De voorzitter opent de zitting op 22/02/2024 om 19:33.
Naar aanleiding van agendapunt 14 is een groot aantal aanwezigen in de zaal. De voorzitter verwijst naar artikel 20 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en vraagt de nodige sereniteit.
De zitting wordt geschorst om 23.00 uur na de behandeling van punt 'Aanvullend verkeersreglement houdende invoer van beperkt eenrichtingsverkeer in de Poelstraat het deel gelegen tussen Gaversesteenweg en Kouterlosstraat'.
De zitting wordt opnieuw geopend om 23.17 uur.
De zitting wordt geschorst om 23.33 uur na de behandeling van de mondelinge vragen.
De zitting wordt opnieuw geopend om 23.35 uur.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het ontwerp van de notulen van de gemeenteraad van 25 januari 2024.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraad van 25 januari 2024 goed.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, inzonderheid de artikelen 14 en 15.
Het arrest van de Raad van State van 23 september 2011 (n°215.302).
Het Koninklijk Besluit van 4 maart 2008 (gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 18 januari 2018).
Het schrijven van de gouverneur van 17 november 2023 waarbij aan de burgemeesters gevraagd wordt om een gemotiveerde gemeenteraadsbeslissing over te maken indien de intentie bestaat om te veranderen van hulpverleningszone.
De goedkeuring van de definitieve fusiebeslissing door de gemeenteraden van Lokeren en Moerbeke op respectievelijk 18 september 2023 en 19 september 2023 met de vraag om de nieuwe fusiegemeente te laten behoren tot de hulpverleningszone Oost.
De goedkeuring van de definitieve fusiebeslissing door de gemeenteraden van Beveren, Kruibeke en Zwijndrecht op respectievelijk 14 november 2023, 06 november 2023 en 26 oktober 2023.
De gemeenteraadsbesluiten van de gemeenten Beveren, Kruibeke en Zwijndrecht op respectievelijk 12 december 2023, 18 december 2023 en 21 december 2023 met de vraag om de nieuwe fusiegemeente te laten behoren tot de hulpverleningszone Waasland.
Het gemeenteraadsbesluit van de gemeente Wichelen van 20 december 2023 met de vraag om toe te treden tot de hulpverleningszone Oost.
Het gemeenteraadsbesluit van de gemeente Laarne van 21 december 2023 met de vraag om toe te treden tot de hulpverleningszone Centrum.
Het gemeenteraadsbesluit van de gemeente Wetteren van 19 december 2023 met de vraag om toe te treden tot de hulpverleningszone Centrum.
Het gemeenteraadsbesluit van de gemeente Lierde van 27 november 2023 met de vraag om toe te treden tot de hulpverleningszone Vlaamse Ardennen.
Het schrijven aan de gouverneur van de burgemeesters van Haaltert, Denderleeuw, Erpe-Mere en Lede uit de hulpverleningszone Zuid-Oost aangaande de evolutie binnen deze zone, dat bekrachtigd werd door de verschillende gemeenteraden op respectievelijk 18, 21, 19 en 21 december.
Overeenkomstig artikel 14 van de Wet bepaalt de Koning de territoriale afbakening van de zones, op voorstel van het provinciaal raadgevend comité van de zones, na overleg in de Ministerraad.
Dit provinciaal raadgevend comité van de zones is samengesteld uit alle burgemeesters van de provincie en wordt voorgezeten door de gouverneur.
Dit comité wint het advies in van de autoriteiten van de verschillende gemeenten van de provincie en formuleert op basis hiervan een advies aan de Koning.
Uit het arrest van de Raad van State van 23 september 2011 (n°215.302) blijkt dat voorafgaand aan het provinciaal raadgevend comité de betrokken gemeenteraden hierover dienen te beraadslagen.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
Akte te nemen van de intentieverklaringen van Moerbeke-Lokeren en Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht om als nieuwe fusiegemeenten respectievelijk deel uit te maken van de hulpverleningszone Oost en de hulpverleningszone Waasland en van de intentieverklaringen van Laarne, Lierde, Wetteren en Wichelen om respectievelijk toe te treden tot de hulpverleningszones Centrum, Vlaamse Ardennen, Centrum en Oost.
Artikel 2
Akte nemen van het, door de gemeenteraden bekrachtigd, schrijven aan de gouverneur van de burgemeesters van Haaltert, Denderleeuw, Erpe-Mere en Lede.
Artikel 3
De voorstellen van Moerbeke-Lokeren, Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht, Laarne, Lierde, Wetteren en Wichelen gunstig te adviseren en de burgemeester te mandateren om hierover te stemmen in het Provinciaal Raadgevend Comité van Oost-Vlaanderen.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet maatwerk bij individuele inschakeling van 14 januari 2022 en het besluit Vlaamse Regering van 15 juli 2022 tot uitvoering van het decreet over maatwerk bij individuele inschakeling.
De beslissing van de gemeenteraad van 28 november 2019 over de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen Groep Intro en de stad Deinze.
De samenwerkingsovereenkomst tussen het stadsbestuur Deinze en Groep Intro vzw in het kader van de exploitatie van een fietspunt erkend in de lokale diensteneconomie te Deinze - periode 1 januari 2020 - 31 december 2025.
De brief van het Departement Werk en Sociale Economie van 1 juni 2023 inzake de werkingssubsidie aanvullende lokale diensten (ALD).
De brief van Groep Intro Maatwerk vzw van 21 juni 2023 inzake vraag om doorstorting van de ontvangen werkingssubsidie aanvullende lokale diensten.
Aanvullend lokaal dienstenaanbod binnen individueel maatwerk - overzicht FAQ's.
Het voorstel van addendum bij de samenwerkingsovereenkomst voor de periode 1 januari 2020 tot 31 december 2025 tussen het stadsbestuur van Deinze en Groep Intro Maatwerk vzw in het kader van de exploitatie van een fietspunt erkend in de lokale diensteneconomie te Deinze.
Vanaf 1 juli 2023 wordt de maatregel lokale diensteneconomie (LDE) ingekanteld in het kader van individueel maatwerk. Stad Deinze heeft één LDE-onderneming middels een opdrachtverklaring belast met de uitvoering van een aanvullende lokale dienst. Tijdens de overgangsfase (2023-2025) - in afwachting van een structurele verankering in de Vlaamse regelgeving - ontvangt de stad een jaarlijkse werkingssubsidie. Deze werkingssubsidie werd vastgesteld op basis van een actueel uitgevoerde bevraging die de bestaande samenwerkingsverbanden tussen LDE-ondernemingen en de lokale besturen in kaart heeft gebracht. Aan stad Deinze werd voor het werkingsjaar 2023 (periode 1 juli 2023 tot 31 december 2023) een werkingssubsidie van 10.613,53 euro toegezegd. Voor 2024 en 2025 wordt deze werkingssubsidie geraamd op 21.226 euro.
In lijn met het engagement van het Vlaamse regeerakkoord wordt uitdrukkelijk gevraagd om deze middelen tijdens de overgangsfase toe te kennen binnen de bestaande samenwerkingsverbanden. Gezien de stad met slechts één LDE-onderneming een samenwerkingsovereenkomst heeft, namelijk Groep Intro Maatwerk vzw, zullen de ontvangen LDE-middelen tijdens de overgangsfase integraal doorgestort worden naar deze vzw. In de brief van het Departement Werk en Sociale Economie van 1 juni 2023 wordt deze werkwijze toegelicht. In hun brief van 21 juni 2023 vraagt Groep Intro Maatwerk vzw alvast om de toegekende werkingssubsidie voor 2023 aan hen uit te betalen. Op 7 augustus 2013 vond hierover een overleg tussen het stadsbestuur en de heer Jeroen Hennion van Groep Intro Maatwerk vzw plaats.
De in de overeenkomst genoemde dienstverlening van Groep Intro Maatwerk vzw voor de stad Deinze kadert binnen een algemeen belang en kadert binnen het Europese besluit 2012/21/EU van de commissie van 20 december 2011 betreffende de financiering van 'diensten van algemeen economisch belang DAEB'.
Door deze herverdeling van de LDE-middelen vanuit het Departement Werk en Sociale Economie bij de overgangsmaatregelen Lokale Diensteneconomie (LDE), is een aanpassing van de overeenkomst nodig. Hiertoe is een addendum aan de overeenkomst opgemaakt.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht. Het krediet om deze beslissing uit te voeren is voorzien op:
ONTVANGST
meerjarenplan 2020-2025 |
exploitatie |
jaar |
2023-2024-2025 |
beleidsitem |
029000 - overige mobiliteit en verkeer |
algemene rekening |
740900 - specifieke werkingssubsidie |
kostenplaats | geen |
krediet |
2023 : 10.614 euro / 2024-2025 : 21.250 euro |
UITGAVE
meerjarenplan 2020-2025 |
exploitatie |
jaar |
2023-2024-2025 |
beleidsitem |
029000 - overige mobiliteit en verkeer |
algemene rekening |
649200 - samenwerkingsovereenkomsten |
kostenplaats |
LDE |
krediet |
2023 : 10.614 euro / 2024-2025 : 21.228 euro (via MJPW 2024/1- staat nu op AR 649000) |
Artikel 1
Het addendum aan de samenwerkingsovereenkomst periode 1 januari 2020 - 31 december 2025 tussen het stadsbestuur van Deinze en Groep Intro Maatwerk vzw in het kader van de exploitatie van een fietspunt erkend in de lokale diensteneconomie te Deinze, zoals in bijlage geviseerd, wordt goedgekeurd. Door goedkeuring van dit addendum engageert de stad Deinze zich om de toegekende LDE-middelen 2023-2024-2025 door het Departement Werk en Sociale Economie door te storten aan Groep Intro Maatwerk vzw voor het uitvoeren van de dienstverlening zoals beschreven in de samenwerkingsovereenkomst.
Artikel 2
Een ondertekend addendum aan de samenwerkingsovereenkomst zal aan Groep Intro Maatwerk vzw bezorgd worden.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
Het Decreet Lokaal Bestuur, artikelen 177, 266 en 267.
Het gemeenteraadsbesluit van 24 januari 2019 met betrekking tot de uitsluiting van de visumplicht van bepaalde uitgaven.
Het visumrapport met de door de financieel directeur verleende visums op datum van het tweede semester van 2023.
De managementrapporten met het overzicht van de uitgaven (al dan niet visumplichtig) die werden geïnitieerd vanuit de aankoopdienst (uitgaven >= 2.500 euro) tijdens het tweede semester van 2023 voor zowel exploitatie- als investeringsuitgaven.
Het Decreet Lokaal Bestuur (DLB) schrijft voor dat de financieel directeur, vooraleer uitgaven kunnen worden gedaan, onderzoekt of alles wettig en regelmatig is verlopen. Wanneer dit inderdaad zo is, dan verleent de financieel directeur een visum en kan de verbintenis worden aangegaan.
Op de gemeenteraad van 24 januari 2019 heeft de gemeenteraad bepaalde verbintenissen uitgesloten van de visumplicht; voor deze verbintenissen is er dus geen voorafgaande controle nodig. Eén van de vrijstellingen zijn investeringssubsidies onder het drempelbedrag van 10.000 euro en andere uitgaven onder het drempelbedrag van 25.000 euro exclusief BTW.
Het DLB schrijft eveneens voor dat de financieel directeur hierover in volle onafhankelijkheid rapporteert aan de gemeenteraad. Er wordt geopteerd om dit halfjaarlijks te doen.
In bijlage zijn de tijdens het tweede semester van 2023 verleende visums terug te vinden van de financieel directeur voor de stad en de managementrapporten met het overzicht van de uitgaven (al dan niet visumplichtig) die werden geïnitieerd vanuit de aankoopdienst (uitgaven >= 2.500 euro) tijdens het tweede semester van 2023 voor zowel exploitatie- als investeringsuitgaven.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van het visumrapport en de managementrapporten van het tweede semester van 2023.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Paul Soetaert, Kristof Van den Berghe, Olaf Evrard (raadsleden), Bart Van Thuyne (schepen)
Het Gecodificeerd Decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
Het decreet betreffende de omgevingsvergunningen van 25 april 2014 en latere wijzigingen, artikel 31.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en later wijzigingen.
Het gemeentewegendecreet van 3 mei 2019.
Foto's
Plannen:
Bezwaarschriften
a. Voorgaanden en situering van het dossier:
De percelen zijn gelegen in het woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan. In het woongebied met landelijk karakter gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp gewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
De aanvraag voor het verkavelen van de grond voor 48 loten voor grondgebonden woningen in gesloten, half open en open bebouwing en het bijkomend aanleggen van wegenisinfrastructuur is bijgevolg principieel in overeenstemming met de gewestplanbestemming.
De verkaveling bestaat uit 28 loten voor open bebouwing, 8 loten voor halfopen bebouwing en 12 loten in gesloten bebouwing, bestemd voor ééngezinswoningen met bijhorende wegenis.
In de verkaveling zal er een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd worden.
Alle loten zullen met het vuil water aansluiten op de nieuwe afvalwaterriolering dewelke zal aansluiten op de riolering in de Poekestraat.
Het hemelwater zal binnen de verkaveling in 2 wadi’s voorzien worden, met een overloop naar het grachtenstelsel.
De aanvraag is gelegen in een gebied tussen de Paul Leytenstraat, de Beentjesstraat en de Poekestraat (gemeentewegen). Het goed van de aanvraag is op heden braakliggend en is omgeven door overwegend woningen in open bebouwing met tuinen en aan de westelijke zijde open ruimtegebied met akkers en weiden. Een klein deel van het gebied (774m²) is bebost.
De rijbaan wordt voorzien op een breedte van 4,10 m voorzien in uitgewassen beton voor het gedeelte vanaf de Poekestraat tot de Paul Leytenstraat en op een breedte van +/- 3m voor de zijbanen uitgevoerd in betonstraatsteen. Ter hoogte van loten 45 tot en met 48 is de wegbreedte voorzien op 8m.
Er worden daarnaast ook 23 parkeerplaatsen voorzien op het openbaar domein uitgevoerd in betongrasdallen waarvan 1 voorbestemd voor autodelen.
Er worden afzonderlijk 20 carports voorzien en 4 aanpalende carports voor de loten 46 tot en met 48.
Daarnaast wordt in de verkaveling een zone voorzien voor een hoogspanningscabine.
b. Motivering van de vaststelling van de rooilijn op basis van de artikels drie en vier van het Decreet gemeentewegen
Artikel 3 Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4 Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
De aanleg van de gemeenteweg wordt hierna grondig gemotiveerd (artikel 4, 2e Decreet gemeentewegen) vanuit het algemeen belang (artikel 4, 1e Decreet gemeentewegen)
De percelen van de aanvraag zijn gelegen binnen woongebied met landelijk karakter. Het goed is op heden niet ontwikkeld. De wegenis structureert de verkaveling en verleent toegang tot woningen, groenzones en parkeergelegenheden. Gelet op de ontwikkeling van de nieuwe woonwijk wordt een rooilijn vastgesteld. De rooilijn bakent de grens af tussen openbaar domein en het privaat domein. (Art. 3.1)
De breedte van het openbaar domein is in overeenstemming met de voorziene wegenis en bestrating.
De breedte van de rooilijn is bepaald in het rooilijnplan. Naast de wegenis worden de openbare groenzones eveneens binnen de rooilijn voorzien. De breedte is variabel en af te lezen op plan.
Er wordt geopteerd om het gebied zo autoluw als mogelijk te maken door de inrichting als woonerf met een mix aan gemotoriseerd en traag verkeer.
Er zijn slechts 2 toegangen voorzien, via de Poekestraat en via de Paul Leytenstraat waarvan de toegang via de Paul Leytenstraat enkel toegankelijk is voor fietsers en voetgangers. (Art. 3.2)
Er wordt geen doorgaand verkeer voorzien.
De interne wegenis behoort in de toekomst tot het openbaar domein en is kosteloos over te dragen. Hierin kunnen alle werken van algemeen nut voorzien worden, naast de nodige nutsvoorzieningen en toegangen tot de aanpalende percelen.
De nieuwe wegenis zal aantakken op de bestaande gemeenteweg Poekestraat. Deze wegenis is nu openbaar domein volgens de atlas van de buurtwegen van ongeveer 5 meter. Deze wegenis zal meer verkeer moeten opvangen en dient aangepast te worden. Ter hoogte van perceel 1 en 2 dient de Poekestraat als voorwaarde het openbaar domein te verbreden naar 8 meter. Deze zone van perceel 1 en 2 worden mee opgenomen in het openbaar domein. (aanpassing aangeduid op plannen in bijlage zone A). (Art. 4.3)
De verkaveling voorziet een mix aan woontypologieën (open bebouwing , half open bebouwing en gesloten bebouwing, allemaal grondgebonden woningen met private tuin). In het kader van betaalbaar wonen is een aandeel compacte woontypologie aanvaardbaar. Kleiner en compacter wonen kan indien er voldoende publiek groen wordt voorzien. De verkaveling voorziet twee groenzones die binnen de rooilijn voorzien worden. Groenzone A is echter te klein voor dergelijke ontwikkeling. Als voorwaarde dienen de kavels 42, 43 en 44 niet ontwikkeld te worden als private kavels maar worden deze mee opgenomen in het openbaar domein. Deze worden als publieke groenzone ingericht. Hierdoor ontstaat een consistente publieke groenzone met voldoende grote oppervlakte en kan onderzocht worden om het bestaande bosje te behouden.
