De gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994, artikel 173 over de invoering van een belasting.
Het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen - in het bijzonder de wijziging van 3 mei 2024 - betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, artikel 40 en 41, 14° over de belastingbevoegdheid van de gemeenteraad.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het gemeenteraadsbesluit van 24 januari 2019 over de belasting op masten en pylonen.
Het gemeenteraadsbesluit van 23 mei 2019 over de belasting op masten en pylonen - aanpassing.
Het gemeenteraadsbesluit van 24 mei 2022 over de belasting op masten en pylonen - aanpassing.
De e-mail van 9 augustus 2024 van Advocatenkantoor DVD taxlaw - Luc De Meyere met het advies over de aanpassing van artikel 7 van het belastingreglement op masten en pylonen.
De financiële toestand van de stad Deinze rechtvaardigt en vereist de invoering van rendabele belastingen.
Naast het financiële hoofddoel wordt ook een nevendoelstelling nagestreefd. De aanwezigheid van masten en/of pylonen op het grondgebied van de stad Deinze wordt immers als landschapsverstorend ervaren en betekent een ernstige vorm van visuele vervuiling wegens het doorbreken van vrije open ruimte.
Bijgevolg is het billijk dat deze hinder wordt gecompenseerd door een belasting die tot compensatie strekt voor de visuele impact van deze masten en pylonen voor de stad Deinze en dienst inwoners en bezoekers.
Gelet op deze doelstellingen is het dan ook objectief en redelijk verantwoord om enkel de masten en pylonen met een hoogte van minimaal 20 meter boven het maaiveld te belasten gezien de hoogte een doorslaggevende invloed heeft op het storend karakter van een mast en/of pyloon.
In de omzendbrief BB 2011/01 van 10 juni 2011 wordt gesteld dat de constructies voor de productie van windenergie of andere vormen van groene stroom niet mogen belast worden daar dit in strijd is met het gewestelijk beleid dat aanstuurt op een zo groot mogelijk aandeel van groene stroom in de lokale energieproductie. Het is ook strijdig met de Europese richtlijnen en met het Elektriciteitsdecreet dat bepaalt dat het gebruik van hernieuwbare energiebronnen moet worden bevorderd.
In overeenstemming met voormelde omzendbrief is het aldus gerechtvaardigd om een vrijstelling te voorzien voor masten en pylonen die dienen voor de productie van windenergie of andere groene stroom, temeer dat het landschapsverstorend element hier ruimschoots gecompenseerd wordt door het milieuvriendelijk aspect ervan.
Het is ook aangewezen om een onderscheid te maken tussen belastingplichtigen met commerciële en zonder commerciële doeleinden omdat de financiële last van een belasting op masten en pylonen zwaarder is voor (rechts)personen met niet-commerciële doeleinden daar zij de belasting niet kunnen inbrengen als beroepskosten.
Naar aanleiding van een wijziging van het decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en een arrest van 9 november 2023 van het Hof van Cassatie:
dringt zich een nieuwe wijziging van dit belastingreglement op voor wat betreft de formulering van de aangiftetermijn (artikel 7 van het belastingreglement). Deze aanpassing wordt geadviseerd door het Advocatenkantoor DVD Law - Luc De Meyere dat door ons bestuur werd aangesteld om ons in dit dossier juridisch te adviseren. De aanpassing is noodzakelijk om ieder verder risico op het aanvaarden van bezwaren uit te sluiten. Het advies luidt om het artikel 7 van het belastingreglement als volgt te wijzigen :
"Artikel 7
De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden jaarlijks aangifte te doen van alle masten en/of pylonen die zich op 1 januari van het aanslagjaar bevinden op het grondgebied van Deinze en waarvan zij de eigenaar zijn. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van de voorstellen van aangifte die door het college van burgemeester en schepenen door toezending ter beschikking worden gesteld. De titel van dit document omschrijft duidelijk dat het om een "voorstel van aangifte" gaat. Als de gegevens op dit "voorstel van aangifte" onjuist of onvolledig zijn, moet de belastingplichtige dit formulier verbeteren en terugsturen uiterlijk op 31 oktober 2024 (voor wat betreft het aanslagjaar 2024) en uiterlijk op 30 juni 2025 (voor wat betreft het aanslagjaar 2025).
Als de gegevens op dit "voorstel van aangifte" correct zijn, is de belastingplichtige niet verplicht dit formulier binnen de voormelde termijn terug te sturen. Als de belastingplichtige geen opmerkingen bij het voorstel van aangifte indient voor de voormelde aangiftedatum is verstreken, geldt het voorstel als een regelmatige aangifte.
Het niet fysiek ontvangen van een "voorstel van aangifte" ontslaat de belastingplichtige niet van zijn aangifteplicht. Ook de belastingplichtige die geen "voorstel van aangifte" heeft ontvangen is ertoe gehouden om aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen, en dit uiterlijk op 31 oktober 2024 (voor wat betreft het aanslagjaar 2024) en uiterlijk op 30 juni 2025 (voor wat betreft het aanslagjaar 2025).
Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. De aangifte is laattijdig wanneer ze na de uiterste indieningsdatum is gepost of wanneer ze na de laatste nuttige dag wordt afgegeven tegen ontvangstbewijs”.
