De voorzitter opent de zitting op 28/11/2024 om 19:32.
De zitting wordt geschorst om 19.54 uur na de behandeling van agendapunt 2 'Vaststellen aanpassing meerjarenplan 2020-2025 (10) - aanpassing kredieten 2024/2 en vaststelling kredieten 2025 - deel stad Deinze'.
De zitting wordt opnieuw geopend om 19.56 uur.
Matthias Neirynck (raadslid)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het ontwerp van de notulen van de gemeenteraad van 22 oktober 2024.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraad van 22 oktober 2024 goed.
Sofie D'hondt (schepen), Bart Vermaercke, Annick Verstraete, Olaf Evrard, Freija Dhondt (raadsleden)
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikels 249, 250, 257, 259, 286 § 1 3°, 287 en 330.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) van stad en O.C.M.W. Deinze - aanpassing kredieten 2024/2 en vaststelling kredieten 2025.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) - aanpassing kredieten 2023/2 en vaststelling kredieten 2025, is opgemaakt volgens de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en de regels, schema's en rekeningstelsels volgens het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 voorziet in een geïntegreerde planning van het beleid van de gemeente en het O.C.M.W. Dit beleidsrapport omvat dus de beleidsdoelstellingen en ramingen van zowel de stad als het O.C.M.W., maar beide hebben hiervoor wel afzonderlijke kredieten. Gezien beide entiteiten als aparte rechtspersonen blijven bestaan, stemmen de gemeenteraad en de O.C.M.W.-raad in uitvoering van artikel 249 § 3 van het decreet lokaal bestuur elk over hun deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10), waarna de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10), vastgesteld door de O.C.M.W.-raad, goedkeurt. Hierdoor is het geïntegreerde beleidsrapport definitief vastgesteld. De goedkeuring door de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes van de O.C.M.W.-raad.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) is financieel in evenwicht (schema M2) gezien het geraamde beschikbaar budgettair resultaat voor 2027 groter is dan 0. Ook de autofinancieringsmarge en gecorrigeerde autofinancieringsmarge voor 2027 zijn positief. Aangezien de stad en het O.C.M.W. een geïntegreerd aangepast meerjarenplan 2020-2025 (10) hebben opgemaakt, is het financiële evenwicht beoordeeld voor de stad en het O.C.M.W. samen. Bij de berekening van het geconsolideerd financieel evenwicht is rekening gehouden met de cijfers van het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 (10) van het AGB stad Deinze.
De gemeenteraad stelt het deel van de stad van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) vast.
Artikel 1
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) - aanpassing kredieten 2024/2 en vaststelling kredieten 2025 - deel stad Deinze, wordt vastgesteld zoals gezien in bijlage.
Artikel 2
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) van stad en O.C.M.W. Deinze zal in uitvoering van artikel 250 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 in digitale vorm aan de Vlaamse Regering worden bezorgd na goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) deel O.C.M.W Deinze, en deze beslissing zal in uitvoering van artikel 286 § 1 3° van het decreet lokaal bestuur bekend gemaakt worden via de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking in uitvoering van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikels 249, 250, 257, 259, 286 § 1 3°, 287 en 330.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) van stad en O.C.M.W. Deinze - aanpassing kredieten 2024/2 en vaststelling kredieten 2025.
De beslissing van de O.C.M.W.-raad van 28 november 2024 over de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) - aanpassing kredieten 2024/2 en vaststelling kredieten 2025 - deel O.C.M.W. Deinze.
Er bestaan geen afzonderlijke beleidsrapporten meer voor de gemeente en het O.C.M.W. De beleidsrapporten van de gemeente en het O.C.M.W. vormen een geïntegreerd geheel. Gemeente en O.C.M.W. delen dus hun beleidsdoelstellingen, maar hebben hiervoor wel afzonderlijke kredieten. Het financiële evenwicht daarentegen wordt enkel op het niveau van beide rechtspersonen samen beoordeeld.
Zowel de gemeenteraad als de O.C.M.W.-raad moeten eerst hun deel van het beleidsrapport vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de O.C.M.W.-raad goedkeuren, waardoor het geïntegreerde beleidsrapport definitief vastgesteld is. De goedkeuring door de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes van de O.C.M.W.-raad.
De O.C.M.W.-raad stelde deze aanpassing van meerjarenplan 2020-2025 (10) deel O.C.M.W. Deinze vast in zitting van 28 november 2024.
De gemeenteraad keurt het deel van het O.C.M.W. van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) goed. Door deze goedkeuring is de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) in zijn geheel definitief vastgesteld, inclusief de kredieten voor 2025.
Artikel 1
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) - aanpassing kredieten 2024/2 en vaststelling kredieten 2025 - deel O.C.M.W. Deinze, wordt goedgekeurd zoals gezien in bijlage.
Artikel 2
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) van stad en O.C.M.W. Deinze zal in uitvoering van artikel 250 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2019 in digitale vorm aan de Vlaamse Regering worden bezorgd, en deze beslissing zal in uitvoering van artikel 286 § 1 3° van het decreet lokaal bestuur bekend gemaakt worden via de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking in uitvoering van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikels 231, 241, 242, 249, 250, 257, 259, 286 §1 3°, 287 en 330.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscylcus van de lokale besturen.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) van het AGB Stad Deinze - aanpassing kredieten 2024/2 en vaststelling kredieten 2025.
De beslissing van de Raad van Bestuur van het AGB Stad Deinze van 25 november 2024 over de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) van het AGB Stad Deinze - aanpassing kredieten 2024/2 en vaststelling kredieten 2025.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) - aanpassing kredieten 2024/2 en vaststelling kredieten 2025, is opgemaakt volgens de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en de regels, schema's en rekeningstelsels volgens het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting. De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) is financieel in evenwicht (schema M2) gezien het geraamde beschikbaar budgettair resultaat voor 2027 groter is dan 0. Ook de autofinancieringsmarge en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge voor 2027 zijn positief.
De Raad van Bestuur van het AGB Stad Deinze stelde deze aanpassing van meerjarenplan 2020-2025 (10) vast in zitting van 25 november 2024.
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) van het AGB Stad Deinze goed.
Artikel 1
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) van het AGB Stad Deinze - aanpassing kredieten 2024/2 en vaststelling kredieten 2025, wordt goedgekeurd zoals gezien in bijlage.
Artikel 2
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) van het AGB Stad Deinze zal in uitvoering van artikel 250 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 in digitale vorm aan de Vlaamse Regering worden bezorgd, en deze beslissing zal in uitvoering van artikel 286 §1 3° van het decreet lokaal bestuur bekend gemaakt worden via de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking in uitvoering van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.
Karlien De Paepe (raadslid), Jan Vermeulen (burgemeester)
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus, en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 40 over de goedkeuring van de begroting van de lokale politiezones en artikel 71 over het goedkeuringstoezicht op de begroting van de lokale politiezones.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder de artikels 40 § 1 en 41 9° over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politiezones.
De begroting 2025 van de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem: begroting, synthese, vergelijking begroting en meerjarenplan, advies begrotingscommissie en besluit politieraad 24 oktober 2024.
De politieraad van de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem heeft op 24 oktober 2024 de begroting 2025 goedgekeurd. De exploitatiedotatie voor de stad Deinze bedraagt 5.509.864,00 euro en de investeringsdotatie 303.428,00 euro.
De investeringsdotatie bedraagt dus 303.428,00 euro. In het meerjarenplan van de stad is momenteel slechts een krediet van 276.385,00 euro opgenomen. Het verschil van 27.043,00 euro zal opgenomen worden in de eerstvolgende wijziging van het meerjarenplan (2025/1). Het niet opgenomen bedrag is pas op 27 september 2024 door de politiezone aan de stad meegedeeld, en bleek noodzakelijk omdat de raming van een voertuig HHOO blijkbaar te laag was zoals bleek uit de binnengekomen offertes. Het college van burgemeester en schepenen had op 24 september 2024 de cijfers van het meerjarenplan voor 2025 reeds principieel definitief vastgesteld, waarna deze cijfers werden doorgetrokken in het boekhoudpakket. De cijfers werden dus reeds vóór deze mail van de politiezone afgesloten, waardoor deze wijziging niet meer kon opgenomen worden in de huidige meerjarenplanwijziging.
De gemeenteraad keurt de begroting 2025 van de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem goed.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht. Het krediet om deze beslissing uit te voeren zal in het meerjarenplan 2020-2025 voorzien worden op:
meerjarenplan 20-25 |
investering |
jaar |
2025 |
investeringsenveloppe |
IP007 - overig beleid |
actie |
19032 - buitengewone toelage politiezone Deinze-Zulte-Lievegem |
subproject |
19032/01 - buitengewone toelage politiezone Deinze-Zulte-Lievegem |
beleidsitem |
040000 - politiediensten |
algemene rekening |
664200 - toegestane investeringssubsidies politiezone |
krediet |
276.385,00 euro |
De investeringsdotatie bedraagt 303.428,00 euro. In het meerjarenplan van de stad is momenteel slechts een krediet van 276.385,00 euro opgenomen. Het verschil van 27.043,00 euro zal opgenomen worden in de eerstvolgende wijziging van het meerjarenplan (2025/1).
meerjarenplan 20-25 |
exploitatie |
jaar |
2025 |
beleidsitem |
040000 - politiediensten |
algemene rekening |
649310 - algemene werkingssubsidie politiezone Deinze-Zulte-Lievegem |
actie |
geen |
krediet |
5.509.864,00 euro |
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de begroting 2025 van de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem goed.
Artikel 2
Dit besluit zal slechts uitwerking hebben voor zover de gemeenteraden van Zulte en Lievegem eveneens de begroting 2025 van de politiezone Deinze-Zulte-Lievegem goedkeuren.
Artikel 3
Dit besluit wordt overgemaakt aan de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem, Stadionlaan 22a, 9800 Deinze.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus, en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 40 over de goedkeuring van de begroting van de lokale politiezones en artikel 71 over het goedkeuringstoezicht op de begroting van de lokale politiezones.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder de artikels 40 § 1 en 41 9° over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politiezones.
Het overzicht van de dotaties voor exploitatie- en investeringsuitgaven voor het dienstjaar 2025 aan de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem (berekening in het syntheserapport en uittreksel uit begroting 2025).
De politieraad van de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem keurde op 24 oktober 2024 de begroting voor het dienstjaar 2025 goed. De begroting van de politiezone dient te worden goedgekeurd in de politieraad van oktober omwille van de door de wetgever opgelegde termijnen inzake het goedkeuringstoezicht. De goedkeuring van de toezichthoudende overheid is vereist opdat de begroting uitvoerbaar zou zijn. Het bestuurlijk toezicht dient daarom een afschrift van de gemeenteraadsbesluiten betreffende de dotaties aan de lokale politiezone te ontvangen om de begroting voor het dienstjaar 2025 definitief te kunnen goedkeuren.
De dotaties van de gemeenten aan de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem worden jaarlijks goedgekeurd door de gemeenteraad. In functie van de goedgekeurde begroting en de door de gemeenten aanvaarde verdeelsleutel (54,09 % voor de stad Deinze) worden voor 2025 door de stad Deinze volgende dotaties toegekend aan de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem:
De investeringsdotatie bedraagt dus 303.428,00 euro. In het meerjarenplan van de stad is momenteel slechts een krediet van 276.385,00 euro opgenomen. Het verschil van 27.043,00 euro zal opgenomen worden in de eerstvolgende wijziging van het meerjarenplan (2025/1). Het niet opgenomen bedrag is pas op 27 september 2024 door de politiezone aan de stad meegedeeld, en bleek noodzakelijk omdat de raming van een voertuig HHOO blijkbaar te laag was zoals bleek uit de binnengekomen offertes. Het college van burgemeester en schepenen had op 24 september 2024 de cijfers van het meerjarenplan voor 2025 reeds principieel definitief vastgesteld, waarna deze cijfers werden doorgetrokken in het boekhoudpakket. De cijfers werden dus reeds vóór deze mail van de politiezone afgesloten, waardoor deze wijziging niet meer kon opgenomen worden in de huidige meerjarenplanwijziging.
De gemeenteraad keurt deze dotaties goed.
Deze uitgave is onderworpen aan het voorafgaand visum.
Het krediet om deze beslissing uit te voeren zal in het meerjarenplan 2020-2025 voorzien worden op:
meerjarenplan 20-25 |
investering |
jaar |
2025 |
investeringsenveloppe |
IP007 - overig beleid |
actie |
19032 - buitengewone toelage politiezone Deinze-Zulte-Lievegem |
subproject |
19032/01 - buitengewone toelage politiezone Deinze-Zulte-Lievegem |
beleidsitem |
040000 - politiediensten |
algemene rekening |
664200 - toegestane investeringssubsidies politiezone |
krediet |
276.385,00 euro |
De investeringsdotatie bedraagt 303.428,00 euro. In het meerjarenplan van de stad is momenteel slechts een krediet van 276.385,00 euro opgenomen. Het verschil van 27.043,00 euro zal opgenomen worden in de eerstvolgende wijziging van het meerjarenplan (2025/1).
meerjarenplan 20-25 |
exploitatie |
jaar |
2025 |
beleidsitem |
040000 - politiediensten |
algemene rekening |
649310 - algemene werkingssubsidie politiezone Deinze-Zulte-Lievegem |
actie |
geen |
krediet |
5.509.864,00 euro |
onder voorbehoud goedkeuring aanpassing mjp 2024/2 + vaststelling budget 2025
Gunstig visum 2024/258 van Sabine Vermeersch van 18 oktober 2024
Artikel 1
De dotaties aan de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem voor het dienstjaar 2025 van 5.509.864,00 euro voor exploitatie- en 303.428,00 euro voor investeringsuitgaven worden goedgekeurd.
Artikel 2
Het verschil in opgenomen krediet en de goedgekeurde investeringsdotatie van 27.043,00 euro zal opgenomen worden in de eerstvolgende wijziging van het meerjarenplan (2025/1).
Artikel 3
Een voor eensluidend afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid en aan de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus, en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 40 over de goedkeuring van de begroting van de lokale politiezones en artikel 71 over het goedkeuringstoezicht op de begroting van de lokale politiezones.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder de artikels 40 § 1 en 41 9° over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politiezones.
De begrotingswijziging 2024/2 van de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem: begrotingswijziging, synthese, advies begrotingscommissie en besluit politieraad 24 oktober 2024.
De politieraad van de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem heeft op 24 oktober 2024 de budgetwijziging 2024/1 goedgekeurd. Er zijn geen wijzigingen aan de exploitatie- en investeringsdotatie.
De gemeenteraad neemt kennis van de begrotingswijziging 2024/1 van de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de budgetwijziging 2024/1 van de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem.
Artikel 2
Dit besluit wordt overgemaakt aan de Lokale Politiezone Deinze-Zulte-Lievegem, Stadionlaan 22a, 9800 Deinze.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
Bart Vermaercke (raadslid)
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en in het bijzonder artikel 177.
Het kwartaalrapport van de Stad Deinze op 30 september 2024.
De kastoestand en rekeninguittreksels op 30 september 2024.
De standopgaven van het exploitatiebudget op 30 september 2024.
De proef- en saldibalans op 30 september 2024.
De geboekte investeringsuitgaven en -ontvangsten op 30 september 2024.
Het overzicht van de openstaande lokale belastingkohieren en hun saldo's op 30 september 2024.
De dashboards van de lokale belastingkohieren op 30 september 2024.
De statuslijsten van de subsidies op 30 september 2024.
De beschrijving van de financiële risico's van de stad en OCMW Deinze.
Artikel 177 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de financieel directeur in volle onafhankelijkheid rapporteert aan de gemeenteraad, aan de raad voor maatschappelijk welzijn, aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan de algemeen directeur over de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole, de evolutie van de budgetten en de financiële risico's.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van het kwartaalrapport van de Stad Deinze van 30 september 2024.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
Bart Vermaercke (raadslid), Jan Vermeulen (burgemeester), Rutger De Reu (schepen)
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder de artikels 41 23°, 285 § 1 1°, 287 en 330.
De lijst van de werkingssubsidies 2024 - aanvulling - nominatieve subsidies en subsidies via een samenwerkingsovereenkomst.
De lijst van de werkingssubsidies 2025 - nominatieve subsidies en subsidies via een samenwerkingsovereenkomst.
De lijst van de investeringssubsidies 2024 - aanvulling + 2025 (allen nominatief).
In de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) zijn de werkings- en investeringssubsidies 2025 opgenomen. Via deze aanpassing van het meerjarenplan zijn ook nog een aantal wijzigingen aangebracht aan de werkings- en investeringssubsidies van 2024. Alle werkings- en investeringssubsidies voor 2024 en 2025 zijn overgenomen op de lijsten zoals in bijlage geviseerd. Het komt toe aan de gemeenteraad om deze lijsten van de werkings- en investeringssubsidies voor 2024 (aanvulling) en 2025 goed te keuren.
Er wordt de aandacht op gevestigd dat deze lijsten enkel de nominatieve subsidies en de subsidies via een samenwerkingsovereenkomst bevatten. De subsidies die via een subsidiereglement worden toegekend zijn niet in deze lijst opgenomen, en kunnen worden geconsulteerd in de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) op blz. 317-324 (werkingssubsidies) en blz. 327 (investeringssubsidies).
Het krediet voor de uitbetaling van de werkings- en investeringssubsidies - aanvulling 2024 en de werkings- en investeringssubsidies 2025 is opgenomen in de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (10) onder de artikels zoals vermeld naast iedere subsidie in de lijsten in bijlage.
Raadslid Bart Vermaercke van de fractie N-VA dient volgend amendement in:
Artikel 2
De werkingssubsidies 2025 (nominatieve subsidies en subsidies via een samenwerkingsovereenkomst) en de investeringssubsidies 2025 (allen nominatief), zoals opgenomen in de lijsten in bijlage, worden goedgekeurd.
Kat op de dool krijgt een vergoeding van 5000 euro voor de kosten die gemaakt worden voor het opvangen van de katten die door Deinzenaars daar terecht komen.
Bij opmaak van het meerjarenplan wordt een structurele ondersteuning opgemaakt voor de erkende dierenasielen op het grondgebied.
Het amendement werd niet ter stemming voorgelegd aangezien het voorstel zal worden voorgelegd aan het college van burgmeester en schepenen in de loop van januari 2025.
Artikel 1
De werkingssubsidies 2024 - aanvulling (nominatieve subsidies en subsidies via een samenwerkingsovereenkomst) en de investeringssubsidies 2024 - aanvulling (allen nominatief), zoals opgenomen in de lijsten in bijlage, worden goedgekeurd.
Artikel 2
De werkingssubsidies 2025 (nominatieve subsidies en subsidies via een samenwerkingsovereenkomst) en de investeringssubsidies 2025 (allen nominatief), zoals opgenomen in de lijsten in bijlage, worden goedgekeurd.
Artikel 3
Alle gesubsidieerde verenigingen / instellingen / organisaties engageren zich om het belang van het gebruik van het Nederlands te erkennen bij het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteiten (zoals bedoeld in artikel 41 van het decreet lokaal bestuur - wijziging 17 februari 2023).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 235 §1 over de bevoegdheden van de raad van bestuur.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De huidige statuten.
De beslissing BTWnr. E.T.129.288 van 19 januari 2016 waarin de fiscus het standpunt inneemt dat vanaf 2016 enkel met prijssubsidies kan worden gewerkt in het kader van het winstoogmerk van het AGB.
De gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2023 waarin het prijssubsidiereglement 2024 gedeelte 6% BTW werd goedgekeurd (factor 6)
De gemeenteraadsbeslissing van 24 september 2024 waarin het gewijzigde prijssubsidiereglement 2024 gedeelte 6% BTW werd goedgekeurd (factor 3,5)
De tentoonstelling "Emile Claus, Prins van het luminisme" loopt als een trein. Een serieuze opkomst werd gehoopt, maar de huidige cijfers overtreffen zelfs onze verwachtingen. Het is een ongezien succes. Na één maand tijd werden de totaal verwachte inkomsten quasi bereikt. De totaalinkomsten van het AGB zullen dus zeker de totaaluitgaven overstijgen. Er is dus geen noodzaak meer aan prijssubsidies vanwege de stad om de winstgevendheid van het AGB aan te tonen. Daarom wordt er voorgesteld om het prijssubsidiereglement van 6% btw (berekend op de inkomgelden van de Palaestra) op te heffen vanaf december 2024 zodat de prijssubsidie op het recht op toegang van de Palaestra met ingang van 01 december 2024 niet meer wordt toegepast.
Artikel 1
De gemeenteraad erkend dat het AGB vanwege de stad geen prijssubsidies meer nodig heeft vanaf 01 december 2024 tot 31 december 2024 om economisch leefbaar te zijn. De stad keurt dus de opheffing van het prijssubsidiereglement van 6% btw (berekend op de inkomgelden van de Palaestra) goed vanaf 01 december 2024 zodat de prijssubsidie op het recht op toegang met ingang van 01 december 2024 niet meer wordt toegepast.
Artikel 2
De opheffing geldt enkel voor de periode 01 december 2024 tot en met 31 december 2024. Uiteraard erkend de stad dat de noodzaak aan prijssubsidies er wel terug is vanaf januari 2025. Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 01 januari 2025 zal worden onderhandeld tussen de stad Deinze en het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 235 §1 over de bevoegdheden van de raad van bestuur.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De huidige statuten.
De beslissing BTWnr. E.T.129.288 van 19 januari 2016, later vervangen door Circulaire 2022/C/100 waarin de fiscus het standpunt inneemt dat vanaf 2016 enkel met prijssubsidies kan worden gewerkt in het kader van het winstoogmerk van het AGB.
Het voorstel van prijssubsidiereglement 2025 - gedeelte 0% btw vanwege het college van burgemeester en schepenen van 5 november 2024.
De berekening van de factor van het prijssubsidiereglement 2025 - gedeelte 0% btw - berekend op de verhuur van het Museum Fonds De Smet.
Een tabel waaruit een oplijsting blijkt van de gehanteerde tarieven waarvoor de prijssubsidie wordt bepaald, incl het bedrag van de prijssubsidie per tarief.
In een AGB is een winstoogmerk uiterst belangrijk. Prijssubsidies, toegekend door de stad, die rechtstreeks verband houden met de prijs behoren tot de maatstaf van heffing van de btw en mogen aldus bij de ontvangsten van het autonoom gemeentebedrijf gerekend worden om te bepalen of de doelstellingen inzake het winstoogmerk en het doel winsten uit te keren bereikt worden.
Om dus economisch leefbaar te zijn is het noodzakelijk dat het AGB Stad Deinze vanwege de stad prijssubsidies ontvangt als vergoeding voor het recht van toegang.
De berekeningswijze werd vanaf 2024 n.a.v. een controle gewijzigd. Er dient een toewijzing van de prijssubsidie te gebeuren over de diverse deficitaire verrichtingen van het AGB wat inhoudt dat er zowel een prijssubsidie moet zijn onderhevig aan 6% btw, als één aan 21% btw als één aan 0% btw conform de diverse omzetten. Op basis van de kredieten ingeschreven in het MJP dat nu ter goedkeuring voorligt aan de raad van bestuur werd bepaald dat er zo'n 75% omzet is aan 6% btw voor 2025, zo'n 24% omzet aan 21% btw voor 2025 en zo'n 1% omzet aan 0% btw voor 2025. Op basis daarvan werden simulaties gemaakt om zo tot de prijssubsidie factor te komen. In het AGB werd een totaal bedrag van € 2.210.500 voorzien aan prijssubsidies, bestaande uit € 1.658.500 prijssubsidie (excl. 6% btw), € 529.000 prijssubsidies (excl. 21% btw), als € 23.000 prijssubsidies (excl. 0% btw). Om praktische redenen is het niet mogelijk om op elk type omzet een prijssubsidie te bepalen, daarom werd de prijssubsidie van 6% berekend op de toegangsgelden van het zwembad Palaestra, de prijssubsidie van 21% op het verlenen van het recht op toegang tot de Brielpoort en de 0% op de verhuur van het museum Fonds De Smet.
In dit reglement ligt enkel het prijssubsidiereglement onderhevig aan 0% btw voor.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, goed ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze.
Artikel 2
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT 2025 (3) ONDERHEVIG AAN 0% BTW (berekend op de verhuur van het museum Fonds De Smet)
Tussen
STADSBESTUUR DEINZE, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de gemeenteraad, zijnde mevrouw Tess Minnens, woonplaatskeuze te 9800 Deinze, Brielstraat 2 en de algemeen directeur, zijnde mevrouw Stefanie DE VLIEGER, met woonplaatskeuze te 9800 Deinze, Brielstraat 2, enerzijds;
En
Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF STAD DEINZE, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde de heer Jan VERMEULEN , met woonplaatskeuze te 9800 Deinze, Brielstraat 2 anderzijds;
wordt overeengekomen dat de stad Deinze voor de omzet onderhevig aan 0% btw een prijssubsidie zal toekennen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze en dit berekend op de verhuur van het museum Fonds De Smet. Dit prijssubsidiereglement legt de toekenning van deze prijssubsidie vast en geldt voor de periode vanaf 1 januari 2025 tot 31 december 2025. Het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2025 (zie bijlage). Op basis van deze ramingen heeft het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2025 de inkomsten voor het gehele autonoom gemeentebedrijf, minstens EUR 6.518.349 (exclusief btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn. Naast de prijssubsidie onderhevig aan 0% btw, zal er tevens een prijssubsidie toegekend worden onderhevig aan 21% btw als aan 6% btw dit om economisch rendabel te zijn.
Wat betreft het gedeelte 0% wenst het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze vanaf 1 januari 2025 de huidige prijzen (exclusief btw) voor de verhuur van het museum Fonds De Smet te vermenigvuldigen met een factor 2.
De stad Deinze erkent dat het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsgelden (exclusief btw) voor de verhuur van het museum Fonds De Smet moet vermenigvuldigen met een factor 2 om samen met de prijssubsidies onderhevig aan 21% en aan 6% economisch rendabel te zijn.
De stad Deinze verbindt er zich toe om voor de periode vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 de verhuur van het museum Fonds De Smet te subsidiëren middels toekenning van prijssubsidies. De waarde van de prijssubsidie toegekend door de stad Deinze bedraagt de prijs (exclusief btw) die de huurder voor de huur van het museum Fonds De Smet betaalt vermenigvuldigd met een factor 2.
Deze gesubsidieerde inkomgelden kunnen steeds geherevalueerd worden tijdens het kalenderjaar 2025 in het kader van een periodieke evaluatie van de exploitatieresultaten van het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is, zal de stad Deinze deze steeds documenteren (aan de hand van een gemeenteraadsbeslissing).
Het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze moet op de 15e werkdag volgend op elke maand de stad Deinze een overzicht bezorgen van de bezoekers waaraan recht op toegang tot het zwembad Palaestra is verleend. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidie zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze uitreikt aan de stad Deinze. De stad Deinze dient deze debet nota te betalen aan het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze binnen de maand na ontvangst van het vermelde document.
Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 1 januari 2026 zal worden onderhandeld tussen de stad Deinze en het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 235 §1 over de bevoegdheden van de raad van bestuur.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De huidige statuten.
De beslissing BTWnr. E.T.129.288 van 19 januari 2016, later vervangen door Circulaire 2022/C/100 waarin de fiscus het standpunt inneemt dat vanaf 2016 enkel met prijssubsidies kan worden gewerkt in het kader van het winstoogmerk van het AGB.
Het voorstel van prijssubsidiereglement 21% vanwege het college van burgemeester en schepenen van 5 november 2024.
De berekening van de factor van het prijssubsidiereglement 21%.
Een tabel waaruit een oplijsting blijkt van de gehanteerde tarieven waarvoor de prijssubsidie wordt bepaald, incl. het bedrag van de prijssubsidie per tarief.
In een AGB is een winstoogmerk uiterst belangrijk. Prijssubsidies, toegekend door de stad, die rechtstreeks verband houden met de prijs behoren tot de maatstaf van heffing van de btw en mogen aldus bij de ontvangsten van het autonoom gemeentebedrijf gerekend worden om te bepalen of de doelstellingen inzake het winstoogmerk en het doel winsten uit te keren bereikt worden.
Om dus economisch leefbaar te zijn is het noodzakelijk dat het AGB Stad Deinze vanwege de stad prijssubsidies ontvangt als vergoeding voor het recht van toegang.
De berekeningswijze werd vanaf 2024 n.a.v. een controle gewijzigd. Er dient een toewijzing van de prijssubsidie te gebeuren over de diverse deficitaire verrichtingen van het AGB wat inhoudt dat er zowel een prijssubsidie moet zijn onderhevig aan 6% btw, als één aan 21% btw als één aan 0% btw conform de diverse omzetten. Op basis van de kredieten ingeschreven in het MJP dat nu ter goedkeuring voorligt aan de raad van bestuur werd bepaald dat er zo'n 75% omzet is aan 6% btw voor 2025, zo'n 24% omzet aan 21% btw voor 2025 en zo'n 1% omzet aan 0% btw voor 2025. Op basis daarvan werden simulaties gemaakt om zo tot de prijssubsidie factor te komen. In het AGB werd een totaal bedrag van € 2.210.500 voorzien aan prijssubsidies, bestaande uit € 1.658.500 prijssubsidie (excl. 6% btw), € 529.000 prijssubsidies (excl. 21% btw), als € 23.000 prijssubsidies (excl. 0% btw). Om praktische redenen is het niet mogelijk om op elk type omzet een prijssubsidie te bepalen, daarom werd de prijssubsidie van 6% berekend op de toegangsgelden van het zwembad Palaestra, de prijssubsidie van 21% op het verlenen van het recht op toegang tot de Brielpoort en de 0% op de verhuur van het museum Fonds De Smet.
In dit reglement ligt enkel het prijssubsidiereglement onderhevig aan 21% btw voor.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze goed.
Artikel 2
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT 2025 (2) ONDERHEVIG AAN 21% BTW (berekend op het verlenen van recht op toegang tot de Brielpoort)
Tussen
STADSBESTUUR DEINZE, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de gemeenteraad, zijnde mevrouw Tess Minnens, woonplaatskeuze te 9800 Deinze, Brielstraat 2 en de algemeen directeur, zijnde mevrouw Stefanie DE VLIEGER, met woonplaatskeuze te 9800 Deinze, Brielstraat 2, enerzijds;
En
Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF STAD DEINZE, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde de heer Jan VERMEULEN , met woonplaatskeuze te 9800 Deinze, Brielstraat 2 anderzijds;
wordt overeengekomen dat de stad Deinze voor de omzet onderhevig aan 21% btw een prijssubsidie zal toekennen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze en dit berekend op het verlenen van recht van toegang tot de Brielpoort. Dit prijssubsidiereglement legt de toekenning van deze prijssubsidie vast en geldt voor de periode vanaf 1 januari 2025 tot 31 december 2025. Het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2025 (zie bijlage). Op basis van deze ramingen heeft het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2025 de inkomsten voor het gehele autonoom gemeentebedrijf, minstens EUR 6.518.349 (exclusief btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn. Naast de prijssubsidie onderhevig aan 21% btw, zal er tevens een prijssubsidie toegekend worden onderhevig aan 6%btw als aan 0% btw dit om economisch rendabel te zijn.
Wat betreft het gedeelte 21% wenst het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze vanaf 1 januari 2025 de huidige toegangsprijzen (exclusief btw) voor recht op toegang tot de Brielpoort te vermenigvuldigen met een factor 11,5.
De stad Deinze erkent dat het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsgelden (exclusief btw) voor recht op toegang tot de Brielpoort moet vermenigvuldigen met een factor 11,5 om samen met de prijssubsidies onderhevig aan 6% en aan 0% economisch rendabel te zijn.
De Stad Deinze wenst de toegangsgelden te beperken opdat de Brielpoort toegankelijk zou zijn voor iedereen. De stad Deinze verbindt er zich toe om voor de periode vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels toekenning van prijssubsidies. De waarde van de prijssubsidie toegekend door de stad Deinze bedraagt de prijs (exclusief btw) die de bezoeker/huurder voor recht op toegang tot de Brielpoort betaalt vermenigvuldigd met een factor 11,5.
Deze gesubsidieerde inkomgelden kunnen steeds geherevalueerd worden tijdens het kalenderjaar 2025 in het kader van een periodieke evaluatie van de exploitatieresultaten van het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is, zal de stad Deinze deze steeds documenteren (aan de hand van een gemeenteraadsbeslissing).
Het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze moet op de 15e werkdag volgend op elke maand de stad Deinze een overzicht bezorgen van de bezoekers waaraan recht op toegang tot het zwembad Palaestra is verleend. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidie zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze uitreikt aan de stad Deinze. De stad Deinze dient deze debet nota te betalen aan het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze binnen de maand na ontvangst van het vermelde document.
Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 1 januari 2026 zal worden onderhandeld tussen de stad Deinze en het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 235 §1 over de bevoegdheden van de raad van bestuur.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De huidige statuten.
De beslissing BTWnr. E.T.129.288 van 19 januari 2016, later vervangen door Circulaire 2022/C/100 waarin de fiscus het standpunt inneemt dat vanaf 2016 enkel met prijssubsidies kan worden gewerkt in het kader van het winstoogmerk van het AGB.
Het voorstel van prijssubsidiereglement 6% vanwege het college van burgemeester en schepenen van 5 november 2024
De berekening van de factor van het prijssubsidiereglement 6%.
Een tabel waaruit een oplijsting blijkt van de gehanteerde tarieven waarvoor de prijssubsidie wordt bepaald, incl. het bedrag van de prijssubsidie per tarief.
In een AGB is een winstoogmerk uiterst belangrijk. Prijssubsidies, toegekend door de stad, die rechtstreeks verband houden met de prijs behoren tot de maatstaf van heffing van de btw en mogen aldus bij de ontvangsten van het autonoom gemeentebedrijf gerekend worden om te bepalen of de doelstellingen inzake het winstoogmerk en het doel winsten uit te keren bereikt worden.
Om dus economisch leefbaar te zijn is het noodzakelijk dat het AGB Stad Deinze vanwege de stad prijssubsidies ontvangt als vergoeding voor het recht van toegang.
De berekeningswijze werd vanaf 2024 n.a.v. een controle gewijzigd. Er dient een toewijzing van de prijssubsidie te gebeuren over de diverse deficitaire verrichtingen van het AGB wat inhoudt dat er zowel een prijssubsidie moet zijn onderhevig aan 6% btw, als één aan 21% btw als één aan 0% btw conform de diverse omzetten. Op basis van de kredieten ingeschreven in het MJP dat nu ter goedkeuring voorligt aan de raad van bestuur werd bepaald dat er zo'n 75% omzet is aan 6% btw voor 2025, zo'n 24% omzet aan 21% btw voor 2025 en zo'n 1% omzet aan 0% btw voor 2025. Op basis daarvan werden simulaties gemaakt om zo tot de prijssubsidie factor te komen. In het AGB werd een totaal bedrag van € 2.210.500 voorzien aan prijssubsidies, bestaande uit € 1.658.500 prijssubsidie (excl. 6% btw), € 529.000 prijssubsidies (excl. 21% btw), als € 23.000 prijssubsidies (excl. 0% btw). Om praktische redenen is het niet mogelijk om op elk type omzet een prijssubsidie te bepalen, daarom werd de prijssubsidie van 6% berekend op de toegangsgelden van het zwembad Palaestra, de prijssubsidie van 21% op het verlenen van het recht op toegang tot de Brielpoort en de 0% op de verhuur van het museum Fonds De Smet.
In dit reglement ligt enkel het prijssubsidiereglement onderhevig aan 6% btw voor.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze goed.
Artikel 2
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT (1) ONDERHEVIG AAN 6% BTW (berekend op de toegangsgelden van het zwembad Palaestra)
Tussen
STADSBESTUUR DEINZE, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de gemeenteraad, zijnde mevrouw Tess Minnens, woonplaatskeuze te 9800 Deinze, Brielstraat 2 en de algemeen directeur, zijnde mevrouw Stefanie DE VLIEGER, met woonplaatskeuze te 9800 Deinze, Brielstraat 2, enerzijds;
En
Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF STAD DEINZE, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde de heer Jan VERMEULEN , met woonplaatskeuze te 9800 Deinze, Brielstraat 2 anderzijds;
wordt overeengekomen dat de stad Deinze voor de omzet onderhevig aan 6% een prijssubsidie zal toekennen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze en dit berekend op het verlenen van recht van toegang tot het zwembad Palaestra. Dit prijssubsidiereglement legt de toekenning van deze prijssubsidie vast en geldt voor de periode vanaf 1 januari 2025 tot 31 december 2025. Het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2025 (zie bijlage). Op basis van deze ramingen heeft het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2025 de inkomsten voor het gehele autonoom gemeentebedrijf, minstens EUR 6.518.349 (exclusief btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn. Naast de prijssubsidie onderhevig aan 6% btw, zal er tevens een prijssubsidie toegekend worden onderhevig aan 21% btw als aan 0% btw dit om economisch rendabel te zijn.
Wat betreft het gedeelte 6% wenst het Autonoom Gemeentebedrijf Stad Deinze vanaf 1 januari 2025 de huidige toegangsprijzen (exclusief btw) voor recht op toegang tot het zwembad Palaestra te vermenigvuldigen met een factor 5,35.
De stad Deinze erkent dat het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsgelden (exclusief btw) voor recht op toegang tot het zwembad Palaestra moet vermenigvuldigen met een factor 5,35 om samen met de prijssubsidies onderhevig aan 21% en aan 0% economisch rendabel te zijn.
De Stad Deinze wenst de toegangsgelden te beperken opdat het zwembad Palaestra toegankelijk zou zijn voor iedereen. De stad Deinze verbindt er zich toe om voor de periode vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels toekenning van prijssubsidies. De waarde van de prijssubsidie toegekend door de stad Deinze bedraagt de prijs (exclusief btw) die de bezoeker voor recht op toegang tot het zwembad Palaestra betaalt vermenigvuldigd met een factor 5,35.
Deze gesubsidieerde inkomgelden kunnen steeds geherevalueerd worden tijdens het kalenderjaar 2025 in het kader van een periodieke evaluatie van de exploitatieresultaten van het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is, zal de stad Deinze deze steeds documenteren (aan de hand van een gemeenteraadsbeslissing).
Het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze moet op de 15e werkdag volgend op elke maand de stad Deinze een overzicht bezorgen van de bezoekers waaraan recht op toegang tot het zwembad Palaestra is verleend. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidie zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze uitreikt aan de stad Deinze. De stad Deinze dient deze debet nota te betalen aan het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze binnen de maand na ontvangst van het vermelde document.
Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 1 januari 2026 zal worden onderhandeld tussen de stad Deinze en het Autonoom Gemeentebedrijf AGB Stad Deinze.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De beslissing BTW nr. E.T.129.288 van 19 januari 2016 van de fiscus, later vervangen door Circulaire 2022/C/100 waarbij er vanaf 2016 enkel kan gewerkt worden met prijssubsidies en leningen in het kader van het winstoogmerk van het AGB.
De leningsovereenkomst tussen de stad Deinze en het AGB Stad Deinze met betrekking tot de investeringskredieten van 2025.
Er werd een voorstel van meerjarenplan 2020-2025 opgemaakt waarin de investeringskredieten van het AGB Stad Deinze voor 2025 geraamd worden op 543.600 euro. Gezien de liquiditeitspositie van het AGB Stad Deinze geen integrale en onmiddellijke financiering toelaat, is het aangewezen dat de stad Deinze ter financiering een lening toestaat aan het AGB Stad Deinze. De lening toegestaan door de stad Deinze aan het AGB Stad Deinze heeft een renteloos karakter en wordt niet aangemerkt als abnormaal of goedgunstig voordeel voor het AGB, wat tevens bevestigd werd in de voorafgaande beslissing nr. 2010.047 dd. 30.03.2010. De lening toegestaan door de stad Deinze aan het AGB Stad Deinze wordt best vastgelegd in een leningsovereenkomst.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de leningsovereenkomst zoals bijgevoegd in bijlage tussen de stad Deinze en het AGB Stad Deinze met betrekking tot de investeringskredieten van 2025 goed.
Artikel 2
De leningsovereenkomst bevat een voorlopige aflossingstabel opgesteld op basis van de voorziene investeringskredieten van 2025. Een definitieve aflossingstabel zal einde 2025 worden voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen op basis van het effectief opgenomen bedrag door het AGB Stad Deinze.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De statuten van het autonoom gemeentebedrijf AGB Stad Deinze, goedgekeurd door de gemeenteraad op 20 december 2018 en 24 september 2020 (wijziging statuten).
De circulaire nr. AOIF 39/2005 (E.T. 108.816) van 27 september 2005 waarin de definitie van een Dienstencentrum en de bepaling van de minimumvereisten ervan opdat het geheel aan belasting zou onderworpen zijn, bepaald wordt.
De full service-overeenkomst tussen het AGB Stad Deinze en de stad Deinze met betrekking tot het Dienstencentrum Leiespiegel, goedgekeurd door de raad van bestuur van 23 februari 2016 en ondertekend door beide partijen op 25 februari 2016.
Addendum nr. 1 bij de full service-overeenkomst tussen het AGB Stad Deinze en de stad Deinze met betrekking tot het Dienstencentrum Leiespiegel, goedgekeurd door de raad van bestuur van 18 december 2017.
Addendum nr. 2 bij de full service-overeenkomst tussen het AGB Stad Deinze en de stad Deinze met betrekking tot het Dienstencentrum Leiespiegel, goedgekeurd door de raad van bestuur van 21 februari 2019.
Addendum nr. 3 bij de full service-overeenkomst tussen het AGB Stad Deinze en de stad Deinze met betrekking tot het Dienstencentrum Leiespiegel, goedgekeurd door de raad van bestuur van 15 maart 2021.
Addendum nr. 4 bij de full service-overeenkomst tussen het AGB Stad Deinze en de stad Deinze met betrekking tot het Dienstencentrum Leiespiegel, goedgekeurd door de raad van bestuur van 13 december 2022.
Addendum nr. 5 bij de full service-overeenkomst tussen het AGB Stad Deinze en de stad Deinze met betrekking tot het Dienstencentrum Leiespiegel, goedgekeurd door de raad van bestuur van 19 december 2023.
Voorstel Addendum nr. 6 bij de full service-overeenkomst tussen het AGB Stad Deinze en de stad Deinze met betrekking tot het Dienstencentrum Leiespiegel.
Artikel 5 van de full-service overeenkomst bepaalt de forfaitaire basisvergoeding die de gebruikers dienen te betalen voor het gebruik van het geheel van diensten conform de voorwaarden bij aanschrijving nr. AOIF 39/2005 (E.T. 108.816) van 27 september 2005.
Deze forfaitaire basisvergoeding wordt bepaald op basis van de geraamde inkomsten en uitgaven van het gebouw en dit zowel inzake exploitatie als investering.
De dienstenvergoeding is gestegen. Teneinde de full-service overeenkomst in overeenstemming te brengen dient er addendum te worden opgemaakt betreffende de forfaitaire basisprijs.
Deze forfaitaire basisprijs is slechts een raming. Er zal per jaareinde een nacalculatie gebeuren van de reële lasten, taksen en belastingen van het Dienstencentrum Leiespiegel zodat de forfaitaire basisprijs jaarlijks kan aangepast worden in het voor- of nadeel van de gebruiker.
Artikel 1
De voorzitter van de gemeenteraad wordt gemachtigd om het addendum nr. 6 aan de full service-overeenkomst van het Dienstencentrum Leiespiegel van 25 februari 2016 tussen het AGB Stad Deinze en de stad Deinze te ondertekenen.
Artikel 2
Volgende wijziging aan §1 van artikel 5 van bijgevoegde full service-overeenkomst van het Dienstencentrum Leiespiegel tussen het AGB Stad Deinze en de stad Deinze wordt opgenomen:
"Artikel 5 Vergoedingen
§1 Forfaitaire Basisvergoeding
De forfaitaire Basisvergoeding met betrekking tot het geheel van de in Artikel 1 bedoelde minimale standaarddiensten bedraagt afgerond 32 Euro (exclusief BTW) per volledige normale openingsdag en per het aantal toegewezen werkplekken.
Een volledige normale openingsdag is elke werkdag van de week, behalve op vrijdag. Per 31/12 van ieder jaar zal er een eindafrekening opgemaakt worden op basis van de reële lasten van het Dienstencentrum zodat de forfaitaire basisvergoeding jaarlijks kan worden aangepast door het Dienstencentrum in het voor- of nadeel van de Gebruiker.
Deze Basisvergoeding dekt alle lasten en belastingen met betrekking tot het gebouw en de uitrusting van het Dienstencentrum alsook de lasten van water, energieverbruik, verwarming en telecommunicatie vermeld in Artikel 1 hiervoor. Deze forfaitaire Basisvergoeding kan onder geen beding worden verminderd of aangepast ingevolge een verzaking van de Gebruiker aan een of meerdere diensten uit het pakket standaarddiensten van de Basisdienst. De forfaitaire Basisvergoeding is per kwartaal betaalbaar door overschrijving tegen uitreiking van een factuur".
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Jan Vermeulen (burgemeester), Matthias Neirynck, Peter Parmentier, Olaf Evrard, Bart Vermaercke, Annick Verstraete (raadsleden)
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Plannen aanbesteding
Verwijzend naar de zitting van de gemeenteraad van 2 maart 2023 waarin het definitief ontwerp, lastvoorwaarden en gunningswijze werden goedgekeurd.
De totale uitgave voor deze opdracht werd indicatief geraamd op 411.473,17 euro excl. btw of 497.882,54 euro incl. 21% btw.
Verwijzend naar de zitting van het college van burgemeester en schepenen van 22 oktober 2024 waarin de bekrachtiging werd verleend aan het uitvoerend ontwerp, bestek en meetstaat.
De opdracht “Fiets- en voetgangersbrug Sint-Martinuspark” werd openbaar gepubliceerd op 18 oktober 2024.
De offertes dienden het bestuur ten laatste op 18 november 2024 om 11 uur te bereiken.
Er werden 3 offertes ontvangen, met volgende rangschikking na nazicht:
De competitie werd gespeeld en dit resulteert dat de firma Hye nv uit Zwijndrecht de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs) is voor deze opdracht.
Het initiële ramingsbedrag dateert reeds van 2023 en wegens de huidige conjunctuur is een indexatie noodzakelijk. Rekening houdend met bovenstaande offertes is een aangepast ramingsbedrag gewenst.
De aangepaste raming bedraagt 572.692,09 euro excl. btw of 692.957,43 euro incl. 21% btw.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan 2021-2025 op budgetcode IP007/19103/02/220007/061000 van Stad Deinze.
Gunstig visum 2024/284 van Sabine Vermeersch van 18 november 2024
Artikel 1
Goedkeuring wordt verleend aan de aangepaste raming voor de opdracht “Fiets- en voetgangersbrug Sint-Martinuspark”. De aangepaste raming bedraagt 572.692,09 euro excl. btw of 692.957,43 euro incl. 21% btw.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Bart Vermaercke, Kristof Van den Berghe, Freija Dhondt (raadsleden), Jan Vermeulen (burgemeester), Annick Verstraete (raadslid)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De wet op de overheidsopdrachten van 17 juni 2016.
Het verslag marktconsultatie 2024 Haalbaarheid hotel.
Voorgaanden
In zitting van 22 februari 2024 verleende de gemeenteraad goedkeuring aan de marktconsulatie voor de herbestemming van het historische en beschermde deel van het oude stadhuis, Markt 21, tot hotel conform artikel 51 van de Overheidsopdrachtenwet van 17 juni 2016. De marktconsultatie werd Europees gepubliceerd op 23 mei 2024.
De marktconsultatie werd georganiseerd en gepubliceerd in overeenstemming met artikel 51 en 52 Wet overheidsopdrachten van 17 juni 2016 en die betrekking heeft op de haalbaarheid van een verblijfsaccommodatie in het historisch stadhuis van Deinze.
Deze procedure houdt grosso modo het volgende in:
De gemeenteraad keurde in diezelfde zitting van 22 februari 2024 tevens de volumestudie en de marktconsultatienota goed. Na afloop van de marktconsultatie zouden de resultaten ervan in een haalbaarheidsstudie aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Het schepencollege werd gemachtigd alle uitvoeringshandelingen met betrekking tot de marktconsultatie en haalbaarheidsstudie te stellen, waaronder niet-limitatief de publicatie van de marktconsultatie en de organisatie van de dialogen met de sector.
Het college publiceerde niet alleen de marktconsultatie maar bouwde ook een dataroom voor geïnteresseerde gesprekspartners zodat deze in alle transparantie de goedgekeurde stukken konden raadplegen. De uitbaters van een verblijfsaccommodatie in Deinze werden bijkomend per e-mail op de hoogte gebracht van het initiatief.
In zitting van 12 november 2024 heeft het college beslist om aan de gemeenteraad een voorkeursscenario voor de invulling van het historische stadhuis als hotel in combinatie met (een deel van) de RAC-site, voor te leggen en aan hem tevens het mandaat te vragen om de piste verder juridisch, financieel en planologisch te verkennen.
Gesprekspartners
Na advies van advocatenkantoor De Ceuster en onder begeleiding van een consultant van UNFOLDING PLACES werden met volgende partijen gesprekken gevoerd:
Duur
De marktconsultatie werd op 23 mei 2024 gepubliceerd in het Bulletin der Aanbestedingen.
De gesprekken en plaatsbezoeken vonden plaats tussen half augustus en 8 november 2024.
Er zijn partijen die nog calculaties/simulaties beloofd hebben die interessant kunnen zijn om de financiële haalbaarheid af te toetsen aan de sector. Die informatie zal in een volgende fase verwerkt worden.
Plan van aanpak: input van de deelnemers vanuit het dialoog
De stad wenste maximaal rekening te houden met de agenda en de organisatorische mogelijkheden van de gesprekspartners. Indien mogelijk werd een bezoek gebracht aan een project van de gesprekspartner of aan het stadhuis zelf. Alle gesprekspartners beschikten over de plannen van het stadhuis. De gesprekken vonden steevast plaats volgens een vaste leidraad met standaardvragen (zie hieronder). Voor een uitvoerige weergave van de antwoorden van de gesprekspartners verwijzen we naar het verslag als bijlage bij dit gemeenteraadsbesluit.
1. Welke typologie van verblijfsaccommodatie is aangewezen voor deze locatie?
De gesprekspartners antwoorden allen dat een hotel mogelijk is. Men denkt daarbij in eerste instantie aan een formule als boetiekhotel, met een goed evenwicht tussen een leisure- en business-publiek. Louter mikken op leisure is risicovol.
Een autonoom functionerend hotel met een voorziene richtinggevende capaciteit van minimaal ca. 15-tal kamers is levensvatbaar onder voorwaarden, namelijk een hotel uitgebaat door de particuliere eigenaar/titularis zakelijk recht of familiehotel, zonder grote personeelslast. Voor een hotelgroep moet een autonoom functionerend hotel toch minimaal over een veertigtal kamers beschikken.
Het kan tevens een optie zijn om de capaciteit op de Markt te combineren met een grotere capaciteit op een andere site die dan fungeert als centraal hotelgedeelte. In zo’n concept is de capaciteit op de Markt eerder als additioneel te beschouwen. Er mogen een paar straten tussen beide panden zitten. Er zijn geen 100 kamers nodig, echter tussen 70 à 90 kamers voor de beide sites samen zou ideaal zijn. Qua afstand tussen het bijgebouw en het hoofdgebouw is zo’n 200 meter à 300 meter aanvaardbaar, echter mogen ze ook niet veel verder van elkaar verwijderd zijn.
Feit is dat er voldoende vraag is voor de stad Deinze om dergelijke capaciteit te vullen. Het is ook opportuun om eventueel 1 à 2 vergaderruimtes te voorzien en zo ook een extra doelgroep te kunnen aantrekken (vergaderingen, events etc).
2. Moet je als uitbater aanwezig zijn?
Het antwoord is afhankelijk van de target van het toekomstige hotel: leisure of business, en is ook afhankelijk van de grootte van het hotel.
Voor een hotel dat focust op leisure is het antwoord volmondig positief. De uitbater of een hotel manager moet aanwezig zijn, voor vragen, assistentie etc. Zeker bij kleinschalige accommodaties is het creëren van een persoonlijke band met de gast en het creëren van beleving primordiaal.
Voor een hotel dat focust op business is het iets minder noodzakelijk om als eigenaar of Hotel Manager constant aanwezig te zijn. Gasten kunnen zich perfect via de self check-in registreren en een badge/sleutel ontvangen om de kamer te ontgrendelen. Ook honesty-bars, waar men ook kan ontbijten, via een selfscan-module, zijn mogelijk bij business-hotels.
3. Welke investering dient de Stad Deinze zelf uit te voeren en welke investering kan de uitbater ten laste nemen? Volstaat het budget van 3 miljoen euro (waarin de renovatiekost van het historische pand mee vervat zit)?
De renovatie en basisindeling van het pand tot met een casco-uitvoering, waarbij het pand wordt opgeleverd met afgewerkte muren, zijn de verantwoordelijkheid van de eigenaar.
De verdere hotelinrichting, inclusief technische noden zoals ventilatie, en de generieke onderhoudslast zijn voor rekening van de toekomstige uitbater.
De renovatiekost op basis van een dergelijke casco-afwerking en de simulatie van de huuropbrengsten van het pand die tegenover deze investering worden geplaatst, zijn voorwerp van verder onderzoek.
4. Welke delen van het oude Stadhuis kunnen behouden blijven en welke niet?
Alles moet maximaal bewaard blijven, ook rekening houdend met de wensen van erfgoed.
5. Is er buitenruimte nodig op het publiek domein bvb. voor een terras langs de kant Markt of kant binnentuin ?
Een buitenruimte kan een meerwaarde zijn voor lichtinval gelijkvloers of een terrasfunctie.
6. Is een samenwerking met de ontwikkeling van Groep Van Roey een opportuniteit bvb. om een ontbijtruimte/brasserie daar te voorzien ?
Een experience hotel (leisure) moet minimaal een ontbijtformule kunnen aanbieden. Ook al zijn er andere opties in de buurt. Wanneer zo’n ontbijtformule niet binnen de contouren van het historisch stadhuis zelf kan, is een (externe of eigen) uitbating in het naastgelegen gelijkvloers – met stedelijke plint- een volwaardige optie. Men kan dan werken met een gemengde horecafunctie: ontbijt in combinatie met brasserie of restaurant.
7. Heeft een structurele samenwerking met de aanwezige gemeentelijke diensten: administratief centrum, cultureel centrum en museum zin?
Een structurele samenwerking met stedelijke vrijetijdsdiensten is zeker op het vlak van citymarketing een meerwaarde. Het is wel niet meteen noodzakelijk om packages op dat vlak te ontwikkelen.
8. Dienen er initiatieven genomen te worden rond parking en mobiliteit?
Ratio parkingplaats versus kamers: 1/3de tot 1/4de in grootstad, 1 op 1 in kleinere en middelgrote steden. Het aanbod hoeft zich niet ter plaatse te bevinden maar wel op wandelafstand. Het aanbod hoeft niet privaat te zijn. Een nabijgelegen publieke parking kan volstaan. Een afgesloten fietsruimte vormt een bonus.
9. Welke zakelijke of persoonlijke rechten moeten aan de marktpartij worden overgedragen. Is een zakelijk recht noodzakelijk of volstaat een huur op lange termijn onder de toepassing van de BTW.
De antwoorden zijn eerder generiek. De contractvorm en vooral – duur zal samengaan met de investeringslast voor de uitbater.
Conclusies na de marktconsultatie
Conclusie 1: Doelgroep:
Een kleinschalig hotel met een minimum van 15 kamers is aanvaardbaar voor het concept van een boutique hotel (leisure) en bijgevolg dus haalbaar voor het historische stadhuis in Deinze. Het hotel zal echter in dit geval bij voorkeur uitgebaat moeten worden door een privé-investeerder die ook persoonlijk in de zaak werkt om zo de loonkost tot een minimum te kunnen beperken.
Tevens zal het hotel één of meerdere andere toegevoegde waardes moeten kunnen bieden, los van aantrekkelijke kamers, zoals een restaurant, een wellness, en/of een leuke bar. Idealiter worden nog extra kamers bij gecreëerd.
Voor een autonome uitbating in handen van een grote hotelgroep is de richtinggevende capaciteit van ca. 15 kamers te beperkt. Hotelgroepen overwegen in het algemeen pas projecten vanaf een minimum van 40 kamers, met een ideaal aantal tussen 70 à 90 kamers. Een scenario met beperktere capaciteit is enkel haalbaar indien: het hotel in het stadhuis een annex kan worden van een groter pand (hoofdgebouw) vlakbij waar het gros van de kamers gegenereerd kan worden, om zo tot het noodzakelijk aantal kamers te komen (niet-autonome uitbating).
Bij een zakenhotel staan efficiëntie en toegankelijkheid centraal. Voor de uitbater zal tevens het aantal beschikbare kamers van kapitaal belang zijn. Wanneer bij gevolg de keuze moet gemaakt worden tussen ofwel extra ruimte toevoegen aan de bestaande kamers ofwel het creëren van extra kamers, zal voor de doelgroep “business” voorkeur gegeven worden aan extra kamers op zich.
Er zijn geen cijfers over de verdeling business-leisure binnen het verblijfstoerisme in Deinze. Er kunnen dan ook geen andere conclusies worden getrokken dan dat het veilig is om op beide segmenten tegelijk in te spelen gezien de specifieke en meervoudige troeven van Deinze (meerdere grote bedrijventerreinen, een handelscentrum, fietstoerisme, cultuurtoerisme, evenementieel toerisme, aanzuigeffect van andere horecatypes zoals gastronomische restaurants en kleinere private feestzalen/publieke gemeenschapszalen, congresaccommodatie in Leietheater en Leiespiegel en het uitgebouwde aanbod aan professioneel cultuur-en sportaanbod).
Conclusie 2: Restaurant/Ontbijtruimte:
Een restaurant brengt andere opportuniteiten, maar indien er een keuze moet gemaakt worden tussen meer kamers of een restaurant dan moet er in eerste instantie gekeken worden naar wie de belangrijkste doelgroep is van het hotel: leisure of business.
De creatie van extra kamers vertaalt zich niet persé in de aanwerving van extra personeel terwijl dat bij een restaurant wel het geval is.
Indien er een restaurant zou komen, hoeft dit niet per definitie door het hotel uitgebaat te worden, maar kan dit bijvoorbeeld perfect uitbesteed worden aan derden door middel van een huurcontract. Men kan ook een beroep doen op restaurants in de onmiddellijke omgeving.
Indien er zich ontbijtfaciliteiten vlakbij het toekomstige hotel bevinden, valt het te overwegen om ook het ontbijt uit te besteden en gasten door te verwijzen naar de nabijgelegen ontbijtlocatie.
Conclusie 3:
Buitenruimte: Een buitenruimte is “nice to have” maar geen absolute noodzaak.
Conclusie 4:
Vergaderzalen: Vergaderzalen zijn géén absolute must bij een hotel. Zij kunnen wel een toegevoegde waarde bieden indien het hotel op een business-publiek mikt.
Conclusie 5:
Parking: we verwijzen naar bovenvermelde tekst.
Belangrijkste eindconclusie: De Stad Deinze heeft de keuze:
1) Waar de tweede piste succesvol (wat niet noodzakelijk 'rendabel' betekent) is gebleken, was ze afhankelijk van een kapitaalkrachtige particulier;
2) Bij de bestudeerde voorbeelden van boetiekhotels zagen we naar verloop van tijd steeds een noodzakelijke opschaling tot 20 à 40 kamers;
3) In de voorbeelden was er vrijwel steeds nood aan aanvullende diensten, zoals welness, meetingsrooms met catering, ...waar hier in mindere mate ruimte voor is.
Voorwerp van beslissing gemeenteraad
Uit de resultaten van de marktconsultatie kan worden geconcludeerd dat een hotel op die historische locatie, met een minimum van 15 kamers, economisch haalbaar is in combinatie met een ontwikkeling van een grotere moederhotel in de directe omgeving.
De randvoorwaarden die daarbij te worden vervuld zijn:
Na ruggespraak met de sector in het raam van deze marktconsultatie is gebleken dat de locatie van het RAC-gebouw om meerdere redenen de voorkeur geniet om met een hotel in het stadhuis te combineren:
Aan de raad wordt gevraagd om:
Opdat:
Is er nood aan:
Voor de conceptstudie werd reeds een bureau aangesteld.
Het financieel en juridisch onderzoek zal in eigen beheer gebeuren.
Voor het ontwerpend onderzok stellen we aan uw raad voor om via onderhandelingsprocedure een ontwerper, gespecialiseerd in o.a. erfgoeddossiers, aan te stellen.
Dit vierledig onderzoek zal in de vorm van een haalbaarheidsstudie en een voorstel van aanbestedingsformule voorwerp uitmaken van een volgende gemeenteraadsbeslissing.
Voor het aanstellen van een ontwerper voor het voormalig stadhuis is er budget voorzien in 2024 op volgende code IP007 20444/01 214007 061000 (studiekosten).
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de resultaten van de marktconsultatie die conform artikel 51 en 52 van de Overheidsopdrachtenwet gevoerd werd naar de haalbaarheid van een hotel in het historische stadhuis tussen half augustus en begin november 2024.
Artikel 2
De gemeenteraad beslist principieel om een voorkeurscenario uit te werken waarbij de invulling van een hotelfunctie in het historische stadhuis gekoppeld wordt aan een hotel op de RAC-site, onder de voorwaarde dat het minimum van vijftien kamers in overeenstemming is met de erfgoed- en bouwfysische vereisten, de noodzakelijke planprocessen voor de RAC-site worden opgestart en succesvol voltrokken en een kwaliteitsvolle parkeeroplossing wordt uitgewerkt.
Artikel 3
Het college wordt gemachtigd om een ontwerpend onderzoek te voeren naar projectdefinitie en programma voor het hotel in het historische stadhuis, de hotelfunctie op de RAC-parking mee te nemen in de conceptstudie 'Stedelijke mozaïek in de gordel historische stadswal’ en een financieel en juridisch onderzoek te voeren met het oog op de juiste aanbestedings-en contractformule en met het oog op een evenwichtige verdeling van de investeringslasten tussen eigenaar en uitbater.
Artikel 4
Het college wordt gemachtigd om via een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking een ontwerper aan te stellen om het ontwerpend onderzoek voor het historische stadhuis te voeren.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Matthias Neirynck (raadslid)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het lokaal bestuur, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De gemeenteraadsbeslissing van 26 november 2020.
De verkavelingsvergunning (+ -plan) van 5 januari 2021.
Uittreksel kad. plan en legger.
Het bodemattest van 30 augustus 2024.
De ontwerpakte.
In de gemeenteraadszitting van 26 november 2020 werd het stratentracé bij de verkavelingsaanvraag van gronden ter hoogte van de Grijsbulckstraat, destijds kadastraal gekend te Deinze (Grammene), 5e Afd., sectie A, nrs. 339c, 355m, 364w en 364x goedgekeurd.
Op 5 januari 2021 werd door het college van burgemeester en schepenen een verkavelingsvergunning afgeleverd voor de bovenvermelde gronden.
Overeenkomstig de bij deze verkavelingsvergunning opgelegde voorwaarden dient de verkavelaar de wegenis en uitrustingen kosteloos af te staan aan de Stad en de kosten voor het verlijden van de notariële akte hiervoor ten laste te nemen.
De over te nemen wegenis is thans kadastraal gekend te Deinze (Grammene), 5 Afd., sectie A, nr. 766c2 en heeft een opp. van 3.334 m².
De verkavelaar heeft het kantoor van geassocieerde notarissen Van Cauwenberghe & Goesaert te Deinze aangesteld om de notariële akte voor de kosteloze grondafstand aan de Stad op te maken.
De ontwerpakte, opgemaakt door notaris Magali Goesaert voor voormeld kantoor, ligt thans ter goedkeuring voor.
Na bespreking.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De ontwerpakte, opgemaakt door notaris Magali Goesaert te Deinze, met betrekking tot de kosteloze overname door de Stad van de aangelegde wegenis en infrastructuur van de verkaveling Vynckehoeve, thans kadastraal gekend te Deinze (Grammene), 5e Afd., sectie A, nr. 766c2 (opp. 3.334 m²) ter inlijving in het openbaar domein, wordt goedgekeurd.
Artikel 2
De algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie te ontslaan ambtshalve inschrijving te nemen.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
Bart Vermaercke (raadslid), Jan Vermeulen (burgemeester), Peter Parmentier (raadslid)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Uittreksel kad. plan en legger.
Foto vooraanzicht.
Verslag van vergadering Kerkraad 16 september 2024.
Het bodemattest van OVAM.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 15 oktober 2024.
Info kapel bouwkundig erfgoed.
De ontwerpakte, opgemaakt door de dienst omgeving.
De Kerkfabriek Sint-Amandus en Job Astene is eigenaar van de kapel "Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand".
Deze kapel is kad. gekend te Deinze (Astene), 2e Afd., sectie B, nr. 546L (opp. 21 m²), gelegen Vrouwenstraat 11+ , en opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed.
Door de ligging, op de hoek Vrouwenstraat/Pontstraat, en door de herinrichting van het kruispunt is de toegang tot de kapel gevaarlijk geworden.
Wegens het overlijden van de sleutelhoudster van de kapel is er momenteel ook niemand die toezicht wil houden.
Tevens dringen grondige restauratiewerken aan de kapel zich op.
Teneinde de kapel in stand te houden, is het noodzakelijk dat de Stad eigenaar wordt van de kapel.
Op de vergadering van de Kerkraad van 16 september 2024 werd de eventuele kosteloze overdracht naar de Stad besproken en werd voorgesteld om de Stad hierover te bevragen.
Op voorstel van het schepencollege in zitting van 15 oktober 2024.
Na bespreking.
Het krediet om de kapel te renoveren is niet voorzien op de meerjarenplanning 2025 en dient voorzien te worden bij opmaak van de meerjarenplanning 2026-2030.
Artikel 1
De ontwerpakte, opgemaakt door de dienst omgeving, voor de kosteloze overname jegens de eigenaar van de kapel "Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand", gelegen langsheen de Vrouwenstraat en kad. gekend te Deinze (Astene), 2e Afd., sectie B, nr. 546L (opp. 21 m²), wordt goedgekeurd.
Artikel 2
Deze kosteloze overname gebeurt uit reden van openbaar nut, meer bepaald met het oog op het in standhouden van de kapel als bouwkundig erfgoed.
Artikel 3
De algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie te ontslaan ambtshalve inschrijving te nemen.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het lokaal bestuur, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De beslissing van de gemeenteraad van 24 september 2024.
De beslissing van het schepencollege van 1 oktober 2024.
Het schattingsverslag van 13 september 2024.
Het uittreksel kad. plan en legger.
Het bodemattest van 12 september 2024.
Het keuringsattest elektrische installatie van 22 februari 2010.
Het EPC van 30 augustus 2021.
Het asbestattest van 22 oktober 2024.
De lopende huurovereenkomst.
De ontwerpakte.
In de gemeenteraadszitting van 24 september 2024 werd de door de eigenaar van Dorpsstraat 18 ondertekende belofte tot verkoop van deze eigendom, kad. gekend te Deinze (Astene), 2e Afd., sectie B, nr. 498/02g (opp. 140 m²), aan de Stad aanvaard, mits de koopsom van 245.000,00 euro, bovenop de kosten.
Deze aankoop gebeurt uit reden van openbaar nut, meer bepaald met het oog op de toekomstige dorpskernvernieuwing/-uitbreiding te Astene.
De woning is momenteel verhuurd. De maandelijkse huurprijs bedraagt 844,52 euro.
Bij de aankoop van het pand zal de stad Deinze gesubrogeerd worden in alle rechten en verplichtingen van de verkoper, o.a. aangaande de lopende huurovereenkomst.
In de schepencollege zitting van 1 oktober 2024 werd notariaat geassocieerde notarissen Van Cauwenberghe & Goesaert te Deinze aangesteld tot op opmaak van de notariële akte welke thans ter goedkeuring voorligt.
Na bespreking.
Deze beslissing valt onder de visumplicht. Het krediet om deze beslissing uit te voeren is voorzien op:
meerjarenplan 2020-2025 |
investering |
jaar |
2024 |
investeringsproject |
007 |
subproject |
20456/01 |
beleidsitem |
020000 |
algemene rekening |
221000 |
actie |
|
krediet |
voldoende |
Gunstig visum 2024/267 van Sabine Vermeersch van 05 november 2024
Artikel 1
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de ontwerpakte opgemaakt door geassocieerde notarissen Van Cauwenberghe & Goesaert te Deinze ter verwerving van het onroerend goed Dorpsstraat 18, kad. gekend te Deinze (Astene), 2e Afd., sectie B, nr. 498/02g (opp.140 m²), tegen de aankoopsom van 245.000,00 euro, bovenop de kosten.
Artikel 2
Deze aankoop voor openbaar nut te verklaren, meer bepaald met het oog op de toekomstige dorpskernvernieuwing/-uitbreiding te Astene.
Artikel 3
De algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie te ontslaan ambtshalve inschrijving te nemen.
Artikel 4
Het schepencollege wordt gemachtigd om de Stad in rechte te vertegenwoordigen voor de administratieve afhandeling (o.m. ondertekening van de authentieke akte).
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
Bart Vermaercke, Peter Parmentier (raadsleden), Jan Vermeulen (burgemeester)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het lokaal bestuur, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Uittreksel kad. plan en legger
Luchtfoto/Foto vooraanzicht
Schattingsverslag
Ondertekende verkoopbelofte
Situatieplan
Handelshuurovereenkomst (hernieuwd op 1 april 2020)
Huurovereenkomst woonst (appartement)
In het kader van de geplande herinrichting van de stationsomgeving zal ook de ruimte onder het stationsviaduct heringericht worden.
Om een kwalitatieve en functionele herinrichting te kunnen realiseren, is één van de grootste knopen die ontward moet worden de ruimte die de bushaltes innemen.
Momenteel is er weinig mogelijkheid om de beschikbare ruimte her in te richten door de draaicirkels die (gelede) bussen nodig hebben om de verschillende beuken te kunnen bereiken. Door de aankoop van het pand Gaversesteenweg 10-12 (frituur + woonst), kan er in de toekomst voldoende ruimte voorzien worden om de bushaltes op te schuiven en de ruimte onder het stationsviaduct optimaal te kunnen benutten.
Bovendien zorgt de aankoop van het pand er ook voor dat de fietssnelweg F7 ook in de toekomst, na de geplande herinrichting, gevrijwaard kan blijven van dwarsende rijbewegingen van busverkeer. Zonder de aankoop van het pand kan dit niet gegarandeerd worden door de beperkte beschikbare ruimte onder het viaduct.
Een schattingsverslag werd aangevraagd, waarna de aankooponderhandelingen met de eigenaars werden aangeknoopt.
De normale verkoopwaarde van het handelspand + woonst wordt geschat op 755.000,00 euro.
Met de eigenaars werd een overeenkomst bereikt tot aankoop van het onroerend goed, kad. gekend te Deinze (Petegem), 3e Afd., sectie A, nr. 479a2 (opp. 209 m²), voor de som van 750.000,00 euro.
Het handelspand (frituur) + woonst (appartement) zijn momenteel verhuurd. De respectievelijke huurprijs bedraagt 1.605,00 euro/maand en 650 euro/maand.
Bij de aankoop van het pand zal de stad Deinze gesubrogeerd worden in alle rechten en verplichtingen van de verkoper, o.a. aangaande de bovenvermelde huurovereenkomsten.
De door de eigenaars ondertekende verkoopbelofte ligt thans ter goedkeuring voor.
Na bespreking.
Deze beslissing valt onder de visumplicht. Het krediet om deze beslissing uit te voeren is voorzien op:
meerjarenplan 2020-2025 |
investering |
jaar |
2024 |
investeringsproject |
007 |
subproject |
20418/01 |
beleidsitem |
061000 |
algemene rekening |
221000 |
krediet |
voldoende |
Gunstig visum 2024/275 van Sabine Vermeersch van 14 november 2024
Artikel 1
De gemeenteraad aanvaardt de door de eigenaars van het handelspand Gaversesteenweg 10-12 (frituur + woonst), kad. gekend te Deinze (Petegem), 3e Afd., sectie A, nr. 479a2 (opp. 209 m), ondertekende belofte tot verkoop van deze eigendom aan de Stad, mits de som van 750.000,00 euro, bovenop de kosten.
Artikel 2
Deze aankoop voor openbaar nut te verklaren, meer bepaald met het oog op het creëren van ruimte ter verbetering van de buscirculatie ter hoogte van de spoorwegviaduct.
Artikel 3
Aan het college van burgemeester en schepen wordt machtiging verleend om de Stad in rechte te vertegenwoordigen voor de administratieve afhandeling (o.m. ondertekening van de authentieke akte) van de aankoop van het onroerend goed volgens de modaliteiten bepaald in de hierbij geviseerde eenzijdige verkoopbelofte.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het lokaal bestuur, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Huurovereenkomst afgesloten 10 mei 2004 met Base NV
Ontwerpovereenkomst tot vernieuwing huur met Belgium Tower Partners NV
Uittreksel kad. plan en legger
Op 10 mei 2004 werd een overeenkomst afgesloten met Base NV voor de plaatsing van een zendmast voor telecommunicatie op het kad. perceel te Landegem, sectie B, destijds deel nr. 25m3, gelegen ter hoogte van de parking aan de sportzaal aan de Stationsstraat.
Deze overeenkomst voorzag in de verhuring voor een periode van 9 jaar, verlengbaar voor een 1e periode van 6 jaar, waarna nogmaals verlengbaar voor een 2e periode van 6 jaar.
Deze overeenkomst vervalt definitief op 31 juli 2025.
NV Base, met wie de overeenkomst destijds werd afgesloten, werd hernoemd naar Telenet Group, waarna deze laatste haar zendmastactiva heeft verkocht aan NV Belgium Tower Partners te Diegem.
NV Belgium Tower Partners vraagt om de hernieuwing van de overeenkomst voor een periode van 9 jaar, welke daarna 2 x verlengbaar is voor terug 9 jaar.
Het ontwerp van overeenkomst werd op financieel en juridisch vlak nagekeken en ligt thans ter goedkeuring voor.
De jaarlijkse inkomsten voor het verhuren van het perceel bedraagt 6.580,00 euro (indexeerbaar).
Na bespreking.
Deze jaarlijks inkomsten zijn voorzien in het budget onder de codering 701030 / 005000.
Artikel 1
Het ontwerp van overeenkomst tot vernieuwing van de huur met Belgium Tower Partners NV te Diegem voor de geplaatste zendmast voor telecommunicatie op het kad. perceel te Deinze (Landegem), 16e Afd., sectie B, thans nr. 25x3, gelegen ter hoogte van de parking aan de sportzaal aan de Stationsstraat, mits de jaarlijkse vergoeding van 6.580,00 euro (indexeerbaar), wordt goedgekeurd.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de ondertekening van de authentieke overeenkomst.
Artikel 3
Afschrift van dit besluit wordt aan de financieel directeur overgemaakt.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het lokaal bestuur, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De beslissing van de gemeenteraad van 24 september 2024.
De beslissing van het schepencollege van 1 oktober 2024.
Het schattingsverslag van 13 september 2024.
Het uittreksel kad. plan en legger.
Het bodemattest van 29 juni 2023.
Het asbestattest van 2 juli 2023.
Het EPC van 12 november 2024.
De keuring van de elektrische installatie van 12 november 2024.
De ontwerpakte.
In de gemeenteraadszitting van 24 september 2024 werd de door de eigenaar van Dorpsstraat 20 ondertekende belofte tot verkoop van deze eigendom, kad. gekend te Deinze (Astene), 2e Afd., sectie B, nr. 498/02f (opp. 140 m²), aan de Stad aanvaard, mits de koopsom van 367.500,00 euro, bovenop de kosten.
Deze aankoop gebeurt uit reden van openbaar nut, meer bepaald met het oog op de toekomstige dorpskernvernieuwing/-uitbreiding te Astene.
In de schepencollege zitting van 1 oktober 2024 werd notariaat Peter De Proft te Deinze aangesteld tot op opmaak van de notariële akte welke thans ter goedkeuring voorligt.
Na bespreking.
Deze beslissing valt onder de visumplicht. Het krediet om deze beslissing uit te voeren is voorzien op:
meerjarenplan 2020-2025 |
investering |
jaar |
2024 |
investeringsproject |
007 |
subproject |
20455/01 |
beleidsitem |
020000 |
algemene rekening |
221000 |
actie |
|
krediet |
voldoende |
Gunstig visum 2024/276 van Sabine Vermeersch van 14 november 2024
Artikel 1
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de ontwerpakte opgemaakt door notaris Peter de Proft te Deinze ter verwerving van het onroerend goed Dorpsstraat 18, kad. gekend te Deinze (Astene), 2e Afd., sectie B, nr. 498/02f (opp.140 m²), tegen de aankoopsom van 367.500,00 euro, bovenop de kosten.
Artikel 2
Deze aankoop voor openbaar nut te verklaren, meer bepaald met het oog op de toekomstige dorpskernvernieuwing/-uitbreiding te Astene.
Artikel 3
De algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie te ontslaan ambtshalve inschrijving te nemen.
Artikel 4
Het schepencollege wordt gemachtigd om de Stad in rechte te vertegenwoordigen voor de administratieve afhandeling (o.m. ondertekening van de authentieke akte).
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, meer specifiek de artikels 1, 2 en 3.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen, artikels 40 en 41 over de bevoegdheid van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 augustus 2015 van Deinze over het goedkeuren van de subsidieovereenkomst tussen vzw Deinze Winkelstad aan de Leie en het stadsbestuur Deinze.
Het gemeenteraadsbesluit van 23 november 2023 van Deinze over het goedkeuren van de subsidieovereenkomst tussen vzw Deinze Winkelstad aan de Leie en het stadsbestuur Deinze.
Evaluatienota 2024 over de werking van de subsidieovereenkomst tussen de stad Deinze en de vzw Deinze winkelstad aan de Leie.
Actieplan 2025 van vzw Deinze Winkelstad aan de Leie.
De stad hecht veel belang aan de uitwerking en uitvoering van concrete initiatieven om de lokale handel te bevorderen. De samenwerking met vzw Deinze Winkelstad aan de Leie heeft een gunstig effect op de werking van de kern van Deinze als winkelstad. Er is nood aan continuïteit om een sterke werking te kunnen uitbouwen.
Er is een gunstige evaluatie van de subsidieovereenkomst tussen de Stad Deinze en de vzw Deinze winkelstad aan de Leie. De aandachtspunten die vorig jaar zijn aangegeven door de stad zijn aangepakt en er is door de stad vooruitgang opgemerkt.
Aandachtspunten 2024:
Het krediet om deze beslissing uit te voeren is voorzien op:
meerjarenplan 2020-2025 |
Exploitatie |
jaar |
2025 |
beleidsitem |
050000 - Handel en middenstand |
algemene rekening |
649200 - Samenwerkingsovereenkomsten |
actie |
geen |
krediet |
180.000 euro |
Artikel 1
Er wordt voor een termijn aanvangend op 1 januari 2025 en eindigend op 31 december 2025 onderstaande subsidieovereenkomst gevestigd met betrekking tot toekenning van een subsidie aan vzw Deinze winkelstad aan de Leie.
Subsidieovereenkomst
tussen
1. de stad Deinze, met kantoren te Brielstraat 2, 9800 Deinze, vertegenwoordigd door het College van Burgemeester en Schepenen, voor wie optredend burgemeester Jan Vermeulen en algemeen directeur Stefanie De Vlieger, optredend in uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad dd. 28 november 2024, hierna ook genoemd "stad";
en
2. de vzw Deinze, winkelstad een de Leie waarvan postadres van maatschappelijke zetel te Brielstraat 2, 9800 Deinze, vertegenwoordigd door voorzitter, Hans D'Hulster en de secretaris Yannic De Meyer, hierna ook genoemd "vzw"
wordt overeengekomen
Artikel 1 - Subsidie 2025
Door de stad wordt een subsidie verleend aan de vzw Deinze, winkelstad een de Leie.
Betaling zal door de stad Deinze gebeuren in 2 schijven, een eerste schijf van 75 % te betalen voor eind januari van het subsidiejaar en een tweede schijf van 25% na evaluatie. De stad Deinze verbindt zich ertoe de toegekende bedragen stipt uit te betalen.
De stortingen gebeuren op rekeningnummer BE84 7340 4798 1259 met vermelding "Subsidie 2025 - vzw Deinze, winkelstad aan de Leie".
De subsidie wordt daartoe jaarlijks door de vzw aangevraagd uiterlijk op 1 december van het voorafgaande jaar waarbij wordt aangetoond:
- door middel van een activiteitenverslag, hoe de middelen in het afgelopen jaar werden besteed;
- door middel van een voorstel van activiteiten en evenementen, jaarlijks te actualiseren, voor het volgende jaar inbegrepen een begroting op hoofdlijnen.
Deze subsidie is geen vergoeding voor een levering of dienst als bedoeld in het btw-wetboek maar is een werkingssubsidie ter financiering van werkingskosten. Hierdoor valt de toelage buiten de toepassingssfeer van de btw.
Artikel 2 - Samenwerking
De subsidie wordt door de stad verleend als financiële tegemoetkoming van de vzw in de verwezenlijking van haar doelstellingen.
Beide partijen verbinden ze zich, elk binnen hun wettelijke opdracht, toe naar best vermogen gezamenlijk verder de doelstellingen van de vzw na te streven.
Beide partijen onderschrijven deze subsidieovereenkomst elk vanuit hun eigen belangen, al dan niet wettelijke opdrachten en eigen inzichten, doch steeds met de ambitie om tot een gezamenlijk gedragen en maatschappelijk verantwoorde initiatieven en evenementen inzake lokale economie te komen.
Elke partij zal op verzoek van de andere partij, in het kader van deze subsidieovereenkomst doch steeds binnen het wettelijk toelaatbare, alle documenten en informatie, waarover zij redelijkerwijze beschikt of redelijkerwijze moet beschikken en die voor de partijen noodzakelijk of nuttig is of zijn voor de uitvoering van de subsidieovereenkomst, onverwijld en kosteloos aan deze laatste bezorgen.
Artikel 3 - randvoorwaarden
De vzw verbindt zich er toe:
Artikel 4 - concrete verbintenissen
4.1. De vzw verbindt er zicht toe minstens de volgende evenementen en activiteiten te organiseren, op eigen kosten en risico:
De stad is in geen geval aansprakelijk voor de schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten met betrekking tot de uitvoering van deze subsidieovereenkomst. De vzw vrijwaart de stad tegen elke vordering tot schadevergoeding door derden in dit verband.
4.2. De stad verbindt er zich toe, in het kader van het stimuleren van de lokale economie:
Volgens de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen moet de vzw een balans en rekening bezorgen en een verslag inzake beheer en financiële toestand.
De stad heeft het recht de uitbetaalde subsidie onverwijld terug te vorderen, hetzij de subsidie voor een volgend kalenderjaar niet toe te kennen, indien door de vzw aan één van de voorwaarden opgenomen in deze subsidieovereenkomst niet werd voldaan.
4.3. Verbintenis decreet lokaal bestuur
De gesubsidieerde engageert zich om het belang van het gebruik van het Nederlands te erkennen bij het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteiten.
Artikel 5 - deelbaarheid
Indien krachtens wettelijke bepalingen van openbare orde of van dwingend recht één of meerdere bepalingen van huidige subsidieovereenkomst nietig of niet-tegenstelbaar zouden zijn, dan zullen de artikelen die nietig of niet-tegenstelbaar zijn, als ongeschreven beschouwd worden.