Hierdoor zijn de kleinere kavels met gesloten bebouwing ifv betaalbaar wonen aanvaardbaar. (aanpassing aangeduid op plannen in bijlage zone B)
Tussen perceel 13 en perceel 14 is een pad voorzien die uitkomt op de buurtweg nr14. Op het plan BA_WW1859-2_P_N_4_Kosteloze grondafstand is deze zone geel ingekleurd als kosteloze grondafstand. Dit pad is niet opgenomen op rooilijnplan BA_WW1859-2_P_N_7_Rooilijn. Deze zone dient mee opgenomen te worden binnen de rooilijn. (aanpassing aangeduid op plannen in bijlage zone C)(Art. 3.2)
Er worden in bijlage plannen toegevoegd waarbij de zones die binnen de rooilijn moeten vallen zijn aangeduid. Ter verduidelijking van de opgelegde voorwaarden worden onderstaande plannen in bijlage toegevoegd en aangeduid op het plan als zone A (verbreden bestaande wegenis Poekestraat) zone B (vergroten publieke groenzone) en Zone C (pad naar buurtweg 14 ). Deze respectievelijke zones aangeduid op de plannen worden opgenomen in het openbaar domein en vallen binnen goed te keuren rooilijn.
c. Motivering van de aanleg gemeenteweg
1. Motivering aanleg en wijziging nieuwe gemeenteweg op basis van de artikels drie en vier van het Decreet gemeentewegen
Artikel 3 Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4 Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
De aanleg van de gemeenteweg wordt hierna grondig gemotiveerd (artikel 4, 2e Decreet gemeentewegen) vanuit het algemeen belang (artikel 4, 1e Decreet gemeentewegen)
De verkaveling wordt autoluw aangelegd.
Binnen de verkaveling wordt enkel bestemmingsverkeer voorzien. De beperkte breedte van de voorziene wegenis leidt tot traag rijden wat ten goede komt aan de verkeersveiligheid. (Art. 3.1).
De rijbaan wordt voorzien op een breedte van 5,30 m voor het gedeelte van de Poekestraat en Paul Leytenstraat en voor de zijbanen een breedte van +- 3 meter. Deze worden deels is waterdoorlatende en niet doorlatende materialen uitgevoerd.
Er wordt geopteerd voor smalle wegenis om de verhardingsgraad laag te houden. Dit kadert in de uitvoering van de blue deal waarbij meer ruimte voorzien wordt voor groen en water en minder voor verharding. (Art.4.1)
De materialisatie dient afgestemt te worden conform andere verkavelingen in Deinze, hieronder worden bij 1.3 de nodige aanpassingen geformuleerd. De gebruikte materialen dienen kwalitatief en duurzaam te zijn.
De interne wegenis behoort in de toekomst tot het openbaar domein en is kosteloos over te dragen.
Artikel 4
De nieuwe wegenis komt uit op de bestaande gemeenteweg
2. Motivering aanleg nieuwe gemeenteweg op basis van artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet
Artikel 31,§1 Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt het volgende: “Als de aanvraag (voor de omgevingsvergunning) de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.” In dit dossier dient de gemeenteraad zich uit te spreken.
“De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging (1.1.), de breedte (1. 2) en de uitrusting van de gemeenteweg (1.3.), en over de eventuele opname in het openbaar domein (1.4). Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.”
1.1. DE LIGGING
1.1.1. De planologische ligging
De ligging van het tracé, dat voorwerp uitmaakt van deze beslissing, kan als volgt worden gesitueerd:
De percelen zijn gelegen in het woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan. In het woongebied met landelijk karakter gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp gewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
De aanvraag voor het verkavelen van de grond voor 48 loten voor grondgebonden woningen in gesloten, half open en open bebouwing en het bijkomend aanleggen van wegenisinfrastructuur is bijgevolg principieel in overeenstemming met de gewestplanbestemming.
1.1.2. De ligging ten opzichte van de rooilijnplannen
Tot op heden is er geen rooilijnplan vastgesteld op de percelen met betrekking tot de aanvraag.
De nieuwe rooilijn, voorwerp gemeenteraadsbeslissing van huidige zitting, is voorzien in het verkavelingsontwerp, op een variabele breedte zoals voorzien op het plan in bijlage.
1.1.3. Motivatie voor deze ligging
Tracé
Binnen een verkaveling is de bereikbaarheid van de nieuwe loten voor woningbouw relevant. Daarnaast is ook de bereikbaarheid van de groenzone, parking etc belangrijk.
De inplanting van de voorziene bebouwing betreft de motivatie voor het tracé van de nieuwe wegenis.
Er wordt voorzien in 48 loten voor grondgebonden ééngezinswoningen.
1.2. DE BREEDTE
1.2.1. De breedte
In de verkaveling zijn er 4 wegprofielen
Wegprofiel 1 heeft een totale wegbreedte van 5,3 meter. Dit is voor het gedeelte vanaf de Poekestraat tot de Paul Leytenstraat.
Wegprofiel 2 heeft een breedte van 3 meter. Dit wegprofiel is voor de wandel- en fietspaden en laden en lossen voor de woningen.
Wegprofiel 3 heeft een breedte van 2 meter. Dit wegprofiel is voor de wandel-en fietspaden.
Wegprofiel 4 heeft een breedte van 4 meter en deze zijn de zijbanen.
De bestaande weg van de Poekestraat ter hoogte van perceel 1 en 2 dient verbreed te worden met 2 meter asfalt, kantstrook 30 cm (met de nodige straatkolken voor de waterafvoer) en aansluitend een beton grasdal van 60 cm.
Deze verbreding wordt als voorwaarde opgelegd.
1.2.2. Motivatie breedte
Nieuwe wegenis verkaveling
Er wordt geopteerd voor smalle verharde wegenis om de verhardingsgraad laag te houden. De rest van de wegenis wordt in waterdoorlatende materialen voorzien. Dit kadert in de uitvoering van de blue deal waarbij meer ruimte voorzien wordt voor groen en water en minder voor verharding.
Daarnaast werkt het voorzien in smalle wegenis snelheid verlagend, wat de verkeersveiligheid ten goede komt.
Aangezien de Poekestraat de toegangsweg is, dient deze verbreed te worden om kruisend verkeer te faciliteren.
1.3. DE UITRUSTING
De wegenis wordt voorzien zoals de type profielen voorzien in de aanvraag.
De volgende aanpassingen worden als voorwaarde opgelegd:
De groenzone wordt ingezaaid met gras en er wordt beplanting voorzien met struiken en bomen. Dit volgens het groenplan.
De parking wordt voorzien in betongrasdallen.
De bestaande weg van de Poekestraat dient verbreed te worden met 2 meter asfalt, kantstrook 30 cm (met de nodige straatkolken voor de waterafvoer) en aansluitend een beton grasdal van 60 cm.
Deze verbreding wordt als voorwaarde opgelegd.
1.4. OPENBAAR DOMEIN
Volgens artikel 3.45, 1e lid Nieuw burgerlijk Wetboek behoren publieke goederen tot het
privaat domein, behalve indien ze tot het openbaar domein zijn bestemd.
Volgens artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet spreekt de gemeenteraad zich uit over de eventuele opname van de gemeenteweg in het openbaar domein.
Aan uw raad wordt voorgesteld om alle percelen die vallen binnen de toekomstige grenzen van de nieuwe of gewijzigde gemeenteweg en binnen de rooilijn te bestemmen tot het openbaar domein.
De nieuwe wegenis zal aantakken op de bestaande gemeenteweg Poekestraat. Deze wegenis is nu openbaar domein volgens de atlas van de buurtwegen van ongeveer 5 meter. Deze wegenis zal meer verkeer moeten opvangen en dient aangepast te worden. Ter hoogte van perceel 1 en 2 dient de Poekestraat als voorwaarde het openbaar domein te verbreden naar 8 meter. Deze zone van perceel 1 en 2 worden mee opgenomen in het openbaar domein. (aanpassing aangeduid op plannen in bijlage zone A). (Art. 4.3)
De verkaveling voorziet een mix aan woontypologieën (open bebouwing , half open bebouwing en gesloten bebouwing, allemaal grondgebonden woningen met private tuin). In het kader van betaalbaar wonen is een aandeel compacte woontypologie aanvaardbaar. Kleiner en compacter wonen kan indien er voldoende publiek groen wordt voorzien. De verkaveling voorziet twee groenzones die binnen de rooilijn voorzien worden. Groenzone A is echter te klein voor dergelijke ontwikkeling. Als voorwaarde dienen de kavels 42, 43 en 44 niet ontwikkeld te worden als private kavels maar worden deze mee opgenomen in het openbaar domein. Deze worden als publieke groenzone ingericht. Hierdoor ontstaat een consistente publieke groenzone met voldoende grote oppervlakte en kan onderzocht worden om het bestaande bosje te behouden.
Hierdoor zijn de kleinere kavels met gesloten bebouwing ifv betaalbaar wonen aanvaardbaar. (aanpassing aangeduid op plannen in bijlage zone B)
Tussen perceel 13 en perceel 14 is een pad voorzien die uitkomt op de buurtweg nr14. Op het plan BA_WW1859-2_P_N_4_Kosteloze grondafstand is deze zone geel ingekleurd als kosteloze grondafstand. Dit pad is niet opgenomen op rooilijnplan BA_WW1859-2_P_N_7_Rooilijn. Deze zone dient mee opgenomen te worden binnen de rooilijn. (aanpassing aangeduid op plannen in bijlage zone C)(Art. 3.2)
Er worden in bijlage plannen toegevoegd waarbij de zones die binnen de rooilijn moeten vallen zijn aangeduid. Ter verduidelijking van de opgelegde voorwaarden worden onderstaande plannen in bijlage toegevoegd en aangeduid op het plan als zone A (verbreden bestaande wegenis Poekestraat) zone B (vergroten publieke groenzone) en Zone C (pad naar buurtweg 14 ). Deze respectievelijke zones aangeduid op de plannen worden opgenomen in het openbaar domein en vallen binnen goed te keuren rooilijn.
d. Behandeling bezwaren openbaar onderzoek
1.Openbaar onderzoek en ingediend bezwaar
Het openbaar onderzoek liep van 24/10/2023 tot en met 22/11/2023. Hierbij werden 37 digitale bezwaarschriften ingediend en 1 analoog bezwaarschrift.
De bezwaren geven de bezorgdheden van de aanpalende bewoners mee.
Hierna wordt een opsomming van de elementen uit de bezwaarschriften weergegeven:
Behandeling bezwaren
De gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de bezwaren die betrekking hebben op de rooilijn of de wegenis.
Het bezwaar met betrekking tot de verhoging van de mobiliteitsdruk en een te smalle weg waar al het autoverkeer op afgewikkeld wordt bevat elementen waarvoor de gemeenteraad bevoegd is.
De verkaveling is voorzien op 48 loten. Er kan gesteld worden dat Poesele een klein landelijk dorp is met een laag voorzieningsniveau.
Derhalve zal er een verhoging komen van het aantal verplaatsingen op de bestaande wegenis en meer bepaald specifiek in de Poekestraat. Deze weg is voorzien in asfaltverharding met een breedte van ongeveer 3 meter met rechts en links een berm in steenslag.
In alle redelijkheid kan gesteld worden dat deze toenemende druk in grote mate beperkt blijft tot de spits.
In totaal worden 48 woningen gecreëerd. Volgens de typologie van de verschillende wooneenheden zullen de bouwvolumes in de geplande situatie ongeveer 120 bewoners tellen. In totaal worden er 190 autoverplaatsingen per dag verwacht, waarvan 35 tijdens de avondspits. Gelet op de leefbaarheid van de Bredeweg worden de autobewegingen van het project zonder probleem op deze as opgenomen.
Om kruisend verkeer te faciliteren dient de rooilijn ter hoogte van perceel 1 en 2 verbreed te worden naar 8 meter zodat de weg in Poekestraat met 2 meter kan verbreed worden in combinatie met een kantstrook en grasdal. De totale wegbreedte wordt hierdoor 5,3 meter overmeten en heeft een uitwijkstrook van 60cm. (aanpassing aangeduid op plannen in bijlage zone A)
Het projectgebied is door zijn ligging goed bereikbaar met de wagen vanuit de Bredeweg. De verkaveling wordt ontsloten via de Poekestraat en Bredeweg.
Het project voorziet 27 publieke parkeerplaatsen voor wagens, 20 private gebundelde carports, 28 private parkeerplaatsen op de oprit en 28 private parkeerplaatsen onder carport of inpandig.
In de aanvraag wordt de keuze gemaakt om relatief veel parkeerplaatsen te voorzien.
Er kan gesteld worden dat er een bijkomende druk zal zijn op vlak van mobiliteit maar dat de bijkomende druk aanvaardbaar is en afgewenteld kan worden op het bestaande wegennet.
Daarnaast dient volgens de stedenbouwkundige verordening van Deinze voorzien te worden in een deelwagen. Dit verlaagt het autobezit en derhalve ook de nood aan parkeerplaatsen in de verkaveling.
Daarnaast zet de stad Deinze sterk in op fietsmobiliteit.
De dorpskern van Nevele bevindt zich op 2,7 km uit de verkaveling. Nevele is een dorp met een relatief hoge uitrustingsgraad, met winkels en basisscholen.
Deze voorzieningen bevinden zich op fietsafstand van de voorziene verkaveling.
De bezwaren hebben geen rechtstreekse betrekking op het tracé van de rooilijn of de wegenis.
De bezwaren ivm de wegenis worden beschouwd als ontvankelijk deels gegrond waardoor er voorwaarden worden opgelegd met betrekking op het verbreden van de rooilijn en de weg van de Poekestraat ter hoogte van perceel 1 en 2.
Over bezwaarschriften die geen betrekking hebben op de wegenis, dient de gemeenteraad zich niet uit te spreken.
Artikel 1
Het rooilijnplan wordt mits volgende voorwaarden goedgekeurd:
Alle percelen die vallen binnen de toekomstige grenzen van de nieuwe of gewijzigde gemeenteweg, zoals respectievelijk bepaald in de artikelen 3 en 4 (Decreet gemeentewegen), worden bestemd tot het openbaar domein.
Artikel 2
De aanleg van de wegenis - volgens de uitrusting en de ligging zoals aangegeven op de aangeleverde plannen - wordt goedgekeurd. Mits volgende aanpassingen:
Voor de wegenis in de Poekestraat ter hoogte van perceel 1 en 2 wordt een voorwaarde opgelegd dat de bestaande asfaltweg met 2 meter asfalt, 30 cm kantstrook en 60 cm waterdoorlatende beton grasdal wordt verbreed.
Artikel 3
De bezwaarschriften, ingediend tijdens het openbaar onderzoek met betrekking tot de omgevingsvergunningsaanvraag, worden voor de punten met betrekking tot de rooilijn en de wegenis, ontvankelijk deel gegrond verklaard. Er wordt een voorwaarde opgelegd dat de Poekestraat ter hoogte van perceel 1 en 2 de bestaande asfaltweg met 2 meter asfalt, 30 cm kantstrook en 60 cm waterdoorlatende beton grasdal wordt verbreed met een rooilijn breedte van 8 meter.
Artikel 4
De Vergunningverlenende overheid en het Departement Omgeving krijgen een kopie van deze beslissing.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het Gecodificeerd Decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
Het decreet betreffende de omgevingsvergunningen van 25 april 2014 en latere wijzigingen, artikel 31.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en later wijzigingen.
Het gemeentewegendecreet van 3 mei 2019.
Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
- foto's
- plannen
a. Voorgaanden en situering van het dossier:
Betreffende omgevingsvergunningsaanvraag voorziet het verkavelen van gronden in 4 loten op de hoek van de Ten Rodelaan en de Gaversesteenweg. Op lot 1 wenst men in de toekomst een nieuw project te realiseren (2 meergezinswoningen). De loten 2, 3 en 4 worden uit de verkaveling gesloten waarbij de loten 3 (3A, 3B en 3C) en 4 kosteloos worden afgestaan aan de stad Deinze.
De aanvraag bevat tevens een nieuw rooilijnplan waarbij volgende bestaande rooilijnplannen worden gewijzigd:
- Langsheen de Gaversesteenweg wordt de rooilijn (zoals vastgelegd in rooilijnplan 7) gewijzigd ter hoogte van de woningen 128 en 130. Op deze locatie wordt de nieuwe rooilijn voorzien op 10m achter de huidige rooilijn (op het nieuwe rooilijnplan betreft dit de lijn gevormd door de punten G, F en E).
- De rooilijn tussen de Ten Rodelaan en de Gaversesteenweg wordt deels afgeschaft. Dit betreft het afschaffen van de rooilijn tussen de punten 1 en 13 zoals vastgesteld op de rooilijnplannen 191 en 197.
- Langsheen de Ten Rodelaan wordt de rooilijn (zoals vastgelegd in rooilijnplan 147) gewijzigd ter hoogte van de perceelgrens tussen de kadastrale percelen 415y2 e, 446v4. Op deze locatie wordt de nieuwe rooilijn voorzien op de perceelgrens (op het nieuwe rooilijnplan betreft dit het deel tussen de punten A en B).
b. Motivering van de vaststelling van de rooilijn op basis van de artikels drie en vier van het Decreet gemeentewegen
Artikel 3:
Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4:
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
De Gaversesteenweg is de zuidelijke invalsweg en toegangspoort tot het stadscentrum van Deinze. Ter hoogte van het projectgebied is de huidige breedte tussen de rooilijnen ongeveer +/- 11m40, hetgeen vrij smal is voor dergelijke toegangsweg.
Om de Gaversesteenweg in de toekomst te kunnen omvormen naar een aantrekkelijke, groene en verkeersveilige stedelijke as dient er bijkomende ruimte te worden gecreëerd. Het bijgevoegd rooilijnplan voorziet - ter hoogte van het projectgebied – de nieuwe rooilijn op 10m achter de bestaande rooilijn. De grond tussen de huidige en de nieuwe rooilijn, met een oppervlakte van +/- 347m², wordt kosteloos overgedragen aan de stad Deinze en zal worden opgenomen in het openbaar domein. Deze zone kan in de toekomst worden ingericht ter bevordering van de leefbaarheid en de verkeersveiligheid van de Gaversesteenweg.
Het afschaffen van een deel van de rooilijn tussen de Gaversesteenweg en de Ten Rodelaan betreft een rechtzetting m.b.t. een misslag uit het verleden. Het is immers niet aangewezen om een rooilijn vast te leggen tussen twee openbare gemeentewegen.
De wijziging van de rooilijn ter hoogte van de perceelgrens tussen de kadastrale percelen 415y2 e en 446v4 is een logisch gevolg gelet op de configuratie van de percelen. De nieuwe rooilijn wordt – ter hoogte van het projectgebied - vastgelegd op de perceelsgrens en sluit dan aan op de bestaande rooilijn (conform rooilijnplan Ten Rodelaan dd. 24/09/1996). Het restperceel met een oppervlakte van 12m² wordt kosteloos afgestaan de stad Deinze.
c. Openbaar onderzoek
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11-14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. De gewone procedure is van toepassing. Er werd een openbaar onderzoek gehouden met startdatum 19/12/2023 en einddatum 17/01/2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Artikel 1
Het rooilijnplan wordt goedgekeurd. De loten 3 (3A, 3B en 3C) en 4 worden kosteloos overgedragen aan de stad Deinze en worden bestemd tot het openbaar domein.