De gemeenteraad keurt deze aanpassing aan dit belastingreglement goed.
De ontvangst van deze beslissing zal geboekt worden op:
meerjarenplan 2020-2025 |
Exploitatie |
jaar |
2024-2025 |
beleidsitem |
002000 - Fiscale aangelegenheden |
algemene rekening |
736090 - belasting op masten en pylonen |
actie |
geen |
krediet |
Toereikend |
Periode
Artikel 1
Voor de aanslagjaren 2024 tot en met 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op masten en pylonen met een hoogte van minimaal 20 meter boven het maaiveld die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de stad Deinze bevinden.
De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd, er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast en/of pyloon in de loop van het jaar wordt weggenomen.
Begripsomschrijving
Artikel 2
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder “mast”: iedere individuele op zichzelf staande verticale structuur die geplaatst wordt op een dak of op een andere bestaande constructie met een minimale hoogte van 20 meter boven het maaiveld.
Onder “pyloon” dient te worden verstaan: iedere individuele op zichzelf staande verticale structuur, met uitsluiting van gebouwen, die opgericht wordt op het niveau van het maaiveld en die een minimale hoogte heeft van 20 meter boven het maaiveld.
Belastingschuldige - belastingplichtige
Artikel 3
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast en/of pyloon met een hoogte van minimaal 20 meter boven het maaiveld die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de stad Deinze bevindt.
Tarieven
Artikel 4
De belasting wordt vastgesteld op:
Artikel 5
De belasting is niet verschuldigd voor constructies die dienen voor productie van windenergie of andere groene stroom.
Artikel 6
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Aangifteplicht
Artikel 7
De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden jaarlijks aangifte te doen van alle masten en/of pylonen die zich op 1 januari van het aanslagjaar bevinden op het grondgebied van Deinze en waarvan zij de eigenaar zijn. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van de voorstellen van aangifte die door het college van burgemeester en schepenen door toezending ter beschikking worden gesteld. De titel van dit document omschrijft duidelijk dat het om een "voorstel van aangifte" gaat. Als de gegevens op dit "voorstel van aangifte" onjuist of onvolledig zijn, moet de belastingplichtige dit formulier verbeteren en terugsturen uiterlijk op 31 oktober 2024 (voor wat betreft het aanslagjaar 2024) en uiterlijk op 30 juni 2025 (voor wat betreft het aanslagjaar 2025).
Als de gegevens op dit "voorstel van aangifte" correct zijn, is de belastingplichtige niet verplicht dit formulier binnen de voormelde termijn terug te sturen. Als de belastingplichtige geen opmerkingen bij het voorstel van aangifte indient voor de voormelde aangiftedatum is verstreken, geldt het voorstel als een regelmatige aangifte.
Het niet fysiek ontvangen van een "voorstel van aangifte" ontslaat de belastingplichtige niet van zijn aangifteplicht. Ook de belastingplichtige die geen "voorstel van aangifte" heeft ontvangen is ertoe gehouden om aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen, en dit uiterlijk op 31 oktober 2024 (voor wat betreft het aanslagjaar 2024) en uiterlijk op 30 juni 2025 (voor wat betreft het aanslagjaar 2025).
Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. De aangifte is laattijdig wanneer ze na de uiterste indieningsdatum is gepost of wanneer ze na de laatste nuttige dag wordt afgegeven tegen ontvangstbewijs.
Artikel 8
De belastingplichtige is gehouden elke wijziging in het aantal masten en/of pylonen met een hoogte van minimaal 20 meter boven het maaiveld waarvan hij eigenaar is geworden tijdens het aanslagjaar, op eigen initiatief aan het gemeentebestuur bekend te maken binnen de maand na de wijziging.
Artikel 9
Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd (dit geldt voor belastingplichtigen die geen "voorstel van aangifte" ontvingen en niet uiterlijk op 31 oktober 2024 (voor wat betreft het aanslagjaar 2024) en uiterlijk op 30 juni 2025 (voor wat betreft het aanslagjaar 2025) een aangifte indienden).
Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Artikel 10
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25 %.
Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.
Geschillen en bezwaren
Artikel 11
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Bezwaarschriften kunnen via duurzame drager (e-mail) worden ingediend binnen de termijnen en onder de voorwaarden vermeld in het tweede lid. De contactgegevens voor het op deze wijze indienen van bezwaarschriften zijn: gemeentebelastingen@deinze.be.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Verwijzingsregel
Artikel 12
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn van overeenkomstige toepassing op deze belasting :
Artikel 1
De gemeenteraadsbeslissing van 24 januari 2019 over de vestiging van een gemeentebelasting op masten en pylonen voor de aanslagjaren 2019 tot en met 2025, aangepast via de gemeenteraadsbeslissingen van 23 mei 2019 en 24 mei 2022, wordt met ingang van 1 januari 2024 aangepast op volgend punt:
Onder het reglement staat de gecoördineerde versie die geldig is vanaf 1 januari 2024.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.
Artikel 3
Een kopie van dit besluit wordt aan de financieel directeur bezorgd en aan de betrokken dienst belasting met de uitvoering van dit reglement.
Artikel 4
Dit besluit en de inhoud ervan wordt bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking (artikel 286 § 1, 1° en § 3 en artikel 287 en 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen).