten worden via sociale media gecommuniceerd.
Het skatepark is vrij toegankelijk.


4 Omvang Jeugdhuis Brieljant
Jeugdhuis Brieljant omvat:
- Alles binnen het gebouw nodig voor de werking van het jeugdhuis: instuifruimte, keuken, repetitielokaal, gespreksruimtes en de bar
- Het terras achteraan
- De ruimte rond beide ingangen (voorziene rookplaatsen)
  Het skatepark.


Jeugdhuis Brieljant omvat niet:
- Het Kaandelpark
- De ingang van de Brieltuin
- De Mouterijdreef.

 

5 Vrijwilligers Jeugdhuis
5.1 Hoe kan men vrijwilliger worden?
Vrijwilligers nemen binnen onze jeugdhuiswerking een zeer belangrijke plaats in. Bij jeugdhuis Brieljant is iedereen welkom als vrijwilliger. Wie geïnteresseerd is om vrijwilliger te worden, kan contact opnemen met de stedelijke jeugddienst of een beroepskracht door een bericht te sturen, te bellen of door hen aan te spreken.
Zodra de jeugddienst een aanvraag heeft ontvangen, plant hij een moment in voor een kennismakingsgesprek. Tijdens dit gesprek bespreekt de dienst samen met de kandidaat welke taken hij of zij of hen zou willen opnemen, waarom hij of zij of hen graag vrijwilligerswerk wil doen en vooral welke de wederzijdse verwachtingen zijn.
Er wordt een onthaalbrochure ter beschikking gesteld met alle noodzakelijke praktische informatie zoals wie in het jeugdhuis werkt, wat er verwacht wordt, en welke verzekeringspolissen afgesloten worden.
Na dit gesprek beslist de jeugdhuismedewerker of de kandidaat-vrijwilliger klaar is om het vrijwilligerscontract te ondertekenen, waarna deze officieel lid wordt van het vrijwilligersteam.
Jeugdcentrum Brieljant: 09 381 86 62 en brieljant@deinze.be


5.2 Verantwoordelijkheden van vrijwilligers
Het jeugdhuis verwacht niet dat de vrijwilliger elke week van het begin tot het einde klaarstaat om te helpen. Het is op zoek naar jongeren die het op geregelde basis zien zitten om mee te helpen bij de organisatie van activiteiten. Men kiest dus zelf hoeveel tijd men erin wil investeren. Ook een ‘proef’-avond is mogelijk.
De vrijwilliger kan verschillende taken opnemen:
 Helpen achter de toog
 Helpen met de regeling van het geluid
 Affiches ontwerpen
 Foto’s nemen op onze evenementen
 Achter de draaitafel staan als dj
 Helpen bij de opbouw en afbraak bij evenementen
 Activiteiten organiseren
 …

 

De vrijwilliger neemt verschillende verantwoordelijkheden op waaronder:
 Toezicht houden bij activiteiten die het jeugdhuis organiseert
 Gastvrij zijn tegenover bezoekers, vrijwilligers,…
 Het jeugdhuis onderhouden
 Veiligheid waarborgen (zie punt sancties)
 Samenwerken
 Interne en externe communicatie
 Vertegenwoordiging van het jeugdhuis
 …

5.3 Verzekeringen
Er zijn twee soorten verzekeringen: de verplichte en de aanvullende. Hieronder vindt men een overzicht van de waarborgen, de maatschappij waarbij de organisatie verzekerd is en het polisnummer. De stad Deinze verzekert vrijwilligers voor volgende verzekeringen:

5.4 Vrijwilligersbeleid
Het algemene vrijwilligersbeleid van de stad Deinze is in opmaak. Zodra dit is goedgekeurd, zal het direct van toepassing zijn op het jeugdhuis Brieljant.


6 Jeugdcentrum Brieljant
6.1 Diensten en medewerkers
Jeugdhuis Brieljant maakt deel uit van Jeugdcentrum Brieljant. In dit gebouw bevinden zich ook verschillende andere diensten (of personen) zoals de jeugdambtenaar, jeugdconsulent, administratieve medewerker, jeugdopbouwwerk en Drugpunt.

6.1.1 Jeugdambtenaar
De jeugdambtenaar is beleidsondersteunend, coördinerend en uitvoerend verantwoordelijk voor de stedelijke speelpleinwerkingen en jeugdkampen, alsook voor de stedelijke publieke speelruimte. Samen met het voltallige team ‘jeugd’ bouwt hij/zij/hen mee aan een kwalitatief breed jeugdbeleid.

6.1.2 Jeugdconsulent
De jeugdconsulent staat in voor de voorbereiding en uitvoering van een kwalitatief en geïntegreerd lokaal breed jeugdbeleid, de coördinatie en uitbouw van het stedelijke aanbod van jeugdactiviteiten met in begrip van activiteiten in het jeugdhuis en de ondersteuning van het lokale jeugdwerk en andere organisaties voor de jeugd.

6.1.3 Administratieve medewerker
De administratieve medewerker staat in voor ondersteuning van de dienst kinderen en jongeren en voor het algemene secretariaatswerk.

6.1.4 Jeugdhuismedewerker
De jeugdhuismedewerker organiseert op een zeer laagdrempelige manier de diverse activiteiten van het jeugdhuis, met aandacht voor de specifieke noden van jongeren. Hij/zij/hen haalt hiervoor al dan niet maatschappelijk kwetsbare jongeren/vrijwilligers aan boord, zet in op hun persoonlijke begeleiding met als doel hen te ondersteunen en te laten groeien in hun vaardigheden.

6.1.5 Jeugdopbouwwerk
De jeugdopbouwwerkers functioneren als aanspreekpunt voor maatschappelijk kwetsbare jongeren, waarbij ze een luisterend oor bieden tijdens de verschillende activiteiten die ze samen met de jongeren doen. Ze zijn te vinden op straat, waar ze vindplaatsgericht tewerk gaan. Op dinsdag, tussen 16.00 uur en 18.30 uur, zijn ze te vinden in hun JOW Caravan. Deze staat elke keer op een andere plek, dit kan het station van Deinze zijn, Kaandelpark,… Op woensdag, tussen 13.30 uur en 17.30 uur, organiseren ze een open huis in jeugdhuis Brieljant, waarbij de jongeren op dat moment gebruik kunnen maken van de keuken, de gespreksruimte boven, … of gewoon een babbel kunnen doen.