De nietigheid of niet-tegenstelbaarheid van een bepaling in deze subsidieovereenkomst zal geenszins de nietigheid of de niet-tegenstelbaarheid van de overige bepalingen van deze subsidieovereenkomst of van de subsidieovereenkomst zelf met zich meebrengen. Partijen nemen een inpassingsverbintenis op zich om, in voorkomend geval, de nietige bepaling(en) te vervangen door een werkbare en geldige bepaling met een praktisch en economisch gelijkaardig resultaat, in die zin dat ten allen tijde het voorwerp van de huidige subsidieovereenkomst in essentie dient bewaard te blijven.
Artikel 6 - overdracht
De vzw kan noch de haar toebedeelde financiële middelen, noch haar rechten en/of plichten uit deze subsidieovereenkomst geheel of gedeeltelijk overdragen aan derden, zonder voorafgaande goedkeuring van de stad. Onder overdracht wordt niet begrepen de besteding van de middelen om de doelstellingen van de vzw te verwezenlijken.
Artikel 7 - wijzigingen
De overeenkomst kan slechts met uitdrukkelijke toestemming van alle partijen, gewijzigd worden.
Artikel 8 - woonplaatskeuze, communicatie en mededelingen
Voor de stad: Brielstraat 2, 9800 Deinze.
Voor de vzw: Brielstraat 2, 9800 Deinze.
Alle correspondentie en uitwisseling van informatie of bescheiden in uitvoering van deze subsidieovereenkomst is rechtsgeldig gedaan voor zover deze wordt gedaan op de opgegeven adressen.
Artikel 9 - inwerkingtreding, duur en opzegging van de subsidieovereenkomst
De subsidieovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2025 en blijft van kracht tot en met 31 december 2025.
De subsidieovereenkomst kan niet worden opgezegd; dan tenzij door de stad in de gevallen bedoeld in artikel 4.
Zij kan, jaarlijks, onder actualisatie van haar bepalingen, worden verlengd mits evaluatie tussen de stad en de vzw.
Artikel 10 - toepasselijk recht en bevoegde rechtbank
Deze subsidieovereenkomst wordt beheerst door en geïnterpreteerd volgens het Belgische recht.
De bevoegde rechtbank is deze van het gerechtelijk arrondissement Gent.
Artikel 2
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd en aan de betrokken dienst belast met de toepassing van dit reglement.
Artikel 3
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Annick Verstraete (raadslid), Jan Vermeulen (burgemeester), Sylvie Claeys (raadslid)
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017
Bestuursdecreet van 7 december 2018
Ontwerp-huurovereenkomst
Grondplan (bijlage I bij de huurovereenkomst)
Voorafgaande
Op 15 mei 2021 opende het Hup/Hub-pand zijn deuren voor het publiek als een netwerkplek voor startende ondernemers, bestaande uit een aantal pop-up units voor kortlopende verhuur en drie units voor meer permanente verhuur.
De heer Florian Heyerick neemt van bij aanvang één van de twee voorste units voor permanente verhuur in en baat er een horecazaak uit.
Tot op heden gebeurt dit via kortlopende huurovereenkomsten van maximaal 6 maanden die telkens worden verlengd. De huidige huurprijs bedraagt 432 euro per maand.
Onze diensten zijn gecontacteerd door de heer Heyerick om de samenwerking te bestendigen en consolideren in een langdurige huurovereenkomst. Om de werking van de zaak te optimaliseren, drongen diverse investeringen zich op, waaronder de inrichting van een volwaardige keuken-en stockruimte. De heer Heyerick wenste deze investeringen zelf te dragen op voorwaarde dat de toekomst van zijn zaak op deze locatie verzekerd is.
Naar aanleiding van de ingebruikname van de Tolpoortstraat 84 werd in zitting van 30 april 2024 door het schepencollege een kader voor de verhuur van Tolpoortstraat 66 bus 1 goedgekeurd. Dit pand zou worden opgedeeld in een winkelruimte en een horecaruimte met polyvalente ruimte. De bestaande huurders kregen daarbij voorrang op nieuwe huurders. De huurprijs werd vastgesteld. Na overleg met de bestaande huurders blijkt dat er bij de huidige horeca-uitbater weinig tot geen draagkracht is om de polyvalente ruimte mee te huren.
Op 16 juli 2024 werd het verhuurprincipe voor het pand derhalve door het college in die zin aangepast en een nieuwe huurprijs bepaald voor de horecazaak.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 22 oktober 2024 kennis genomen van het gunstige advies van de stedelijke administratie:
"De consolidatie van het huurcontract van BAR FLO wordt om volgende redenen gunstig geadviseerd:
Het college van burgemeester heeft derhalve in dezelfde zitting beslist om principieel akkoord te gaan met de verduurzaming van de huurovereenkomst en om de huurvoorwaarden ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad en dit gelet op artikel 56, § 3, 8° b) Decreet Lokaal Bestuur:
Ht college is bevoegd voor:
8° de daden van beschikking:
b) over verhuring, concessie, pacht, jacht- en visrechten van meer dan negen jaar, behalve het vaststellen van de contractvoorwaarden waarvoor de gemeenteraad bevoegd blijft;
Motivering langdurige huurovereenkomst
Deze beslissing is in overeenstemming met het engagement dat de stad Deinze is aangegaan in de "subsidieaanvraag aankoop handelspanden" om na een tijdelijke invulling te opteren voor een permanente economische invulling.
Huurvoorwaarden
Huurprijs, nutskosten en forfaitaire pro rata bijdrage in de onroerende voorheffing
Er wordt voorgesteld om een nieuwe huurprijs te hanteren van 1000 euro, exclusief nutskosten, per maand.
Aangezien het om een passieve verhuur gaat, is geen btw verschuldigd.
De huurder betaalt de gasverwarming op forfaitaire basis; voor water en elektriciteit betaalt hij het reële verbruik op basis van tussentellers.
De huurder draagt a rato van de gebruikte oppervlakte van het pand proportioneel bij tot de onroerende voorheffing, zijnde 1800 euro per jaar, jaarlijks indexeerbaar.
Motivatie huurprijs:
Deze huurprijs is marktconform en billijk om volgende redenen:
Duur
Het contract wordt aangegaan voor een termijn van 9 jaar, aanvangend op 1 november 2024 en eindigend op 31 oktober 2033.
De huurder kan evenwel de lopende huur beëindigen bij het verstrijken van elke driejarige periode, mits hij zes maanden tevoren opzegt bij gerechtsdeurwaardersexploot of bij ter post aangetekende brief.
De verhuurder kan de overeenkomst niet opzeggen, behoudens ingeval van ontbinding of om redenen van dwingend algemeen belang. In dat laatste geval zal de verhuurder de overeenkomst slechts kunnen beëindigen bij het verstrijken van elke driejarige periode mits hij één jaar tevoren opzegt bij gerechtsdeurwaardersexploot of bij ter post aangetekende brief.
Op het einde van de derde driejarige periode eindigt de huurovereenkomst onder de cumulatieve voorwaarde dat de verhuurder een opzegging heeft gedaan minstens zes maanden voor de vervaldag én dat een ontbindingsvoorwaarde is vervuld of een dwingende reden van algemeen belang gemotiveerd door de verhuurder wordt ingeroepen. Indien niet is voldaan aan deze cumulatieve voorwaarden wordt de huurovereenkomst onder dezelfde voorwaarden met negen jaar verlengd.
Investeringslast
De huurder zal voor zijn rekening instaan voor alle inrichtingswerken die na aanvang van de overeenkomst nodig zijn om het pand geschikt en functioneel te maken voor een horecabestemming naar zijn inzichten en smaak, evenals voor alle investeringen die de federale “basisnormen” en andere verwante (zonale) reglementering (o.a. voor publiek toegankelijke inrichtingen) noodzakelijk maken.
Opdat de ruimte achter de toog zou kunnen worden ingericht als keuken-en afwasruimte en het pand zou kunnen worden vernieuwd volgens het beoogde horecaconcept, komen Partijen minstens volgende lastenverdeling overeen:
De verhuurder zal zijn deel van de inrichtingswerken voltooid hebben tegen uiterlijk 31 december 2024, met uitzondering van afvoer-, toevoer- en voedingspunten voor nutsvoorzieningen die hij zal voorzien bij aanvang van de overeenkomst.
Huurder verklaart verder te weten dat de verhuurder in de scheidingswand een toegangsdeur zal voorzien die toegang verschaft tot de niet gehuurde delen. De huurder zal de toegang in geen geval versperren.
De huurder zal het volledige postinterventiedossier aan de verhuurder aanleveren, waaronder niet-limitatief volgende documenten:
Bijzondere lasten
De huurder zal dagelijks instaan voor het droog reinigen van de inkomhal/het sas. De huurder zal op wekelijkse basis instaan voor het nat reinigen van de inkomhal/het sas.
De huurder zal op dagelijkse basis instaan voor het nat reinigen van het centraal gelegen sanitair bij het pand.
De huurder wordt beschouwd als lokaal aanspreekpunt van het pand. Dit houdt niet-limitatief in dat:
De huurder voorziet te allen tijde een fysieke en voldoende ruime doorgang tussen de inkomsas/inkomdeur en de deur die toegang heeft tot de achterste, niet-gehuurde ruimtes. Deze doorgang moet voldoende ruim zijn om ook in geval van activiteiten in de polyvalente zaal bezoekers een vlotte doorstroming te verzekeren.
Vervolgtraject
De huidige interieurzaak in het andere pand aan de straatkant (98 m²) heeft momenteel een kortlopende huurovereenkomst van 1 jaar.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om ook deze handelsruimte duurzaam te verhuren. De huurvoorwaarden zullen voorwerp uitmaken van een afzonderlijk gemeenteraadsbesluit.
De ervaring leert dat de kleine pop-units minder de doelgroep van de startende ondernemer aanspreken. Tegelijkertijd is een deel van de beschikbare ruimte van deze units noodzakelijk om de voorste panden autonoom en volwaardig te laten functioneren. De resterende ruimte komt grotendeels neer op de vroegere polyvalente zaal die over eigen sanitair beschikt. Voorgesteld wordt om mogelijke invullingen daarvoor te onderzoeken weliswaar met als voorwaarde dat de geboden oplossing zoveel als mogelijk zou aansluiten bij of een belangrijke stimulus zou zijn voor de (sociaal-) economische beleving binnen het winkelhart. Vooraleer toe te wijzen, zal het resultaat van de visievorming aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
- Huurinkomsten : 701020 / 005000
- Terugvordering energiekosten : 703000 / 005000
- Terugvordering onroerende voorheffing : 747030 / 005000
Artikel 1
De gemeenteraad beslist principieel de twee handelsruimtes aan de straatzijde, Tolpoortstraat 66-68, eigendom van de stad, te verhuren voor lange duur.
Artikel 2
De gemeenteraad gaat akkoord met de verhuur van een handelsruimte, Tolpoortstraat 66-68, eigendom van de stad, met een totale oppervlakte van 220 m² volgens plan in bijlage bij dit besluit, aan de heer Florian Heyerick (BAR FLO), voor negen jaar, verlengbaar, tegen de indexeerbare basishuurprijs van 1000 euro per maand, exclusief nutskosten en de jaarlijks indexeerbare bijdrage in de onroerende voorheffing van 1800 euro per jaar.
Artikel 3
De gemeenteraad keurt de huurvoorwaarden en de huurovereenkomst als bijlage bij dit besluit goed.
Artikel 4
De gemeenteraad machtigt het college om een polyvalente invulling te onderzoeken voor de achterste zaal die zoveel als mogelijk aansluit bij of een belangrijke stimulus is voor de (sociaal-) economische beleving binnen het winkelhart.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
Matthias Neirynck, Annick Verstraete (raadsleden), Rutger De Reu (schepen), Jan Vermeulen (burgemeester), Sylvie Claeys (raadslid)
Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;
Ontwerp huishoudelijk reglement;
Advies lokale politie;
Advies jeugdraad;
Aan uw gemeenteraad wordt het huishoudelijk reglement voor jeugdhuis Brieljant voorgelegd.
Bij de opmaak van dit reglement werden volgende principes toegepast.
1) Een geïntegreerde visie
Het reglement kent als vertrekpunt de dagelijkse werking van het jeugdhuis waarvoor het een beleidskader bepaalt. Dat beleidskader wordt verder uitgewerkt in huisregels.
Omdat de dienstverlening aan jongeren die het jeugdhuis bezoeken, ruimer is dan de uitbating van het jeugdhuis zelf, wordt de waaier aan diensten (onder meer jeugdopbouwwerk) meegenomen in het reglement. Op die manier draagt het reglement ook bij tot de bekendmaking van dienstverlening die in een brede maatschappelijke betekenis het sociaal welbevinden van onze bezoekende jongeren beoogt. Om diezelfde reden wordt ook de relatie gelegd tussen het jeugdopbouwwerk en de werking van het jeugdhuis.
Deze geïntegreerde visie komt ten slotte ook tot uiting in het brede toepassingsgebied van het reglement. Omwille van de gelijkheid willen we jongeren niet anders benaderen naar gelang ze een beroep doen op een dienst, deelnemen aan de barwerking of een middaginstuif of zich binnen dan wel buiten het gebouw bevinden. Om die reden is ook het skatepark meegenomen binnen het toepassingsgebied en gelden de regels ook bij verhuringen door derden of bij evenementen door andere instanties zoals bijvoorbeeld de jeugdraad.
Voor de gebruikers van het skatepark moet dit huishoudelijk reglement samen gelezen worden met “hoofdstuk 5: Politieverordening skatepark Briel en skatepark Nevele”.
2) Een sensibiliserende werking
Het reglement wil niet alleen informeren, maar ook sensibiliseren.
Om die reden wordt het positief klimaat in het jeugdhuis ook expliciet gerelateerd aan het wettelijk kader rond grensoverschrijdend gedrag en wordt het relevante wetgevende kader rond aanpak van discriminatie, seksisme en genderongelijkheid ook expliciet vermeld in het reglement.
Een tolerant en niet-discriminerend beleid wordt in dit reglement actief aangemoedigd en opgevolgd.
Verder wordt ook het middelenbeleid van het jeugdcentrum actief geïmplementeerd in het reglement. Het alcohol- en drugbeleid van Jeugdhuis Brieljant werd in 2021 opgemaakt en wordt jaarlijks geëvalueerd, om de veiligheid en gezondheid van onze bezoekers te waarborgen. Door veranderingen in het gebruik van alcohol en drugs onder jongeren is het nodig om het stedelijke beleid jaarlijks te evalueren. Deze evaluatie helpt onze diensten om beter om te gaan met de huidige situatie en zorgt ervoor dat ons beleid up-to-date is met de huidige richtlijnen. Hiermee wil de stad een veilige en ondersteunende omgeving creëren voor alle bezoekers van het jeugdhuis. Het directiecomité nam kennis van de laatste wijziging op 18 januari 2024. Deze beleidstekst werd geïntegreerd in onderhavig huishoudelijk reglement.
Dat beleid is gebaseerd op vier pijlers: afspraken & procedures, structurele maatregelen, doorverwijzing en EHBO en vorming en voorlichting.
Door de expliciete implementatie van dat beleid wordt ook aangegeven dat het jeugdhuis verder gaat in zijn beleid dan louter het toepassen van de wetgeving. Om diezelfde reden wordt verwezen naar procedures die worden toegepast bij niet-naleving van dat beleid. Die procedures zijn overigens uitgewerkt in de vorm van een volwaardige handleiding voor vrijwilligers van het jeugdhuis. De handleiding maakt als dus danig geen voorwerp uit van het reglement, maar voor de transparantie vermelden we wel de grote lijnen. Op die manier krijgen bezoekers een richtinggevend kader waarbinnen ze zich op dat gebied kunnen bewegen.
Het reglement wil een ontradend, zorgzaam en indien nodig curatief beleid voeren dat onder meer is uitgewerkt in het “attentie”-plan.
Attent’ is een initiatief van VAD (Vlaams Expertisecentrum voor Alcohol en andere Drugs) en Formaat (de federatie van Vlaamse jeugdhuizen) dat zich inzet voor een positief feestklimaat.
Attent biedt jeugdhuizen de mogelijkheid om problemen door middelengebruik te voorkomen en/of er adequaat op te reageren. Zo laat het jeugdhuis zien dat het zorg draagt voor zijn bezoekers en dat het bekommerd is om hun welbevinden. De Attenties ondersteunen bezoekers om op een verantwoordelijke manier uit te gaan. Attent helpt jeugdhuizen dan ook om de vier pijlers van een alcohol- en drugbeleid te implementeren. Dit wil concreet zeggen dat de attentie ‘alcohol- en drugplan’ een integrale attentie is die alle andere attenties omvat.
De aanwezige Attenties worden bekendgemaakt aan bezoekers via de ATTENT-sterpictogrammen, aangeboden in de vorm van bordjes. Deze worden in het jeugdhuis opgehangen op de plaats waar bezoekers van de Attentie kunnen genieten. Jeugdhuizen kunnen zich inschrijven voor verschillende Attenties. Ze kiezen zelf welke Attenties zij haalbaar vinden. Voor elke Attentie werd een minimumcriterium opgesteld. Jeugdhuis Brieljant heeft acht van de negen attenties weerhouden. Enkel de chill-out-attentie niet. Deze attentie komt neer op: “Het jeugdhuis geeft zijn bezoekers toegang tot een koelere en rustigere ruimte met comfortabele zitmogelijkheden (geen muziek of rustige, tragere muziek).” Dat is naar indeling van het gebouw en naar personeelsbezetting toe moeilijk haalbaar. Van de overige acht attenties is enkel nog bijkomende vorming voor “getrainde vrijwilligers” ingepland. De andere zeven zijn volledig geïmplementeerd.
3) Een evenwicht tussen preventie en handhaving
Het reglement zet sterk in op een sensibiliserend beleid om een positief vrijetijdsklimaat te waarborgen in het jeugdcentrum door onder meer:
Het reglement wil bovendien een evenwicht bewaken tussen preventie en handhaving. Hoofdstuk 9 is daarvan de veruitwendiging.
3.1. De preventieve werking
De preventieve werking wordt gekenmerkt door volgende principes
3.1.1. Een proportionele cascade-werking
Maatregelen moeten geschikt en proportioneel zijn.
De proportionaliteit komt als volgt tot uiting:
3.1.2. Een actief herstelbeleid
Aan elke verwittiging zal door de burgemeester in zijn besluit ook een verplicht herstelgesprek tussen overlastpleger en jeugdhuisverantwoordelijke van de jeugddienst worden gekoppeld.
Dit herstelgesprek is bedoeld om de schade te herstellen en preventief het noodzakelijke klimaat te scheppen opdat de feiten, die aanleiding hebben gegeven tot de verwittiging, zich niet meer zouden herhalen. Het is geen officieel bemiddelingstraject dat gekoppeld wordt aan een GAS-procedure (zie verder onder 3.2. Bestuurlijke handhaving) en dat in beginsel uit een vijftal sessies bestaat.
3.1.3. Implementatie van artikel 134sexies nieuwe gemeentewet
3.1.3.1. Het wetgevend kader zelf
De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties heeft de burgemeester de mogelijkheid geboden om een tijdelijk plaatsverbod op te leggen. De GAS-wet voerde hiervoor het artikel 134sexies aan de Nieuwe gemeentewet toe.
Artikel 134sexies Nieuwe gemeentewet organiseert de mogelijkheid voor de burgemeester om in geval van verstoring van de openbare orde bepaalde personen te verbieden om binnen te treden in een welbepaalde perimeter van de gemeente, die toegankelijk is voor het publiek. Deze beslissing vereist het bestaan van:
De beslissing kan worden genomen:
Ze moet met redenen omkleed zijn op basis van de hinder die verband houdt met de openbare orde en worden bevestigd door het college van burgemeester en schepenen bij de eerstvolgende vergadering. De burgemeester moet ook eerst de dader of zijn raadspersoon hebben gehoord.
3.1.3.2. Over de hoorplicht
De hoorplicht hoeft niet ten overstaan van de beslissingnemende overheid zelf uitgeoefend worden, het volstaat dat de beslissingnemende overheid weet welk standpunt de betrokkene inneemt (Raad van State, in de zaak A 44.302/XII-1046, nummer 86.128 van 21 maart 2000). In de praktijk krijgt de overlastpleger een redelijke termijn om inzage te nemn in zijn dossier en zijn verweermiddelen over te maken.
In de vroegere versie van artikel 134sexies viel uit de libellering van §3 duidelijk af te leiden dat de betrokkene eerst moest gehoord worden door het college van burgemeester en schepenen vooraleer die de beslissing van de burgemeester kon bevestigen. Er was dus een dubbele hoorplicht. De rechtsleer ging daar ook van uit.