Artikel 2
De vergunningverlenende overheid en het Departement Omgeving krijgen een kopie van deze beslissing.
Artikel 3
De kosten voor het verlijden van de notariële akte met betrekking tot de kosteloze grondafstand zijn volledig ten laste van de verkavelaar.
Artikel 4
De beslissing van de gemeenteraad wordt integraal opgenomen in het besluit van burgemeester en schepenen inzake de omgevingsvergunningsaanvraag.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Karlien De Paepe (raadslid), Johan Cornelis (schepen)
Het Gecodificeerd Decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
Het decreet betreffende de omgevingsvergunningen van 25 april 2014 en latere wijzigingen, artikel 31.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en later wijzigingen.
Het gemeentewegendecreet van 3 mei 2019.
Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Rooilijnplan 37 goedgekeurd bij K.B. op datum van 23 november 1936.
Rooilijnplan 72 goedgekeurd bij K.B. op datum van 12 december 1961.
Inplantingsplannen.
Grondplannen.
Terreinprofielen.
Dwarsprofielen.
Legende.
Foto’s.
a. Voorgaanden en situering van het dossier:
Het project voorziet wegenwerken ter realisatie van een afgescheiden tweerichtingsfietspad langsheen de Stationsstraat tussen het station van Landegem en de Broekstraat.
Het project omvat volgende werkzaamheden:
b. Motivering van de wijziging gemeenteweg
1. Motivering wijziging nieuwe gemeenteweg op basis van de artikels drie en vier van het Decreet gemeentewegen
Artikel 3:
Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
Artikel 4:
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
De (her)aanleg van de gemeenteweg wordt hierna grondig gemotiveerd (artikel 4, 2e Decreet gemeentewegen) vanuit het algemeen belang (artikel 4, 1e Decreet gemeentewegen).
Het mobiliteitsbeleid van de stad Deinze zet volop in op duurzame mobiliteit – het stimuleren van fietsen voor functionele verplaatsingen is één van de centrale pijlers van dit beleid. Vanuit dit oogpunt is het belangrijk om de fietsroutes zo veilig en rechtstreeks mogelijk te maken, waar mogelijk en nodig wordt gekozen om afgescheiden fietspaden aan te leggen.
De Stationsstraat in Landegem is één van de belangrijkste invalswegen voor fietsers (en auto’s) naar het station en de dorpskern van Landegem (met diverse voorzieningen zoals scholen, winkels, diensten,…). Momenteel ligt er een te smal, niet afgescheiden dubbelrichtingsfietspad in de Stationsstraat dat zowel qua fietsveiligheid als fietscomfort niet aan de hedendaagse vereisten voldoet. Door de heraanleg van een afgescheiden, breder dubbelrichtingsfietspad in asfalt wordt aan al deze manco’s tegemoet gekomen.
De aanleg van een afgescheiden fietspad zal op die manier een directe en positieve invloed hebben op de verkeersveiligheid, in het bijzonder van de actieve weggebruiker (artikel 4, 3° Decreet gemeentewegen).
Verder kan de Stationsstraat ten volle zijn rol blijven spelen als lokale verbindingsweg (artikel 4, 5° Decreet gemeentewegen) en wordt bijgedragen tot de optimalisatie van de structuur, de samenhang en de veiligheid van het lokaal wegennet (artikel 3, 1° Decreet gemeentewegen) en wordt tevens een belangrijke bijdrage geleverd tot de zachte mobiliteit (artikel 3, 2° Decreet gemeentewegen).
Bovendien zal ook de ontsluiting van de betrokken percelen in de Stationsstraat – door de aanleg van nieuwe opritten - verbeteren (artikel 4, 3° Decreet gemeentewegen).
De aanvraag is gesitueerd op het grondgebied van Landegem. Er is dus geen sprake van een gemeentegrensoverschrijdend perspectief (artikel 4, 4° Decreet gemeentewegen)
2. Motivering aanleg nieuwe gemeenteweg op basis van artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet
Artikel 31,§1 Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt het volgende: “Als de aanvraag (voor de omgevingsvergunning) de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.” In dit dossier dient de gemeenteraad zich uit te spreken.
“De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging (1.1.), de breedte (1. 2) en de uitrusting van de gemeenteweg (1.3.), en over de eventuele opname in het openbaar domein (1.4). Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.”
1.1. DE LIGGING
1.1.1. De planologische ligging
De ligging van het tracé, dat voorwerp uitmaakt van deze beslissing, kan als volgt worden gesitueerd:
De aanvraag is volgens de planologische voorzieningen gelegen binnen het gewestplan ‘Gentse en Kanaalzone’ (goedgekeurd 14 september 1977) en meer bepaald binnen “woongebied”.
“De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaalculturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving”
De werken waarvoor een vergunning wordt aangevraagd zijn principieel in overeenstemming met de geldende voorschriften, ze staan immers in functie van het goed functioneren van het woongebied.
1.1.2. De ligging ten opzichte van de rooilijnplannen
Het afgescheiden fietspad is volledig gelegen binnen het openbaar domein en binnen de grenzen van de rooilijn zoals vastgelegd in volgende rooilijnplannen:
- Rooilijnplan 37 goedgekeurd bij K.B. op datum van 23 november 1936.
- Rooilijnplan 72 goedgekeurd bij K.B. op datum van 12 december 1961.
1.1.3. Motivatie voor deze ligging
Tracé
Het mobiliteitsbeleid van de stad Deinze zet volop in op duurzame mobiliteit – het stimuleren van fietsen voor functionele verplaatsingen is één van de centrale pijlers van dit beleid. Vanuit dit oogpunt is het belangrijk om de fietsroutes zo veilig en rechtstreeks mogelijk te maken, waar mogelijk en nodig wordt gekozen om afgescheiden fietspaden aan te leggen, om de fietser maximaal comfort en veiligheid te kunnen bieden.
Het afgescheiden fietspad wordt parallel aangelegd aan de Stationsstraat en volgt het bestaande tracé.
1.2. DE BREEDTE
1.2.1. De breedte
De breedte van het nieuwe afgescheiden fietspad bedraagt:
1.2.2. Motivatie breedte
Om fietsers in dubbelrichting op het nieuwe fietspad comfortabel te laten kruisen moet er voldoende breedte worden voorzien. Het vademecum fietsvoorzieningen geeft als aanbevolen breedte voor een vrijliggend dubbelrichtingsfietspad 3m00, een breedte die waar mogelijk ook voor het traject van het nieuwe fietspad voorzien wordt. Waar door een beperkte beschikbare breedte een breedte van 3,00m niet mogelijk is, wordt het fietspad aangelegd op een breedte van 2,50m. Er werd gekozen om een dubbelrichtingsfietspad aan te leggen om aan te sluiten op het reeds bestaande dubbelrichtingsfietspad en onnodige oversteekbewegingen te vermijden.
1.3. De uitrusting
Om comfortabele en veilige fietspaden aan te leggen dient rekening gehouden te worden met de voorwaarden opgenomen in het vademecum fietsvoorzieningen – hierin worden de minimumvereisten voor verschillende soorten fietspaden vastgelegd.
Voor een dubbelrichtingsfietspad wordt de minimumbreedte op 3m00 vastgelegd. Dubbelrichtingsfietspaden dienen volgens het vademecum altijd afgescheiden van de rijbaan aangelegd te worden. De schuwafstand voor vrijliggende fietspaden t.o.v. de rijweg wordt door het vademecum vastgelegd op 1,5m. Door de soms beperkte beschikbare breedte waarbinnen voor dit traject gewerkt kan worden en de keuze om aan de andere kant van de rijweg ook een comfortabel voetpad te voorzien, kan niet altijd aan de minimumbreedte van 3,00m voor het dubbelrichtingsfietspad voldaan worden. Waar dit wel kan wordt het fietspad aangelegd met een breedte van 3,00m, waar er niet genoeg ruimte is wordt plaatselijk versmald tot 2,50m.
Daarnaast is er niet genoeg beschikbare breedte om de minimum schuwafstanden van het vademecum fietsvoorzieningen t.o.v. de rijweg te voorzien. Aangezien het een dubbelrichtingsfietspad betreft moet er echter wel een bepaalde mate van afscheiding voorzien worden om de veiligheid van de fietsers te garanderen. Aangezien er niet genoeg ruimte voorhanden is om een schuwafstand van 1,5m te voorzien, is ervoor geopteerd om een haag aan te planten tussen rijweg en fietspad.
Om het comfort van de fietser zo optimaal mogelijk te maken, wordt gekozen voor een asfaltverharding.
1.4. Openbaar domein
Het afgescheiden fietspad is volledig gelegen binnen het openbaar domein en binnen de grenzen van de rooilijn zoals vastgelegd in volgende rooilijnplannen:
c. Openbaar onderzoek
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11-14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. De gewone procedure is van toepassing. Er werd een openbaar onderzoek gehouden van 16 januari 2024 tot en met 14 februari 2024.
Er werden geen bezwaarschriften ontvangen.
Artikel 1
De aanleg van een fietspad in asfalt met een breedte van 2m50 tot 3m00 - volgens de uitrusting en de ligging zoals aangegeven op de aangeleverde plannen - wordt goedgekeurd.
Artikel 2
De vergunningverlenende overheid en het Departement Omgeving krijgen een kopie van deze beslissing.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
De Grondwet artikel 173.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Artikel 21, eerste lid, van het Decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform.
De artikelen 5.2.1, 5.2.5, 5.2.6 en 5.2.7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009.
Toetredingsovereenkomst voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het vastgoedinformatieplatform
De gemeenteraadsbeslissing van 20 juni 2023 over de goedkeuring van de aanpassing van het retributiereglement voor het verstrekken van vastgoedinformatie
Gelet op de financiële toestand van de gemeente en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden.
Overwegende dat aanvragers informatie over onroerende goederen van verschillende overheidsinstanties, waaronder gemeenten, centraal en gebundeld wensen te ontvangen.
Overwegende dat de gemeente het belangrijk vindt dat potentiële kopers met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen over een onroerend goed.
Overwegende dat gemeenten op zoek zijn naar mogelijkheden om informatie over onroerende goederen efficiënter en veiliger te delen.
Overwegende dat het Vastgoedinformatieplatform een elektronisch informatiesysteem is om vastgoedinformatie te ontsluiten, samen te voegen en ter beschikking te stellen, en uit te wisselen tussen aanleverende entiteiten en aanvragers.
Overwegende dat het Vastgoedinformatieplatform beheerd wordt door het Vlaams Datanutsbedrijf (ook “Athumi” genoemd) zoals geregeld in het Decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform.
Overwegende dat de gemeente via het Vastgoedinformatieplatform de door aanvragers aangevraagde vastgoedinformatie kan verzamelen in een product en dit product met vastgoedinformatie kan ontsluiten.
Overwegende dat het verzamelen en ontsluiten, via het Vastgoedinformatieplatform, van vastgoedinformatie en het samenvoegen van deze vastgoedinformatie in een product, op verzoek van aanvragers voor de gemeente een administratieve last en bijhorende kost met zich meebrengt.
Overwegende dat de stad Deinze de kost voor het ontsluiten, samenvoegen en ter beschikking stellen van vastgoedinformatie via producten op de aanvrager ervan wenst te verhalen.
De ontvangsten van deze beslissing zullen geboekt worden op:
meerjarenplan 2020-2025 |
Exploitatie |
jaar |
2024-2025 |
beleidsitem |
011900 - overige algemene diensten |
algemene rekening |
700010 - opbrengsten aflevering administratieve documenten |
actie |
geen |
krediet |
toereikend |
Artikel 1 - Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;
2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;
3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;
4° Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem om vastgoedinformatie te ontsluiten, samen te voegen en ter beschikking te stellen;
5° product: een welbepaalde combinatie van vastgoedinformatie over één perceel, of een onderdeel ervan, die vooraf door het Vlaams Datanutsbedrijf is vastgelegd, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteiten, vermeld in het VIP-decreet in artikel 10, eerste tot en met derde lid, die wordt samengevoegd via het VIP, en die ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager via het VIP;
6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
7° Vlaamse instantie: een Vlaamse instantie als vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 2 december 2022 houdende machtiging tot oprichting van het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Datanutsbedrijf in de vorm van een naamloze vennootschap;
8° aanvrager: een professionele aanvrager (zoals vermeld in artikel 2, 18° van het VIP-decreet) of een burger (zoals vermeld in artikel 2, 7° van het VIP-decreet) of zijn vertegenwoordiger die een aanvraag indient via het VIP;
9° algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;
12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;
13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
14° VIP-decreet: decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform;
15° gemeentelijke bronretributie: de retributie die de aanvrager verschuldigd is aan een lokaal bestuur voor het ontsluiten, samenvoegen en ter beschikking stellen van vastgoedinformatie in een product.
Artikel 2 - Algemeen
De aanvrager dient elektronisch een aanvraag in bij Athumi om een product via het Vastgoedinformatieplatform te ontvangen. Athumi ontvangt op elektronische wijze de vastgoedinformatie van de aanleverende entiteiten (de lokale gegevensbronnen en de centrale gegevensbronnen). De relevante vastgoedinformatie per perceel, of een onderdeel daarvan, wordt automatisch opgeladen in een product in het VIP of wordt door de aanleverende entiteiten aan het VIP bezorgd. Athumi en de gemeente stellen het product via het VIP ter beschikking aan de aanvrager.
In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van een product, verwerkt de gemeente die persoonsgegevens met als doeleinde om het product ter beschikking te kunnen stellen aan de aanvragers in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van één van de doelstellingen opgesomd in artikel 6 van het VIP-decreet.
Voor alle aanvragen die via het VIP verlopen, wordt ten voordele van stad Deinze een gemeentelijke bronretributie geheven op aanvragen tot het verkrijgen van een product met vastgoedinformatie uit een lokale gegevensbron.
Artikel 3 – Aanvrager van vastgoedinformatie
Alle aanvragen van producten, zoals vermeld in artikel 7 van het VIP-decreet, worden geacht via het VIP te verlopen. Het verplicht gebruik van het Vastgoedinformatieplatform wordt voor producten met vastgoedinformatie uit een lokale gegevensbron geregeld in het VIP-decreet.
Een oplijsting van alle organisaties die als aanvrager toegang krijgen tot het Vastgoedinformatieplatform voor aanvragen van producten wordt door Athumi ter beschikking gesteld op de website van Athumi .
De gemeentelijke bronretributie is, overeenkomstig artikel 21 van het VIP-decreet, verschuldigd door de aanvrager. Van zodra het VIP-decreet in werking treedt is eveneens de platformretributie in de zin van artikel 2, 15°, en 19, eerste lid, 1°, van het VIP-decreet verschuldigd door de aanvrager.
Dezelfde instanties die overeenkomstig artikel 23, §3, van het VIP-decreet zijn vrijgesteld van de platformretributie in de zin van artikel 2, 15°, en 19, eerste lid, 1°, van het VIP-decreet worden vrijgesteld van de betaling van gemeentelijke bronretributie. Het gaat in concreto over deze organisaties:
• externe overheden; een overheidsinstantie als vermeld in artikel I.3, 8°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
• Vlaamse instanties, als vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 2 december 2022.
• lokale overheden, als vermeld in artikel I.3, 5°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
• gerechtelijke overheden;
• hulpverleningszones als vermeld in het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones;
• politiezones als vermeld in artikel 9 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
Artikel 4 - Bedrag
Het bedrag van de gemeentelijke retributie werd vastgesteld door de gemeenteraad op 20 juni 2023 :
* voorwerp aanvraag : Product Vastgoedinlichtingen, zoals vermeld in hoofdstuk 8 van het VIP-decreet
* Retributiebedrag per kadastraal perceel: 150 euro
Een aanvrager dient slechts éénmaal de retributieprijs voor een aanvraag te betalen per groep van 5 kadastrale percelen op voorwaarde dat:
• (i) De percelen aangrenzend zijn
• (ii) De percelen binnen éénzelfde gemeentelijke grens liggen
• (iii) Er maximaal op één perceel (een) gebouweenhe(i)d(en) geregistreerd is (zijn)
Daarbovenop komt het bedrag van de platformretributie of platformvergoeding zoals vastgelegd in het VIP-decreet.
Artikel 5 - Inning
Athumi int de gemeentelijke bronretributie conform artikel 21 van het VIP-decreet via het VIP in naam en voor rekening van de lokale overheden. De bronretributie wordt periodiek (maandelijks) integraal doorgestort aan de gemeente voor alle aangevraagde producten.
Artikel 6 - Verwerking van persoonsgegevens
In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van de ontsluiting, samenvoeging en ter beschikkingstelling van vastgoedinformatie in een product, treden de stad Deinze en Athumi voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken.
Athumi treedt op als verwerker voor de stad Deinze wat betreft de verwerkingsactiviteiten die plaatsvinden in het kader van de heffing en de inning van de gemeentelijke bronretributie via het Vastgoedinformatieplatform.
De afspraken rond en de modaliteiten van de verwerkingen die de stad Deinze en Athumi uitvoeren als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken respectievelijk als verwerkingsverantwoordelijke en verwerker zijn geregeld in de Toetredingsovereenkomst die te vinden is als bijlage. Deze toetredingsovereenkomst wordt goedgekeurd.
Artikel 7 – Ondertekening
De vastgoedinformatie in het product die de stad Deinze via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, wordt niet ondertekend aangezien het product een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het Decreet lokaal bestuur.
Artikel 8 - Bekendmaking
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en stad Deinze met betrekking tot het Poekebeekpad.
De idee van het ‘Poekebeekpad’ kadert in de duurzame dorpskernvernieuwing van Nevele. Deze globale visie (conceptstudie Nevele) stelt dat de Poekebeek de drager is voor een publiek overstroombare parkstructuur en de ruggengraat van een vertakt netwerk van zachte verbindingen.