6.2 Jeugdhuis Brieljant
Jeugdhuis Brieljant is een ontmoetingsplaats voor jongeren waarbij verschillende activiteiten worden georganiseerd. Het wil jongeren stimuleren en ontplooiingskansen bieden, door hen bijvoorbeeld te laten helpen bij evenementen, een veilige plek of luisterend oor te bieden, … .
Op vrijdagavonden opent Jeugdhuis Brieljant zijn deuren met een variatie aan activiteiten. Deze omvatten onder andere fuiven, doe-het-zelf avonden, de "Brieljantste Quiz", … . Elke middag kunnen scholieren, die in het bezit zijn van een leerlingenkaart, hier hun boterhammen opeten, behalve op woensdag en tijdens schoolvakanties. Tijdens dat moment kunnen ze ook gebruik maken van een variatie aan spelletjes, de Playstation, …


6.3 Drugpunt
Drugpunt is een Oost-Vlaamse intergemeentelijke preventiedienst die moeilijkheden of problemen ten gevolge van middelengebruik (zowel legaal als illegaal), gokken of gamen willen helpen voorkomen. De basis van Drugpunt bestaat uit twee delen: preventie en begeleiding (vroeginterventie)

 

7 Alcohol- en drugbeleid
Alcohol- en drugbeleid JH Brieljant

1. Attent
‘Attent’ is een initiatief van VAD (Vlaams Expertisecentrum voor Alcohol en andere Drugs) en Formaat (de federatie van Vlaamse jeugdhuizen) dat zich inzet voor een positief feestklimaat.
Attent biedt jeugdhuizen de mogelijkheid om problemen door middelengebruik te voorkomen en/of er adequaat op te reageren. Zo laat het jeugdhuis zien dat het zorg draagt voor zijn bezoekers en dat het bekommerd is om het welbevinden van zijn bezoekers. De Attenties ondersteunen bezoekers om op een verantwoordelijke manier uit te gaan. Attent helpt jeugdhuizen dan ook om de vier pijlers van een alcohol- en drugbeleid te implementeren. Dit wil concreet zeggen dat de attentie ‘alcohol- en drugplan’ een integrale attentie is die alle andere attenties omvat.
De aanwezige Attenties worden bekendgemaakt aan bezoekers via de ATTENT-sterpictogrammen, aangeboden in de vorm van bordjes. Deze worden in het jeugdhuis opgehangen op de plaats waar bezoekers van de Attentie kunnen genieten. Jeugdhuizen kunnen zich inschrijven voor verschillende Attenties. Ze kiezen zelf welke Attenties zij haalbaar vinden. Voor elke Attentie werd een minimumcriterium opgesteld. Dit zijn de attenties die jeugdhuis Brieljant aanbiedt:
• Alcohol- en drugplan: Het jeugdhuis heeft een alcohol- en drugbeleid opgesteld en minstens twee leden van het leidinggevend kader volgden hiervoor de vorming ‘alcohol- en drugplan’.
• Getrainde vrijwilligers: Leidinggevend kader van het jeugdhuis en vrijwilligers die actief zijn binnen het jeugdhuis kregen een (online) training om signalen te herkennen als iemand zich niet goed voelt door alcohol- en druggebruik. Zo kunnen ze daar correct op inspelen. Het laat hen toe om verantwoord alcohol te schenken en om  agressie in het jeugdhuis te voorkomen.
• Info: Het jeugdhuis informeert zijn bezoekers over veilig en gezond uitgaan, gehoorschade, veilig vrijen, veilig verkeer, alcohol en drugs, … door middel van de affiches die halfjaarlijks worden opgestuurd.
• Samen uit, samen thuis: Het jeugdhuis stimuleert de bezoekers om voor elkaar te zorgen opdat iedereen veilig thuis geraakt. Het sensibiliseert zijn bezoekers door middel van de affiche ‘Samen uit, samen thuis’.
• Oordoppen: Het jeugdhuis stelt gratis oordoppen ter beschikking en indien het jeugdhuis valt onder de wettelijke criteria, controleert en leeft het de geluidslimiet na zoals die in de wetgeving staat beschreven.
• Gratis water: Het jeugdhuis biedt gratis drinkwater aan voor zijn bezoekers.
• Condooms: Het jeugdhuis stelt gratis condooms ter beschikking van zijn bezoekers.
• EHBO: Het jeugdhuis heeft de nodige voorzieningen om bezoekers die onwel worden de eerste zorgen toe te dienen in de vorm van een EHBO-koffer.

2. Alcohol- en drugbeleid
Een alcohol- en drugbeleid omvat een gedragen visie en vier uitgewerkte pijlers. Dit beleid werd uitgewerkt door een werkgroep. Deze werkgroep is een heterogene groep, bestaande uit beroepskrachten, stagiairs, vrijwilligers, bezoekers van het jeugdhuis en leden van de jeugdraad. De inhoudelijke invulling komt volledig uit deze werkgroep, onder coaching van de drugpreventiewerker. Na het opstellen van het beleid wordt dit jaarlijks geëvalueerd.
Dit zijn de speerpunten van het beleid (‘visie’):


Het alcohol- en drugbeleid is een beleid voor het jeugdhuis. Dit betekent dat dit beleid geldig is tijdens de openingsuren en de activiteiten die door het jeugdhuis georganiseerd worden, ongeacht wie deze activiteiten organiseert.

2.1. Visie
Het jeugdhuis heeft een alcohol- en drugbeleid ontwikkeld, dat duidelijke afspraken en procedures omvat. Het is heel belangrijk dat alle medewerkers door middel van regelmatige vorming goed op de hoogte zijn van dit alcohol- en drugbeleid, zodat dit op een rechtlijnige manier toegepast wordt. Het jeugdhuis streeft naar een evenwicht tussen preventie, sanctioneren en hulp bieden. Hiervoor is een goede samenwerking met externe partners, zoals Drugpunt en politie, belangrijk.
Door niet enkel te focussen op sanctioneren, wil het jeugdhuis jongeren een plaats aanbieden waar middelengebruik (van zichzelf of iemand in hun omgeving) bespreekbaar is. Naast een vrijetijdsomgeving wil het jeugdhuis dus ook een luisterend oor bieden aan jongeren en een doorverwijs-en adviesfunctie vervullen met betrekking tot de andere diensten binnen het jeugdcentrum en/of gespecialiseerde hulpverlening.
Belangrijk hierbij is om als jeugdhuis zelf het goeie voorbeeld te geven. Dit betekent dat vrijetijdsbesteding niet automatisch gekoppeld mag zijn aan middelengebruik. Het jeugdhuis wil in tegendeel een omgeving creëren waar er voldoende alternatieven zijn om op een veilige manier de vrije tijd door te brengen. Door middel van vier pijlers zetten we in op een actief sensibiliserend beleid. Jongeren worden aangemoedigd om zorg te dragen voor elkaar en over elkaars veiligheid en gezondheid te waken. Onze procedures vormen een stapsgewijze benadering waarbij problematisch middelengebruik steeds eerst beantwoord wordt met een gezonde dialoog. Zo kunnen we problemen in een vroeg stadium detecteren en houden we ook kwetsbare jongeren aan boord.


2.2. Pijler 1. Afspraken en procedures
2.2.1. Afspraken

2.2.2. Procedures

Bij alle afspraken horen ook procedures: welk gevolg wordt gegeven wanneer een afspraak niet wordt nageleefd?
In elke procedure wordt de aanwezige beroepskracht (of plaatsvervangende verantwoordelijke) verwittigd indien de afspraken niet worden nageleefd. Enkel de verantwoordelijke belt naar de politie.
De procedure met betrekking tot ‘roken’ kan schematisch als volgt worden voorgesteld:

Het is ten strengste verboden om binnen te roken.

1 Als er toch binnen gerookt wordt, volgen de vrijwilligers volgende instructies:
1. persoon rustig aanspreken en vragen om sigaret te doven of buiten te roken. Er kan gewezen worden naar de afspraken die zichtbaar uithangen.
2. Bij agressief gedrag of meerdere waarschuwingen: vragen om Brieljant te verlaten.
3. In extreme situatie/overlast: politie

Het is ten slotte niet toegelaten om tabak te delen met minachtienjarigen. Wie zich hier niet aan houdt, zal erop aangesproken worden door hem, haar of hen te informeren over de toepasselijke wetgeving. Bij volharding kan er worden gevraagd om Brieljant te verlaten. 

De procedure met betrekking tot ‘alcohol’ kan schematisch als volgt worden voorgesteld:


1) Bezit van alcohol
Bezit van alcohol wordt hier gezien als bijhebben van eigen alcoholische dranken. Het is geenszins toegelaten om eigen dranken mee te brengen naar het jeugdhuis (de middaginstuif en de JOW werking vormen hierop een uitzondering voor niet-alcoholische dranken.


2) Gebruik van alcohol
De vrijwilligers hebben het recht om een leeftijdsbewijs te vragen bij twijfel
Bezoekers en medewerkers onder 16 jaar mogen geen alcohol drinken.
Indien een -16 jarige alcohol drinkt, volgen de vrijwilligers volgende instructies:

  • De vrijwilliger of beroepskracht spreekt de bezoeker aan en verwijst naar de alcoholwetgeving.
  • Bij agressief gedrag of na meerdere waarschuwingen: vragen om Brieljant te verlaten of politie contacteren als het echt uit de hand loopt.

3) Onder invloed:

  • Bij ernstig onder invloed: De vrijwilliger of beroepskracht heeft het recht geen alcohol meer te serveren en te verwijzen naar het gratis water.
  • Overlast: Vragen om Brieljant te verlaten - Politie contacteren.

Vrijwilligers mogen een consumptie drinken, maar mogen nooit onder invloed zijn tijdens hun shift, of als ze later die avond nog een shift doen. Andere vrijwilligers worden aangemoedigd om hen hierover aan te spreken. De beslissing om eventueel te moeten stoppen met werken ligt bij de beroepskracht of verantwoordelijke.


4) Delen
Het delen van alcohol met jongeren onder de leeftijdsgrens van zestien jaar is niet toegelaten.
Indien een +16-jarige toch alcohol deelt met een – 16-jarige, volgt de vrijwilliger volgende instructies:


1. persoon rustig aanspreken en wijzen op alcoholwetgeving (hangt ook zichtbaar uit)
2. Als dit nog eens gebeurt: geen alcohol meer serveren aan persoon die uitdeelt aan -16 jarige.
3. Bij agressief gedrag of na meerdere waarschuwingen: vragen om Brieljant te verlaten of politie bellen als het echt uit de hand loopt.


De vrijwilliger krijgt tegelijkertijd actieve instructies mee tijdens de opleiding om dit foutief deelgedrag actief te voorkomen.
De procedure met betrekking tot ‘cannabis’ kan schematisch als volgt worden voorgesteld:

1) Bezit
Als iemand cannabis bezit, zal de persoon in kwestie aangesproken worden met de boodschap dat cannabis niet thuishoort in het jeugdhuis. Als er geen gehoor wordt gegeven aan deze boodschap, wordt er gevraagd Brieljant te verlaten.


2) Gebruik
Als een bezoeker cannabis gebruikt, zal de vrijwilliger, beroepskracht of verantwoordelijke de persoon aanspreken en vragen de middelen te verwijderen. Als de bezoeker dit niet doet of agressief gedrag vertoont, zal de politie gecontacteerd worden.


3) Onder invloed
Wanneer er een vermoeden bestaat dat er iemand onder invloed is van cannabis, ondernemen de vrijwilligers, beroepskracht of verantwoordelijke de nodige zorgmaatregelen die verder zijn uitgewerkt in de respectievelijke procedure.


4) 4Delen en dealen:

Bij dealen wordt zonder verwittiging de politie gebeld.
Delen, in de betekenis van doorgeven, van cannabis zal voor toepassing van dit reglement beschouwd worden als dealen.
Deze persoon zal dan ook gevraagd worden Brieljant te verlaten.

De procedure met betrekking tot andere illegale drugs kan schematisch als volgt worden voorgesteld:

1) Bezit
Als iemand andere illegale drugs bezit, maar niet meteen aanstalten maakt om te gebruiken, zal de persoon aangesproken worden en gevraagd worden Brieljant te verlaten. Bij agressief gedrag of als de persoon niet wil vertrekken, zal de politie gecontacteerd worden.