Maar door de herschikking door de wet van 15 januari 2024 moet het horen door de burgemeester gebeuren:
§ 3. De in § 1 bedoelde beslissing moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° met redenen omkleed zijn op basis van de hinder die verband houdt met de openbare orde;
2° worden bevestigd door het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege tijdens de eerstvolgende vergadering;
3° zijn genomen na de dader of de daders van die gedragingen of hun raadspersoon te hebben gehoord en die ter gelegenheid hiervan zijn of hun verweermiddelen schriftelijk of mondeling hebben kunnen doen gelden. Dit geldt niet wanneer de dader of de raadspersoon, na te zijn uitgenodigd bij aangetekende zending of tegen ontvangstmelding, zich niet heeft gemeld en geen geldige motieven naar voren heeft gebracht voor diens afwezigheid of verhindering.
Dat de hoorplicht enkel dient te worden gerespecteerd voorafgaand aan het nemen van het burgemeestersbesluit wordt door de VVSG bevestigd (advies aan de stad Deinze, 13 november 2024).
3.1.3.3. Kwalificatie van de maatregel
Een plaatsverbod is geen sanctie (Grondwettelijk Hof, arrest nr. 44/2015 van 23 april 2015): “het beoogt voor de toekomst de problemen op te lossen die de inbreuken op een deel van het grondgebied van de gemeente deden ontstaan. Derhalve beoogt die maatregel niet, zoals in het geval van het opleggen van een gemeentelijke administratieve sanctie, de bestraffing van een overtreding, maar de beveiliging tegen een gevaar dreiging of een risico op nieuwe verstoringen van de openbare orde of het veroorzaken van overlast in de toekomst”. Het tijdelijk plaatsverbod is dus een maatregel van bestuurlijke politie.
Ook hier wordt een evenwicht nagestreefd tussen het algemeen belang en de openbare orde enerzijds en het individuele welzijn en de individuele vrijheden van de overlastpleger anderzijds. Heel concreet betekent dit jongeren die een plaatsverbod krijgen, nog steeds (op een andere locatie) een beroep kunnen doen op hulpverlening die door het jeugdcentrum wordt georganiseerd.
3.1.3.4. Over de toepassing van de maximumduur
Het volgende werd expliciet ingeschreven in het reglement: "Hij heeft het recht om met het oog op het tegengaan van de verstoring van de openbare orde of van overlast en mits grondige motivatie bijzondere tijdsmodaliteiten aan het plaatsverbod te koppelen en de dertig kalenderdagen gerichter en gespreid in de tijd aan specifieke risicogevoelige data te koppelen (zoals bijvoorbeeld niet limitatief weekends, data van evenementen, …)."
We ontvingen hierover een positief advies van de VVSG (dd. 13 november 2024): "Het lijkt ons bovendien ook mogelijk te zijn om modaliteiten (tijdens weekends of evenementen jeugdhuis) te koppelen aan het op te leggen plaatsverbod, weliswaar met inachtneming van de procedurele verplichtingen (hoorplicht - zie hieronder visie van Gent en verwijzing naar rechtsleer maar dat is van da baan) en de maximale termijn van 1 maand zoals strikt omschreven in het artikel 134sexies NGW."
Het plaatsverbod werd de voorbije jaren met regelmaat van klok uitgevaardigd door de burgemeester. Het is ook voorzien in artikel 33 van de zonale politieverordening Deinze-Zulte-Lievegem: “Overeenkomstig artikel 134 sexies van de Nieuwe Gemeentewet kan de burgemeester in geval van verstoring van de openbare orde veroorzaakt door individuele of collectieve gedragingen, of in geval van herhaaldelijke inbreuken op de reglementen en verordeningen van de gemeenteraad gepleegd op eenzelfde plaats of ter gelegenheid van gelijkaardige gebeurtenissen en die een verstoring van de openbare orde of een overlast met zich meebrengen, beslissen over te gaan tot een tijdelijk plaatsverbod van een maand, tweemaal hernieuwbaar, jegens de dader of de daders van deze gedragingen. Het niet naleven van bovenvermeld plaatsverbod is strafbaar.”
De reden om het plaatsverbod toch expliciet op te nemen in het huishoudelijk reglement, zijn de volgende:
3.2. Het luik bestuurlijke handhaving
3.2.1. Van toepassing verklaring van de GAS-regelgeving
Elke gedrag dat
is een misdraging die in het voorliggende huishoudelijk reglement gelijk gesteld wordt met overlast in de brede zin.
Waar het duidelijk is volgens het protocolakkoord, opgenomen als bijlage bij het zonaal politiereglement Deinze-Zulte-Lievegem, wat onder een gemengde (GAS-) inbreuk wordt verstaan (zijn feiten die ook strafrechtelijk kunnen worden vervolgd), moet er daarentegen duidelijk een juridische relatie worden gelegd tussen overlastinbreuken of zuivere/GAS I-inbreuken enerzijds en de overtreding van de inhoudelijke regels in het jeugdhuis anderzijds. Vandaar dat de GAS-regelgeving expliciet van toepassing wordt verklaard op dit reglement. Dit is in overeenstemming met artikel 2, § 1 van de GAS-wet: “De gemeenteraad kan straffen of administratieve sancties bepalen voor de inbreuken op zijn reglementen of verordeningen, tenzij voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie, straffen of administratieve sancties worden bepaald.”
Om die reden wordt een bepaald toegevoegd aan het reglement, zijnde:” ‘Overtredingen van dit huishoudelijk reglement worden bestraft met een administratieve geldboete, opgelegd door de hiertoe aangestelde sanctionerend ambtenaar overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en zoals beschreven in artikel 63 van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem en overeenkomstig deel II (‘ALGEMEEN ZONAAL (PROCEDURE)REGLEMENT BETREFFENDE HET OPTEGGEN VAN EEN ADMINISTRATIEVE GETDBOETE BIJ OVERTREDINGEN OP DE ATGEMENE ZONATE POTITIEVERORDENING DEINZE/ZULTE/IIEVEGEM DEEI IOVERTASTBEPATINGEN EN GEMENGDE INBREUKEN (GAS-l, GAS.2 en GAS-3 INBREUKEN’) van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem.”
3.2.2. Een evenwichtig beleid tussen preventie en repressie; nadruk op aanklampend herstelbeleid
Het reglement wil, eerder dan jongeren sanctioneren als maatregel op zichzelf, inzetten op een actief en responsabiliserend beleid.
Vandaar dat alle kansen worden gegeven aan bemiddeling vooraleer een GAS-boete op te leggen.
De tekst van het reglement luidt dan ook:
“De beslissing inzake het opleggen van een administratieve geldboete wegens overtredingen van dit huishoudelijk reglement, wordt steeds voorafgegaan – zowel voor minderjarigen als voor meerderjarigen - door een bemiddelingsaanbod. De bemiddeling wordt aangeboden en de bemiddelingsprocedure wordt gevoerd op de wijze zoals bepaald in het hiervoor vermelde deel II van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem. Indien de jeugddienst dit positief adviseert, zal deze bemiddeling de vorm aannemen van een reïntegratietraject."
De voorrang die systematisch aan bemiddeling wordt gegeven, is een uitdrukkelijke beleidskeuze en kwam tot stand na overleg met de GAS-ambtenaar van de provincie Oost-Vlaanderen.
Dat geldt evenzeer voor de invulling ervan in de vorm van een re-integratie-traject. Hiemee geeft de stad een duidelijk signaal dat het jongeren niet loslaat en dat het op het gebied van opvoeding en sociale integratie een aanklampend beleid wenst te voeren waarin probleemoplossing en dialoog de boventoon voeren.
Dat het reïntegratietraject gekoppeld wordt aan de GAS-sanctie en niet opgenomen is in het preventieve luik heeft als reden dat de stad Deinze op die manier ook het herstel afdwingbaar wil maken. Een jongere die niet ingaat op het aanbod, kan nog steeds een GAS-boete oplopen die bij herhaling overigens verdubbeld kan worden. Hiermee wordt het aanmoedigend en aanklampend beleid ook effectief.
3.3. Rechtszekerheid
De maatregelen opgenomen in dit huishoudelijk reglement zijn de kristallisatie van jarenlange ervaring in het beleids-en terreinwerk. Initiatieven als verwijdering (in geval van acute veiligheidssituaties) en herstelgesprekken die daaruit zijn voortgevloeid, krijgen nu een rechtszekere en formele basis wat enerzijds personeel en bestuur beschermt en tegelijkertijd ook de overlastpleger ten goede komt.
3.4. Transparantie
De stad wil transparant zijn over de manier waarop zij optreedt indien er zich incidenten voordoen. Het opnemen van juridische instrumenten, van klacht benadeelde persoon tot strafklacht, moeten tegelijk een sensibiliserend en ontradend effect ressorteren. Zo moet het voor een veelpleger helder zijn dat wanneer het instrument van het bestuurlijke plaatsverbod geen soelaas zou bieden, de vordering van een gerechtelijk plaatsverbod als ultimum remedium gehanteerd kan worden.
Dit dossier heeft geen financiële impact
Intern reglement Jeugdcentrum Brieljant
Inhoud
1 Missie en Visie
2 Reglement: toepassingsgebied en doelstellingen
3 Openingsuren Jeugdhuis Brieljant
4 Omvang Jeugdhuis Brieljant
5 Vrijwilligers Jeugdhuis
5.1 Hoe kan je vrijwilliger worden?
5.2 Verantwoordelijkheden van vrijwilligers
5.3 Verzekeringen
5.4 Vrijwilligersbeleid
6 Jeugdcentrum Brieljant
6.1 Diensten en medewerkers
6.1.1 Jeugdambtenaar
6.1.2 Jeugdconsulent
6.1.3 Administratieve medewerker
6.1.4 Jeugdhuismedewerker
6.1.5 Jeugdopbouwwerk
6.2 Jeugdhuis Brieljant
6.3 Drugpunt
7 Alcohol en drugbeleid
8 Gedragsregels
8.1 Afspraken Jeugdhuis Brieljant
9 Reglement (juridisch kader) preventie, herstel, handhavings- en sanctiemaatregelen
9.1 Algemeen principe gedragingen bezoekers
9.2 categorisering misdragingen
9.2.1 Overlast-inbreuken (of GAS I-inbreuken)
9.2.2 Gemengde inbreuken
9.2.3 Misdrijven die niet onder de GAS (I of II)-inbreuken vallen
9.3 Preventieve behandeling misdragingen
9.3.1 De verwijdering
9.3.2 De verwittiging
9.3.3 Het bestuurlijke plaatsverbod
9.3.4 Het bestuurlijke toegangsverbod
9.3.5 Het herstelgesprek
9.3.6 Het reïntegratietraject
9.4 Sanctionerende behandeling misdragingen
9.4.1 Overlast-inbreuken: GAS-sanctie
9.4.2 Gemengde (of GAS 2-) inbreuken: GAS-sanctie
9.4.3 Sanctieapparaat specifieke misdrijven
9.5 Bijzondere maatregelen en procedures
9.5.1 Klacht benadeelde persoon
9.5.2 Rechtstreekse strafklacht bij het arbeidsauditoraat
9.5.3 Kortgedingprocedure
1 Missie en Visie jeugdhuis Brieljant
Jeugdhuis Brieljant is een plek voor jongeren en adolescenten waar plezier, ontspanning en vrije tijd centraal staan.
We creëren een plaats waar jongeren in een veilige omgeving het uitgaansleven kunnen ontdekken en zichzelf kunnen ontplooien.
Dankzij een divers aanbod, dat voortkomt uit inspraak en de interesses van de jongeren, zorgt Jeugdhuis Brieljant ervoor dat iedereen zich welkom voelt.
2 Reglement: toepassingsgebied en doelstellingen
Het reglement van Jeugdhuis Brieljant, zoals gedefinieerd in artikel 4, is van toepassing op iedereen die deelneemt aan de dagelijkse werking georganiseerd door de stedelijke jeugddienst of aan activiteiten van derden in het jeugdhuis. Het is tevens van toepassing op het skatepark.
In het reglement vinden bezoekers de waarden en normen terug die ervoor zorgen dat het Jeugdhuis een aangename en veilige plek is voor iedereen.
De werking van het skatepark valt eveneens onder de lokale politieverordening skatepark Briel hoofdstuk 5 van de stad Deinze.
3 Openingsuren Jeugdhuis Brieljant
Jeugdhuis Brieljant is elke vrijdag open van 16:00 tot 01:00. Tijdens het schooljaar is het jeugdhuis open op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdagmiddag van 12:00 tot 13:30. Scholieren kunnen op dit moment gebruik maken van de instuifruimte om hun middagmaal op te eten.
Op woensdag van 13:30 tot 17:30 wordt de instuifruimte gebruikt door het jeugdopbouwwerk. Er is dan geen barwerking.
De openingstijden kunnen gewijzigd worden. Eventuele wijzigingen en extra activiteiten worden via sociale media gecommuniceerd.
Het skatepark is vrij toegankelijk.
4 Omvang Jeugdhuis Brieljant
Jeugdhuis Brieljant omvat:
- Alles binnen het gebouw nodig voor de werking van het jeugdhuis: instuifruimte, keuken, repetitielokaal, gespreksruimtes en de bar
- Het terras achteraan
- De ruimte rond beide ingangen (voorziene rookplaatsen)
Het skatepark.
Jeugdhuis Brieljant omvat niet:
- Het Kaandelpark
- De ingang van de Brieltuin
- De Mouterijdreef.
5 Vrijwilligers Jeugdhuis
5.1 Hoe kan men vrijwilliger worden?
Vrijwilligers nemen binnen onze jeugdhuiswerking een zeer belangrijke plaats in. Bij jeugdhuis Brieljant is iedereen welkom als vrijwilliger. Wie geïnteresseerd is om vrijwilliger te worden, kan contact opnemen met de stedelijke jeugddienst of een beroepskracht door een bericht te sturen, te bellen of door hen aan te spreken.
Zodra de jeugddienst een aanvraag heeft ontvangen, plant hij een moment in voor een kennismakingsgesprek. Tijdens dit gesprek bespreekt de dienst samen met de kandidaat welke taken hij of zij of hen zou willen opnemen, waarom hij of zij of hen graag vrijwilligerswerk wil doen en vooral welke de wederzijdse verwachtingen zijn.
Er wordt een onthaalbrochure ter beschikking gesteld met alle noodzakelijke praktische informatie zoals wie in het jeugdhuis werkt, wat er verwacht wordt, en welke verzekeringspolissen afgesloten worden.
Na dit gesprek beslist de jeugdhuismedewerker of de kandidaat-vrijwilliger klaar is om het vrijwilligerscontract te ondertekenen, waarna deze officieel lid wordt van het vrijwilligersteam.
Jeugdcentrum Brieljant: 09 381 86 62 en brieljant@deinze.be
5.2 Verantwoordelijkheden van vrijwilligers
Het jeugdhuis verwacht niet dat de vrijwilliger elke week van het begin tot het einde klaarstaat om te helpen. Het is op zoek naar jongeren die het op geregelde basis zien zitten om mee te helpen bij de organisatie van activiteiten. Men kiest dus zelf hoeveel tijd men erin wil investeren. Ook een ‘proef’-avond is mogelijk.
De vrijwilliger kan verschillende taken opnemen:
Helpen achter de toog
Helpen met de regeling van het geluid
Affiches ontwerpen
Foto’s nemen op onze evenementen
Achter de draaitafel staan als dj
Helpen bij de opbouw en afbraak bij evenementen
Activiteiten organiseren
…
De vrijwilliger neemt verschillende verantwoordelijkheden op waaronder:
Toezicht houden bij activiteiten die het jeugdhuis organiseert
Gastvrij zijn tegenover bezoekers, vrijwilligers,…
Het jeugdhuis onderhouden
Veiligheid waarborgen (zie punt sancties)
Samenwerken
Interne en externe communicatie
Vertegenwoordiging van het jeugdhuis
…
5.3 Verzekeringen
Er zijn twee soorten verzekeringen: de verplichte en de aanvullende. Hieronder vindt men een overzicht van de waarborgen, de maatschappij waarbij de organisatie verzekerd is en het polisnummer. De stad Deinze verzekert vrijwilligers voor volgende verzekeringen:
5.4 Vrijwilligersbeleid
Het algemene vrijwilligersbeleid van de stad Deinze is in opmaak. Zodra dit is goedgekeurd, zal het direct van toepassing zijn op het jeugdhuis Brieljant.
6 Jeugdcentrum Brieljant
6.1 Diensten en medewerkers
Jeugdhuis Brieljant maakt deel uit van Jeugdcentrum Brieljant. In dit gebouw bevinden zich ook verschillende andere diensten (of personen) zoals de jeugdambtenaar, jeugdconsulent, administratieve medewerker, jeugdopbouwwerk en Drugpunt.
6.1.1 Jeugdambtenaar
De jeugdambtenaar is beleidsondersteunend, coördinerend en uitvoerend verantwoordelijk voor de stedelijke speelpleinwerkingen en jeugdkampen, alsook voor de stedelijke publieke speelruimte. Samen met het voltallige team ‘jeugd’ bouwt hij/zij/hen mee aan een kwalitatief breed jeugdbeleid.
6.1.2 Jeugdconsulent
De jeugdconsulent staat in voor de voorbereiding en uitvoering van een kwalitatief en geïntegreerd lokaal breed jeugdbeleid, de coördinatie en uitbouw van het stedelijke aanbod van jeugdactiviteiten met in begrip van activiteiten in het jeugdhuis en de ondersteuning van het lokale jeugdwerk en andere organisaties voor de jeugd.
6.1.3 Administratieve medewerker
De administratieve medewerker staat in voor ondersteuning van de dienst kinderen en jongeren en voor het algemene secretariaatswerk.
6.1.4 Jeugdhuismedewerker
De jeugdhuismedewerker organiseert op een zeer laagdrempelige manier de diverse activiteiten van het jeugdhuis, met aandacht voor de specifieke noden van jongeren. Hij/zij/hen haalt hiervoor al dan niet maatschappelijk kwetsbare jongeren/vrijwilligers aan boord, zet in op hun persoonlijke begeleiding met als doel hen te ondersteunen en te laten groeien in hun vaardigheden.
6.1.5 Jeugdopbouwwerk
De jeugdopbouwwerkers functioneren als aanspreekpunt voor maatschappelijk kwetsbare jongeren, waarbij ze een luisterend oor bieden tijdens de verschillende activiteiten die ze samen met de jongeren doen. Ze zijn te vinden op straat, waar ze vindplaatsgericht tewerk gaan. Op dinsdag, tussen 16.00 uur en 18.30 uur, zijn ze te vinden in hun JOW Caravan. Deze staat elke keer op een andere plek, dit kan het station van Deinze zijn, Kaandelpark,… Op woensdag, tussen 13.30 uur en 17.30 uur, organiseren ze een open huis in jeugdhuis Brieljant, waarbij de jongeren op dat moment gebruik kunnen maken van de keuken, de gespreksruimte boven, … of gewoon een babbel kunnen doen.
6.2 Jeugdhuis Brieljant
Jeugdhuis Brieljant is een ontmoetingsplaats voor jongeren waarbij verschillende activiteiten worden georganiseerd. Het wil jongeren stimuleren en ontplooiingskansen bieden, door hen bijvoorbeeld te laten helpen bij evenementen, een veilige plek of luisterend oor te bieden, … .
Op vrijdagavonden opent Jeugdhuis Brieljant zijn deuren met een variatie aan activiteiten. Deze omvatten onder andere fuiven, doe-het-zelf avonden, de "Brieljantste Quiz", … . Elke middag kunnen scholieren, die in het bezit zijn van een leerlingenkaart, hier hun boterhammen opeten, behalve op woensdag en tijdens schoolvakanties. Tijdens dat moment kunnen ze ook gebruik maken van een variatie aan spelletjes, de Playstation, …
6.3 Drugpunt
Drugpunt is een Oost-Vlaamse intergemeentelijke preventiedienst die moeilijkheden of problemen ten gevolge van middelengebruik (zowel legaal als illegaal), gokken of gamen willen helpen voorkomen. De basis van Drugpunt bestaat uit twee delen: preventie en begeleiding (vroeginterventie)
7 Alcohol- en drugbeleid
Alcohol- en drugbeleid JH Brieljant
1. Attent
‘Attent’ is een initiatief van VAD (Vlaams Expertisecentrum voor Alcohol en andere Drugs) en Formaat (de federatie van Vlaamse jeugdhuizen) dat zich inzet voor een positief feestklimaat.
Attent biedt jeugdhuizen de mogelijkheid om problemen door middelengebruik te voorkomen en/of er adequaat op te reageren. Zo laat het jeugdhuis zien dat het zorg draagt voor zijn bezoekers en dat het bekommerd is om het welbevinden van zijn bezoekers. De Attenties ondersteunen bezoekers om op een verantwoordelijke manier uit te gaan. Attent helpt jeugdhuizen dan ook om de vier pijlers van een alcohol- en drugbeleid te implementeren. Dit wil concreet zeggen dat de attentie ‘alcohol- en drugplan’ een integrale attentie is die alle andere attenties omvat.
De aanwezige Attenties worden bekendgemaakt aan bezoekers via de ATTENT-sterpictogrammen, aangeboden in de vorm van bordjes. Deze worden in het jeugdhuis opgehangen op de plaats waar bezoekers van de Attentie kunnen genieten. Jeugdhuizen kunnen zich inschrijven voor verschillende Attenties. Ze kiezen zelf welke Attenties zij haalbaar vinden. Voor elke Attentie werd een minimumcriterium opgesteld. Dit zijn de attenties die jeugdhuis Brieljant aanbiedt:
• Alcohol- en drugplan: Het jeugdhuis heeft een alcohol- en drugbeleid opgesteld en minstens twee leden van het leidinggevend kader volgden hiervoor de vorming ‘alcohol- en drugplan’.