Het project ‘Poekebeekpad’ brengt waterhuishouding en beleving samen door beekkamers en trage verbindingen. Dit project herwaardeert de Poekebeek en creëert een nieuwe, verrassende en frisse groene long voor Nevele. Het is een samenwerking tussen de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) als opdrachtgever en stad Deinze als partner.
Op de infoavond van maandag 3 oktober 2022 werd in het kader van de ‘Ronde van de dorpen’ voor het beleidsplan ruimte Deinze het initiatief van het Poekebeekpad besproken met de aanwezigen. De input van deze avond werd meegenomen om te komen tot een voorontwerp van het Poekebeekpad.
Het voorontwerp wordt op maandag 11 maart 2024 toegelicht op een infomoment in zaal Novy (Camille van der Cruyssenstraat 1B, 9850 Deinze) van 19u30 tot 21u (deuren open vanaf 19u15).
Het budget voor de uitvoering van de werken is gefaseerd verwerkt in het huidige boekhoudpakket.
De uitgave voor het stadsaandeel voor fase 1 (50.000 euro) is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 (8) op het investeringsbudget op budgetcode IP007 20432/01 224007 061000 - budgetjaar 2024
De uitgave voor het stadsaandeel voor fase 2 + 3 (420.000 euro) zal meegenomen worden bij de opmaak meerjarenplan 2026-2031 op de budgetcode IP007 20432/01 224007 - budgetjaar 2027
Visum onder voorbehoud - krediet voor 2027 (fase 2 en 3) wordt meegenomen bij de opmaak MJP 2026-2031
Gunstig visum 2024/63 van Pascal Debbaut van 14 februari 2024
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en stad Deinze met betrekking tot het Poekebeekpad goed.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 143.000 euro niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
Aanbestedingsplan deelzone Veldestraat - station Landegem.
Meetstaat/raming heraanleg Stationsstraat Landegem.
Tijdens de zitting van de gemeenteraad van 27 april 2023 werd het ontwerpplan, de gunningswijze en de raming voor het project "Dorpskernvernieuwing Landegem - deelzone Veldestraat-station" goedgekeurd. De goedgekeurde raming bedroeg 583.105,66 euro, inclusief 21% BTW.
Bij de opmaak van het uitvoerend ontwerp werd het ontwerpplan op 2 plaatsen gewijzigd. Het aangepaste uitvoeringsplan wordt ter goedkeuring voorgelegd. Het aangepaste uitvoeringsplan omvat de volgende wijzigingen :
1) Uitbreiding werfzone met de zone onder het spoorwegviaduct
Door de slechte staat van de klinkerverharding aan het stationsviaduct werd besloten om deze klinkerverharding te verwijderen en van een asfaltlaag te voorzien om zo het gebruikscomfort van de weggebruiker en de omwonenden te vergroten. De nodige aanpassingen worden voorzien aan het fiets- en voetpad.
2) Verplaatsen verkeersplateau
Naar aanleiding van het amendement van raadslid Karlien De Paepe werd de locatie van het verkeersplateau aangepast van de omgeving van de Broekstraat naar de omgeving van de Wildedreef.
In het kader van “minder hinder maatregelen” zal een nieuw procedé worden toegepast voor het stabiliseren van de bestaande, te behouden betonverharding van de rijweg. Dit nieuwe procedé is trillingsvrij en geluidsarm en zorgt voor minder overlast bij de omwonenden. De meerkost werd mee opgenomen in de nieuwe raming.
De werken worden uitgevoerd in twee percelen.
Perceel 1 voor de werken in kader van de heraanleg van de deelzone Veldestraat - station Landegem bedraagt 707.969,19 euro inclusief 21% BTW en wordt gegund via openbare procedure.
Perceel 2 voor de aankoop van schuilhuisjes voor De Lijn bedraagt 14.413,08 euro inclusief 21% BTW en wordt gegund via onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Er wordt gevraagd machtiging te verlenen aan het college van burgemeester en schepenen om de administratieve bepalingen en bestek goed te keuren.
Het krediet om deze beslissing uit te voeren is voorzien op het investeringsbudget van 2024 op budgetcode : IP007/20323/02 224007 020000.
Voor de raming van april 2023 was een gunstig visum verleend op 12 april 2023.
visum 2023/92 wordt vervangen door huidig visum; naar aanleiding van aangepaste en hogere raming
Gunstig visum 2024/60 van Sabine Vermeersch van 09 februari 2024
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het uitvoeringsplan voor de deelzone "Veldestraat-Landegem station" goed.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt de raming voor perceel 1 voor de werken in kader van de heraanleg van de deelzone "Veldestraat-Landegem station" ten bedrage van 707.969,19 euro inclusief BTW goed. Perceel 1 zal gegund worden via een openbare procedure. Deze opdracht zal gepubliceerd worden op het e procurement platform.
De gemeenteraad keurt de raming voor perceel 2 voor de aankoop van schuilhuisjes voor De Lijn ten bedrage van 14.413,08 euro inclusief BTW goed. Perceel 2 zal gegund worden via onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3
De gemeenteraad verleent machtiging aan het college van burgemeester en schepenen om de administratieve bepalingen en bestek goed te keuren.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De stedenbouwkundige vergunning van 3 januari 2023.
Het uittreksel kadastraal plan en legger.
Het opmetingsplan van 8 augustus 2023.
De bodemattesten van 7 oktober 2020 afgeleverd door de OVAM.
De ontwerpakte.
Op 3 januari 2023 werd door het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van 6 ééngezinswoningen ter hoogte van Beentjesstraat 1,3 en Poekestraat z.n., kadastraal gekend te Deinze (Poesele), 13e Afd., sectie A, nrs. 148a2, 148b2, 148y.
Aan de bouwheer werd de verplichting opgelegd tot het kosteloos afstaan ter opname in het openbaar domein van een grondstrook langsheen de Poekestraat en een grondstrook langsheen de Beentjesstraat.
Overeenkomstig het opmetingsplan van 8 augustus 2023 van landmetersbureau Toporama te Tielt blijkt dat de over te dragen grondstroken een oppervlakte hebben van respectievelijk 74 m² en 17 m².
Overeenkomstig de prekadastratie-gegevens van de FOD Financiën-patrimoniumdocumentatie zijn deze percelen respectievelijk thans gekend als Deinze (Poesele), 13e Afd., sectie A, nrs. 148c2 en 148d2.
De ontwerpakte met betrekking tot de kosteloze grondafstand opgemaakt door notariskantoor Verhaeghe & Baert te Ruiselede ligt thans ter goedkeuring voor.
Na bespreking.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De ontwerpakte, opgemaakt door notariskantoor Verhaeghe & Baert te Ruiselede met betrekking tot de kosteloze overname door de Stad van 2 grondstroken kadastraal gekend te Deinze (Poesele), 13e afd., sectie A, nrs. 148c2 en 148d2 , gelegen hoek Poekestraat/Beentjesstraat, met een opgemeten oppervlakte van respectievelijk 74 m² en 17 m², overeenkomstig het opmetingsplan van landmetersbureau Toporama te Tielt, ter inlijving in het openbaar domein, wordt goedgekeurd.
Artikel 2
De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te ontslaan van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de authentieke akte.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Bart Vermaercke, Eva Martens, Olaf Evrard, Freija Dhondt (raadsleden), Jan Vermeulen (burgemeester), Jan Pauwels, Peter Parmentier (raadsleden)
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 51;
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;
Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Nota marktconsultatie;
Volumestudie met drie varianten;
Beschermingsbesluit historisch stadhuis;
1. Voorgaande beslissingen en beleidscontext
De gemeenteraad heeft in zitting van 22 maart 2016 beslist om het beschermde stadhuis te herbestemmen naar een publieke functie, bij voorkeur met re-integratie van de bibliotheek.
Met respect voor deze beslissing verleende de gemeenteraad in zitting van 28 april 2022 goedkeuring aan een procedure voor de verkoop onder voorwaarden, als medediningsprocedure met onderhandeling, van het oud stadhuis, gelegen te Markt 21-25-27, Gentpoortstraat 1 en 21 en Kaaistraat 10, met uitzondering van het beschermd historisch stadhuis.
Wat de herbestemming van het beschermd stadhuis betreft, zijn de beleidsinzichten geleidelijk aan geëvolueerd.
Zo nam de gemeenteraad in zitting van 26 oktober 2023 kennis van het positief resultaat van de haalbaarheidsstudie voor de duurzame herhuisvesting van de stedelijke openbare bibliotheek, Gentpoortstraat 1, naar het industrieel erfgoed "site Molens van Deinze", opgesteld door de dienst Omgeving van de stad Deinze.
De gemeenteraad verleende in dezelfde zitting machtiging aan het schepencollege om de onderhandelingen met de eigenaar op te starten met het oog op de aankoop van het gebouw gelegen op de site van de Molens van Deinze, kadastraal gekend als 1e afd., sectie B, deel van nr. 279f2. Ingeval van een positief resultaat zullen de essentiële (voorwerp en prijs) en de substantiële voorwaarden van deze vastgoedtransactie aan de gemeenteraad ter goedkeuring worden voorgelegd. Deze onderhandelingen verlopen positief waardoor aan uw gemeenteraad wordt gevraagd om heden een nieuwe publieke bestemming in overweging te nemen.
De timing voor het herbestemmingsonderzoek is het rechtstreekse gevolg van de vervreemding van het overige deel van de site. De verkoop van het niet-historische deel werd immers, na een mededingingsprocedure met onderhandeling op 18 juli 2023 toegewezen aan VAN ROEY. De gemeenteraad heeft de koopovereenkomst met betrekking tot de gebouwen Markt 21-25-27, Gentpoortstraat 1/21, Kaaistraat 10, site oud stadhuis- bibliotheek Deinze (uitgezonderd het historisch en beschermd gedeelte)goedgekeurd in zitting van 28 september 2023. Volgens de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Deinze en VAN ROEY zal het project na verkoop gerealiseerd worden tegen uiterlijk maart 2029. De werken starten in de loop van 2025.
In de samenwerkingsovereenkomst met VAN ROEY heeft de stad er zich ertoe verbonden om het historische stadhuis te renoveren zoals bepaald in de Gunningsleidraad waarbij deze werken uiterlijk samenvallen met de uitvoering van de bouwwerken voor de private ontwikkeling. Op die manier zijn de beide werven gelijktijdig afwerkt waardoor een aantrekkelijke herontwikkeling van de ganse site ontstaat. De stad heeft zich tevens geëngageerd om het historische stadhuis herbestemmen op een wijze die complementair én niet hinderlijk is voor de private ontwikkeling.
2. Voorstel van nieuwe bestemming
Aan uw gemeenteraad wordt meer bepaald voorgesteld om een marktconsultatie te organiseren voor de invulling van het gebouw als hotel in combinatie met een beperkt publiek programma.
Wat het beperkt publiek programma betreft, wordt gedacht aan een aantal gelijkvloerse faciliteiten ter ondersteuning van de openbare functies van de markt van Deinze, waaronder de wekelijkse markt en de initiatieven die in het kader van de stadsbeleving worden genomen.
Wat de hotelfunctie betreft, wordt de keuze als volgt gemotiveerd:
In bijgevoegde marktconsultatienota worden deze motieven verder geïllustreerd met cijfermateriaal.
3. Marktconsultatie
Aan de gemeenteraad wordt vanuit deze behoefteanalyse voorgesteld om een haalbaarheidsstudie te organiseren, waarbij wordt nagegaan of een hotelfunctie, rekeninghoudend met de bouwfysische en bouwtechnische mogelijkheden en met het beschermde statuut van het gebouw, financieel en economisch rendabel is.
Om deze haalbaarheidsstudie op een oordeelkundige en doordachte wijze te kunnen voeren, wordt voorafgaandelijk de markt bevraagd. Artikel 51 van de Wet op de overheidsopdrachten bepaalt dat de aanbestedende overheid vóór het aanvatten van een plaatsingsprocedure marktconsultaties kan houden met het oog op de voorbereiding van de plaatsing van de opdracht, alsook om de ondernemers op de hoogte te brengen van haar plannen en eisen. Met dit doel mag de aanbestedende overheid bijvoorbeeld het advies van onafhankelijke deskundigen, private of publieke instellingen of van marktdeelnemers inwinnen of ontvangen. De voorafgaande marktconsultaties mogen worden gebruikt bij de planning en het verloop van de plaatsingsprocedure, mits dit niet leidt tot een vervalsing van de mededinging en geen aanleiding geeft tot een schending van de beginselen van non-discriminatie en transparantie.
Aan uw gemeenteraad wordt derhalve voorgesteld om de marktspelers vooraf te bevragen het oog op de realisatie van volgende doelstellingen vanuit de stad:
4. Dialoogdocumenten voor de marktconsultatie
Om de marktconsultatie te structureren werden twee documenten opgemaakt, dewelke eveneens ter goedkeuring aan uw gemeenteraad worden voorgelegd.
De marktconsultatienota reikt het kader aan waarbinnen het stadsbestuur de marktconsultatie organiseert. Het gaat dieper in op de doelstellingen van de private ontwikkeling na verkoop van het niet historische stadhuis, de erfgoedwaarden van het historische stadhuis en het economisch en toeristisch potentieel dat Deinze de hotelsector heeft te bieden. Op die manier kan de geïnteresseerde deelnemer aan de dialoog meer inzicht verwerven in de procedure en zodoende beter inschatten of deelname aan de marktconsultatie toegevoegde waarde biedt.
Het tweede document bestaat uit een volumestudie, opgemaakt door de dienst omgeving en bestaande uit een plan van de bestaande toestand gevolgd door drie varianten van een volumestudie voor de mogelijke verbouwing tot hotel. Hieronder bespreken we de drie varianten:
Variant 1
De eerste versie van de volumestudie beperkt zich tot een ontwikkeling binnen het bestaande volume, de bestaande indeling en structuur van het gebouw.
Het gelijkvloers wordt gereserveerd voor een in hoofdzaak niet - commerciële publieke functie.
Op de eerste verdieping is er ruimte voor zeven kamers.
Op de tweede verdieping is er nog eens ruimte voor drie kamers.
De volumestudie gaat dus uit van tien kamers, naast publieke ruimte, berging en circulatie.
Variant 2
De tweede versie van de volumestudie vertrekt opnieuw van de bestaande contouren van het gebouw, maar plaatst een tussenvloer op de eerste verdieping en laat het vloerniveau van de dakverdieping zakken waardoor een kwaliteitsvol derde plateau wordt gecreëerd.
Het gelijkvloers wordt gereserveerd voor een in hoofdzaak niet - commerciële publieke functie.
Door de ontdubbeling van de eerste etage worden respectievelijk zeven en acht kamers op een eerste en tweede verdieping gecreëerd zodat het totaal aantal kamers van 10 (eerste versie) stijgt naar 15 (tweede versie). De blinde vensters op de tweede etage worden opengewerkt om natuurlijk daglicht toe te laten.
Het hotel kan tenslotte ook nog een volwaardige dakverdieping benutten.
Variant 3
De derde versie vertrekt opnieuw van de bestaande contouren van het gebouw, maar optimaliseert de dakstructuur door de twee achter elkaar liggende zadeldaken met elkaar te verbinden om tot één dak te komen. De binnengoot wordt verwijderd en het dak wordt verhoogd.
Het gelijkvloers wordt gereserveerd voor een in hoofdzaak niet - commerciële publieke functie.
Door de ontdubbeling van de eerste etage worden respectievelijk zeven en acht kamers op een eerste en tweede verdieping gecreëerd (15). Opnieuw zal op de tweede etage de blinde gevel worden opengewerkt om natuurlijk daglicht binnen te trekken.
Op de dakverdieping worden nog eens acht bijkomende kamers gecreëerd wat het totaal aantal kamers voor het volledige hotel op 23 brengt. Een uitdaging voor de ontwerpers is de vraag hoe op dakniveau daglicht wordt binnengetrokken. De mogelijkheden zijn legio: van weinig kwalitatieve veluxen tot een binnenpatio.
5. Vervolgtraject na de marktconsultatie
5. 1. Na de marktconsultatie zal de stad Deinze de input van de sector verwerken tot een volwaardige haalbaarheidsstudie waarin:
In geval van scenario A zal het voorkeurscenario tot stand komen na vooroveroverleg met het Agentschap Onroerend Erfgoed en na advies van een gespecialiseerd studiebureau. Het haalbaarheidsonderzoek is tevens een herbestemmingsonderzoek. Er zal onderzocht worden of hiervoor een onderzoekspremie van het Agentschap Onroerend erfgoed kan worden bekomen.
5.2. Vervolgens zal het voorkeursscenario verder worden verfijnd en uitgediept en zal het tevens vertaald worden in:
5. 3.a. Verder zal de stad Deinze voor de renovatie en haar aandeel in de herbestemming een overheidsopdracht publiceren.
In omgevingsvergunningsfase is het Agentschap Onroerend erfgoed, met wie een in eerder stadium reeds vooroverleg zal georganiseerd zijn, de bevoegde adviesinstantie. Ook dan zullen de plannen tegelijkertijd worden voorgelegd aan de lokale erfgoedraad/IOED die in deze fase een klankbordfunctie vervult. Er zal tevens onderzocht worden of een erfgoedpremie voor beheer-of herstellingswerken tot 250.000 euro bij het Agentschap Onroerend erfgoed mogelijk is.
5.3.b. De toekenning van een overheidscontract voor de invulling van het historisch stadhuis zal tevens voorwerp uitmaken van een marktevraging (al dan niet via de overheidsopdrachtenwetgeving).
De marktconsultatie heeft tot doel om een raming te kunnen maken van de mogelijke inkomsten en uitgaven voor de herbestemming tot hotel. De financiële weerslag zal dan ook later aan de Gemeenteraad worden meegedeeld.
De transparantie en gelijkheid naar potentiële marktspelers zal worden verzekerd door de publicatie van een vooraankondiging in het Bulletin der Aanbestedingen en op vrijwillige basis (met het oog op de bevordering van de mededinging) in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Daarnaast zal ook contact worden opgenomen met hoteluitbaters die actief zijn in Vlaanderen.
De marktconsultatie zal ook bekend worden gemaakt in de pers en op de website van de Stad Deinze.
7. Indicatieve timing
De marktconsultatie heeft tot doel om een raming te kunnen maken van de mogelijke inkomsten en uitgaven voor de herbestemming tot hotel. De financiële weerslag zal dan ook later aan de Gemeenteraad worden meegedeeld. Aan de marktconsultatie zelf zijn geen studiekosten verbonden.