2) Gebruik
Wanneer een bezoeker openlijk betrapt wordt op het gebruik van verboden middelen, zal er gevraagd worden Brieljant te verlaten. Bij agressief gedrag of als de persoon niet wil vertrekken, zal de politie opgeroepen worden voor interventie.


3) Onder invloed
Wanneer er een vermoeden bestaat dat er iemand onder invloed is van verboden middelen, ondernemen de vrijwilligers, beroepskracht of verantwoordelijke de nodige zorgmaatregelen die verder zijn uitgewerkt in de respectievelijke procedure.


4) Delen en dealen:
Bij delen en dealen wordt zonder verwittiging de politie opgeroepen voor interventie.
Delen, in de betekenis van doorgeven, van illegale drugs, zal voor toepassing van dit reglement beschouwd worden als dealen.
Deze persoon zal dan ook gevraagd worden Brieljant te verlaten.


2.3. Pijler 2. Voorlichting en vorming
Deze pijler bestaat uit twee zaken:
 De bezoekers informeren en sensibiliseren
 De medewerkers en vrijwilligers versterken in hun vaardigheden


Deze pijler gaat gepaard met volgende attenties:
• Attentie ‘Info’

  • De attentster ‘info’ hangt uit in het jeugdhuis.
  • Affiches uithangen met informatie (worden regelmatig vernieuwd)
  • andere zaken om te informeren/sensibiliseren.

   Voorbeeld: https://www.youtube.com/watch?v=DrioRzIgncM


• Attentie ‘Samen uit, samen thuis’

  • De attentster ‘samen uit, samen thuis’ hangt uit in het jeugdhuis.
  • Affiches uithangen met informatie (worden regelmatig vernieuwd).
  • Telefoonnummer van taxibedrijven hangt zichtbaar uit.
  • Personen die onder invloed zijn, worden aangesproken om te vragen hoe ze naar huis gaan. (De barmedewerkers worden opgeleid om alert te reageren in dergelijke situaties).
 

• Attentie ‘Getrainde vrijwilligers’

  • De attentster ‘getrainde vrijwilligers’ hangt uit in het jeugdhuis.
  • De vrijwilligers volgden de vorming ‘verantwoord alcohol schenken’ bij VAD of de preventiewerker (Drugpunt).
 

• vrijwilligers volgen de volgende vormingen:

  • Eerste Hulp Bij Drank- en Drug Ongevallen (zie attentie ‘EHBO’)
  • Conflicthantering
 

• andere sensibiliseringsacties (bv quiz, filmavond,…).

 


2.4. Pijler 3. Structurele maatregelen
Structurele maatregelen ondersteunen het alcohol- en drugbeleid. Dit zijn initiatieven die ingebed worden in de algemene werking van het jeugdhuis. Op deze manier gaan zij ook op lange termijn mee. Deze structurele maatregelen moeten ook een positief klimaat creëren om over alcohol en andere drugs te praten.


• Attentie ‘Gratis water’

  • De attentster ‘gratis water’ hangt uit in het jeugdhuis.
  • Gratis water wordt altijd aangeboden (en actief gepromoot) in het jeugdhuis.
  • Staat aangeduid op de kaart.

• Attentie ‘Condooms’

  • De attentster ‘condooms’ hangt uit in het jeugdhuis.
  • Aanwezig achter de toog.
  • Affiche sensibilisering rond seksualiteit en grenzen stellen.

 


• Attentie ‘Oordoppen’

  • De attentster ‘oordoppen’ hangt uit in het jeugdhuis.
  • De oordoppen zijn ter beschikking achter de bar.
  • Affiche/op televisie: sensibilisering rond gehoorschade.

• Meer van Zonder

  • Mooi aanbod van alcoholvrije alternatieven.
  • Niet-alcoholische dranken zijn goedkoper dan alcoholische dranken.
  • Mocktail uitwerken voor gelegenheden.

• Activiteiten organiseren waarbij alcohol niet centraal staat. Deze worden regelmatig georganiseerd door de vrijwilligers.

2.5. Pijler 4. Doorverwijzing en EHBO

• Enkele jeugdhuismedewerkers volgen de opleiding EHBDDO (zie pijler 2: Eerste Hulp bij Drank- en Drugs Ongevallen).
• Attentie ‘EHBO’

  • De attentster ‘EHBO’ hangt uit in het jeugdhuis.
  • EHBO koffer is in orde, deze wordt telkens aangevuld voor de zomer (samen met EHBO koffer voor de speelpleinwerking).
  • Alle vrijwilligers weten deze koffer staan en kunnen de inhoud correct gebruiken.

• Er is een meldingsprocedure voor drank en drugs incidenten.

  • Zie de verschillende procedures omschreven onder pijler 1.
  • Alle ondernomen procedures worden telkens gemeld aan de beroepskracht. Als de beroepskracht niet aanwezig is, wordt een verantwoordelijke aangeduid onder de vrijwilligers. Dit om de veiligheid van iedere aanwezige te waarborgen.

• De jeugdhuismedewerkers hebben kennis van de werking van Drugpunt, zo kunnen ze laagdrempelig doorverwijzen indien een bezoeker over zijn/haar probleem zou praten.

 

8 Huisregels
8.1 Afspraken Jeugdhuis Brieljant
- Toogwerking
Tijdens de openingsuren van Jeugdhuis Brieljant mogen er enkel vrijwilligers en beroepskrachten achter de toog. Indien toestemming van een vrijwilliger of beroepskracht wordt er een uitzondering gemaakt.

- Orde en netheid
Er wordt van elke bezoeker verwacht dat deze de ruimtes binnen en rond het jeugdcentrum netjes houdt zodat het voor iedereen aangenaam blijft om er te vertoeven.