• Getrainde vrijwilligers: Leidinggevend kader van het jeugdhuis en vrijwilligers die actief zijn binnen het jeugdhuis kregen een (online) training om signalen te herkennen als iemand zich niet goed voelt door alcohol- en druggebruik. Zo kunnen ze daar correct op inspelen. Het laat hen toe om verantwoord alcohol te schenken en om agressie in het jeugdhuis te voorkomen.
• Info: Het jeugdhuis informeert zijn bezoekers over veilig en gezond uitgaan, gehoorschade, veilig vrijen, veilig verkeer, alcohol en drugs, … door middel van de affiches die halfjaarlijks worden opgestuurd.
• Samen uit, samen thuis: Het jeugdhuis stimuleert de bezoekers om voor elkaar te zorgen opdat iedereen veilig thuis geraakt. Het sensibiliseert zijn bezoekers door middel van de affiche ‘Samen uit, samen thuis’.
• Oordoppen: Het jeugdhuis stelt gratis oordoppen ter beschikking en indien het jeugdhuis valt onder de wettelijke criteria, controleert en leeft het de geluidslimiet na zoals die in de wetgeving staat beschreven.
• Gratis water: Het jeugdhuis biedt gratis drinkwater aan voor zijn bezoekers.
• Condooms: Het jeugdhuis stelt gratis condooms ter beschikking van zijn bezoekers.
• EHBO: Het jeugdhuis heeft de nodige voorzieningen om bezoekers die onwel worden de eerste zorgen toe te dienen in de vorm van een EHBO-koffer.
2. Alcohol- en drugbeleid
Een alcohol- en drugbeleid omvat een gedragen visie en vier uitgewerkte pijlers. Dit beleid werd uitgewerkt door een werkgroep. Deze werkgroep is een heterogene groep, bestaande uit beroepskrachten, stagiairs, vrijwilligers, bezoekers van het jeugdhuis en leden van de jeugdraad. De inhoudelijke invulling komt volledig uit deze werkgroep, onder coaching van de drugpreventiewerker. Na het opstellen van het beleid wordt dit jaarlijks geëvalueerd.
Dit zijn de speerpunten van het beleid (‘visie’):
Het alcohol- en drugbeleid is een beleid voor het jeugdhuis. Dit betekent dat dit beleid geldig is tijdens de openingsuren en de activiteiten die door het jeugdhuis georganiseerd worden, ongeacht wie deze activiteiten organiseert.
2.1. Visie
Het jeugdhuis heeft een alcohol- en drugbeleid ontwikkeld, dat duidelijke afspraken en procedures omvat. Het is heel belangrijk dat alle medewerkers door middel van regelmatige vorming goed op de hoogte zijn van dit alcohol- en drugbeleid, zodat dit op een rechtlijnige manier toegepast wordt. Het jeugdhuis streeft naar een evenwicht tussen preventie, sanctioneren en hulp bieden. Hiervoor is een goede samenwerking met externe partners, zoals Drugpunt en politie, belangrijk.
Door niet enkel te focussen op sanctioneren, wil het jeugdhuis jongeren een plaats aanbieden waar middelengebruik (van zichzelf of iemand in hun omgeving) bespreekbaar is. Naast een vrijetijdsomgeving wil het jeugdhuis dus ook een luisterend oor bieden aan jongeren en een doorverwijs-en adviesfunctie vervullen met betrekking tot de andere diensten binnen het jeugdcentrum en/of gespecialiseerde hulpverlening.
Belangrijk hierbij is om als jeugdhuis zelf het goeie voorbeeld te geven. Dit betekent dat vrijetijdsbesteding niet automatisch gekoppeld mag zijn aan middelengebruik. Het jeugdhuis wil in tegendeel een omgeving creëren waar er voldoende alternatieven zijn om op een veilige manier de vrije tijd door te brengen. Door middel van vier pijlers zetten we in op een actief sensibiliserend beleid. Jongeren worden aangemoedigd om zorg te dragen voor elkaar en over elkaars veiligheid en gezondheid te waken. Onze procedures vormen een stapsgewijze benadering waarbij problematisch middelengebruik steeds eerst beantwoord wordt met een gezonde dialoog. Zo kunnen we problemen in een vroeg stadium detecteren en houden we ook kwetsbare jongeren aan boord.
2.2. Pijler 1. Afspraken en procedures
2.2.1. Afspraken
2.2.2. Procedures
Bij alle afspraken horen ook procedures: welk gevolg wordt gegeven wanneer een afspraak niet wordt nageleefd?
In elke procedure wordt de aanwezige beroepskracht (of plaatsvervangende verantwoordelijke) verwittigd indien de afspraken niet worden nageleefd. Enkel de verantwoordelijke belt naar de politie.
De procedure met betrekking tot ‘roken’ kan schematisch als volgt worden voorgesteld:
Het is ten strengste verboden om binnen te roken.
1 Als er toch binnen gerookt wordt, volgen de vrijwilligers volgende instructies:
1. persoon rustig aanspreken en vragen om sigaret te doven of buiten te roken. Er kan gewezen worden naar de afspraken die zichtbaar uithangen.
2. Bij agressief gedrag of meerdere waarschuwingen: vragen om Brieljant te verlaten.
3. In extreme situatie/overlast: politie
Het is ten slotte niet toegelaten om tabak te delen met minachtienjarigen. Wie zich hier niet aan houdt, zal erop aangesproken worden door hem, haar of hen te informeren over de toepasselijke wetgeving. Bij volharding kan er worden gevraagd om Brieljant te verlaten.
De procedure met betrekking tot ‘alcohol’ kan schematisch als volgt worden voorgesteld:
1) Bezit van alcohol
Bezit van alcohol wordt hier gezien als bijhebben van eigen alcoholische dranken. Het is geenszins toegelaten om eigen dranken mee te brengen naar het jeugdhuis (de middaginstuif en de JOW werking vormen hierop een uitzondering voor niet-alcoholische dranken.
2) Gebruik van alcohol
De vrijwilligers hebben het recht om een leeftijdsbewijs te vragen bij twijfel
Bezoekers en medewerkers onder 16 jaar mogen geen alcohol drinken.
Indien een -16 jarige alcohol drinkt, volgen de vrijwilligers volgende instructies:
3) Onder invloed:
Vrijwilligers mogen een consumptie drinken, maar mogen nooit onder invloed zijn tijdens hun shift, of als ze later die avond nog een shift doen. Andere vrijwilligers worden aangemoedigd om hen hierover aan te spreken. De beslissing om eventueel te moeten stoppen met werken ligt bij de beroepskracht of verantwoordelijke.
4) Delen
Het delen van alcohol met jongeren onder de leeftijdsgrens van zestien jaar is niet toegelaten.
Indien een +16-jarige toch alcohol deelt met een – 16-jarige, volgt de vrijwilliger volgende instructies:
1. persoon rustig aanspreken en wijzen op alcoholwetgeving (hangt ook zichtbaar uit)
2. Als dit nog eens gebeurt: geen alcohol meer serveren aan persoon die uitdeelt aan -16 jarige.
3. Bij agressief gedrag of na meerdere waarschuwingen: vragen om Brieljant te verlaten of politie bellen als het echt uit de hand loopt.
De vrijwilliger krijgt tegelijkertijd actieve instructies mee tijdens de opleiding om dit foutief deelgedrag actief te voorkomen.
De procedure met betrekking tot ‘cannabis’ kan schematisch als volgt worden voorgesteld:
1) Bezit
Als iemand cannabis bezit, zal de persoon in kwestie aangesproken worden met de boodschap dat cannabis niet thuishoort in het jeugdhuis. Als er geen gehoor wordt gegeven aan deze boodschap, wordt er gevraagd Brieljant te verlaten.
2) Gebruik
Als een bezoeker cannabis gebruikt, zal de vrijwilliger, beroepskracht of verantwoordelijke de persoon aanspreken en vragen de middelen te verwijderen. Als de bezoeker dit niet doet of agressief gedrag vertoont, zal de politie gecontacteerd worden.
3) Onder invloed
Wanneer er een vermoeden bestaat dat er iemand onder invloed is van cannabis, ondernemen de vrijwilligers, beroepskracht of verantwoordelijke de nodige zorgmaatregelen die verder zijn uitgewerkt in de respectievelijke procedure.
4) 4Delen en dealen:
Bij dealen wordt zonder verwittiging de politie gebeld.
Delen, in de betekenis van doorgeven, van cannabis zal voor toepassing van dit reglement beschouwd worden als dealen.
Deze persoon zal dan ook gevraagd worden Brieljant te verlaten.
De procedure met betrekking tot andere illegale drugs kan schematisch als volgt worden voorgesteld:
1) Bezit
Als iemand andere illegale drugs bezit, maar niet meteen aanstalten maakt om te gebruiken, zal de persoon aangesproken worden en gevraagd worden Brieljant te verlaten. Bij agressief gedrag of als de persoon niet wil vertrekken, zal de politie gecontacteerd worden.
2) Gebruik
Wanneer een bezoeker openlijk betrapt wordt op het gebruik van verboden middelen, zal er gevraagd worden Brieljant te verlaten. Bij agressief gedrag of als de persoon niet wil vertrekken, zal de politie opgeroepen worden voor interventie.
3) Onder invloed
Wanneer er een vermoeden bestaat dat er iemand onder invloed is van verboden middelen, ondernemen de vrijwilligers, beroepskracht of verantwoordelijke de nodige zorgmaatregelen die verder zijn uitgewerkt in de respectievelijke procedure.
4) Delen en dealen:
Bij delen en dealen wordt zonder verwittiging de politie opgeroepen voor interventie.
Delen, in de betekenis van doorgeven, van illegale drugs, zal voor toepassing van dit reglement beschouwd worden als dealen.
Deze persoon zal dan ook gevraagd worden Brieljant te verlaten.
2.3. Pijler 2. Voorlichting en vorming
Deze pijler bestaat uit twee zaken:
De bezoekers informeren en sensibiliseren
De medewerkers en vrijwilligers versterken in hun vaardigheden
Deze pijler gaat gepaard met volgende attenties:
• Attentie ‘Info’
Voorbeeld: https://www.youtube.com/watch?v=DrioRzIgncM
• Attentie ‘Samen uit, samen thuis’
• Attentie ‘Getrainde vrijwilligers’
• vrijwilligers volgen de volgende vormingen:
• andere sensibiliseringsacties (bv quiz, filmavond,…).
2.4. Pijler 3. Structurele maatregelen
Structurele maatregelen ondersteunen het alcohol- en drugbeleid. Dit zijn initiatieven die ingebed worden in de algemene werking van het jeugdhuis. Op deze manier gaan zij ook op lange termijn mee. Deze structurele maatregelen moeten ook een positief klimaat creëren om over alcohol en andere drugs te praten.
• Attentie ‘Gratis water’
• Attentie ‘Condooms’
• Attentie ‘Oordoppen’
• Meer van Zonder
• Activiteiten organiseren waarbij alcohol niet centraal staat. Deze worden regelmatig georganiseerd door de vrijwilligers.
2.5. Pijler 4. Doorverwijzing en EHBO
• Enkele jeugdhuismedewerkers volgen de opleiding EHBDDO (zie pijler 2: Eerste Hulp bij Drank- en Drugs Ongevallen).
• Attentie ‘EHBO’
• Er is een meldingsprocedure voor drank en drugs incidenten.
• De jeugdhuismedewerkers hebben kennis van de werking van Drugpunt, zo kunnen ze laagdrempelig doorverwijzen indien een bezoeker over zijn/haar probleem zou praten.
8 Huisregels
8.1 Afspraken Jeugdhuis Brieljant
- Toogwerking
Tijdens de openingsuren van Jeugdhuis Brieljant mogen er enkel vrijwilligers en beroepskrachten achter de toog. Indien toestemming van een vrijwilliger of beroepskracht wordt er een uitzondering gemaakt.
- Orde en netheid
Er wordt van elke bezoeker verwacht dat deze de ruimtes binnen en rond het jeugdcentrum netjes houdt zodat het voor iedereen aangenaam blijft om er te vertoeven.
Gebruik materiaal
Het Jeugdcentrum zorgt ervoor dat er heel wat materiaal ter beschikking staat voor gebruik. Wanneer men dit gebruikt, draagt men er zorg voor en brengt men het terug. Enkele materialen die beschikbaar zijn:
Voetbal
Skateboards
PS4 controllers
GSM laders
Vandalisme
Er wordt verwacht dat er met respect wordt omgegaan met het materiaal en faciliteiten van het Jeugdcentrum. Het bewust vernielen van materiaal of faciliteiten is ongepast. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
Graffiti spuiten zonder toestemming
Gooien met glazen
Schoppen op stoelen, kasten, tafels, ...
Spelmateriaal vernielen
Spullen van andere bezoekers of jongeren beschadigen of vernielen
…
Afvalbeheer
o Op het terras en binnen in het Jeugdcentrum is het de bedoeling dat iedereen zijn afval in de vuilbak werpt.
o Er staan vuilbakken ter beschikking. Op deze manier blijft het proper voor iedereen.
Gebruik van de keuken
o De keuken mag tijdens de werking worden gebruikt mits toestemming van een vrijwilliger, beroepskracht of verantwoordelijke.
o Na gebruik van de keuken en het kookgerei wordt verwacht dat alles netjes wordt achtergelaten. Dat betekent minstens dat men het afval sorteert, de vaat reinigt en het keukenmeubilair proper maakt.
Gebroken glas
o Wanneer iemand per ongeluk een glas breekt, wordt er verwacht dat dit wordt gemeld aan een vrijwilliger, verantwoordelijke of beroepskracht. De laatste zal dit samen met de bezoeker opkuisen. Er wordt verwacht dat de bezoeker initiatief toont om mee te helpen.
Parkeerplaats fietsen, e-steps en bromfietsen
o Bromfietsen, e-steps en fietsen dienen te worden geplaatst in de daarvoor bestemde stalling bij het gebouw.
o Het is niet toegestaan om een vervoermiddel op het terras, binnen of bij een ingang te plaatsen.
Gebruik van het sanitair
o Na een toiletbezoek laat men het sanitair netjes achter.
o Men laat geen afval achter ter hoogte van lavabo, piscines, …
o Men deponeert afval in de daartoe bestemd vuilnisbakken.
o Men vermijdt gedrag die tot verstopping van de sanitaire installaties leidt.
o Men voorziet in gratis menstruatieproducten
- Muziek
Tijdens de openingsuren van Jeugdhuis Brieljant is er muziek voorzien en kan de bezoeker steeds een verzoeknummer aanvragen. Het afspelen van muziek op een eigen muziek-box is verboden tijdens de openingsuren van Jeugdhuis Brieljant. Op deze manier houden we het aangenaam voor iedereen.
- Respect
In het Jeugdcentrum heeft men respect voor elkaar. Het is een plek voor iedereen. Men houdt er rekening mee dat men iemand kan ontmoeten met wie men het minder kan vinden. Men laat iedereen in zijn waarde en stelt zich verdraagzaam op.
Het herhalend uitdagen van eenzelfde persoon en bewust kwetsen in eender welke vorm is verboden.
- Seksueel overschrijdend gedrag
Wanneer iemand een ander op een manier benadert die seksueel van aard is en over de grens van de andere persoon gaat, wordt dit beschouwd als seksueel overschrijdend gedrag. Zodra één van onderstaande criteria niet aanwezig is, spreken we van seksueel grensoverschrijdend gedrag:
• Wederzijdse toestemming: alle betrokkenen gaan akkoord en voelen zich er prettig bij.
• Vrijwilligheid: er is geen sprake van beloning, manipulatie, druk of dwang.
• Gelijkwaardigheid: de partners zijn gelijkwaardig op vlak van leeftijd, intelligentie, macht, maturiteit.
• Context: het gedrag houdt rekening met de omgeving en stoort/choqueert niemand.
• Impact: het gedrag veroorzaakt geen fysieke, emotionele of psychische schade bij de persoon zelf of bij het slachtoffer.
- Minimumleeftijd na 22:00
Omdat het welzijn van jongeren en kinderen primeert, mogen er vanaf 22:00u geen jongeren van 12 jaar of jonger meer aanwezig zijn bij of deelnemen aan een activiteit, ook niet in aanwezigheid van hun ouders . Tot 22:00 mogen deze jongeren wel aanwezig zijn bij of deelnamen aan een activiteit.
- Vertrouwenspersoon
Een bezoeker die nood heeft aan een vertrouwelijk gesprek, kan in jeugdcentrum Brieljant anoniem en met volledig respect voor diens privacy terecht bij een vertrouwenspersoon. De procedure zal op transparante wijze worden kenbaar gemaakt op de publiek toegankelijke plaatsen van het jeugdcentrum.
- Camerabewaking
De bezoeker moet weten dat het jeugdcentrum uitgerust is met camerabewaking; Deze bewakingscamera’s hebben als doel de gemeentelijke eigendommen te beschermen en eventuele schade en overlast aan te pakken. Pictogrammen signaleren de aanwezigheid van de camera’s. De verwerking van de beelden gebeurt conform de camerawet (Wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's). De verwerking van deze camerabeelden in het kader van politionele taken van gerechtelijke en bestuurlijke politie, gebeurt conform de Wet van 5 augustus 1992 op het Politieambt. Geautoriseerde personen kunnen de opgenomen beelden raadplegen. De beelden worden automatisch gewist na één maand indien ze geen bijdrage leveren tot het bewijzen van een misdrijf, schade of overlast. Indien dat wel het geval is, blijven de beelden langer bewaard voor verder onderzoek. Personen gefilmd door de camera’s, hebben o.a. het recht om de beelden te raadplegen en te laten verwijderen. Meer informatie over de verwerking van persoonsgegevens en het uitoefenen van deze rechten is beschikbaar op onze privacyverklaring op Privacy | Lokale Politie Deinze-Zulte-Lievegem. De in het kader van dit reglement verwerkte persoonsgegevens worden met zorgvuldigheid en respect voor de privacy behandeld en beveiligd. De lokale politiezone en het stadsbestuur van Deinze volgt hiervoor de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR).
- Toiletgebruik
De toiletten zijn louter sanitaire ruimtes. Wanneer iemand een vertrouwelijk gesprek wil voeren, kan die steeds aan een vrijwilliger, verantwoordelijke of beroepskracht vragen of er daarvoor een ruimte beschikbaar is. De vrijwilliger, beroepskracht of verantwoordelijke kan dan ook altijd vragen de toiletten te ontruimen zodanig dat iedereen het toilet kan gebruiken.
- Bovenverdieping en backstage
Deze 2 ruimtes mogen niet betreden worden zonder toegang van een vrijwilliger, beroepskracht of verantwoordelijke.
9 Reglement (juridisch kader) preventie, herstel, handhavings- en sanctiemaatregelen
9.1 Algemeen principe gedragingen bezoekers
De bezoeker draagt steeds actief bij tot een positief klimaat in het jeugdcentrum. Er zal een positief klimaat zijn wanner elke bezoeker zich objectief en subjectief veilig voelt, zichzelf kan zijn, gelijk behandeld wordt en niet aangetast wordt in zijn of haar fysieke en morele integriteit. Een bezoeker zal zich positief gedragen wanneer hij of zij respect toont voor elke andere bezoeker, vrijwilliger of medewerker én voor de roerende en onroerende goederen die tot het jeugdcentrum en de omgeving van het jeugdcentrum behoren. Een positief gedrag is per definitie niet-discriminerend en tolerant. Een positief gedrag vereist ten slotte ook dat de bezoeker handelt met respect voor en in overeenstemming met bestaande wetgeving, niet-limitatief op het vlak van middelengebruik (zoals de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van gifstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen), anti-discriminatie (zoals de Antidiscriminatiewet) en gender (zoals de Genderwet en de wet op het seksisme).
Elk gedrag dat
is een misdraging die gelijk gesteld wordt met overlast in de brede zin.
Overlast in de brede zin kan ongeacht de aard ervan steeds aanleiding geven tot één actie of een combinatie van meerdere acties onder het luik III. Preventieve behandeling. Daarnaast zal de overlastpleger bestraft kunnen worden met een bestuurlijke sanctie (GAS) of een specifieke strafrechtelijke sanctie, afhankelijk van de aard van de overlast (Luik IV. Sanctionerende behandeling).
9.2 categorisering misdragingen
9.2.1 Overlast-inbreuken (of GAS I-inbreuken)
Een overlast- of GAS I-inbreuk is elke inbreuk op dit reglement zijn waarvoor niet door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie, reeds straffen of administratieve sancties worden bepaald.
Voorbeelden van overlast-inbreuken in enge zin:
Elke inbreuk die valt onder II. ‘Openbare rust’ (de artikelen 3 tot en met 14), III. ‘Openbare veiligheid en vlotte doorgang’ (de artikelen 15 tot en met 33), IV. ‘Reinheid en gezondheid’ (de artikelen 34 tot en met 48) van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem. Enkele voorbeelden die van toepassing kunnen zijn op de werking van het jeugdcentrum:
Het niet respecteren van de toegelaten publiekszones of van de openingsuren van het jeugdcentrum, zoals bepaald in dit huishoudelijk reglement.
De bepalingen in “Hoofdstuk 5: Politieverordening skatepark Briel en skatepark Nevele” in de lokale politieverordening Deinze.
Het overtreden van algemene of specifieke gedragsregels in de eerste acht hoofdstukken van dit reglement, voor zover zij niet “strafbaar” zijn.
Elke overtreding van het plaatsverbod (bedoeld onder 9.3.3.).
9.2.2 Gemengde inbreuken
Volgende inbreuken uit het Strafwetboek, opgenomen in de artikelen 51 tot en met 62 van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem voor zover ze voldoen aan de cumulatieve toepassingsvoorwaarden van het artikel 3 van het protocolakkoord betreffende de gemeentelijke administratieve sancties – inbreuken op het strafwetboek (niet-verkeer), als bijlage bij de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem.
Voorbeelden van gemengde inbreuken in de betekenis van dit reglement:
diefstal in het jeugdcentrum (art. 461 en 463 Strafwetboek)
Het is verboden om zonder toestemming graffiti aan te brengen op roerende of onroerende goederen van het jeugdcentrum (Beschadiging van (on)roerende goederen) (art. 534 bis Strafwetboek)
Het is verboden om vandalisme te plegen jegens de onroerende goederen van het jeugdcentrum (Beschadiging van onroerende eigendommen) (art. 534 ter Strafwetboek)
Opzettelijke beschadiging of vernieling van roerende eigendommen van het jeugdcentrum (art. 559, 1° Strafwetboek)
9.2.3 Misdrijven die niet onder de GAS (I of II)-inbreuken vallen
Niet-limitatief vallen volgen misdrijven niet onder de zuivere of gemengde GAS-inbreuken:
9.3 Preventieve behandeling misdragingen
De preventieve behandeling kan steeds worden toegepast bij een geval van overlast in overlast in de brede zin, zoals gedefinieerd onder 9.1.
9.3.1 De verwijdering
De jeugdhuisverantwoordelijke, diens vervanger of een veiligheidsagent (indien daar een beroep op wordt gedaan bij specifieke aangelegenheden) heeft te allen tijde het recht om in geval van inbreuken op dit reglement en/of overlast in de brede zin, de overlastpleger op het moment van de feiten de verdere toegang tot het jeugdhuis te ontzeggen tot het eerstvolgende sluitingsuur van het jeugdcentrum. Deze verwijdering zal op de eerstvolgende zitting van het college van burgemeester en schepenen bekrachtigd worden.
9.3.2 De verwittiging
Bij iedere inbreuk op dit reglement en/of ieder geval van overlast in de brede zin, zoals bedoeld onder 9.1., kan de burgemeester, op advies van de jeugddienst en/of de lokale politie, de dader of de daders van die gedragingen schriftelijke verwittigen dat een nieuwe inbreuk op een identieke plaats of ter gelegenheid van gelijkaardige gebeurtenissen aanleiding zal kunnen geven tot een plaatsverbod, zoals bedoeld onder 9.3.3.
9.3.3 Het bestuurlijke plaatsverbod
Onder de voorwaarden van artikel 134sexies nieuwe Gemeentewet kan de burgemeester, op basis van een bestuurlijk verslag van de lokale politie en/of een advies van de jeugddienst, en na de overlastpleger te hebben gehoord, overgaan tot het uitvaardigen van een tijdelijk plaatsverbod van (maximaal) een maand, tweemaal hernieuwbaar, voor elke herhaaldelijke inbreuk op dit reglement, in zonderheid elke herhaaldelijke inbreuk op het overlastverbod in brede zin, zoals bedoeld onder 9.1., of in geval van een verstoring van de openbare orde in het jeugdcentrum veroorzaakt door een individuele of collectieve gedraging in of rond het jeugdcentrum.
De burgemeester zal zowel met betrekking tot de tijdsspanne als met betrekking tot de gebiedsomschrijving het proportionaliteitsbeginsel in acht nemen.
Het gebied waarop het plaatsverbod van toepassing is, kan samenvallen met het jeugdcentrum Brieljant zelf of, indien geschikt en proportioneel, omschreven worden als Jeugdcentrum Brieljant en de omgeving van het skatepark, het Kaandelpark en het jeugdcentrum Brieljant, het gebied begrensd door de Brielstraat, Mouterijdreef (met inbegrip van voornoemde straten) en Tweebruggenlaan tot aan de hondenloopweide, inclusief de publieke tuin ter hoogte van Markt 96 (beter bekend als het Huis van Thuyne).
De overlastpleger wordt steeds voorafgaandelijk gehoord door hem, haar of hen gedurende een redelijke termijn inzage te verlenen in het dossier en de kans te geven schriftelijke verweermiddelen over te maken.
De burgemeester heeft geen verplichting om het maximum van een maand op te leggen in de vorm van dertig opeenvolgende kalenderdagen en dus tijdens een aaneengesloten periode. Hij heeft het recht om met het oog op het tegengaan van de verstoring van de openbare orde of van overlast en mits grondige motivatie bijzondere tijdsmodaliteiten aan het plaatsverbod te koppelen en de dertig kalenderdagen gerichter en gespreid in de tijd aan specifieke risicogevoelige data te koppelen (zoals bijvoorbeeld niet limitatief weekends, data van evenementen, …).
Het plaatsverbod impliceert niet dat de overlastpleger voor de duur van zijn verbod uitgesloten wordt van de hulpverlening die door het jeugdcentrum wordt aangeboden. Dit zal steeds na overleg en op afspraak met de betrokken dienst en bij voorkeur buiten de verboden locatie gebeuren.
9.3.4 Het herstelgesprek
Aan elk verwittiging bedoeld onder 9.3.2. zal door de burgemeester in zijn besluit ook een verplicht herstelgesprek tussen overlastpleger en jeugdhuisverantwoordelijke van de jeugddienst worden gekoppeld.
Dit herstelgesprek is bedoeld om de schade te herstellen en preventief het noodzakelijke klimaat te scheppen opdat de feiten, die aanleiding hebben gegeven tot de verwittiging, zich niet meer zouden herhalen.
Van dat herstelgesprek wordt een vertrouwelijk verslag opgemaakt. Dat verslag, ondertekend door beide partijen, kan afspraken of voorwaarden verbinden aan toekomstige deelname van de overlastpleger aan de werking van het jeugdcentrum.
Het gesprek kan online of fysiek gebeuren.
Indien de relatie met de jeugdhuisverantwoordelijke zwaar geschonden is, kan dit herstelgesprek ook plaats vinden met een bemiddelaar van de stedelijke Jeugddienst.
9.4 Sanctionerende behandeling misdragingen
Overtredingen van dit huishoudelijk reglement worden bestraft met een administratieve geldboete, opgelegd door de hiertoe aangestelde sanctionerend ambtenaar overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en zoals beschreven in artikel 63 van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem en overeenkomstig deel II (‘ALGEMEEN ZONAAL (PROCEDURE)REGLEMENT BETREFFENDE HET OPTEGGEN VAN EEN ADMINISTRATIEVE GETDBOETE BIJ OVERTREDINGEN OP DE ATGEMENE ZONATE POTITIEVERORDENING DEINZE/ZULTE/IIEVEGEM DEEI IOVERTASTBEPATINGEN EN GEMENGDE INBREUKEN (GAS-l, GAS.2 en GAS-3 INBREUKEN’) van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem en dit onverminderd wat bepaald is onder 9.4.3.
9.4.1 Overlast-inbreuken: GAS-sanctie
Elke overlast-inbreuk (GAS I-inbreuk) kan aanleiding geven tot een gemeentelijke administratieve sanctie volgens de voorwaarden en de procedure bepaald in de artikelen 63 tot en met 78 van de zonale politieverordening.
Daarnaast kunnen feiten gepleegd door minderjarigen ook aanleiding geven tot een bemiddelingsprocedure en gemeenschapsdienst, waarvan de voorwaarden en procedure zijn bepaald in de artikelen 79 tot en met 86 van de zonale politieverordening, waarbij artikel 9.4.4. va dit reglement steeds van kracht is.
9.4.2 Gemengde (of GAS 2-) inbreuken: GAS-sanctie
Elke gemengde GAS2-inbreuk die voldoet aan de cumulatieve toepassingsvoorwaarden van het protocolakkoord kan aanleiding geven tot een gemeentelijke administratieve sanctie volgens de voorwaarden en de procedure bepaald in de artikelen 63 tot en met 78 van de zonale politieverordening.
Daarnaast kunnen feiten gepleegd door minderjarigen ook aanleiding geven tot een bemiddelingsprocedure en gemeenschapsdienst, waarvan de voorwaarden en procedure zijn bepaald in de artikelen 79 tot en met 86 van de zonale politieverordening, waarbij artikel 9.4.4. va dit reglement steeds van kracht is.
9.4.3 Sanctieapparaat specifieke misdrijven
Voor misdrijven die niet als GAS-inbreuk kunnen worden gekwalificeerd, worden de strafrechtelijke sancties bepaald in het strafwetboek of specifieke wetgeving. Het lokaal bestuur heeft hier geen bevoegdheid om sancties op te leggen.
Het college van burgemeester en schepenen zal niettemin, telkens wanneer zich feiten voordoen die als dus danig worden gekwalificeerd, een aangifte doen bij de lokale politie, een klacht benadeelde persoon neerleggen en zich burgerlijk partijstellen.
9.4.4 Bemiddeling
De beslissing inzake het opleggen van een administratieve geldboete wegens overtredingen van dit huishoudelijk reglement, wordt steeds voorafgegaan – zowel voor minderjarigen als voor meerderjarigen - door een bemiddelingsaanbod. De bemiddeling wordt aangeboden en de bemiddelingsprocedure wordt gevoerd op de wijze zoals bepaald in het hiervoor vermelde deel II van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem.
Indien de jeugddienst dit positief adviseert, zal deze bemiddeling de vorm aannemen van een reïntegratietraject.
Het doel van dit reïntegratieproject is om de wederzijdse relatie tussen de betrokkene en de jeugdhuiswerking binnen de context van het jeugdhuis op een positieve manier te herstellen. Het project is er ook op gericht om bezoekers zich weer thuis te laten voelen, hun zelfvertrouwen te versterken en hen te helpen positieve relaties op te bouwen binnen het jeugdhuis. Er zijn 5 gespreksmomenten voorzien voor dit traject. De bemiddelaar zal dit traject begeleiden.
De inhoud van deze gespreksmomenten moet flexibel worden aangepast aan de behoeften en omstandigheden van de bezoekers. Dit betekent dat de trajectverantwoordelijke moet open staan voor het aanpassen van de inhoud, activiteiten van de sessies, afhankelijk van de voortgang en feedback van de bezoeker.
9.5 Bijzondere maatregelen en procedures
9.5.1 Klacht benadeelde persoon
Bij elke inbreuk omschreven als één van de drie categorieën onder 9.2. zal het college van burgemeester en schepenen vanaf een zekere zwaarwichtigheid een klacht benadeelde persoon neerleggen bij de lokale politie.
9.5.2 Rechtstreekse strafklacht bij het arbeidsauditoraat
Het schepencollege zal telkens wanneer zich conform artikel 119 Sociaal Strafwetboek daden van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk voordoen jegens jeugdhuismedewerkers in de uitoefening van hun taken, het recht hebben om een rechtstreekse strafklacht in te dienen bij het arbeidsauditoraat.
9.5.3 Kortgedingprocedure
Indien een vorm van overlast gepaard gaat met strafbare feiten of indien zich nieuwe zwaarwichtige feiten voordoen ondanks meerdere plaats-of toegangsverboden, behoudt het college van burgemeester en schepenen zich het recht voor een kortgedingprocedure aan te spannen teneinde een gerechtelijk plaatsverbod af te dwingen.
Artikel 1
Het huishoudelijk reglement van jeugdhuis Brieljant wordt goedgekeurd.
Artikel 2
Dit besluit wordt in uitvoering van artikel 285§1 van het decreet lokaal bestuur bekend gemaakt via de lijst van de besluiten van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het lokaal bestuur, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Notarieel testament.
2024-10-07 ontwerpverslag museumcommissie.
Legaat Vermaercke Yolanda.
Foto werk Masereel.
Foto werk De Bondt.
Foto werk Graba.
Stad Deinze werd recent, door Notariaat De Proft, in kennis gesteld van het openvallen van het testament van wijlen Yolanda Vermaercke, waarin een bijzonder legaat voor het museum van Deinze en de Leiestreek is opgenomen. Kopie testament in bijlage.
Alle opgesomde kunstwerken in het testament bevinden zich reeds fysiek, sedert 2004, in het museum. De overeenkomst (langdurige bruikleen, legaat na overlijden) werd door toenmalig conservator Mevr. Veerle Vandoorne behandeld. De kunstwerken zijn opgenomen in onze verzekeringspolis volgens geschatte waarde (zie bijlage).
Dit legaat werd als agendapunt besproken in de museumcommissie van 7 oktober 2024 en kreeg een positief advies voor aanvaarding.
Er wordt aan de gemeenteraad toestemming gevraagd om dit legaat te aanvaarden voor de collectie van het mudel. De aangifte van het legaat moet uiterlijk op 4 december 2024 worden ingediend.
Artikel 1
De gemeenteraad gaat akkoord met de aanvaarding van het legaat van wijlen Yolanda Vermaercke.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om alle uitvoeringshandelingen te stellen die voortvloeien uit deze aanvaarding, waaronder de aangifte van de nalatenschap.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
Matthias Neirynck, Karlien De Paepe (raadsleden), Filip Vervaeke (schepen), Peter Parmentier (raadslid)
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De brief van IVM van 2 oktober 2024 over de verslaggeving van de raad van bestuur aan de gemeenteraad.
Het voorbereidend document voor de halfjaarlijkse verslaggeving aan de gemeenteraad.
Het decreet lokaal bestuur stelt dat een lid van de raad van bestuur of een door de raad van bestuur hiertoe gemandateerde minstens 2 maal per jaar, tijdens een openbare vergadering van de gemeenteraad van elk van de deelnemende gemeenten, verslag dient uit te brengen over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad, en toelichting dient te verstrekken bij het beleid van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.
De raad van IVM heeft in zijn zitting van 21 januari 2020 beslist de respectievelijke vertegenwoordigers in de raad van bestuur te mandateren om conform artikel 441 van het Decreet Lokaal Bestuur minstens 2 maal per jaar tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad in hun stad verslag uit te brengen over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur en namens de raad van bestuur toelichting te verstrekken bij het beleid van de opdrachthoudende vereniging.
Mevrouw Tess Minnens is op de gemeenteraad van 28 januari 2021 aangesteld als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van IVM.
Artikel 1
Mevrouw Tess Minnens, vertegenwoordiger in de raad van bestuur, brengt, conform artikel 441 van het Decreet Lokaal Bestuur, verslag uit over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur en verstrekt namens de raad van bestuur toelichting bij het beleid van de opdrachthoudende vereniging.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de weitoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Kristof Van den Berghe (raadslid), Johan Cornelis (schepen)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Foto’s huidige toestand.
Iedereen die in Hansbeke woont weet dat de bermen in de Begijnhoflaan er slecht bijliggen.
Alle bewoners van de straat spreken over de staat van de baan en bermen.
Ook de bijzondere beplanting zou voor de meeste inwoners van de straat vervangen mogen worden door volwaardige bomen.
Door de huidige breedte en inrichting nodigt de straat ook uit om heel snel te rijden.
Om deze redenen stellen we voor om samen met de inwoners en dorpsraad via een participatief traject te kijken hoe op korte termijn het nodige onderhoud/herstel voorzien kan worden en hoe en wanneer welke heraanleg mogelijk is.
Te bepalen na studie.
Artikel 1
De stad stelt een participatief traject op met de inwoners van de Begijnhoflaan en de dorpsraad om de herinrichting van de straat uit te werken.
Artikel 2
De stad herstelt de bermen.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
Olaf Evrard (raadslid), Jan Vermeulen (burgemeester), Filip Vervaeke (schepen), Peter Parmentier (raadslid), Eric Van Huffel (raadslid), Johan Cornelis (schepen)
Raadslid Olaf Evrard
Mouterijdreef (1)
De bewoners van de sociale appartementen zouden al verschillende keren gevraagd om een één parkeerplaats te reserveren voor dokters en paramedici die daar dikwijls patiënten moeten behandelen. De grondstrook die daar gebruikt wordt om te parkeren zou eigendom zijn van de stad Deinze. Zij vragen ook om aan de ingang van de parkeergarage een duidelijk zichtbaar bord "Verboden te parkeren" te plaatsen.
Vragen:
• Kunnen deze vragen onderzocht worden en desgevallend een positief antwoord krijgen?
Kringloopwinkel Tolpoortstraat (2)
Omwonenden klagen over het feit dat er op het voetpad voor de betreffende Kringloopwinkel dikwijls sluikstort ligt. Dat zou vooral tijdens het weekeinde zijn. Dat gaat over blikjes en etensresten die daar achtergelaten worden. Sommige mensen laten daar zelfs grotere zaken zoals een matras achter.
Vragen:
• Werden hierover al klachten genoteerd?
• Welke gevolgen werden aan deze klachten gegeven?
Zeer zwaar stuk ijzer in de zijstraat van de Tolpoortstraat (3)
In de zijstraat van de Tolpoortstraat richting de school ligt een zeer zwaar stuk ijzer (zie foto). Het risico voor ongevallen is niet alleen voor de voetgangers maar zeker voor de fietsende leerlingen groot. De school heeft trouwens zelf al een nadar rond het gevaarlijk stuk ijzer geplaatst.
Vragen:
• Hoe komt dat stuk ijzer daar trouwens terecht? Dat kan niet met mankracht gebeurd zijn.
• Hoe komt dat deze hindernis nog niet is opgeruimd? Wanneer zal dat gebeuren?
• Is het de taak van de school om daar zelf een nadar rond te plaatsen?
Raadslid Peter Parmentier
Trajectcontroles (4)
Sommige burgers kregen in oktober de bevestiging van de bevoegde schepen dat er in hun straat trajectcontrole zal komen. We willen graag weten over welke straten het hier gaat.
Raadslid Eric Van Huffel
Begraafplaats Nevele - kasseien (5)
Op de begraafplaats van Nevele liggen de kasseien er zeer slecht bij. Wie met een rolstoel of buggy zich wil tot aan het graf van geliefden wil begeven, zal er niet geraken. Toegankelijkheid is nochtans belangrijk, ook op een begraafplaats.
Is het mogelijk om de kasseien op de begraafplaats van Nevele te verwijderen en het pad voldoende breed te verharden met toegankelijke steenslag, zodat die meer toegankelijk zijn voor alle doelgroepen én we een stuk ontharden op het pad?
Raadslid Olaf Evrard
Dossier S.K. Deinze (6)
Rond het mogelijk failliet van SK Deinze is er heel wat te doen. De verkoop van de aandelen heeft heel wat stof doen opwaaien. Hoe dan ook is de Stad Deinze betrokken partij. Daarom een aantal vragen.
Vragen
• Welke mogelijke gevolgen heeft het mogelijke faillissement voor SK Deinze én voor de Stad Deinze (uitstraling, jeugdwerking, ... )?
• Wat met de voorwaarde dat er een ploeg van Deinze in de infrastructuur moet spelen?
• Wat met de 2,5 miljoen euro die ingeschreven staat in het meerjarenplan aan de inkomstenzijde, zijnde de meerwaarde van de gronden indien de bouwprojecten gerealiseerd zouden zijn?
Lindestraat (Hansbeke) (7)
Bewoners signaleren mij dat er een probleem gerezen is aan de Lindestraat. De klinkers zijn daar gezakt. De mogelijkheid van een grote(re) verzakking is niet uit te sluiten.
Vraag
• Is het mogelijk om daar de toestand eens ter plaatse te gaan bekijken en eventueel de nodige maatregelen te nemen?
Raadslid Peter Parmentier
Fietssnelweg (8)
Het stukje fietssnelweg op ons grondgebied is heel druk bereden. Dit maakt het soms al vrij onveilig. Het gras dat op verschillende plaatsen al een heel eind over de rand groeit verkleint de rijruimte en maakt het nog onveiliger. Ter hoogte van de aansluiting met de De Volderstraat staat er bijna altijd water op het wegdek. Zeker in de winter is dit een zeer onveilige situatie. Een bordje zetten 'pas op ijs' is een noodmaatregel.
Vraag(+eventuele deelvragen):
- Is er bermonderhoud voorzien voor de F7. Indien neen: waarom niet. Indien ja: wanneer? - Hoe zal de problematiek van het water aangepakt worden?
Enig artikel
De mondelinge vragen worden beantwoord.
De voorzitter sluit de zitting op 28/11/2024 om 21:45.
Namens gemeenteraad,
Stefanie De Vlieger
algemeen directeur
Tess Minnens
voorzitter van de gemeenteraad