Artikel 1
De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan de marktconsulatie voor de herbestemming van het historisch en beschermd deel van het oude stadhuis, Markt 21, tot hotel conform artikel 51 van de Overheidsopdrachtenwet van 17 juni 2016. De marktconsultatie wordt Europees gepubliceerd.
Artikel 2
De volumestudie en de marktconsultatienota worden goedgekeurd.
Artikel 3
Na afloop van de marktconsultatie zullen de resultaten ervan in een haalbaarheidsstudie aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Artikel 4
Het schepencollege wordt gemachtigd alle uitvoeringshandelingen met betrekking tot de marktconsultatie en haalbaarheidsstudie te stellen, waaronder niet-limitatief de publicatie van de marktconsultatie en de organisatie van de dialogen met de sector.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Bart Vermaercke, Peter Parmentier, Olaf Evrard, Freija Dhondt (raadsleden), Jan Vermeulen (burgemeester)
Het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017, specifiek artikel 6, 1° van voormeld decreet.
Het Uitvoeringsbesluit van 27 oktober 2017 bij het Vlaams Onteigeningsdecreet.
De algemene habilitatiegrond van artikel 7 van het Onteigeningsdecreet op grond waarvan de steden en gemeenten tot onteigening kunnen overgaan in de gevallen waarin ze oordelen dat de onteigening noodzakelijk is voor de uitwerking van de infrastructuur of het beleid inzake gemeentelijke aangelegenheden, zoals hier de uitvoering van het ruimtelijk uitvoeringsplan “Molens van Deinze”.
Artikel 2, § 2 Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017: steden en gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.
De gemeenteraadsbeslissing van 22 april 2010 houdende de voorlopige vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan “Molens van Deinze”.
De wijziging van drie stedenbouwkundige voorschriften in het RUP “Molens van Deinze” aan de hand van een vereenvoudigde procedure (voorzien in artikel 7.4.4/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)), opgestart bij collegebeslissing van 20 juni 2023 en in openbaar onderzoek gegeven bij collegebeslissing van 29 januari 2024 zonder dat deze wijzigingen als dus danig veranderingen aan het grafische plan van het RUP “Molens van Deinze” met zich meebrengen.
De PPS-overeenkomst “Stedelijk Wonen aan de Leie” van 6 juli 2010 met DOSSCHE MILS NV waarin de stad Deinze zich contractueel verbond tot de verwerving van de gronden voor de realisatie van een parkgebied binnen deelzone T2B van het projectgebied.
Het addendum bij voormelde PPS-overeenkomst van 22 juni 2017.
De gemeenteraadsbeslissing van 16 december 2010 houdende de definitieve vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan “Molens van Deinze” (hierna RUP “Molens van Deinze”).
De beslissing van de Deputatie van 13 januari 2011 houdende de goedkeuring van het RUP “Molens van Deinze” met inbegrip van het bijhorend oorspronkelijk onteigeningsplan.
De gevoerde onderhandelingen met de eigenaars van de gronden gelegen in het deel “parkgebied”, met als resultaat de op één na gerealiseerde minnelijke verwervingen van de noodzakelijke onroerende goederen.
Het definitief ontwerp van het project “Graanlei – fase 2 – aanleg keerwanden en plein”, grenzend aan het gewenst te realiseren stadspark, dat middels gemeenteraadsbeslissing dd. 26 oktober 2023 werd goedgekeurd.
De principiële beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 19 december 2023 tot het opstarten van de bestuurlijke fase van de onteigeningsprocedure conform het Vlaams onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 ter realisatie van de publieke infrastructuur, in zonderheid binnen de deelzone T2B van het projectgebied op basis van het RUP Molens van Deinze en de PPS-overeenkomst "PPS Project stedelijk wonen aan de Leie".
Het onteigeningsplan conform artikel 11 van het Vlaams Onteigeningsdecreet dd. 24 februari 2017.
De projectnota conform artikel 12 van het Vlaams Onteigeningsdecreet dd. 24 februari 2017.
1. Omschrijving van het te onteigenen onroerend goed
De onteigening streeft de verwerving na van (een gedeelte van) onroerende goederen gelegen op het grondgebied van de stad Deinze waarbij de onteigening de realisatie van het RUP “Molens van Deinze”, meer concreet de aanleg van het stadspark, zoals voorzien in dit RUP, mogelijk moet maken.
Het stadsontwikkelingsproject “De Molens van Deinze” vormt een onderdeel van een ruimer gebied, voorwerp van het PPS-project “Stedelijk wonen aan de Leie”, waarin ook het projectgebied “Kop Tolpoortstraat” is begrepen.
De nagestreefde innemingen betreffen de enige ontbrekende onroerende goederen die nog noodzakelijk zijn om de deelzone T2B van het projectgebied te realiseren conform het RUP “Molens van Deinze” en de PPS-overeenkomst "PPS Project stedelijk wonen aan de Leie".
Overwegende dat verwervingen worden nagestreefd van gedeelten van de onroerende goederen, zoals deze met een gele tint zijn aangeduid op het hierbij behorende ondertekende onteigeningsplan en meer in het bijzonder betreffen het de innemingen zoals hieronder beschreven:
1. Gedeelte van het perceel kadastraal gekend als Deinze, 1ste afdeling, sectie B met perceelnummer 269/W5.
2. Gedeelte van het perceel kadastraal gekend als Deinze, 1ste afdeling, sectie B met perceelnummer 269/V4.
2. Aanduiding van de onteigenende instantie
Art. 6, 1° van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 bepaalt dat de gemeenten bevoegd zijn om tot onteigening over te gaan:
“De volgende instanties zijn bevoegd om tot onteigening over te gaan:
1° de Vlaamse Regering, het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de gemeenten en de provincies;”
In het licht van de doelstellingen kan de stad Deinze ter realisatie van het RUP “Molens van Deinze”, meer concreet het stadspark binnen het stadsontwikkelingsproject “De Molens van Deinze” zodoende optreden als onteigenende instantie.
3. Rechtsgrond voor de onteigening
De onteigening wordt door de stad Deinze gevoerd overeenkomstig artikel 7, derde lid van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
Gemeenten kunnen immers tot onteigening overgaan in de gevallen waarin ze oordelen dat de onteigening noodzakelijk is voor de uitwerking van de infrastructuur of het beleid inzake de gemeentelijke aangelegenheden.
De onteigening voor de realisatie van het RUP “Molens van Deinze” en in het bijzonder voor de aanleg van het stadspark, zoals voorzien in het gelijknamige RUP, kan aldus worden gevoerd door de stad Deinze op basis van artikel 7, derde lid van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
4. Onteigeningsdoel is van algemeen nut: realisatie van het RUP “De Molens van Deinze”
Conform artikel 3, §1 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 is een onteigening slechts toegelaten als de verwerving gebeurt ten algemene nutte, minstens dient het algemeen nut van de verwerving te primeren op enig privaat nut.
Artikel 2.4.3., § 1 VCRO bepaalt wat volgt:
“Elke verwerving van onroerende goederen, vereist voor de verwezenlijking van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, kan door onteigening ten algemenen nutte tot stand worden gebracht.”
Conform rechtspraak van de Raad van State dient het begrip “algemeen nut” ter verwezenlijking van een RUP ruimer te worden geïnterpreteerd dan bij een onteigening die tot een ander doel strekt (RvS nv Hima, nr. 236.265, 25 oktober 2016. Zie recent in gelijkaardige zin: RvVb, nr. RvVb/A/2223/0252, 17 november 2022).
“Artikel 2.4.3, § 1, VCRO bepaalt dat elke verwerving van onroerende goederen, vereist voor de verwezenlijking van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, door onteigening ten algemenen nutte tot stand kan worden gebracht. Het begrip ‘algemeen nut’ wordt ter zake ruimer geïnterpreteerd dan bij een onteigening die tot een ander doel strekt: de onteigening tot verwezenlijking van een ruimtelijk uitvoeringsplan wordt uit kracht van het decreet zelf geacht van openbaar nut te zijn. (GwH 8 december 2011, nr. 186/2011). Derhalve bestaat in voorkomend geval een decretaal vermoeden van openbaar nut.”
De beoogde innemingen kaderen in een openbaar doel, meer bepaald het realiseren van het RUP “De Molens van Deinze” dat voorziet in de realisatie van een stadspark “De Molens van Deinze” ter verwezenlijking van het gelijknamige stadsontwikkelingsproject.
Voormeld stadsontwikkelingsproject vormt een onderdeel van een ruimer gebied dat het voorwerp vormt van het PPS-project “stedelijk wonen aan de Leie”.
Met het RUP “de Molens van Deinze” werd een gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO's en een deel woongebied op het gewestplan omgevormd naar stedelijk woongebied en groengebied.
Voor het plangebied werd voorzien in een zone voor stedelijk ontwikkelingsgebied, een parkzone, een zone voor stedelijk woongebied Z3 en Z4 en een fiets- en voetgangersverbinding,
Volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is de stad Deinze geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied. In deze gebieden is het ruimtelijk beleid erop gericht de stedelijke kern en het stedelijk functioneren te consolideren en te versterken door het creëren van ruimte voor een bijkomend aanbod aan woningbouw, aan stedelijke voorzieningen en economische activiteiten.
Met de goedkeuring van het RUP werd voorzien in 240 bijkomende mogelijkheden voor wonen en aan het wonen complementaire functies, conform de opties uit het afbakeningsproces van het kleinstedelijk gebied Deinze en met de beleidsopties uit het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan om binnen de stedelijke gebieden een kwalitatief en kwantitatief aanbod aan woonmogelijkheden te voorzien en de leefbaarheid en attractiviteit van de stedelijke gebieden te vergroten.
Het RUP ‘Molens van Deinze’ heeft tot doel de potenties voor kernversterking te valoriseren. Het RUP werkt stimulerend door een kwalitatieve invulling geënt op de fysieke context van het industrieel erfgoed. Met dit RUP wordt een kwalitatieve herbestemming van het terrein van de Molens van Deinze en aanliggende terreinen beoogd.
Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan geeft hiermee uitvoering aan het richtinggevende gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan dat stelde dat er voor de Molens van Deinze op korte termijn een planinitiatief zal gestart worden. In het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan werd reeds gewezen op de afbouw van de bedrijfsactiviteiten en de potenties van de site voor kernversterking. Middels het RUP wordt gestreefd naar een gedifferentieerd woningaanbod, aangevuld met lokale winkels, diensten, horeca en gemeenschapsfuncties, waaronder een stadspark.
Het plangebied is volgens het GRS gelegen in de deelruimte stedelijke ruimte. Het beleid is er in deze deelruimte op gericht om Deinze/Petegem verder te ontwikkelen als kleinstedelijk centrum, middels een versterking en verdichting van de kern zonder de bestaande woonkwaliteiten te verliezen. De Leie wordt als een aanknopingspunt gebruikt voor stedelijke vernieuwing.
In het kader van voormelde stadsvernieuwing werd een conceptstudie verricht in opdracht van de stad Deinze, onder begeleiding van een lokaal begeleidingsteam en onder de supervisie van het regieteam in het kader van het stadsvernieuwingsfonds van het team stedenbeleid van de Vlaamse Overheid. De conceptstudie is een strategisch stedenbouwkundig plan die het kader vormt voor de toekomstige ontwikkelingen binnen de stadskern. Hierin wordt de Leie vooropgesteld als de dominante open ruimte structuur van de stad Deinze. Het landschap van de Leie wordt een coherent ruimtelijk kader waarbinnen de veelheid aan projecten en ambities binnen Deinze worden geïntegreerd. Door die toekomstige projecten in Deinze te relateren aan het Leielandschap wordt het imago en de beeldvorming van de stad herdacht. Momenteel is de Leie een genegeerde kwaliteit in de stad. Met deze strategie wordt de Leie opnieuw het gezicht van Deinze.
Op 17 mei 2022 keurde het college van burgemeester en schepenen de conceptnota voor het Beleidsplan Ruimte goed. Het hoofdstuk “Het stedelijk gebied Deinze” (p. 15) bevestigt deze visie: “Waar het stadscentrum in het verleden haar rug keerde naar de Leie, is er ondertussen werk gemaakt van zowel visuele als fysieke relaties met de Leievallei. Dwarsverbindingen en missing links zijn weggewerkt dankzij bijvoorbeeld de Brielpoortbrug voor voetgangers en fietsers. De herinrichting van Leiedam met kade, Brielstraat en Sint-Poppoplein verhoogden de verblijfs-en beeldkwaliteit van het stadscentrum. Nieuwe woonontwikkelingen richtten hun voorzijden naar de Leie. De huidige herontwikkeling van de voormalige site van De Molens en de ontwikkeling ter hoogte van Louis Dhontstraat zijn hier de meest gekende voorbeelden van.”
De voorgestelde open ruimte structuur in de hier boven aangehaalde conceptstudie bestaat uit drie verschillende publieke ruimten: “de meander”, “de Leienboorden” en “de kamers”. In het kader van onderhavige nagestreefde onteigening, dient enkel de publieke ruimte “de kamers” nader te worden besproken. De kamers zijn kleinschalige, besloten open ruimten die bewoond zijn. “De Molens van Deinze” is de eerste kamer die wordt gerealiseerd.
In het kader van voormelde ruimere beleidsvisie op stadskernvernieuwing wenst de stad Deinze een openbaar stadspark te realiseren. Het buurtpark is een “Leie-kamer” die noopt tot de verbreding van de Leiebocht. De Leieboorden worden verbreed en ingezet in de publieke ruimte in functie van het stedelijk wonen aan de Leie.
Ter hoogte van de Leiebocht wordt een groene open ruimte als zijnde publiek stadspark ontwikkeld. Dit publiek park staat in relatie met het ontwikkelingsgebied van de molens van Deinze en de leieboord ter hoogte van de Leiedam en de kerk. Het park komt deels tegemoet aan de behoefte aan groenvoorzieningen binnen de stadskern voor de bewoners en de gebruikers van de stad. Het buurtpark wordt ingericht als collectieve groene buitenruimte ten behoeve van de omwonende en de leerlingen van de aanpalende school. Het parkgebied vormt een schakel tussen het projectgebied “site molens” en de Tolpoortstraat ter hoogte van de Leiebrug.
Een rode draad doorheen het stedelijk wonen aan de Leie is tevens de creatie van een fijnmazig netwerk aan trage en zachte verbindingen doorheen het stadscentrum en langsheen de Leie om de doorwaadbaarheid van de stad voor de zwakke weggebruiker te bevorderen. Ook door het nagestreefde buurtpark zal een fietsverbinding lopen. De te realiseren essentiële fietsverbinding tussen centrum Deinze en deelgemeenten Petegem en Astene vergt voldoende breedte hetgeen mee de onteigeningsnoodzaak staaft.
Het plangebied van het RUP dient te worden gerealiseerd als één samenhangend geheel, teneinde een volwaardig geïntegreerd stadsdeel te worden dat in relatie staat met zijn omgeving. De realisatie van het RUP kadert aldus binnen de beleidsvisie om de stadskern te vernieuwen en de aantrekkingskracht van de binnenstad van Deinze als woon, werk- en verblijfsplek te verhogen en op een niveau van hedendaagse behoefte inzake wonen en handel te brengen, waarbij nieuwe stimulansen geboden worden aan de stadskern.
De verwervingen worden aldus nagestreefd ter uitvoering van het RUP “de Molens van Deinze”, meer concreet het daarin beoogde stadspark, ter realisatie van een samenhangende ontwikkeling en teneinde een volwaardig geïntegreerd stadsdeel te vormen dat in relatie staat tot zijn omgeving.
Samenvattend kan worden herhaald dat de onteigening geschiedt ter verwezenlijking van voormeld RUP “De molens van Deinze” en het daarin voorziene gelijknamige stadsontwikkelingsproject”, en geschiedt meer concreet voor de aanleg van het stadspark.
Het onteigeningsdoel geniet krachtens artikel 2.4.3.§1 VCRO daarom een vermoeden van algemeen nut. Artikel 2.4.3. VCRO bepaalt immers: “Elke verwerving van onroerende goederen, vereist voor de verwezenlijking van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, kan door onteigening ten algemenen nutte tot stand worden gebracht”. In het licht van al het voormelde staat onmiskenbaar vast dat het onteigeningsdoel van algemeen nut is.
5. Motivering van de onteigeningsnoodzaak
a. Noodzaak van het onteigeningsdoel
Het onteigeningsplan duidt aan welk onroerende goederen noodzakelijk dienen te worden verworven om het project te kunnen realiseren.
De te onteigenen onroerende goederen zijn noodzakelijk ter uitvoering van het RUP “De Molens van Deinze” te realiseren. Meer in het bijzonder zijn de innemingen noodzakelijk voor de aanleg van het stadspark, zoals voorzien in het gelijknamige RUP.
De noodzaak om een stadspark aan te leggen, werd uitvoerig gemotiveerd in de Memorie van Toelichting van het RUP “de Molens van Deinze” en dient als integraal hernomen te worden geacht in onderhavig voorlopig onteigeningsbesluit. Voor de volledigheid wordt de kernmotivering als volgt geciteerd:
“De stedelijke kern sterk verdicht is met weinig open ruimte, natuur en groen. De bestaande elementen staan bijgevolg onder druk van de gebruikers, waardoor de uitbouw van een functioneel netwerk een noodzaak wordt. De ontwikkeling van het projectgebied kan en moet hierin een belangrijke rol spelen, door de inrichting van kwalitatieve groene ruimten die de aantrekkelijkheid en beleefbaarheid van de woonomgeving gevoelig verhogen. De publieke ruimte zal de integratie van het projectgebied in het stedelijk weefsel versterken. Dit gebeurt door een aantal duidelijke buitenruimten te voorzien die deze verbinding zowel functioneel als visueel vertalen.
- Ter hoogte van de Leiebocht, tussen de kop van de Tolpoortstraat en de molens van Deinze wordt een parkruimte voorzien. Dit park is enerzijds op de Leie en het centrum gericht en anderzijds op het ontwikkelingsgebied.