Gebruik materiaal
Het Jeugdcentrum zorgt ervoor dat er heel wat materiaal ter beschikking staat voor gebruik. Wanneer men dit gebruikt, draagt men er zorg voor en brengt men het terug. Enkele materialen die beschikbaar zijn:

 Voetbal
 Skateboards
 PS4 controllers
 GSM laders

Vandalisme
Er wordt verwacht dat er met respect wordt omgegaan met het materiaal en faciliteiten van het Jeugdcentrum. Het bewust vernielen van materiaal of faciliteiten is ongepast. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
 Graffiti spuiten zonder toestemming
 Gooien met glazen
 Schoppen op stoelen, kasten, tafels, ...
 Spelmateriaal vernielen
 Spullen van andere bezoekers of jongeren beschadigen of vernielen
 …

Afvalbeheer

o Op het terras en binnen in het Jeugdcentrum is het de bedoeling dat iedereen zijn afval in de vuilbak werpt.

o Er staan vuilbakken ter beschikking. Op deze manier blijft het proper voor iedereen.

Gebruik van de keuken

o De keuken mag tijdens de werking worden gebruikt mits toestemming van een vrijwilliger, beroepskracht of verantwoordelijke.
o Na gebruik van de keuken en het kookgerei wordt verwacht dat alles netjes wordt achtergelaten. Dat betekent minstens dat men het afval sorteert, de vaat reinigt en het keukenmeubilair proper maakt.

Gebroken glas
o Wanneer iemand per ongeluk een glas breekt, wordt er verwacht dat dit wordt gemeld aan een vrijwilliger, verantwoordelijke of beroepskracht. De laatste zal dit samen met de bezoeker opkuisen. Er wordt verwacht dat de bezoeker initiatief toont om mee te helpen.

Parkeerplaats fietsen, e-steps en bromfietsen
o Bromfietsen, e-steps en fietsen dienen te worden geplaatst in de daarvoor bestemde stalling bij het gebouw.
o Het is niet toegestaan om een vervoermiddel op het terras, binnen of bij een ingang te plaatsen.

Gebruik van het sanitair
o Na een toiletbezoek laat men het sanitair netjes achter.
o Men laat geen afval achter ter hoogte van lavabo, piscines, …
o Men deponeert afval in de daartoe bestemd vuilnisbakken.
o Men vermijdt gedrag die tot verstopping van de sanitaire installaties leidt.
o Men voorziet in gratis menstruatieproducten

- Muziek
Tijdens de openingsuren van Jeugdhuis Brieljant is er muziek voorzien en kan de bezoeker steeds een verzoeknummer aanvragen. Het afspelen van muziek op een eigen muziek-box is verboden tijdens de openingsuren van Jeugdhuis Brieljant. Op deze manier houden we het aangenaam voor iedereen.

- Respect
In het Jeugdcentrum heeft men respect voor elkaar. Het is een plek voor iedereen. Men houdt er rekening mee dat men iemand kan ontmoeten met wie men het minder kan vinden. Men laat iedereen in zijn waarde en stelt zich verdraagzaam op.

Het herhalend uitdagen van eenzelfde persoon en bewust kwetsen in eender welke vorm is verboden.

- Seksueel overschrijdend gedrag
Wanneer iemand een ander op een manier benadert die seksueel van aard is en over de grens van de andere persoon gaat, wordt dit beschouwd als seksueel overschrijdend gedrag. Zodra één van onderstaande criteria niet aanwezig is, spreken we van seksueel grensoverschrijdend gedrag:
• Wederzijdse toestemming: alle betrokkenen gaan akkoord en voelen zich er prettig bij.
• Vrijwilligheid: er is geen sprake van beloning, manipulatie, druk of dwang.
• Gelijkwaardigheid: de partners zijn gelijkwaardig op vlak van leeftijd, intelligentie, macht, maturiteit.
• Context: het gedrag houdt rekening met de omgeving en stoort/choqueert niemand.
• Impact: het gedrag veroorzaakt geen fysieke, emotionele of psychische schade bij de persoon zelf of bij het slachtoffer.

- Minimumleeftijd na 22:00
Omdat het welzijn van jongeren en kinderen primeert, mogen er vanaf 22:00u geen jongeren van 12 jaar of jonger meer aanwezig zijn bij of deelnemen aan een activiteit, ook niet in aanwezigheid van hun ouders . Tot 22:00 mogen deze jongeren wel aanwezig zijn bij of deelnamen aan een activiteit.

- Vertrouwenspersoon

Een bezoeker die nood heeft aan een vertrouwelijk gesprek, kan in jeugdcentrum Brieljant anoniem en met volledig respect voor diens privacy terecht bij een vertrouwenspersoon. De procedure zal op transparante wijze worden kenbaar gemaakt op de publiek toegankelijke plaatsen van het jeugdcentrum.

- Camerabewaking
De bezoeker moet weten dat het jeugdcentrum uitgerust is met camerabewaking; Deze bewakingscamera’s hebben als doel de gemeentelijke eigendommen te beschermen en eventuele schade en overlast aan te pakken. Pictogrammen signaleren de aanwezigheid van de camera’s. De verwerking van de beelden gebeurt conform de camerawet (Wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's). De verwerking van deze camerabeelden in het kader van politionele taken van gerechtelijke en bestuurlijke politie, gebeurt conform de Wet van 5 augustus 1992 op het Politieambt. Geautoriseerde personen kunnen de opgenomen beelden raadplegen. De beelden worden automatisch gewist na één maand indien ze geen bijdrage leveren tot het bewijzen van een misdrijf, schade of overlast. Indien dat wel het geval is, blijven de beelden langer bewaard voor verder onderzoek. Personen gefilmd door de camera’s, hebben o.a. het recht om de beelden te raadplegen en te laten verwijderen. Meer informatie over de verwerking van persoonsgegevens en het uitoefenen van deze rechten is beschikbaar op onze privacyverklaring op Privacy | Lokale Politie Deinze-Zulte-Lievegem. De in het kader van dit reglement verwerkte persoonsgegevens worden met zorgvuldigheid en respect voor de privacy behandeld en beveiligd. De lokale politiezone en het stadsbestuur van Deinze volgt hiervoor de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR).

- Toiletgebruik
De toiletten zijn louter sanitaire ruimtes. Wanneer iemand een vertrouwelijk gesprek wil voeren, kan die steeds aan een vrijwilliger, verantwoordelijke of beroepskracht vragen of er daarvoor een ruimte beschikbaar is. De vrijwilliger, beroepskracht of verantwoordelijke kan dan ook altijd vragen de toiletten te ontruimen zodanig dat iedereen het toilet kan gebruiken.
- Bovenverdieping en backstage
Deze 2 ruimtes mogen niet betreden worden zonder toegang van een vrijwilliger, beroepskracht of verantwoordelijke.


9 Reglement (juridisch kader) preventie, herstel, handhavings- en sanctiemaatregelen
9.1 Algemeen principe gedragingen bezoekers
De bezoeker draagt steeds actief bij tot een positief klimaat in het jeugdcentrum. Er zal een positief klimaat zijn wanner elke bezoeker zich objectief en subjectief veilig voelt, zichzelf kan zijn, gelijk behandeld wordt en niet aangetast wordt in zijn of haar fysieke en morele integriteit. Een bezoeker zal zich positief gedragen wanneer hij of zij respect toont voor elke andere bezoeker, vrijwilliger of medewerker én voor de roerende en onroerende goederen die tot het jeugdcentrum en de omgeving van het jeugdcentrum behoren. Een positief gedrag is per definitie niet-discriminerend en tolerant. Een positief gedrag vereist ten slotte ook dat de bezoeker handelt met respect voor en in overeenstemming met bestaande wetgeving, niet-limitatief op het vlak van middelengebruik (zoals de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van gifstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen), anti-discriminatie (zoals de Antidiscriminatiewet) en gender (zoals de Genderwet en de wet op het seksisme).
Elk gedrag dat

  • niet bijdraagt tot een positief klimaat,
  • rechtstreeks of onrechtstreeks een aantasting inhoudt van het veiligheidsgevoel of iemands fysieke of morele integriteit
  • of in welk danige context dan ook grensoverschrijdend of intimiderend is,
  • onder meer als gevolg van fysieke en verbale agressie en haatspraak
  • en dat wordt gesteld binnen het domein en/of binnen de muren van het jeugdcentrum,

is een misdraging die gelijk gesteld wordt met overlast in de brede zin.
Overlast in de brede zin kan ongeacht de aard ervan steeds aanleiding geven tot één actie of een combinatie van meerdere acties onder het luik III. Preventieve behandeling. Daarnaast zal de overlastpleger bestraft kunnen worden met een bestuurlijke sanctie (GAS) of een specifieke strafrechtelijke sanctie, afhankelijk van de aard van de overlast (Luik IV. Sanctionerende behandeling).

9.2 categorisering misdragingen
9.2.1 Overlast-inbreuken (of GAS I-inbreuken)
Een overlast- of GAS I-inbreuk is elke inbreuk op dit reglement zijn waarvoor niet door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie, reeds straffen of administratieve sancties worden bepaald.
Voorbeelden van overlast-inbreuken in enge zin:
Elke inbreuk die valt onder II. ‘Openbare rust’ (de artikelen 3 tot en met 14), III. ‘Openbare veiligheid en vlotte doorgang’ (de artikelen 15 tot en met 33), IV. ‘Reinheid en gezondheid’ (de artikelen 34 tot en met 48) van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem. Enkele voorbeelden die van toepassing kunnen zijn op de werking van het jeugdcentrum:

  • Het is verboden vuurwerk af te steken, voetzoekers te laten ontploffen, carbuurkanonnen af te vuren of wensballonnen op te laten.
  • Inbreuken op de regels inzake afvalbeheer in het jeugdcentrum, zoals het niet deponeren van afval in de daartoe bestemde afvalrecipiënten in of rond het jeugdcentrum (verbod op sluikstorten, zwerfvuil).
  • Verbod op wildplassen.
  • Verbod op elke actie of activiteit die de openbare veiligheid en/of de veilige en vlotte doorgang in het jeugdcentrum in het gedrang brengt.
  • Het is verboden op welke manier dan ook een concert, spektakel, evenement, sportieve of andere bijeenkomst die is toegestaan, te verstoren.

Het niet respecteren van de toegelaten publiekszones of van de openingsuren van het jeugdcentrum, zoals bepaald in dit huishoudelijk reglement.
De bepalingen in “Hoofdstuk 5: Politieverordening skatepark Briel en skatepark Nevele” in de lokale politieverordening Deinze.
Het overtreden van algemene of specifieke gedragsregels in de eerste acht hoofdstukken van dit reglement, voor zover zij niet “strafbaar” zijn.
Elke overtreding van het plaatsverbod (bedoeld onder 9.3.3.).

9.2.2 Gemengde inbreuken
Volgende inbreuken uit het Strafwetboek, opgenomen in de artikelen 51 tot en met 62 van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem voor zover ze voldoen aan de cumulatieve toepassingsvoorwaarden van het artikel 3 van het protocolakkoord betreffende de gemeentelijke administratieve sancties – inbreuken op het strafwetboek (niet-verkeer), als bijlage bij de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem.
Voorbeelden van gemengde inbreuken in de betekenis van dit reglement:
 diefstal in het jeugdcentrum (art. 461 en 463 Strafwetboek)
 Het is verboden om zonder toestemming graffiti aan te brengen op roerende of onroerende goederen van het jeugdcentrum (Beschadiging van (on)roerende goederen) (art. 534 bis Strafwetboek)
 Het is verboden om vandalisme te plegen jegens de onroerende goederen van het jeugdcentrum (Beschadiging van onroerende eigendommen) (art. 534 ter Strafwetboek)
 Opzettelijke beschadiging of vernieling van roerende eigendommen van het jeugdcentrum (art. 559, 1° Strafwetboek)

9.2.3 Misdrijven die niet onder de GAS (I of II)-inbreuken vallen
Niet-limitatief vallen volgen misdrijven niet onder de zuivere of gemengde GAS-inbreuken:

  • De gemengde GAS-inbreuken die niet aan de cumulatieve toepassingsvoorwaarden van artikel drie van het protocolakkoord voldoen;
  • De inbreuken op artikel 398 strafwetboek (opzettelijke slagen en verwondingen) of artikel 448 (belediging door geschriften, prenten of zinnebeelden) strafwetboek;
  • De inbreuken die verband houden met de aantasting van de seksuele integriteit, zoals bedoeld in artikel 417/7 van het strafwetboek;
  • De inbreuken op de Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen (de Genderwet) waarvan de strafrechtelijke vervolging is geregeld in de artikelen 26 tot en met 31. Hieronder vallen onder meer de inbreuken op intimidatie of seksuele intimidatie op grond van één van de beschermde criteria. Onder seksuele intimidatie wordt verstaan: “wanneer zich enige vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie voordoet met als doel of gevolg dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd” (artikel 5, 10° Genderwet). Onder intimidatie wordt verstaan: “ongewenst gedrag dat met 2[een of meer beschermde criteria]2 verband houdt, en tot doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast en een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd”;
  • De inbreuken op de Wet van 22 mei 2014 ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte en tot aanpassing van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie teneinde de daad van discriminatie te bestraffen, .B.S. 24 juli 2014. De wet bestraft elk gedrag dat in het openbaar wordt gesteld met een ernstige aantasting van de waardigheid van een persoon met de bedoeling om, wegens het geslacht minachting uit te drukken ten opzichte van een persoon. Het moet, bij verbale uitingen, met name om haatspraak gaan. Artikel 3 bepaalt de specifieke strafbepaling.
  • De inbreuken op de Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, waarvan de strafbepalingen zijn opgenomen in de artikelen 21 tot en met 26.

9.3 Preventieve behandeling misdragingen
De preventieve behandeling kan steeds worden toegepast bij een geval van overlast in overlast in de brede zin, zoals gedefinieerd onder 9.1.

9.3.1 De verwijdering
De jeugdhuisverantwoordelijke, diens vervanger of een veiligheidsagent (indien daar een beroep op wordt gedaan bij specifieke aangelegenheden) heeft te allen tijde het recht om in geval van inbreuken op dit reglement en/of overlast in de brede zin, de overlastpleger op het moment van de feiten de verdere toegang tot het jeugdhuis te ontzeggen tot het eerstvolgende sluitingsuur van het jeugdcentrum. Deze verwijdering zal op de eerstvolgende zitting van het college van burgemeester en schepenen bekrachtigd worden.

9.3.2 De verwittiging
Bij iedere inbreuk op dit reglement en/of ieder geval van overlast in de brede zin, zoals bedoeld onder 9.1., kan de burgemeester, op advies van de jeugddienst en/of de lokale politie, de dader of de daders van die gedragingen schriftelijke verwittigen dat een nieuwe inbreuk op een identieke plaats of ter gelegenheid van gelijkaardige gebeurtenissen aanleiding zal kunnen geven tot een plaatsverbod, zoals bedoeld onder 9.3.3.

9.3.3 Het bestuurlijke plaatsverbod
Onder de voorwaarden van artikel 134sexies nieuwe Gemeentewet kan de burgemeester, op basis van een bestuurlijk verslag van de lokale politie en/of een advies van de jeugddienst, en na de overlastpleger te hebben gehoord, overgaan tot het uitvaardigen van een tijdelijk plaatsverbod van (maximaal) een maand, tweemaal hernieuwbaar, voor elke herhaaldelijke inbreuk op dit reglement, in zonderheid elke herhaaldelijke inbreuk op het overlastverbod in brede zin, zoals bedoeld onder 9.1., of in geval van een verstoring van de openbare orde in het jeugdcentrum veroorzaakt door een individuele of collectieve gedraging in of rond het jeugdcentrum.
De burgemeester zal zowel met betrekking tot de tijdsspanne als met betrekking tot de gebiedsomschrijving het proportionaliteitsbeginsel in acht nemen.
Het gebied waarop het plaatsverbod van toepassing is, kan samenvallen met het jeugdcentrum Brieljant zelf of, indien geschikt en proportioneel, omschreven worden als Jeugdcentrum Brieljant en de omgeving van het skatepark, het Kaandelpark en het jeugdcentrum Brieljant, het gebied begrensd door de Brielstraat, Mouterijdreef (met inbegrip van voornoemde straten) en Tweebruggenlaan tot aan de hondenloopweide, inclusief de publieke tuin ter hoogte van Markt 96 (beter bekend als het Huis van Thuyne).
De overlastpleger wordt steeds voorafgaandelijk gehoord door hem, haar of hen gedurende een redelijke termijn inzage te verlenen in het dossier en de kans te geven schriftelijke verweermiddelen over te maken.
De burgemeester heeft geen verplichting om het maximum van een maand op te leggen in de vorm van dertig opeenvolgende kalenderdagen en dus tijdens een aaneengesloten periode. Hij heeft het recht om met het oog op het tegengaan van de verstoring van de openbare orde of van overlast en mits grondige motivatie bijzondere tijdsmodaliteiten aan het plaatsverbod te koppelen en de dertig kalenderdagen gerichter en gespreid in de tijd aan specifieke risicogevoelige data te koppelen (zoals bijvoorbeeld niet limitatief weekends, data van evenementen, …).
Het plaatsverbod impliceert niet dat de overlastpleger voor de duur van zijn verbod uitgesloten wordt van de hulpverlening die door het jeugdcentrum wordt aangeboden. Dit zal steeds na overleg en op afspraak met de betrokken dienst en bij voorkeur buiten de verboden locatie gebeuren.
9.3.4 Het herstelgesprek
Aan elk verwittiging bedoeld onder 9.3.2. zal door de burgemeester in zijn besluit ook een verplicht herstelgesprek tussen overlastpleger en jeugdhuisverantwoordelijke van de jeugddienst worden gekoppeld.
Dit herstelgesprek is bedoeld om de schade te herstellen en preventief het noodzakelijke klimaat te scheppen opdat de feiten, die aanleiding hebben gegeven tot de verwittiging, zich niet meer zouden herhalen.
Van dat herstelgesprek wordt een vertrouwelijk verslag opgemaakt. Dat verslag, ondertekend door beide partijen, kan afspraken of voorwaarden verbinden aan toekomstige deelname van de overlastpleger aan de werking van het jeugdcentrum.
Het gesprek kan online of fysiek gebeuren.
Indien de relatie met de jeugdhuisverantwoordelijke zwaar geschonden is, kan dit herstelgesprek ook plaats vinden met een bemiddelaar van de stedelijke Jeugddienst.