- Tussen de school en de gebouwen in het ontwikkelingsgebied van de molens wordt een park voorzien dat enerzijds bestemd is als collectieve buitenruimte bij de appartementen, maar ook dienst kan doen als recreatieve buitenruimte nabij het Sint-Hendriks en Zuster Maricolen-instituut.”(p. 24 van de Memorie van Toelichting)
En vervolgens op pagina 28:
“Binnen de kamer van de molens van Deinze wordt, om de belevingswaarde van het stedelijk ontwikkelingsgebied te garanderen, op basis van het ontwerpend onderzoek uit de conceptstudie een buurtpark dat gericht is naar de Leie met een minimale oppervlakte bepaald. Het buurtpark vormt één ruimtelijk geheel met de open ruimte binnen het ontwikkelingsgebied. Het buurtpark wordt ingericht als collectieve groene buitenruimte ten behoeve van omwonenden en de leerlingen van de aanpalende school.”
Over het parkgebied en het projectgebied “de molens” wordt langsheen de oever van de Leie (die als drager voor de stedenbouwkundige ontwikkeling wordt beschouwd) een fiets- en wandelverbinding voorzien (zie bijlage bij dit besluit).
Deze voorziening bevordert de belevingswaarde van de Leieruimte en dient geïntegreerd in zijn omgeving te worden aangelegd. De verbinding moet ervoor zorgen dat via fiets- en voetgangersverbindingen de stadskern op een kwalitatieve, veilige en aangename manier in verbinding staat met de N43 ter hoogte van de voormalige Rijkswachtkazerne. Door deze nieuwe goede verbinding wordt het fijnmazige netwerk van verbindingen voor zwakke weggebruikers binnen de stadskern verder uitgebouwd. Deze verbinding is enkel nuttig indien gerealiseerd in haar totaliteit, hetgeen het noodzakelijk karakter van de vooropgestelde verwervingen onderschrijft.
Ter realisatie van het RUP “De Molens van Deinze” en meer specifiek het beoogde te realiseren buurtpark heeft de stad reeds de onroerende goederen minnelijk kunnen verwerven van vier van de vijf verschillende eigenaars.
Het gaat meer bepaald om:
Enkel voor de thans nagestreefde innemingen (gedeeltes van Tolpoortstraat 12) kon tot op heden geen minnelijk akkoord worden gevonden met de betreffende eigenaar. De nagestreefde innemingen zijn aldus de laatste noodzakelijke schakel om het stadspark te realiseren, conform het RUP “Molens van Deinze” en de opgemaakte conceptstudie “Stedelijk wonen aan de Leie”, die een stedenbouwkundig strategisch plan betreft voor de uitbouw van de stadskern in Deinze.
De ontwikkeling van het stadspark met inbegrip van het voorziene wandel- en fietspad ligt volledig in de lijn met het meerjarenplan Deinze 2040 waarin een zogenaamde 15-minutenstad wordt nagestreefd, waarbij inwoners in maximum vijftien minuten fietsen of wandelen toegang hebben tot alles wat ze nodig hebben: winkels, kantoren, scholen, gezondheidszorg, sport, cultuur en ontspanning.
b. Noodzaak van de onteigening als middel
Voor de realisatie van het stadspark conform het RUP “de Molens van Deinze” dient de stad enkel nog in het bezit te komen van de nagestreefde innemingen. De overige onroerende goederen werden minnelijk verworven na minnelijke onderhandelingen met de betreffende eigenaars. Wat betreft de onderhandelingen met de eigenaars van Tolpoortstraat 12, wordt verwezen naar punt 8. Onderhandelingen.
Overwegende dat volgende zaken absoluut dienen te worden vermeden:
• Een versnipperde eigendomsstructuur
• Een lappendeken aan verantwoordelijkheden inzake onderhoud en herstel, wat immers zou leiden tot een groter risico op juridische conflicten zowel onderling als ten aanzien van derden
• Een gebrek aan een globale inrichting, eenduidige visie en een overkoepelend beheer en onderhoud
Het aanleggen, beheren en onderhouden van de voornoemde infrastructuur behoort tot de basistaken van de stad Deinze waarbij een coherent en doelmatig beheer en beleid vereist is, ook naar eventuele aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden toe. Er dient van de desbetreffende infrastructuur onder alle omstandigheden een veilig en doelmatig gebruik te kunnen worden gemaakt. Dit kan enkel indien de stad Deinze instaat voor de realisatie en de bestendiging ervan. Een zo eenduidig mogelijke grondpositie kan en moet de goede uitoefening van de publieke beheerstaken waarborgen, onder meer naar onderhoud, aansprakelijkheden enz. toe. Om al die redenen dienen de betreffende onroerende goederen verworven te worden door de stad Deinze.
c. Noodzaak voor wat betreft het voorwerp van de onteigening
Het voorwerp van de nagestreefde onteigening vloeit lijnrecht voort uit het onteigeningsdoel, met name het realiseren van het RUP “Molens van Deinze”. De nagestreefde innemingen betreffen de enige ontbrekende onroerende goederen noodzakelijk om de deelzone T2B van het projectgebied te realiseren conform het RUP “Molens van Deinze” en de PPS-overeenkomst "PPS Project stedelijk wonen aan de Leie".
De innemingen worden tot een strikt minimum beperkt waarbij het ontegensprekelijk vaststaat dat er geen alternatief is voor de onteigeningsdwang.
Gelet op bovenstaande is de onteigeningsnoodzaak dus wel degelijk aanwezig overeenkomstig artikel 3, §3 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
6. Onteigeningsplan
Overwegende dat het onteigeningsplan alle vereiste gegevens bevat overeenkomstig artikel 11 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017
Overwegende dat het geactualiseerde onteigeningsplan wordt gevoegd als bijlage bij onderhavig besluit en hier integraal deel van uitmaakt
7. Projectnota
Overwegende dat overeenkomstig artikel 12 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 een projectnota werd opgemaakt
Overwegende dat deze projectnota wordt gevoegd als bijlage bij onderhavig besluit en hier integraal deel van uitmaakt
8. Onderhandelingen
Overwegende dat de stad Deinze de overige onroerende goederen - zoals hierboven aangehaald - noodzakelijk ter realisatie van het onteigeningsdoel minnelijk heeft kunnen verwerven.
Overwegende dat de stad Deinze de nodige onderhandelingen met betrekking tot de nog te verwerven onroerende goederen reeds heeft gevoerd en deze nog zal verderzetten.
Overwegende dat de stad Deinze bij collegebeslissing van 16 mei 2023 Veneco heeft aangesteld voor de bemiddeling inzake de verwerving van Tolpoortstraat 12 (tuin) in het kader van het stadsontwikkelingsproject "De Molens van Deinze".
Overwegende dat op de volgende ogenblikken reeds contacten/onderhandelingen plaatsvonden met de eigenaar van de noodzakelijk te verwerven innemingen:
Overwegende dat de stad Deinze als onteigenende instantie onderhandelingen voert en nog zal voeren met de te onteigenen partij met als doel in eerste instantie een minnelijke verwerving na te streven.
Overwegende dat verder na vaststelling door de gemeenteraad van de stad Deinze van het voorlopig onteigeningsbesluit een laatste minnelijke onderhandelingspoging zal gedaan worden met de eigenaar van de onroerende goederen, waarbij een laatste concreet en gemotiveerd bod zal worden overgemaakt aan de eigenaar van de onroerende goederen.
De minnelijke onderhandelingstermijn wordt geraamd op 3 maanden.
Deze termijn beoogt het kunnen voeren van volwaardige onderhandelingen om alsnog te komen tot een minnelijke verwerving. Voornoemde termijn werd bepaald in functie van de volgende concrete elementen van het project: omvang van het te onteigenen goed, aard van het te onteigenen goed, aantal in te nemen onroerende goederen en alle andere factoren die de onderhandelingstermijn kunnen beïnvloeden.
De minnelijke onderhandelingstermijn zal overeenkomstig artikel 15 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 aanvangen op de derde dag na de postdatum van de beveiligde zending waarmee de te onteigenen partij op de hoogte worden gesteld van deze minnelijke onderhandelingstermijn.
9. Conclusie
Uit al het bovenstaande blijkt dat de onteigening noodzakelijk is en het algemeen belang dient. Dat het onteigeningsdoel niet kan worden gerealiseerd indien niet al de onroerende goederen verworven zijn.
Het onteigeningsdoel kadert verder binnen het algemeen belang dat de stad Deinze dient ten uitvoer te leggen en te beheren.
Om deze redenen is de verwerving van de nog niet minnelijk verworven onroerende goederen voor de realisatie van het algemeen nut noodzakelijk en dringt de onteigening door de stad Deinze van de onroerende goederen zoals afgebeeld op het onteigeningsplan en aldaar nader omschreven in de onteigeningstabel, zich op.
Gelet op alle akten en overwegingen samengenomen.
Het budget voor een aankoop, inclusief aktekosten, is voorzien onder volgende code : IP007 20016/02 221007 061000.
Raadslid Freija Dhondt van de fractie Vooruit dient namens de fracties NVA, GroenRood en Vooruit volgend amendement in: “De gemeenteraad vraagt aan het College om volledige transparantie te brengen en een buurtoverleg te organiseren over de streefplannen van de “Kop van de Tolpoortstraat”. Alle documenten en reeds gemaakte afspraken en onderhandelingen worden in de eerstvolgende commissie aan de gemeenteraad toegelicht. Indien dit nodig is kan de commissie besloten zijn.”
De stemming over het amendement heeft volgend resultaat:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Artikel 1
De gedeeltes van de onroerende goederen die voorwerp uitmaken van onderhavige verwerving zijn met een gele tint aangeduid op het hierbij behorende ondertekende onteigeningsplan en meer in het bijzonder betreft het de volgende innemingen:
Gedeelte van het perceel kadastraal gekend als Deinze, 1ste afdeling, sectie B met perceelnummer 269/W5
Gedeelte van het perceel kadastraal gekend als Deinze, 1ste afdeling, sectie B met perceelnummer 269/V4
Artikel 2
Het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 is op de onteigening van de hierboven bedoelde onroerende goederen van toepassing.
Artikel 3
Het voorlopig onteigeningsbesluit, dat werd opgesteld in overeenstemming met artikel 10 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017, wordt goedgekeurd en voorlopig vastgesteld.
Artikel 4
De projectnota houdende een projectplan, de beschrijving van het project, de detailomschrijving van de werken, de realisatietermijnen voor de uitvoering van de werken en de beheersmodaliteiten van het openbaar domein wordt in bijlage gevoegd.
Artikel 5
Het aan het voorlopig onteigeningsbesluit in bijlage gevoegde onteigeningsplan en de projectnota, die werden opgesteld overeenkomstig de artikelen 11 en 12 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 en die integraal deel uitmaken van het onteigeningsbesluit, worden goedgekeurd en voorlopig vastgesteld .
Artikel 6
De minnelijke onderhandelingstermijn wordt geraamd op 3 maanden en zal overeenkomstig artikel 15 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 aanvangen op de derde dag na de postdatum van de beveiligde zending waarmee de te onteigenen partij op de hoogte worden gesteld van deze minnelijke onderhandelingstermijn.
Artikel 7
Over het voorlopig onteigeningsbesluit zal een openbaar onderzoek worden georganiseerd in overeenstemming met de artikelen 17 e.v. van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
Artikel 8
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere afhandeling van het openbaar onderzoek, alsook het voeren van minnelijke onderhandelingen met het oog op minnelijke verwerving.
Artikel 9
De gemeenteraad vraagt aan het College om volledige transparantie te brengen en een buurtoverleg te organiseren over de streefplannen van de “Kop van de Tolpoortstraat”. Alle documenten en reeds gemaakte afspraken en onderhandelingen worden in de eerstvolgende commissie aan de gemeenteraad toegelicht. Indien dit nodig is kan de commissie besloten zijn.
Artikel 10
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Jan Vermeulen (burgemeester), Bart Vermaercke, Peter Parmentier, Olaf Evrard, Freija Dhondt (raadsleden), Bart Van Thuyne (schepen), Jan Pauwels, Sylvie Claeys, Eva Martens, Annick Verstraete (raadsleden)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie op het wegverkeer en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 1 december 1975 betreffende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en latere wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens en latere wijzigingen.
De omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 van de Vlaamse minister van mobiliteit, sociale economie en gelijke kansen.
Het standaardbestek 250 voor de wegenbouw, hoofdstuk X.
Het algemeen politiereglement Deinze-Zulte-Lievegem goedgekeurd 20 februari 2020.
Het collegebesluit van 22 juni 2023 betreffende het Tijdelijke politieverordening op het verkeer houdende de invoer van beperkt eenrichtingsverkeer in de Poelstraat deel gelegen tussen Gaversesteenweg en Kouterlosstraat en invoer van een parkeer- en stilstaanverbod op de N43 thv het kruispunt met de Gampelaeredreef.
Het collegebesluit van 16 januari 2024 betreffende het Tijdelijke politieverordening op het verkeer houdende de invoer van beperkt eenrichtingsverkeer in de Poelstraat deel gelegen tussen Gaversesteenweg en Kouterlosstraat – verlenging.
Punt 2 verslag van de verkeerscommissie 05 februari 2024.
Analyse Telraam oktober 2023
Analyse Telraam januari 2024
HB-onderzoek Negenstratenwijk april 2022
Synthesenota mobiliteitsplan Deinze
Mobiliteitsplan Deinze
Brief deel wijkambassadeurs Negenstratenwijk januari 2024
Brief Frans Baert en vennoten m.b.t. éénrichtingsverkeer Poelstraat
Verslag overleg wijkambassadeurs 14.02.2024
Politioneel advies omtrent opheffen éénrichtingsverkeer Poelstraat – ‘gedeeltelijk’ 21.02.2024
Historiek
Naar aanleiding van de opmaak van het mobiliteitsplan voor de stad Deinze, werd op vraag van inwoners van diverse woonwijken een onderzoek uitgevoerd naar sluipverkeersstromen. Uit dit onderzoek kwam duidelijk naar voor dat er vooral sprake was van doorgaand sluipverkeer in de Negenstratenwijk, met als meest problematische as de route Gampelaeredreef - Poelstraat. Uit het herkomst- bestemmingsonderzoek van 2013 kwam ook duidelijk naar voor dat de voornaamste sluipverkeersstroom wijkuitwaarts was (m.a.w. komende van de N43 Gentsesteenweg richting de Gaversesteenweg). Als oplossing voor de gestelde problematiek, schoof het mobiliteitsplan (definitief vastgesteld door de gemeenteraad in juni 2018 na verschillende participatie- en infomomenten) de invoer van éénrichtingsverkeer in de Poelstraat (gedeelte tussen de Gaversesteenweg en de Kouterlosstraat) naar voor, waarbij de toegelaten rijrichting wijkinwaarts is (actie 864 in het actieprogramma, p. 129).
Ook het herkomst-bestemmingsonderzoek (uitgevoerd door studiebureau Vectris) van april 2022 bevestigt dat er nog steeds sprake is van een aanzienlijke sluipverkeersstroom door de Poelstraat en dat deze nog steeds duidelijk wijkuitwaarts is en bevestigt bovendien dat de Poelstraat een grote hoeveelheid verkeer (zowel doorgaand als lokaal) te verwerken krijgt.
De invoering van éénrichtingsverkeer (wijkinwaarts) in dit gedeelte van de Poelstraat biedt niet enkel een oplossing voor de vastgestelde sluipverkeersstroom (aangezien vastgesteld werd dat de voornaamste sluipverkeersstroom wijkuitwaarts is) maar biedt tegelijkertijd ook een oplossing voor de andere problematiek in de Poelstraat: zij is de centrale as voor de ontsluiting van de zachte weggebruiker richting centrum van de wijken die aansluiten op de Poelstraat. De Poelstraat, vooral het gedeelte tussen de Gaversesteenweg en Kouterlosstraat aangezien daar het meeste fiets- en autoverkeer is, is simpelweg niet breed genoeg om én parkeren én dubbelrichtingsverkeer in de hoeveelheden die gemeten zijn én fietsers én voetgangers op een veilige manier plaats te geven. De keuze om de veiligheid van de actieve weggebruiker in het algemeen en de fietser in het bijzonder via éénrichtingsverkeer te beschermen, werd eveneens reeds gemaakt in het mobiliteitsplan, dat onder het hoofdstuk ‘lokaal fietsnetwerk’ bepaalt: “Op korte termijn zal Poelstraat enkelrichting worden gemaakt vanaf Gaversesteenweg richting Kouterlosstraat. Op die manier ontstaat er meer ruimte voor de fiets waardoor de fietsroute ook veiliger wordt.’ (p. 88).
Eventuele mogelijke alternatieven om de sluipverkeersstroom tegen te gaan en die door de stad ook onderzocht zijn (met name mogelijke invoering uitgezonderd plaatselijk verkeer, circulatiemaatregelen in de Gampelaeredreef – met name de mogelijke invoering van een enkelrichting richting N43), bieden, hoewel ze wel een (deel van de) oplossing kunnen zijn om het sluipverkeer uit de Poelstraat te halen, geen oplossing voor de dan nog ruim 2000 wagens die tot het lokaal verkeer (verkeer met een vertrek of bestemming binnen de wijk) behoren en op dagbasis door de zeer smalle Poelstraat rijden en daar fietsers (en indirect dus ook voetgangers) letterlijk en figuurlijk wegduwen. Een mogelijke invoering van een regime “Uitgezonderd plaatselijk verkeer” zou bijvoorbeeld geen impact hebben op het lokale verkeer uit de wijk dat de Poelstraat als ontsluiting gebruikt. Idem voor het invoeren van circulatiemaatregelen in de Gampelaeredreef.
Om al deze redenen besliste het college van burgemeester en schepenen in de zitting van 22 juni 2023 om bij wijze van proefopstelling het éénrichtingsverkeer in te voeren in het gedeelte van de Poelstraat tussen Kouterlosstraat en Gaversesteenweg vanaf 10 juli 2023 t.e.m. 27 oktober 2023. Na de eerste evaluatie in oktober werd beslist om de proefopstelling te verlengen tot en met 31 januari 2024 en bijkomend te evalueren. Deze evaluatie werd in de loop van januari uitgevoerd, en het college besliste in de zitting van 16 januari 2024 om het dossier voor te bereiden voor de gemeenteraad en de proefopstelling tussentijds te verlengen tot de gemeenteraad er zich over heeft uitgesproken.
Evaluatie
Eerste evaluatie Telraam
Voor de evaluatie van de invoering van het éénrichtingsverkeer in de Poelstraat werd samengewerkt met Telraam (een onderdeel van T&M Leuven). Hun bevindingen o.b.v. geplaatste telraamtoestellen in de Poelstraat, Krekelstraat, Ten Rodelaan en Kerselaarlaan werden samengevat in de presentaties in bijlage. Samengevat: door het invoeren van de enkelrichting is er een verwachte daling (halvering, tot 100 auto's per uur) van het autoverkeer in de Poelstraat waardoor de modal split (verhouding voetgangers/fietsers en autoverkeer) veel positiever is dan voor de invoering van het éénrichtingsverkeer (toename van het percentage fietsers en voetgangers van 29 % naar 41%) en bijgevolg, door de daling van het autoverkeer, ook de verkeersveiligheid voor de actieve weggebruiker in het algemeen en de fietsers in het bijzonder toeneemt. Uitermate positief is bovendien dat er een sterkere daling tijden de piek is, wanneer er ook veel schoolgaande kinderen en jongeren gebruik maken van de Poelstraat om naar school te fietsen.
Verder werd ook de impact op andere straten van de woonwijk onderzocht, met name die straten waar er een risico bestond dat het sluipverkeer zich ernaar zou verplaatsen. In de Ten Rodelaan is er een toename van ongeveer 30 auto's per uur. Meer dan waarschijnlijk gaat het hier over lokaal verkeer dat vroeger ontsloot via de Poelstraat en blijft het doorgaand sluipverkeer op de gewestweg (gezien de verhouding afname Poelstraat en toename Ten Rodelaan) - al valt dit op basis van de Telraam-gegevens niet met 100% zekerheid te zeggen. Wat wel onweerlegbaar is, is dat de daling van de hoeveelheid verkeer in de Poelstraat zich absoluut niet 1-op-1 verlegt naar de Ten Rodelaan. Ook in de Krekelstraat is er geen sprake van een significante toename van het autoverkeer sinds de invoering van de enkelrichting. Ter hoogte van de Kerselaarslaan werden er geen veranderingen opgemerkt. M.a.w. +- 70 voertuigen/uur die vroeger door de wijk reden, doen dit nu niet meer, , met alle positieve gevolgen voor verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid.
Tweede evaluatie Telraam
Voor de tweede evaluatie werd door Telraam bekeken of de bevindingen uit de eerste analyse zich doorzetten (zie presentatie in bijlage). Uit de evaluatie blijkt dat de resultaten van de eerste evaluatie bevestigd worden. Ten opzichte van de eerste analyse is er bovendien een daling waar te nemen van de V85 (snelheid die door 85% van de bestuurders niet overschreden wordt), zowel in de Poelstraat als in de Ten Rodelaan.
Bijkomende metingen en observaties
Daarnaast werden er door de dienst nog een aantal bijkomende metingen en observaties uitgevoerd op andere plaatsen dan waar de Telramen geplaatst zijn. Zo bleek bijvoorbeeld dat de hoeveelheid verkeer in de Krekelstraat ter hoogte van de Gampelaeredreef gelijk is gebleven. Het sluipverkeer heeft zich m.a.w. niet verplaatst naar de route Astene - Krekelstraat. Daarnaast werd ook een meettoestel gehangen in de Krekelstraat tussen Ten Rodelaan en Gaversesteenweg (op vraag van de wijkambassadeurs). Vergelijking met gegevens van het Telraam iets verderop in de Krekelstraat toont aan dat de cijfers op beide locaties grosso modo gelijk zijn. Er werden wel iets meer auto's gemeten in het gedeelte tussen de Ten Rodelaan en de Gaversesteenweg, maar gezien de beperkte toename kan er ook hier vanuit gegaan worden dat dit vooral over lokale ontsluiting gaat.
Daarnaast werd ook een telling/observatie van fietsers uitgevoerd ter hogte van het kruispunt Krekelstraat/Gaversesteenweg (zie bijlage). Over het algemeen werden geen gevaarlijke situaties tussen fietsers en auto's geobserveerd. Om de duidelijkheid voor alle weggebruikers daar te vergroten, zal er wel geopteerd worden om het fietspad ook als dusdanig te laten markeren.
Advies verkeerscommissie
Ter voorbereiding van de agendering van dit punt op de gemeenteraad, werd ook het advies gevraagd aan de verkeerscommissie dd. 05/02/2024 betreffende de evaluatie van het éénrichtingsverkeer in de Poelstraat. Onderstaand de weerslag in het verslag betreffende het punt:
De vertegenwoordiger van de fractie NV-A wenst enkele bemerkingen te formuleren die ze o.a. ontvangen hadden van enkele bewoners Poelstraat. Een eerste bemerking was de afweging tussen verkeersleefbaarheid en bereikbaarheid. Een tweede voorstel van deze fractie was om fietsers meer te sturen naar de fietssnelweg en minder via de Poelstraat.
De vertegenwoordiger van de fractie Vooruit bracht ook de vraag aan van enkele buurtbewoners om voor hen een uitzondering te kunnen maken op het éénrichtingsverkeer, nl. dat bewoners wel in de beide richtingen zouden mogen rijden met hun wagen. Binnen de VC was het antwoord stellig dat dit zeker niet kan, aangezien de Wegcode deze uitzondering verkeersjuridisch niet toelaat.
Conclusie
Op basis van de twee evaluaties uitgevoerd door Telraam en op basis van bijkomend onderzoek door de dienst mobiliteit wordt geconcludeerd dat het uitgeteste éénrichtingsverkeer globaal een positieve impact heeft op:
Op basis van deze positieve impact kan worden geconcludeerd dat de proefopstelling volgende doelstellingen van algemeen belang dient:
En wordt het éénrichtingsverkeer in de Poelstraat definitief ingevoerd.
Artikel 1
In de Poelstraat het deel gelegen tussen Gaversesteenweg en Kouterlosstraat wordt beperkt éénrichtingsverkeer ingevoerd. De toegelaten rijrichting is deze van Gaversesteenweg naar de Kouterlosstraat. Fietsers, bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse A en speed pedelecs mogen in de beide rijrichtingen rijden.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van de volgende verkeerssignalisatie:
• Verkeersbord C1 (verboden richting) met onderbord M12 (uitgezonderd fietsers, bromfietsen klasse A en speed pedelecs) in de Poelstraat met de Kouterlosstraat alsook in de Poelstraat t.h.v. perceelgrens nrs 51 -53.
• Verkeersbord F19 met onderbord M18 in de Poelstraat met de Gaversesteenweg alsook in de Poelstraat nr 52 (= t.h.v. doodlopende zijtak Poelstraat).
Artikel 2
Naast het overmaken aan de Vlaamse Overheid wordt tevens een afschrift van dit besluit gestuurd naar:
• De griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent.
• De griffie van de Politierechtbank te Gent.
• De lokale politie, directie operaties, afdeling verkeer.
• De provincie Oost-Vlaanderen.
Artikel 3
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie op het wegverkeer en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 1 december 1975 betreffende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en latere wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens en latere wijzigingen.
De omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 van de Vlaamse minister van mobiliteit, sociale economie en gelijke kansen.
Het standaardbestek 250 voor de wegenbouw, hoofdstuk X.
De e-mail van 18 januari 2024 van de Gemeenschapswacht – GAS Vaststeller met onderwerp: LANDEGEM Veldbloemlaan 24 - Parking personen beperking.
Het gemeenteraadsbesluit van 24 september 2013 betreffende het Aanvullend Verkeersreglement houdende invoer van een parkeerplaats voor personen met een beperking t.h.v. Veldbloemlaan 24.
Het verslag van de verkeerscommissie van 5 februari 2024 (punt 32).
Gunstig advies van de verkeerscommissie van 5 februari 2024 om de parkeerplaats voor personen met een handicap ter hoogte van Veldbloemlaan 24 op te heffen.
Artikel 1
De parkeerplaats voor personen met een handicap ter hoogte van Veldbloemlaan 24 wordt opgegeven.
Artikel 2
Het aanvullend verkeersreglement op de politie over het wegverkeer van 24 september 2013 houdende invoer van een parkeerplaats voor personen met een beperking ter hoogte van Veldbloemlaan 24, wordt opgegeven.
Artikel 3
Naast het overmaken aan de Vlaamse Overheid wordt tevens een afschrift van dit besluit gestuurd naar:
• De griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent.
• De griffie van de Politierechtbank te Gent.
• De lokale politie, directie operaties, afdeling verkeer.
• De provincie Oost-Vlaanderen.
Artikel 4
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Jan Vermeulen (burgemeester)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie op het wegverkeer en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 1 december 1975 betreffende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en latere wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens en latere wijzigingen.
De omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 van de Vlaamse minister van mobiliteit, sociale economie en gelijke kansen.
Het standaardbestek 250 voor de wegenbouw, hoofdstuk X.
Het algemeen politiereglement Deinze-Zulte-Lievegem goedgekeurd 20 februari 2020.
Het collegebesluit van 22 juni 2023 betreffende het Tijdelijke politieverordening op het verkeer houdende de invoer van beperkt eenrichtingsverkeer in de Poelstraat deel gelegen tussen Gaversesteenweg en Kouterlosstraat en invoer van een parkeer- en stilstaanverbod op de N43 thv het kruispunt met de Gampelaeredreef.
Het collegebesluit van 16 januari 2024 betreffende het Tijdelijke politieverordening op het verkeer houdende de invoer van beperkt eenrichtingsverkeer in de Poelstraat deel gelegen tussen Gaversesteenweg en Kouterlosstraat – verlenging.
Gunstig advies van de verkeerscommissie 05 februari 2024 om het parkeer- en stilstaanverbod op de Kapellestraat (N43) t.h.v. de Gampelaeredreef definitief te bestendigen (punt 4 van het verslag van de verkeerscommissie 05 februari 2024).
Het parkeer- en stilstaanverbod in kwestie zorgt voor een betere zichtbaarheid voor bestuurders die uit de Gampelaeredreef op de N43 willen rijden.
Artikel 1
Een parkeer- en stilstaanverbod wordt ingevoerd op de Kapellestraat (N43) t.h.v. het kruispunt met de Gampelaeredreef richting Gent. Het betreft +/- 36 m voor de bushalte op de N43 gelegen voor de Gampelaeredreef. Op de bushalte is parkeren verboden, dit conform artikel 25.1.2° van de wegcode. Tevens op de Kapellestraat (N43) richting Gent vanaf het kruispunt met de Gampelaeredreef en dit tem de woning Kapellestraat nr. 109.
Deze verkeersmaatregel wordt ter kennis van de weggebruikers gebracht door het plaatsen van verkeersborden E3 met opwaartse pijl (begin reglementering) en neerwaartse pijl (einde reglementering).
Artikel 2
Naast het overmaken aan de Vlaamse Overheid wordt tevens een afschrift van dit besluit gestuurd naar:
• De griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent.
• De griffie van de Politierechtbank te Gent.
• De lokale politie, directie operaties, afdeling verkeer.
• De provincie Oost-Vlaanderen.
Artikel 3
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.
De wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.
Het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest over de uitwisseling van informatie tussen het Openbaar Ministerie en een Vlaamse bestuurlijke beboetingsinstantie, vermeld in artikel 38, § 1 van het kaderdecreet Vlaamse handhaving van 14 juli 2023.
Mail van 6 november 2023 vanuit het kabinet van Minister Demir i.v.m. aansluiting Vlaams Handhavingsplatform.
Het protocol ter omkadering van de elektronische mededeling van persoonsgegevens tussen het agentschap justitie en handhaving en gemeente Deinze in het kader van de toegang tot het Vlaams Handhavingsplatform + annex.
Het advies van 12 januari 2024 van de functionaris voor gegevensbescherming (DPO) van de stad Deinze.
Het Agentschap Justitie en Handhaving is van start gegaan met het Vlaams Handhavingsplatform (VHP), dat als doel heeft alle informatie rond handhaving gecentraliseerd, uniform, real-time en beveiligd ter beschikking te stellen aan alle betrokken autoriteiten en instanties.
De aansluiting zal gefaseerd gebeuren en brengt een aantal verplichtingen mee. Zo wordt er begonnen met de digitale invoer van alle proces-verbalen (PV's), verslagen van vaststelling en documenten m.b.t. de bestuurlijke sanctieprocedure in het platform. Ook de communicatie naar de belanghebbenden over die documenten (de kennisgeving) zal digitaal via het platform gebeuren.
De stad Deinze doet aan handhaving voor stedenbouw (VCRO - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) en milieu (DABM - Decreet Algemene Bepalingen Milieu). Voor deze decreten wordt de verplichting om aan te sluiten op het VHP van kracht op 25 maart 2024.
Na deze datum moeten de vermelde documenten digitaal worden opgesteld, ondertekend met e-ID, en vervolgens ingegeven worden in het VHP, dat zal instaan voor de kennisgeving ervan aan de bestemmelingen.
Het gebruik van het Vlaams Handhavingsplatform brengt een aantal belangrijke voordelen mee:
Een organisatie kan aansluiten op het platform op twee manieren:
Na onderzoek is gebleken dat de meeste IT integratoren de technische connectie niet kunnen realiseren vóór de go-live datum en dat de meeste steden en gemeenten lage volumes aan dossiers behandelen. Bijgevolg gaan ze ervan uit dat alle lokale besturen zullen aansluiten d.m.v. een user interface, althans in de opstartfase. Ze voorzien daarom een onboardingstraject voor alle betrokken verbalisanten, gebaseerd op een aansluiting via user interface. Dit verhindert niet om later alsnog, indien gewenst, een technische koppeling te realiseren met een dossieropvolgingssysteem.
De stad dient nog volgende acties te ondernemen alvorens te kunnen aansluiten:
Er werd advies gevraagd over het voorliggende protocol aan de functionaris voor gegevensbescherming. Deze gaf op 12 januari 2024 een positief advies wanneer:
Aangezien Veneco ook handhavingstaken voor de stad uitvoert, dient ook nog een annex aan het protocol ondertekend te worden. De reden is dat de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden zoals Veneco vandaag geen rijksregistermachtiging hebben – in tegenstelling tot de steden en gemeenten.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het protocol + annex goed ter omkadering van de elektronische mededeling van persoonsgegevens tussen het Agentschap Justitie en Handhaving en stad Deinze in het kader van toegang tot het Vlaams Handhavingsplatform, mits inachtname van de punten geformuleerd door de functionaris voor gegevensbescherming.
Artikel 2
De gemeenteraad verleent machtiging aan de burgemeester en algemeen directeur tot ondertekening van het protocol namens de stad Deinze.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Freija Dhondt, Bart Vermaercke (raadsleden), Jan Vermeulen (burgemeester), Olaf Evrard, Annick Verstraete (raadsleden)
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, artikelen 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Balloonmeeting overeenkomst 2025-2023
Deinze is van 2020 tot en met 2024 gaststad voor de AVS Balloonmeeting. De samenwerking met de externe organisator verloopt goed. Het evenement is een meerwaarde voor onze stad. Dit 2-daags evenement geniet een grote uitstraling en trekt bezoekers aan vanuit een ruime regio.
Voor de organisatie van de "Balloonmeeting – stad Deinze" in samenwerking met Meetjeslandse Balloonmeeting vzw in de periode 2025-2030 wordt een nieuwe overeenkomst voorgelegd. De overeenkomst legt de logistieke en financiële inbreng vast van beide partijen bij de organisatie van dit evenement.
Voor de organisatie van de "Balloonmeeting – stad Deinze" in samenwerking met Meetjeslandse Balloonmeeting vzw in 2024 wordt de bestaande overeenkomst herzien. De financiële inbreng van Stad Deinze voor 2024 wordt verhoogd. De organisatie van dit evenement is onderhevig aan stijgende kosten waardoor een grote financiële bijdrage van de stad noodzakelijk is.
Het engagement van AVS voor de toekomstige balloonmeetings is nog onzeker.
Er werd voor deze uitgave een krediet voorzien op:
meerjarenplan 2020-2025 |
exploitatie |
jaar |
2025-2028 |
beleidsitem |
071000 - feesten en plechtigheden |
algemene rekening |
649200 - samenwerkingsovereenkomsten |
actie |
geen |
krediet |
22.000 euro |
Met aanpassing van het meerjarenplan 2024/1 zullen volgende kredieten bij voorzien worden
meerjarenplan 2020-2025 |
exploitatie |
jaar |
2025-2028 |
beleidsitem |
071000 - feesten en plechtigheden |
algemene rekening |
649200 - samenwerkingsovereenkomsten |
actie |
geen |
krediet |
2024 : 8.000 euro |
Bij de opmaak van het meerjarenplan 2026-2031 worden volgende kredieten voorzien
meerjarenplan 2026-2031 |
exploitatie |
jaar |
2029-2030 |
beleidsitem |
071000 - feesten en plechtigheden |
algemene rekening |
649200 - samenwerkingsovereenkomsten |
actie |
geen |
krediet |
2029 : 37.500 euro |
visum onder voorbehoud goedkeuring aanpassing MJP 2024/1 - alle aanpassingen worden doorgevoerd in boekhoudpakket tot en met budgetjaar 2028.
visum onder voorbehoud - budget 2029 en 2030 worden meegenomen bij de opmaak MJP 2026-2031
Gunstig visum 2024/62 van Sabine Vermeersch van 13 februari 2024
Artikel 1
De gemeenteraad keurt voor 2024 een extra financiële ondersteuning van 8 000 euro bovenop het bedrag vastgelegd in de overeenkomst voor de periode 2020-2024 voor de organisatie van de "AVS Balloonmeeting – stad Deinze" in samenwerking met Meetjeslandse Balloonmeeting vzw, zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 20 februari 2020, goed.
Artikel 2
De overeenkomst voor de periode 2025-2030 voor de organisatie van de "Balloonmeeting – stad Deinze" in samenwerking met Meetjeslandse Balloonmeeting vzw in bijlage wordt goedgekeurd.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het verslag van de Algemene Vergadering van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek van 24 januari 2024.
Het verslag 2023 (nazicht der rekeningen) van de IV Burensportdienst Leiestreek.
De powerpoint presentaties van 24 januari 2024.
Op 23 mei 2019 keurde de gemeenteraad de gewijzigde overeenkomst Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek goed.
De stad Deinze treedt op als beherende gemeente van deze Interlokale Vereniging voor de legislatuur 2019 - 2024.
In de Algemene Vergadering van 24 januari 2024 werd het jaarverslag 2023 en het programma en de begroting van 2024 goedgekeurd. De jaarrekening 2023 werd voorlopig goedgekeurd.
Volgens artikel 13 van de overeenkomst wordt de jaarrekening van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek ter goedkeuring voorgelegd aan de verschillende gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. De jaarrekening kan pas goedgekeurd worden indien de gewone meerderheid van de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten ze goedkeurt.
Deze beslissing valt niet onder de visumplicht en heeft geen financiële gevolgen.
Artikel 1
De jaarrekening 2023 en bijhorend jaarverslag van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek wordt goedgekeurd.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekend gemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017)
De gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994, artikel 173.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41, 2de lid, 14°, over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het besluit van de Gemeenteraad van 29 augustus 2019 over de Projectvereniging Platform Omgeving leie Schelde: naamwijziging, toetreding nieuwe leden, herziening statuten + Cultuurnota Leie Schelde - goedkeuring.
Het besluit van de Gemeenteraad van 21 december 2023 over de Opstart Regiobib Leie Schelde - goedkeuring één gemeenschappelijk reglement en de opstart van het intern ruilverkeer.
Het besluit van de Gemeenteraad van 21 december 2023 over het Retributiereglement Stedelijke Openbare Bibliotheek Deinze - aanpassing.
Overzicht boeteberekening 2023.
De gemeenteraad keurde in de zitting van 21 december 2023 de aanpassing van het retributiereglement van de stedelijke openbare bibliotheek Deinze goed. Deze aanpassing was nodig omdat de bibliotheek Deinze vanaf 17 april 2024 instapt in de Regiobib Leie Schelde met één gemeenschappelijk reglement. De opstart van de Regibib Leie Schelde met goedkeuring van één gemeenschappelijk reglement werd goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 21 december 2023.
Bij het invullen van de parameters door Cultuurconnect in samenspraak met de bibliothecarissen om alle afspraken van het ééngemaakt bibliotheekreglement in de biblotheeksoftware WISE in te stellen voor alle bibliotheken van de Cultuurregio botsten we op het probleem dat niet alle bibliotheken van de Cultuurregio over dezelfde geavanceerde apparatuur beschikken. De bibliotheken Deinze en Landegem beschikken over een 'slimme inleverbus' die gelinkt is aan de bibliotheeksoftware WISE. Dit betekent dat een lener die bibliotheekmaterialen inlevert via deze inleverbus na sluitingstijd van de bibliotheek op de laatste dag van de uitleentermijn, toch nog op tijd is binnen de toegestane uitleentermijn en dus geen maningsgeld moet betalen. Bibliotheken uit de regio die geen 'slimme inleverbus' hebben, kunnen deze service niet bieden aan hun leners. Leners die in deze bibliotheken een bibliotheekmateriaal binnenbrengen na sluitingstijd op de laatste dag van de hun toegestane uitleentermijn, zijn te laat met hun materiaal en moeten maningsgeld betalen. Om dit probleem op te lossen geven deze bibliotheken aan hun leners één boetevrije dag. Om de werking van de Regiobib te doen slagen, is het dus nodig om eenzelfde principe te hanteren voor de hele Regiobib.
Uit nazicht van onze financiële gegevens blijkt dat in de bibliotheek Deinze en de bibliotheek Landegem samen in 2023 18.531,10 maningsgeld of boete ontstaan is. Bij nazicht van de boetes die geïnd worden na 1 dag te laat, blijkt dat dit over 1077,70 euro gaat (cijfers van 2023).
Om bovenstaande redenen wordt het retributiereglement goedgekeurd in de gemeenteraad van 21 december 2023 als volgt aangepast:
Art. 9 'Overschrijden leentermijn: het maningsgeld als volgt aangerekend: 0,10 euro/openingsdag/materiaal' wordt aangepast naar 'Overschrijden leentermijn: het maningsgeld als volgt aangerekend: 0,10 euro/openingsdag/materiaal. In het kader van de samenwerking met de Regiobib wordt 1 boetevrije dag toegestaan. Dit is de eerste dag na het verstrijken van de leentermijn'.
De ontvangsten van deze beslissing zullen geboekt worden op:
meerjarenplan 2020-2025 |
Exploitatie |
jaar |
2024-2025 |
beleidsitem |
070300 |
algemene rekening |
700000 - Opbrengsten diverse verkoop |
actie |
geen |
krediet |
toereikend |
Bij het toestaan van 1 boetevrije dag, derft de bibliotheek Deinze-Landegem ca. 1.077,7 euro maningsgeld op één jaar (cijfers van 2023).
Periode
Artikel 1
Er wordt voor een termijn aanvangend op 17 april 2024 en eindigend op 31 december 2025 een aangepast retributiereglement geheven voor alle vestigingen van de stedelijke openbare bibliotheek Deinze.
Schuldenaar
Artikel 2
De retributie is verschuldigd door de persoon op wiens naam de bibliotheekmaterialen werden uitgeleend of aan wie de bibliotheekdiensten werden verleend.
Tarieven
Artikel 3
De retributie wordt als volgt vastgesteld:
I. Lidmaatschap
Artikel 4
Het lidmaatschap van de bibliotheek is gratis.
II. Ontlening
Artikel 5
Het ontlenen van boeken, tijdschriften, cd’s en dvd’s is gratis.
Artikel 6
De bibliotheek leent gratis toptienboeken uit. Een lener kan max. 2 toptienboeken lenen. De uitleentermijn bedraagt 2 weken. Een toptienboek kan niet gereserveerd worden en kan niet verlengd worden.
Artikel 7
Het ontlenen van een e-reader is gratis. Een lener kan max. 1 e-reader ontlenen.
Het maningsgeld voor het te laat binnen brengen van een e-reader bedraagt 5 euro per e-reader en per week te laat vanaf de 1ste dag te laat. Een e-reader kan niet verlengd worden.
III. Reservaties
Artikel 8
Het reserveren van een materiaal binnen de Regiobib Leie Schelde is gratis.
Voor een aanvraag bij een openbare bibliotheek buiten de Regiobib Leie Schelde wordt 5 euro aangerekend. Voor een aanvraag bij een niet-openbare bibliotheek wordt de werkelijke kostprijs aangerekend.
IV. Maningsgelden
Artikel 9
Overschrijden leentermijn: het maningsgeld als volgt aangerekend : 0,10 euro/openingsdag/materiaal. In het kader van de samenwerking met de Regiobib wordt 1 boetevrije dag toegestaan. Dit is de eerste dag na het verstrijken van de leentermijn.
V. Laattijdig terugbrengen
Artikel 10
De procedure voor het te laat terugbrengen van ontleende materialen is de volgende:
|
aantal kalenderdagen |
brief of e-mail |
kostprijs |
eerste aanmaningsbericht |
7 dagen na het verstrijken van de leentermijn |
e-mail (brief voor leners zonder e-mail) |
gratis portkosten + boete (art. 6) |
tweede aanmaningsbericht |
21 dagen na het verstrijken van de leentermijn |
per brief |
1 euro portkosten + boete (art. 6) |
derde aanmaningsbericht of materiaalvergoedingsnota |
42 dagen na het verstrijken van de leentermijn |
aangetekend schrijven |
8 euro portkosten + boete (art. 6) |
vierde aanmaningsbericht |
63 dagen na het verstrijken van de leentermijn |
factuur per brief |
voorstel tot betalen van de boeken tegen effectieve aankoopprijs + betalen boete (maximaal 5,40 euro per materiaal - art. 6) + 9 euro portkosten (zijn de portkosten van het tweede en derde aanmaningsbericht) |
VI. Verlies of beschadiging
Artikel 11
Bij verlies of volledige beschadiging van een boek, tijdschrift, cd of dvd zal de effectieve aankoopprijs worden aangerekend. Wanneer de aankoopprijs onbekend is, zal de prijs van een gelijkwaardig werk worden aangerekend.
Artikel 12
Voor volledig beschadigde boeken, tijdschriften, cd’s of dvd’s die niet meer op een passende wijze kunnen uitgeleend worden, wordt de effectieve aankoopprijs aangerekend.
De kostprijs voor lichte beschadigingen wordt bepaald door de bibliothecaris afhankelijk van de aard van de beschadiging met een richtprijs van 1,50 euro per beschadigde bladzijde.
Artikel 13
Voor een beschadigd cd- of dvd -doosje wordt 1,00 euro aangerekend.
Artikel 14
Voor de vervanging van de lidkaart (door verlies of beschadiging) wordt een kost van 2,50 euro aangerekend.
VII. Gebruik van internet
Artikel 15
Leners van de bibliotheek kunnen internet 2 uur per dag gratis gebruiken.
Artikel 16
Het gebruik van WIFI is gratis.
VII. Inning
Artikel 17
Als de retributie niet onmiddellijk betaald kan worden, moet de betaling gebeuren ten laatste op het moment dat het verschuldigde bedrag 5 euro bedraagt, zo niet wordt de lenerskaart geblokkeerd en wordt de lener van elke vorm van dienstverlening (boeken ontlenen, internet, printen en fotokopies) uitgesloten.
Leners hebben 3 maanden de tijd om het openstaande bedrag van 5 euro of meer te betalen. Na 3 maanden krijgen de leners met een openstaand bedrag van 5 euro of meer een registratienota via e-mail met de vraag om het openstaande bedrag te betalen.
Maatregelen bij weigering van betaling
Artikel 18
Bij weigering of nalatigheid om de retributie te betalen, geschiedt de invordering volgens de regels van de burgerlijke rechtspleging voor het betwiste gedeelte.
Voor het niet-betwiste gedeelte van de niet-fiscale vorderingen geschiedt de invordering overeenkomstig artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Artikel 1
Er wordt voor een termijn aanvangend op 17 april 2024 en eindigend op 31 december 2025 een aangepast retributiereglement geheven voor alle vestigingen van de stedelijke openbare bibliotheek Deinze.
Artikel 2
Het retributiereglement Stedelijke Openbare Bibliotheek, goedgekeurd op 21 december 2023, wordt in het kader van de samenwerking met de bibliotheken van de Regiobib Leie Schelde, aangepast voor wat betreft artikel 9 : er wordt 1 boetevrije dag toegestaan. Het geconsolideerde retributiereglement staat onder het reglement.
Artikel 3
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd en aan de betrokken dienst belast met de toepassing van dit reglement.
Artikel 4
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1 en artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Peter Parmentier (raadslid), Rutger De Reu (schepen)
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet).
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 143.000,00 euro niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het uittreksel van het college van burgemeester en schepenen van 5 september 2023.
Het advies van de Bibliotheekraad van 13 februari 2024.
Verwijzend naar het college van burgemeester en schepenen van 5 september 2023.
Het implementeren van een OpenBib-systeem biedt de mogelijkheid om met onbemande uren het aantal openingsuren van de bibliotheek aanzienlijk te verhogen. Dit geeft leners meer flexibiliteit bij een bezoek aan de bibliotheek. De reikwijdte van deze extra openingsuren wordt bepaald door de inrichter. De bemande openingsuren en persoonlijke dienstverlening blijft bestaan, aanvullend hieraan maakt deze werkwijze het mogelijk ook op andere tijdstippen bezoekers toegang te verlenen tot de bibliotheek. Statistieken van andere bibliotheken die reeds het principe van OpenBib toepassen, tonen een toename van het aantal bezoekers en uitleningen vanwege de langere openingstijden.
Voor de inrichting en exploitatie van een correct werkend OpenBib-systeem dienen verschillende aspecten van de bestaande infrastructuur vernieuwd te worden.
Gezien het allerminst een duurzame werkwijze zou zijn om de verlichting gedurende de hele nacht aan te laten staan, dient de sturing van de verlichtingsinstallatie vernieuwd te worden. Deze aanpassing wordt aangegrepen om tegelijk een verledding van de huidige verlichtingsinstallatie uit te voeren.
De opdrachten voor alle uit te voeren werken zijn opgedeeld in volgende percelen:
De totale uitgave voor deze opdracht wordt indicatief geraamd op 137.743,80 euro excl. btw of 166.670 euro incl. btw.
Er wordt voorgesteld de diverse percelen afzonderlijk te gunnen bij wijze van onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking en/of opdrachten van beperkte waarde.
Voor zover van toepassing wordt aan de gemeenteraad gevraagd om machtiging te geven aan het college van burgemeester en schepenen om de technische bepalingen en bijhorende meetstaat van het bestek goed te keuren, conform artikel 41, 2° lid, 10° b) van het decreet lokaalbestuur. Deze technische bepalingen zullen rechtstreeks voortvloeien uit de uitvoeringsplannen die zullen worden opgemaakt in samenspraak met de externe partijen.
De uitgaves voor deze opdracht zijn voorzien in het investeringsbudget van 2024 op volgende budgetcodes:
IP007 19004/18 241000 0703
IP007 18042/65 221007 070300
Gunstig visum 2024/61 van Sabine Vermeersch van 13 februari 2024
Artikel 1
De goedkeuring wordt verleend aan de opdracht “Aanpassen van de bibliotheek te Landegem in functie van een OpenBib-systeem met bijhorende relighting".
Artikel 2
De indicatieve raming voor de opdracht "Aanpassen van de bibliotheek te Landegem in functie van een OpenBib-systeem met bijhorende relighting" wordt goedgekeurd. Deze indicatieve totale raming bedraagt 137.743,80 euro excl. btw of 166.670 euro incl. btw.
Artikel 3
Bovengenoemde opdracht wordt in diverse percelen afzonderlijk gegund bij wijze van onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking en/of opdrachten van beperkte waarde.
Artikel 4
Het schepencollege wordt gemachtigd om indien van toepassing, op basis van artikel 41, 2° lid, 10°, b) van het decreet lokaal bestuur, de technische bepalingen en bijhorende meetstaat van het bestek goed te keuren.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt via de besluitenlijst van de gemeenteraad op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 285 § 1, 1° en § 3, artikel 287 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Olaf Evrard (raadslid), Jan Vermeulen (burgemeester), Peter Parmentier (raadslid), Filip Vervaeke (schepen)
Raadslid Olaf Evrard
Verkeersveiligheid Renaat De Rudderstraat - Kerkstraat (Landegem) (1)
Mensen die hun kinderen en/of kleinkinderen dagelijks te voet, per fiets of met een buggy van en naar de school De Bereboot brengen via de Renaat De Rudderstraat en de Kerkstraat, lopen heel wat risico's. Het betreft vooral het deel vanaf de huisnummers 9, 11 en 13 tot de hoek van de Poeldendries. Wie hier te voet, met een fiets of buggy is, moet zich telkens noodgedwongen op de openbare weg begeven.
Deze bocht is immers totaal onoverzichtelijk wat leidt tot levensgevaarlijke toestanden voor de ouders en/of de kinderen. Als het regent, is de berm al helemaal niet berijdbaar. Bovendien steken daar een aantal serieuze boomstronken gevaarlijk boven de grond uit. In deze straat is er heel wat auto- en vrachtverkeer, wat het geheel nog extra gevaarlijk maakt. Alhoewel dit een "zone 30" is, valt daar in de praktijk weinig of niets van te merken.
In het verleden werden hier al fietssuggestiestroken aangelegd. Er wordt al jaren gesproken om dit deel van de straat nog verkeersveiliger te maken voor voetgangers en fietsers, maar hopelijk moeten de bewoners niet wachten op een oplossing tot er slachtoffers vallen.
Vraag:
• Ouders worden voortdurend aangemaand om hun kinderen te voet of per fiets van en naar school te brengen. Welke maatregelen kan en zal het stadsbestuur dan ook nemen om dit deel van de straat verkeersveiliger te maken voor de voetgangers en de fietsers?
Raadslid Matthias Neirynck
Tolpoortbrug (2)
De Tolpoortbrug was de afgelopen weken al een paar keer defect. De komende maanden zal het ongetwijfeld meer voorvallen door onder meer de stijgende temperaturen. Een aantal maanden geleden stelde ik reeds de vraag over de visie wanneer de Tolpoortstraat vervangen moet worden, of ook eerder realistisch een langere tijd buiten gebruik is wat het actieplan van de stad is om de toegang tot de Tolpoortstraat te vrijwaren. Toen kreeg ik het laconieke antwoord dat de voorzitter of was het de ondervoorzitter van de Vlaamse Waterweg maar voor een oplossing moest zorgen. Nu stelt het probleem zich opnieuw en stel ik dus ook de vraag opnieuw: Wat is het actieplan van de stad om de toegang tot de Tolpoortstraat te vrijwaren, gezien de aanwezigheid van winkelgelegenheid en dus ook de noodzaak tot levering, maar evenzeer omwille van veel andere zaken.
Raadslid Peter Parmentier
Generator Antoon Van Paryspad (3)
De hier reeds besproken generator aan het bruggetje voor de Brielpoort staat er nog steeds. Dit is duidelijk geen noodoplossing van enkele weken, waarvoor zo een vervuilende generator meestal bedoeld is.Dit is een kaakslag voor het klimaatbeleid van stad Deinze en stoort met zijn geluid en geur de passanten en omwonenden.
Mogelijk verbod op private verkiezingsborden (4)
Alle partijen van de oppositie willen praten over een mogelijk verbod op private verkiezingsborden. Zal het stadsbestuur een initiatief tot overleg hierover nemen? Zo nee, waarom niet?
Vlag Oekraïne - stadhuis (5)
De vlag van Oekraïne is al enkele weken verdwenen van aan de gevel van het stadhuis. Veel vluchtelingen uit dit land zagen die als een troost in deze moeilijke periode.
Waarom is de vlag verdwenen?
Kan ze terugkomen? Zo nee, waarom niet?
Enig artikel
De mondelinge vragen worden beantwoord.
De voorzitter sluit de zitting op 22/02/2024 om 23:38.
Namens gemeenteraad,
Stefanie De Vlieger
algemeen directeur
Tess Minnens
voorzitter van de gemeenteraad