9.4 Sanctionerende behandeling misdragingen
Overtredingen van dit huishoudelijk reglement worden bestraft met een administratieve geldboete, opgelegd door de hiertoe aangestelde sanctionerend ambtenaar overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en zoals beschreven in artikel 63 van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem en overeenkomstig deel II (‘ALGEMEEN ZONAAL (PROCEDURE)REGLEMENT BETREFFENDE HET OPTEGGEN VAN EEN ADMINISTRATIEVE GETDBOETE BIJ OVERTREDINGEN OP DE ATGEMENE ZONATE POTITIEVERORDENING DEINZE/ZULTE/IIEVEGEM DEEI IOVERTASTBEPATINGEN EN GEMENGDE INBREUKEN (GAS-l, GAS.2 en GAS-3 INBREUKEN’) van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem en dit onverminderd wat bepaald is onder 9.4.3.


9.4.1 Overlast-inbreuken: GAS-sanctie

Elke overlast-inbreuk (GAS I-inbreuk) kan aanleiding geven tot een gemeentelijke administratieve sanctie volgens de voorwaarden en de procedure bepaald in de artikelen 63 tot en met 78 van de zonale politieverordening.
Daarnaast kunnen feiten gepleegd door minderjarigen ook aanleiding geven tot een bemiddelingsprocedure en gemeenschapsdienst, waarvan de voorwaarden en procedure zijn bepaald in de artikelen 79 tot en met 86 van de zonale politieverordening, waarbij artikel 9.4.4. va dit reglement steeds van kracht is.


9.4.2 Gemengde (of GAS 2-) inbreuken: GAS-sanctie
Elke gemengde GAS2-inbreuk die voldoet aan de cumulatieve toepassingsvoorwaarden van het protocolakkoord kan aanleiding geven tot een gemeentelijke administratieve sanctie volgens de voorwaarden en de procedure bepaald in de artikelen 63 tot en met 78 van de zonale politieverordening.
Daarnaast kunnen feiten gepleegd door minderjarigen ook aanleiding geven tot een bemiddelingsprocedure en gemeenschapsdienst, waarvan de voorwaarden en procedure zijn bepaald in de artikelen 79 tot en met 86 van de zonale politieverordening, waarbij artikel 9.4.4. va dit reglement steeds van kracht is.

9.4.3 Sanctieapparaat specifieke misdrijven

Voor misdrijven die niet als GAS-inbreuk kunnen worden gekwalificeerd, worden de strafrechtelijke sancties bepaald in het strafwetboek of specifieke wetgeving. Het lokaal bestuur heeft hier geen bevoegdheid om sancties op te leggen.
Het college van burgemeester en schepenen zal niettemin, telkens wanneer zich feiten voordoen die als dus danig worden gekwalificeerd, een aangifte doen bij de lokale politie, een klacht benadeelde persoon neerleggen en zich burgerlijk partijstellen.


9.4.4 Bemiddeling
De beslissing inzake het opleggen van een administratieve geldboete wegens overtredingen van dit huishoudelijk reglement, wordt steeds voorafgegaan – zowel voor minderjarigen als voor meerderjarigen - door een bemiddelingsaanbod. De bemiddeling wordt aangeboden en de bemiddelingsprocedure wordt gevoerd op de wijze zoals bepaald in het hiervoor vermelde deel II van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem.
Indien de jeugddienst dit positief adviseert, zal deze bemiddeling de vorm aannemen van een reïntegratietraject.
Het doel van dit reïntegratieproject is om de wederzijdse relatie tussen de betrokkene en de jeugdhuiswerking binnen de context van het jeugdhuis op een positieve manier te herstellen. Het project is er ook op gericht om bezoekers zich weer thuis te laten voelen, hun zelfvertrouwen te versterken en hen te helpen positieve relaties op te bouwen binnen het jeugdhuis. Er zijn 5 gespreksmomenten voorzien voor dit traject. De bemiddelaar zal dit traject begeleiden.
De inhoud van deze gespreksmomenten moet flexibel worden aangepast aan de behoeften en omstandigheden van de bezoekers. Dit betekent dat de trajectverantwoordelijke moet open staan voor het aanpassen van de inhoud, activiteiten van de sessies, afhankelijk van de voortgang en feedback van de bezoeker.


9.5 Bijzondere maatregelen en procedures
9.5.1 Klacht benadeelde persoon
Bij elke inbreuk omschreven als één van de drie categorieën onder 9.2. zal het college van burgemeester en schepenen vanaf een zekere zwaarwichtigheid een klacht benadeelde persoon neerleggen bij de lokale politie.


9.5.2 Rechtstreekse strafklacht bij het arbeidsauditoraat
Het schepencollege zal telkens wanneer zich conform artikel 119 Sociaal Strafwetboek daden van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk voordoen jegens jeugdhuismedewerkers in de uitoefening van hun taken, het recht hebben om een rechtstreekse strafklacht in te dienen bij het arbeidsauditoraat.


9.5.3 Kortgedingprocedure
Indien een vorm van overlast gepaard gaat met strafbare feiten of indien zich nieuwe zwaarwichtige feiten voordoen ondanks meerdere plaats-of toegangsverboden, behoudt het college van burgemeester en schepenen zich het recht voor een kortgedingprocedure aan te spannen teneinde een gerechtelijk plaatsverbod af te dwingen.

Publieke stemming
Aanwezig: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Hans Martens, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Eva Martens, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Ronny Vermeulen, Stefanie De Vlieger
Voorstanders: Tess Minnens, Jan Vermeulen, Johan Cornelis, Rutger De Reu, Conny De Spiegelaere, Bruno Dhaenens, Filip Vervaeke, Sofie D'hondt, Nathalie Lambrecht, Marleen Vanlerberghe, Annick Verstraete, Eric Van Huffel, Marc De Schrijver, Annie Mervillie, Freija Dhondt, Hans Martens, Stephanie Debeurme, Matthias Neirynck, Olaf Evrard, Jan Pauwels, Bart Vermaercke, Alexander Adams, Eva Martens, Carline De Paepe, Kristof Van den Berghe, Peter De Maertelaere, Peter Parmentier, Els Baart, Sylvie Claeys, Ronny Vermeulen
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1
Het huishoudelijk reglement van jeugdhuis Brieljant wordt goedgekeurd. 

Artikel 2
Dit besluit wordt in uitvoering van artikel 285§1 van het decreet lokaal bestuur bekend gemaakt via de lijst van de besluiten van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad.